Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Hulst 2017

De raad van de gemeente Hulst;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Hulst 2017:

Artikel I

A

Artikel 1:3 komt te vervallen.

 

B

Artikel 1:7 komt te luiden:

Artikel 1:7 Termijnen

  • 1.

    Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

  • 2.

    De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd als het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

C

Artikel 1:8 komt te luiden:

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning of ontheffing kan door het bevoegde gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan drie weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

D

Artikel 2:8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid vervalt sub c.

     

  • 2.

    In het derde lid vervalt de zinsnede ‘in het eerste lid gestelde’.

     

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De ontheffing wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag als het in het eerst lid bedoelde gebruik een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 4.

    Aan het vijfde lid wordt een sub e. en een sub f, toegevoegd, luidende:

    • e.

      uitstallingen welke voldoen aan door het college vast te stellen nadere regels;

    • f.

      overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

E.

Artikel 2:9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt als volgt te luiden:

    • 2.

      De vergunning wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 2.

    In het derde lid vervalt de zinsnede ‘in het eerste lid gestelde’ .

     

  • 3.

    In het vierde lid vervalt de zinsnede ‘in het eerste lid gestelde’ .

F.

Artikel 2:23 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:23 Openbare orde bij evenementen

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren, die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

  • 3.

    Een ieder is verplicht bij evenementen alle aanwijzingen van de toezichthouders als bedoeld in artikel 6:2, van de politie en van de brandweer in het belang van openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen.

  • 4.

    Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

G.

Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt na ‘café’ toegevoegd ‘waterpijpcafé’.

 

H.

Artikel 2:31 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:31 Verboden gedragingen

  • 1.

    Het is verboden in een openbare inrichting de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden spijzen of dranken te verstrekken aan personen die geen gebruik maken van het terras.

I

Na artikel 2:34 wordt een nieuw artikel 2:34a toegevoegd, luidende:

Artikel 2:34a Nachtregister

  • 1.

    De houder van een inrichting is verplicht een register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht bij te houden, dat is ingericht volgens het door de burgemeester vastgestelde model.

  • 2.

    De houder van een inrichting of een voor hem handelend persoon is verplicht het in het eerste lid bedoelde register aan de burgemeester over te leggen op een door de burgemeester te bepalen wijze.

  • 3.

    Het nachtregister wordt ter beschikking gesteld aan de hulpdiensten.

J.

Artikel 2:37, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet op de kansspelen of door afdeling 10 van deze verordening.

K

Artikel 2:47, onder e, komt te luiden:

  • e.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b, van de wet.

L

Na het tweede lid van artikel 2:49 worden een derde en een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    De vergunning wordt verleend voor een periode van maximaal 12 jaar.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

M

Na artikel 2:49 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2:49a Beschikbaarheid vergunning

  • 1.

    De burgemeester maakt de beschikbaarheid van een vergunning openbaar bekend.

  • 2.

    Aanvragen die binnen veertien dagen na de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid zijn ontvangen, worden geacht gelijktijdig te zijn ingediend.

Artikel 2:49b Beleidsregels

De burgemeester stelt beleidsregels vast ten aanzien van de criteria waaraan aanvragen worden getoetst, welke ten minste betrekking hebben op:

  • a.

    openbare orde en veiligheid;

  • b.

    preventie van gokverslaving;

  • c.

    het woon-en leefklimaat ter plaatse

N

In artikel 2:50 wordt na sub d. een sub e. toegevoegd, luidende:

  • e.

    een bedrijfsplan waaruit in ieder geval maatregelen blijken ter voorkoming van aantasting van de openbare orde, het woon- en leefklimaat alsmede ter voorkoming van gokverslaving.

O.

Na artikel 2:50 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:50a Vergunningverlening

Ingeval van gelijktijdige aanvragen als bedoeld in artikel 2:49a, tweede lid, vindt vergunning verlening plaats aan degene die naar het oordeel van de burgemeester het meest voldoet aan het gestelde in de beleidsregels als bedoeld in artikel 2:49b.

 

P

Na artikel 2:72 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:72a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke gebouwen en daarbij behorende ervan zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

Q

Na artikel 2:73a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2:73b Lachgasverbod

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

R

In artikel 2:84 wordt ‘’of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijke gebouw’ vervangen door ‘openbare plaatsen’.

 

S

De titel van hoofdstuk 2, afdeling 13 wordt gewijzigd in: ‘Bestrijding van heling van goederen’.

 

T

De titel van hoofdstuk 2, afdeling 14 wordt gewijzigd in: ‘Consumentenvuurwerk’.

 

U

Artikel 2:88 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:88 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.

 

V

De titel van hoofdstuk 2, afdeling 16 wordt gewijzigd in: ‘Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester’.

 

W

In artikel 2:94 wordt na ‘2:72’ ingevoegd ‘2:72a’.

 

X

Na het tweede lid van artikel 3:5 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Het bevoegde bestuursorgaan draagt zorg voor een onpartijdige en transparante verlening van beschikbare vergunningen.

Y

Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De aanhef van het eerste lid komt te luiden: ‘Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, wordt een vergunning geweigerd als:’.

     

  • 2.

    In het eerste lid komt sub b. te vervallen.

     

  • 3.

    In het eerste lid wordt sub c. tot en met sub k. vernummerd tot sub b. tot en met sub j.

Z

De titel van hoofdstuk 4, afdeling 1 wordt gewijzigd in: ‘Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting’.

 

AA

In artikel 4:5, tweede lid, wordt na ‘Reglement verkeersregels en verkeerstekens’ ingevoegd: ‘1990’.

 

AB

Artikel 4:6, tweede lid, sub f, komt als volgt te luiden:

  • f.

    Het maximaal aantal knallen van een knalapparaat 6 per uur bedraagt.

AC

Na artikel 4:6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:6a Carbid schieten

  • 1.

    Het is verboden acetyleengas afkomstig van reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen op explosieve wijze te verbranden.

  • 2.

    Het verbod gesteld in het eerste lid geldt niet indien:

    • a.

      gebruik wordt gemaakt van melkbussen en/of dergelijke voorwerpen met een maximale inhoud van 30 liter, met gebruikmaking van acetyleengas afkomstig van reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen en

    • b.

      het gebruik plaatsvindt op 31 december van 10:00 uur tot 18:00 uur en

    • c.

      hiervan ten minste 14 dagen voorafgaand aan de datum van gebruik melding is gedaan aan het college en

    • d.

      de melding vergezeld is van een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het terrein van waaraf geschoten wordt en

    • e.

      de melding tevens is voorzien van een kaart waarop de betreffende locatie is ingetekend, en

  • 3.

    De plaats vanwaar geschoten wordt is gelegen:

    • a.

      op een afstand van tenminste 75 meter van woonbebouwing en

    • b.

      op een afstand van tenminste 300 meter van inrichtingen voor intramurale zorg en

    • c.

      op een afstand van tenminste 300 meter van in gebruik zijnde voorzieningen voor het houden van dieren, en

    • d.

      wordt geschoten in een richting welke tegengesteld is aan de richting waarin dichtbij woningbouw is gelegen, en

    • e.

      het vrijschootsveld minimaal 75 meter is en hierin geen verharde openbare wegen of paden liggen.

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing voor zover, de Wet milieubeheer, Wet wapens en munitie, Wet milieugevaarlijke stoffen, Wet vervoer gevaarlijke stoffen, Wetboek van strafrecht van toepassing is.

AD

Na artikel 4:19 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4:19a Verbod op het gebruik van (wens)ballonnen

  • 1.

    In dit artikel wordt onder een (wens)ballon verstaan: een ballon die door middel van hete lucht afkomstig van vuur dan wel door middel van helium of andere gassen in de lucht wordt gebracht en mede door de wind door de lucht wordt verplaatst. Hieronder wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, geluksballon of een andere daarmee vergelijkbare ballon.

  • 2.

    Het is verboden een wensballon op te laten of in de lucht te brengen.

AE

Artikel 4.13, zesde lid, komt als volgt te luiden:

  • 6.

    Het verbod geldt niet voor houtopstand die naar het oordeel van de burgemeester moet worden geveld in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen.

AF

In artikel 4:20, derde lid, vervalt de zinsnede ‘in het tweede lid gestelde ’.

 

AG

In artikel 4:21, vijfde lid, vervalt de zinsnede ‘in het eerste lid’.

 

AH

Artikel 5:6, lid 1, sub a, komt als volgt te luiden:

  • a.

    langer dan gedurende drie achtereenvolgende dagen binnen de bebouwde kom op de weg te plaatsen of te hebben;

AI

In artikel 5:12 vervalt ‘op de weg gelegen’.

 

AJ

In artikel 5:13, derde lid, vervalt ‘in het eerste lid gestelde’.

 

AK

In artikel 5:42, vierde lid, wordt na ‘de provinciale wegenverordening’ ingevoegd ‘een keur van het Waterschap Scheldestromen’.

 

AL

In artikel 5:43, derde lid, wordt ‘de keur watersysteem Scheldestromen 2012’ vervangen door ‘een keur van het Waterschap Scheldestromen’.

 

AM

In artikel 5:45, tweede lid, wordt ‘de keur watersysteem Scheldestromen 2012’ vervangen door ‘een keur van het Waterschap Scheldestromen’.

 

AN

Artikel 5:50 vervalt.

 

AO

Artikel 5:51 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets buiten wedstrijdverband een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.

  • 2.

    In het derde lid wordt ‘de Wet milieubeheer’ vervangen door ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet’

AP

Artikel 5:58 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt na ‘bestemmingsplan’ ingevoegd ‘ , de beheersverordening, een exploitatieplan, of een voorbereidingsbesluit

     

  • 2.

    Het derde lid komt als volgt te luiden:

    • 3.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van de bescherming van:

      • a.

        natuur en landschap; of

      • b.

        een dorps- of stadsgezicht.

  • 3.

    In het vierde lid vervalt ‘als bedoeld in het eerste lid’.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

 

Dit besluit werd in de raadsvergadering van 15 april 2021 aangenomen.

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

De Griffier

De Raadsvoorzitter

Naar boven