Gemeenteblad van Goirle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2021, 123762 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2021, 123762 | Beleidsregels |
Standplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021
Standplaatsen dragen in een gemeente bij aan de levendigheid en aantrekkelijkheid van de openbare ruimte en verrijken het voorzieningenaanbod voor de consument. Om deze positieve effecten van standplaatsen optimaal te kunnen benutten is het van belang om uitgangspunten te formuleren met betrekking tot het innemen van standplaatsen.
Dit beleid bevat de voorwaarden die gelden voor standplaatslocaties, de toetsingscriteria die gelden bij het behandelen van vergunningaanvragen en de voorschriften die gelden bij het innemen van een standplaats. Zo kan de vergunningverlening effectiever worden uitgevoerd en weten de (toekomstige) standplaatshouders wat van hen verwacht wordt en wat de gemeente hun kan bieden.
Bij de totstandkoming van dit beleid is een afweging gemaakt tussen de belangen van hen die in Goirle wonen en verblijven, de reguliere detailhandel en de belangen van hen die in Goirle ambulante handel willen uitoefenen. Voorbeelden van ambulante handel zijn handel vanuit viskramen, brood-, koek- en banketkramen, groentekramen en oliebollenkramen. Doordat standplaatsen en detailhandel elkaar aanvullen kan het voorzieningenniveau in de kernen worden versterkt.
Dit beleid voor standplaatsen is niet van toepassing op de wekelijkse markt. Regels en voorschriften voor standplaatshouders op de weekmarkt zijn opgenomen in de geldende Marktverordening van de gemeente Goirle. Daarnaast dient het innemen van een standplaats te worden onderscheiden van het venten van goederen, op basis van de tijdsduur waarin de handel vanaf eenzelfde locatie wordt uitgeoefend. Een venter dient zijn goederen voortdurend voortbewegend en daardoor vanaf een steeds wisselende locatie aan te bieden, terwijl een standplaats op een vaste plaats wordt ingenomen.
De gemeentelijke regelgeving over het innemen van standplaatsen is opgenomen in artikel 5:17 tot en met 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Goirle. Dit beleid geeft daar nadere invulling aan. Deze artikelen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving en het daarop gebaseerde standplaatsenbeleid maken onder de Omgevingswet onderdeel uit van het Omgevingsplan en worden daarin opgenomen.
In dit standplaatsenbeleid wordt onderscheid gemaakt in diverse typen standplaatsen:
1. Een vaste standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een verkoopwagen of een tafel voor een periode van minimaal drie aaneengesloten maanden voor een vast dagdeel of vaste dag per week.
2. Een incidentele standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een verkoopwagen of een tafel voor een periode van maximaal 3 maanden per jaar. Hieronder worden mede verstaan de standplaatsen met als doel het verstrekken van diensten met een maatschappelijk doeleinde. Als daarvan sprake is mag er niet ook sprake zijn van commerciële doeleinden. Voor het innemen van een standplaats voor maatschappelijke doeleinden geldt een maximale periode van twee aaneengesloten dagen. Denk bij maatschappelijke doeleinden aan bijvoorbeeld promotiecampagnes van de (Rijks)overheid, een bus voor bevolkingsonderzoek of een informatiestand van maatschappelijke, religieuze, paramedische, ideële organisaties of politieke partijen.
3. Een seizoen standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een verkoopwagen of een tafel voor een periode van maximaal 2 aaneengesloten maanden voor een vast dagdeel of dag per week waarbij de te koop aangeboden goederen of diensten seizoensgebonden zijn. Denk bij seizoen standplaatsen aan verkoop van asperges, aardbeien of Hollandse nieuwe haring in het voorjaar of oliebollen en kerstbomen in het najaar en in de winter.
Het voorkomen van verkapte marktvorming is een belang van openbare orde. In de Gemeentewet is in artikel 160, eerste lid, onder h bepaald dat het college in ieder geval bevoegd is jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen. Het begrip “markt” is niet verder uitgewerkt in de toelichting bij de Gemeentewet. Of sprake is van een markt moet worden beoordeeld aan de hand van plaatselijke omstandigheden. De grens van het aantal standplaatsen dat tegelijk aanwezig mag zijn zonder dat sprake is van marktvorming, wordt bepaald aan de hand van de omvang van de gemeente(kern) en de vraag of de standplaatsen wat betreft uiterlijk al dan niet op een normale markt gaan lijken. Vanuit het belang van het voorkomen van marktvorming worden, afhankelijk van de beschikbare ruimte maximaal drie standplaatsvergunningen per locatie verleend. Als sprake is van meer dan drie standplaatsvergunningen per locatie geldt de Marktverordening en is onderhavig beleid niet meer van toepassing.
Dit beleid is gebaseerd op het uitgangspunt dat ondernemers de ruimte krijgen om binnen de gemeente Goirle hun ambulante handel te ontplooien. Om te zorgen voor een goede spreiding van de standplaatsen is een aantal locaties in Goirle en Riel aangewezen als standplaatslocaties. Deze locaties zijn in principe geschikt voor het innemen van standplaatsen. Wanneer een ondernemer op een andere locatie dan de in deze notitie aangewezen standplaatslocaties een standplaats wil innemen moet de ondernemer aantonen dat deze locatie voldoet aan de eisen gesteld in artikel 3.7, tweede bullit. Het is aan de gemeente om te beoordelen of de locatie geschikt is.
3. Voorwaarden standplaatslocatie
In dit beleid worden weigeringsgronden en intrekkingsgronden genoemd. Elke aanvraag om een standplaatsvergunning wordt getoetst aan deze gronden. Een aanvraag mag op basis van onderstaande gronden worden geweigerd. Ook kan een al verstrekte vergunning worden ingetrokken op basis van onderstaande gronden.
Het innemen van een standplaats mag niet leiden tot onveilige situaties. Het betreft hierbij zowel brandveiligheid als verkeersveiligheid. Ten aanzien van de brandveiligheid is het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bbgop) van toepassing. Bij verkeersveiligheid mag geen sprake zijn van ongewenst parkeren van voertuigen of fietsen, blokkeren van voldoende doorzicht en blokkeren van de doorstroming van verkeer als gevolg van het innemen van de standplaats.
3.4 Bescherming van het milieu
De aanwezigheid van een kraam, maar ook de aantrekkende werking die er van uit gaat, kan een verstoring van de openbare rust van omwonenden opleveren. In de praktijk is wat betreft overlast voor de omgeving een onderscheid te maken tussen kramen van waaruit ter plaatse etenswaren worden bereid en overige kramen. Bij de eerste groep is de kans op overlast (vervuiling van de omgeving, aanwezigheid van publiek, geluids- en geuroverlast) groter dan bij overige kramen. Problemen kunnen worden voorkomen of beperkt door voldoende afstand te houden tussen de standplaatsen en omliggende (gevoelige) gebouwen.
Een standplaatsvergunning kan worden geweigerd wegens strijdigheid met het geldende bestemmingsplan. Omdat een standplaats een tijdelijk karakter heeft, zal meestal geen sprake zijn van een definitieve planologische reservering. Toch is bij het innemen van (vaste) standplaatsen meestal geen sprake meer van incidenten, zodat het gebruik van de grond in planologisch opzicht van belang is.
4. Voorschriften standplaatsen
Aan het aanvragen van een standplaatsvergunning en het innemen van een standplaats worden de hiernavolgende voorschriften verbonden.
Een standplaatsvergunning kan zowel aan een natuurlijke persoon als aan een rechtspersoon worden verleend, omdat ondernemingen in diverse rechtsvormen kunnen worden gevoerd. Bij een aanvraag door een rechtspersoon dient een natuurlijk persoon als vergunninghouder te worden aangegeven.
De standplaats mag worden ingenomen door de vergunninghouder, naaste familie van de vergunninghouder of een persoon die een dienstverband met de vergunninghouder heeft. De persoon die de standplaats inneemt dient aan te kunnen tonen dat aan deze bepaling wordt voldaan.
De vergunning mag door de vergunninghouder niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan het college verzoeken de tenaamstelling van de vergunning te wijzigen, bijvoorbeeld in verband met de wijziging van ondernemingsvorm of bedrijfsovername.
De vergunninghouder dient de standplaats daadwerkelijk in te nemen. Afwezigheid dient te worden gemeld aan het college van burgemeester en wethouders, waarbij een geldige reden moet worden opgegeven (zoals ziekte, vakantie, privéomstandigheden). Als de standplaats op drie peilmomenten per kalenderjaar zonder geldige reden of opgaaf van reden niet is ingenomen, kan de vergunning worden ingetrokken.
Het college kan verzoeken de opgegeven reden met bewijsmateriaal te ondersteunen. De bewijslast ligt hierbij bij de vergunninghouder.
De standplaatshouder mag de standplaats gebruiken voor het uitstallen van zijn waren. Dit betekent dat hij op de standplaatslocatie objecten mag plaatsen, bijvoorbeeld een verkoopwagen, kraam of statafel, zolang deze maar binnen de aangegeven begrenzing van de standplaats blijft. Buiten de verkoopwagen of kraam mogen één afvalbak en één reclamebord worden geplaatst. Het is het niet toegestaan andere objecten op de standplaats te plaatsen.
Een algemene beperking wat betreft maximale oppervlakte kan niet worden gemotiveerd vanuit de wettelijke toetsingscriteria en zou te weinig rekening houden met de belangen van de standplaatshouders. Welke ruimte mag worden ingenomen, is immers vooral afhankelijk van de beschikbare ruimte, de feitelijke inrichting van een concrete standplaats en wat een ambulante handelaar gelet op diens branche nodig heeft. Wel zal moeten worden voorkomen dat een standplaats onbeperkt in omvang toe kan nemen. Daarom worden in de vergunning de maximale afmetingen van de standplaats vastgelegd. Het is niet toegestaan om te graven, te boren en/of pennen te slaan in gemeentegrond of anderszins aanpassingen te doen in de openbare ruimte.
4.7 Onderhoud van de standplaats en afval
De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt. Als voor directe consumptie geschikte etenswaren en dranken worden verkocht, moet op de standplaats een afvalbak worden geplaatst. De vergunninghouder zorgt zelf voor het leegmaken van de afvalbak. Bij het ontruimen dient de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving (binnen een straal van vijf meter) schoon op te leveren.
De standplaatshouder moet voldoen aan de voorschriften uit de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit. Hiertoe worden standplaatsen gelijkgesteld aan het begrip inrichtingen uit de Wet milieubeheer, voor zover er kans bestaat op geuroverlast. Op markten is altijd wel de geur te ruiken van voeding die wordt bereid, vooral bij frituren van vis, grillen van kip, bakken van noten, etc. Die geuren horen bij een markt. Wanneer echt sprake is van overlast is moeilijk vast te stellen. Daarom moeten geurende kramen zo ver mogelijk van woningen worden gepositioneerd. Bij het gebruik van filtersystemen moeten die deugdelijk zijn en regelmatig worden gereinigd.
Het is, behoudens tijdelijke ontheffing, niet toegestaan geluidsinstallaties vanaf een standplaats in werking te hebben. Sommige standplaatshouders zijn voor de stroomvoorziening afhankelijk van generatoren. Om overlast door generatoren te voorkomen geldt een minimale afstand van vijf meter tussen de locatie van de generator van de standplaats en het dichtstbijzijnde gevoelige object (bijvoorbeeld een woning).
De standplaatshouder dient eerst zelf zorg te dragen voor de nutsvoorzieningen. De vergunninghouder dient hierbij maatregelen te treffen, zodat de (verkeers)veiligheid (bijvoorbeeld door kabels) niet in gevaar komt. Bij gebruik van gemeentelijke voorzieningen (alleen mogelijk op het Kloosterplein en Van Hogendorpplein/Koningsschild te Goirle en het Dorpsplein in Riel), vraagt de gemeente een vergoeding welke is vastgesteld in de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting voor het gebruik van stroom en een marktconforme vergoeding voor het gebruik van water.
4.11 Intrekken vergunning/beëindiging standplaats
Een vergunning kan worden ingetrokken:
Een verleende vergunning kan worden ingetrokken of (gedeeltelijk) worden gewijzigd, als omstandigheden of gewijzigd inzicht (beleid) daartoe aanleiding geven. Als op enig moment een standplaatslocatie – al dan niet tijdelijk – niet meer aan de eisen voldoet, kan van de vergunninghouder in redelijkheid worden verwacht dat hij eraan meewerkt dat hij op een alternatieve, gelijkwaardige locatie binnen de gemeente standplaats inneemt zonder recht op enige vorm van compensatie. Een standplaatslocatie, gelegen in dezelfde kern binnen een straal van één km van de oude locatie kan als gelijkwaardige standplaats worden beschouwd. De standplaatshouder is dan in de gelegenheid dezelfde klantenkring te behouden.
5. Dagen, dagdelen en maximum aantal standplaatsen
Vanuit het belang van het voorkomen van marktvorming zijn dagen, tijdstippen en een maximum aantal standplaatsen per standplaatslocatie vastgesteld. Een standplaatsvergunning kan worden verleend voor een dagdeel, hele dag, meerdere dagen of een hele week.
De dagdelen zijn: van 08.00 uur tot 12.00 uur, van 12.00 uur tot 18.00 uur en van 18.00 uur tot 20.00 uur.
Bij het innemen van een standplaats moeten daarnaast de voorschriften van de Winkeltijdenwet in acht worden genomen. Dit betekent concreet:
De standplaatslocaties zijn als volgt vastgesteld:
Van Hogendorpplein /Koningsschild (Goirle)
Blokakkers (P-Terrein Koopcentrum De Boerenschuur, Riel)
Tijvoortsebaan (P-terrein bouwmarkt Karwei, Goirle)
Voor het gebruik van gemeentegrond en het gebruik van stroom (mits van toepassing op de locatie) wordt een bedrag in rekening gebracht, de precariobelasting. Het bedrag voor het gebruik van gemeentegrond wordt vastgesteld op basis van het aantal m2 van de standplaats. Het gebruik van stroom is eveneens in de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting geregeld.
De uitgangspunten uit deze notitie zijn van toepassing op de vergunningaanvragen die na de vaststelling van deze notitie worden ingediend.
De reeds verstrekte vergunningen blijven van kracht tot de einddatum van de betreffende vergunning. Voor locaties waarvoor op basis van deze notitie in het vervolg geen standplaatsvergunningen meer worden verleend, geldt zodoende een ‘uitsterfconstructie’.
7.2 Afwijken van beleidsregels in geval van bijzondere omstandigheden
De uitgangspunten uit deze beleidsregels laten onverlet de inherente afwijkingsbevoegdheid, op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb, artikel 4:84). Dit houdt in dat het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregels handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Voor de vraag in wat voor soort gevallen kan worden afgeweken van vastgesteld beleid, moet volgens gangbare jurisprudentie worden gedacht aan omstandigheden, die niet voorzienbaar zijn en waarvan de gevolgen redelijkerwijs niet voor rekening van de belanghebbenden mogen komen.
Bijlage 1. Aangewezen standplaatslocaties
Conform artikel 5:17 van de APV Goirle wordt een standplaats gedefinieerd als "het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel". Op grond van artikel 5:18 van de APV Goirle is een vergunning nodig voor het innemen van een standplaats op of aan de (openbare) weg, of op een voor het publiek toegankelijke plaats in de openlucht.
Artikel 19, lid 3 van de Grondwet stelt dat eenieder vrije keuze van arbeid heeft, behoudens beperkingen bij of krachtens de wet gesteld. Een mogelijke beperking is artikel 108 van de Gemeentewet. De gemeente heeft op grond van dit artikel de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente. Hieronder valt ook het beleid omtrent standplaatsen.
Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet (eet- en drinkwaren, alsmede andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt onder andere regels met betrekking tot hygiëne en degelijkheid van producten. Het toezicht op de naleving van de bepalingen uit de Warenwet wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
De algemene regels van de Winkeltijdenwet zijn dat op maandag tot en met zaterdag de openstelling van winkels is toegestaan tussen 6.00 uur en 22.00 uur. Op zon- en feestdagen zijn winkels in beginsel gesloten. In artikel 2 lid 2 van de Winkeltijdenwet staat dat het ook verboden is op de hiervoor genoemde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren. Met de term “anders dan een winkel” wordt straathandel bedoeld.
Regelgeving op gebied van milieu en volksgezondheid
Aan mobiele verkooppunten kunnen eisen worden gesteld ter bescherming van het milieu. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van bakken. Afhankelijk van de omstandigheden moeten er onder meer voorzieningen worden getroffen voor bijvoorbeeld vetafscheiding van het afvalwater en het voorkomen van stankoverlast. Dit wordt van geval tot geval beoordeeld afhankelijk van de situatie ter plaatse. Daarnaast worden er in de standplaatsvergunning voorschriften opgenomen omtrent het schoonhouden van de standplaats, het plaatsen van afvalbakken en het opruimen van afval in de omgeving afkomstig vanuit de standplaats verkochte producten.
Regelgeving op gebied van ruimtelijke ordening en leefomgeving
Een aanvraag voor een standplaatsvergunning kan worden geweigerd vanwege strijd met het geldende bestemmingsplan.
Rechtspraak over schaarse vergunningen
Op grond van het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Het gelijk¬heidsbeginsel betekent volgens deze uitspraak voor de verdeling van schaarse vergunningen dat het gemeentebestuur aan (potentiële) gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen. Ook mogen vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-123762.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.