Gemeente Zwolle, bekendmaking wijziging Algemene Subsidieverordening Zwolle

De Raad van de gemeente Zwolle heeft in de vergadering van 19 april 2021 een wijziging in de Algemene Subsidieverordening Zwolle vastgesteld. Deze wijziging is in het kader van de Rijkssteun Corona-schade Culturele sector 2021.

Het betreft de hieronder genoemde wijzigingen. Deze wijzigingen treden 1 mei 2021 in werking en zijn geldig tot 1 januari 2022. Vanaf die datum is de tekst van de betreffende artikelen, zoals vermeld in de verordening die is vastgesteld op 7 september 2020, weer van toepassing. Hoofdstuk 31 vervalt ook per 1 januari 2022.

 

Algemene Subsidieverordening Zwolle

Artikel 4:7 Subsidiemethodiek lid 2

Subsidie wordt verleend als bijdrage in de organisatiekosten van de productie. De organisatie dient voor ten minste 25%, zelf bij te dragen in de organisatiekosten van de productie, bijvoorbeeld door inkomsten uit entree, sponsoring, fondsen en dergelijke.

Artikel 4:9 Subsidieaanvraag lid 1

De aanvragen om subsidieverlening kunnen viermaal per jaar worden ingediend, waarbij de indieningsdata door het college worden vastgesteld.

Artikel 22:2 Subsidiedoel

De gemeente Zwolle stelt jaarlijks een budget beschikbaar dat is bedoeld om (semi-) amateurverenigingen en instellingen op het gebied van kunst en cultuur door middel van het toekennen van subsidie tegemoet te komen in de kosten van de kale zaalhuur van Zwolse Theaters, Hedon, Academiehuis de Grote Kerk, of een andere locatie geschikt voor het presenteren van kunst- en cultuuruitingen, wanneer zij kunst- en cultuuruitingen organiseren.

Artikel 22:5 Subsidieplafond

Het subsidieplafond is vastgesteld op maximaal € 55.954,-- per kalenderjaar. Wanneer het subsidieplafond van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft is bereikt, worden nieuwe subsidieaanvragen voor dat kalenderjaar geweigerd.

De toelichting op artikel 22:2

“Onder kunst- en cultuuruitingen wordt verstaan een eenmalige activiteit of openbare voorstelling van een of meer podiumkunsten of beeldende kunstvorm, gedurende een afgeronde periode”.

De toelichting op artikel 22:4

De 1e alinea van de toelichting bij artikel 22:4 wordt in zijn geheel vervangen door de navolgende alinea:

Met “per activiteit” wordt bedoeld: de specifieke voorstelling, uitvoering of tentoonstelling waarvoor de zaal wordt gehuurd. Wanneer een bepaalde activiteit bijvoorbeeld twee keer wordt opgevoerd en de zaal dus tweemaal hiervoor wordt gehuurd, dan geldt dat dit als één activiteit wordt beschouwd, waarvoor dus maximaal € 1500,- aan zaalhuur kan worden toegekend. Ook een activiteit waarbij sprake is van een repetitie of opbouw op de ene dag en de activiteit op een andere dag wordt dan als één activiteit beschouwd, waarvoor dus in totaal maximaal € 1500,- aan zaalhuur kan worden toegekend”.

 

Hoofdstuk 31 Corona-noodsteun faciliterende en presenterende instellingen cultuur

Artikel 31.1 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • 1.

    Faciliterende instelling: een instelling die een faciliterende rol speelt in de culturele infrastructuur van Zwolle, bijvoorbeeld door het verhuren van atelierruimte of repetitieruimte aan makers van artistieke producten of diensten, of door het verhuren van ruimten met een sterke cultuurhistorische waarde of het aanbieden van diensten die bijdragen aan het uitdragen van de cultuurhistorie van Zwolle;

  • 2.

    Presenterende instelling: een instelling die binnen de culture infrastructuur van Zwolle bijdraagt aan het presenteren van artistieke producten en uitingen;

  • 3.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 31.2 Subsidiedoel

Het verstrekken van subsidie op grond van dit hoofdstuk heeft als doel:

Bij te dragen aan de geleden exploitatieschade als gevolg van de Corona-crisis onder faciliterende of presenterende instellingen en hen hiermee in staat te stellen de reguliere activiteiten zo veel mogelijk voort te zetten en daarmee hun rol binnen de culturele infrastructuur van Zwolle te behouden ten gunste van het culturele klimaat.

Artikel 31.3 Subsidieaanvrager

De subsidie kan alleen worden aangevraagd door:

  • 1.

    Instellingen zoals omschreven in artikel 31:1 lid 1 en 2 die hun hoofdactiviteiten uitvoeren in Zwolle en een rechtspersoon zijn.

Artikel 31.4 Subsidiecriteria

  • 1.

    Uit de exploitatierekening van de instelling over de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd, blijkt een financieel tekort als gevolg van de corona-crisis;

  • 2.

    Indien subsidie aangevraagd wordt voor een lopend boekjaar; een realistische inschatting van de voorlopige resultaten van de exploitatierekening over het lopende boekjaar;

  • 3.

    De instellingen heeft aantoonbaar maatregelen getroffen om het exploitatietekort ontstaan door de corona-crisis te beperken.

Artikel 31.5 Niet subsidiabel

Niet subsidiabel zijn:

  • 1.

    Instellingen die een financiële bijdragen hebben ontvangen van het Rijk uit een steunpakket specifiek bedoeld voor de culturele sector, zoals aangekondigd in de Kamerbrief Aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector (d.d. 15 april 2020 met kenmerk: 24085813) of naar aanleiding van het advies van de Raad voor Cultuur over het toekennen van een overbruggingssubsidie (brief met kenmerk RVC.2020-1582 d.d. 6 november 2020);

  • 2.

    Instellingen waarvan meer dan 65% van hun inkomsten op jaarbasis bestaat uit structurele subsidie van de gemeente Zwolle.

Artikel 31.6 Subsidiemethodiek

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de hoogte van het negatieve resultaat op de exploitatierekening van het boekjaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 2.

    In het geval het totaal aan ingediende aanvragen het vastgestelde subsidieplafond voor deze regeling overschrijdt, wordt berekend met welk percentage de aanvragen het subsidieplafond overschrijden. Dit percentage wordt vervolgens toegepast op het bedrag dat in de aanvraag wordt benoemd zodat het aangevraagde bedrag met dit percentage naar beneden wordt bijgesteld en als basis voor de subsidieverlening dient. Met als resultaat dat het totaal aan te verstrekken subsidies binnen het maximaal totaal beschikbaar budget blijft;

  • 3.

    Het aan te vragen subsidiebedrag dient te worden gespecificeerd per boekjaar; aanvrager kan een aanvraag indienen voor de schade zoals omschreven in artikel 31.4 lid 1 over een afgerond boekjaar en/of over een lopend boekjaar.

Artikel 31.7 Subsidieplafond

Het college stelt het subsidieplafond voor de uitvoering van deze subsidieregeling vast.

Artikel 31.8 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Het college stelt de datum waarop de aanvragen moeten zijn ingediend vast;

  • 2.

    Een subsidieaanvraag wordt in behandeling genomen nadat de indieningsdatum zoals bedoeld in het eerste lid is verstreken. Een aanvraag die na deze datum wordt ingediend wordt niet in behandeling genomen;

  • 3.

    Een subsidieaanvraag wordt in behandeling genomen indien bij de aanvraag de volgende documenten zijn bijgevoegd:

    • a.

      Een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

    • b.

      Oprichtingsstatuten;

    • c.

      Recent uittreksel Kamer van Koophandel;

    • d.

      Voor een subsidieaanvraag over een tekort op de exploitatierekening van een afgerond boekjaar: de jaarrekeningen van de twee meest recent afgesloten boekjaren goedgekeurd door het bestuur, raad van toezicht of algemene ledenvergadering waarin decharge wordt verleend aan de penningmeester;

      • i.

        Voor subsidieaanvragen vanaf in totaal 30.000 euro geldt daarnaast dat afhankelijk van het aangevraagde bedrag de jaarrekeningen dienen te worden voorzien van een accountantsverklaring van het type zoals omschreven in artikel 1:22 lid 4, 5 en 6 van de Algemene Subsidie Verordening;

    • e.

      Voor subsidieaanvragen over een tekort op de exploitatiebegroting voor een lopend boekjaar: de jaarrekeningen van de twee meest recente afgesloten boekjaren en een voorlopige exploitatiebegroting van het boekjaar waarover subsidie aangevraagd wordt, goedgekeurd door het bestuur, raad van toezicht of algemene ledenvergadering;

      • i.

        Aanvrager dient hiervoor gebruik te maken van het begrotingsformulier dat als bijlage bij het aanvraagformulier wordt gevoegd;

      • ii.

        Voor aanvragen vanaf in totaal 30.000 euro moet daarnaast ook worden aangeleverd: Een toelichting op het begrote tekort van het lopende boekjaar.

Artikel 31.9 Subsidieverlening en - vaststelling

  • 1.

    Het college neemt binnen 8 weken na de door het college vastgestelde uiterste indieningsdatum een besluit over de aanvraag;

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde termijn kan met ten hoogste zes weken worden verlengd;

  • 3.

    Bij een subsidieverlening over een afgerond boekjaar vindt de subsidieverlening plaats in de vorm van een besluit tot subsidievaststelling;

  • 4.

    Bij een subsidieverlening over een lopend boekjaar dient de instelling binnen 4 maanden na afloop van het boekjaar een aanvraag in tot subsidievaststelling in, welke moet bestaan uit het aanvraagformulier subsidievaststelling en een jaarrekening van dat boekjaar. De jaarrekening dient afhankelijk van het aangevraagde subsidiebedrag te worden voorzien van een accountantsverklaring van het type zoals omschreven in Afdeling 1.5, Artikel 1:22 lid 4, 5, 6 en 7 van de Algemene subsidieverordening;

  • 5.

    Het college beslist binnen 6 maanden op een volledige aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 31.4 lid 3: Onder ‘maatregelen’ worden verstaan een lastenverlichting enerzijds en een aantoonbaar beroep op het eigen vermogen anderzijds.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 19 april 2021

P. Snijders, voorzitter

A. ten Have, griffier

Naar boven