Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 in verband met de ondersteuning door buurtteams, ondersteuning voor slachtoffers van huiselijk geweld en logeeropvang. (Tweede wijzigingsverordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2021)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 februari 2021,

gelet op artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015,

 

besluit:

Artikel I  

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    Artikel 3.3 komt te luiden:

  • Artikel 3.3 Ondersteuning door het buurtteam

  • De ondersteuning door het buurtteam omvat vraagverheldering, informatie en advies, het opstellen van een ondersteuningsplan en het voeren van regie voor zover de cliënt daar niet toe in staat is. Het buurtteam biedt ondersteuning, zorg en activering op sociale levensdomeinen, zoals problemen rond werk en schulden in samenwerking met de sociale basis, veiligheid, werk, participatie, inkomen en wonen. Het buurtteam leidt waar nodig toe naar maatwerkvoorzieningen.

     

  • b.

    Artikel 4.5, lid 2, komt te luiden:

    • 2.

      In aanvulling op artikel 4.1 kan

      • a.

        een slachtoffer van huiselijk geweld in aanmerking komen voor opvang inclusief bescherming en bijbehorende ondersteuning als deze

        • 1.

          slachtoffer is van geweld in huiselijke kring, en vanwege aspecten van veiligheid de woonsituatie moet verlaten, en

        • 2.

          18 jaar of ouder is, al dan niet met kinderen, en

        • 3.

          geen mogelijkheden heeft om zelf, al dan niet met gebruikmaking van het eigen sociale netwerk of door interventie van derden een veilige woonsituatie te creëren.

      • b.

        een slachtoffer van huiselijk geweld, waartoe ook alle leden van het gezin met hun onderlinge gezinsrelaties en patronen behoren, in aanmerking komen voor ambulante hulpverlening als

        • 1.

          het slachtoffer of de ouder met gezag of verzorger 18 jaar of ouder is, en

        • 2.

          het slachtoffer en de leden van het gezin niet in staat zijn om zelf, al dan niet met gebruikmaking van het eigen sociale netwerk of door interventie van derden een veilige situatie te creëren, en

        • 3.

          opvang niet of niet meer nodig is.

  • c.

    Artikel 4.6 komt te luiden:

  • Artikel 4.6 Aanvullende criteria voor logeeropvang

  • In aanvulling op artikel 4.1 kan een cliënt in aanmerking komen voor logeeropvang, terugkerend met een maximum van 3 etmalen per week of aaneengesloten, als er zonder de inzet hiervan overbelasting van de mantelzorger dreigt of in onverwachte situaties en

    • a.

      de cliënt langdurig is aangewezen op meer dan gebruikelijke hulp, en

    • b.

      ondersteuning door het buurtteam, dagbesteding en individuele ondersteuning niet voldoende oplossing bieden, en

    • c.

      de cliënt geen aanspraak kan maken op de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg om de overbelasting te voorkomen.

Artikel II  

De toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    In de Algemene toelichting, onder Overgangsrecht wordt het tekstblok AWBZ geschrapt.

  • b.

    In de Algemene toelichting, onder Amsterdams Zorgstelsel wordt de eerste zin geschrapt.

  • c.

    In de Algemene toelichting, onder Amsterdams Zorgstelsel wordt achter de tweede bullet ‘wijkzorgprofessionals’ vervangen door ‘zorgaanbieder of de buurtteamprofessionals’.

  • d.

    In de toelichting op artikel 2.1 wordt in het eerste tekstblok, laatste zin, ‘de wijkzorg’ vervangen door ‘het Buurtteam Amsterdam’.

  • e.

    In de toelichting op artikel 2.1 wordt in het tweede tekstblok, tweede zin, het woord ‘onder’ geschrapt.

  • f.

    De toelichting op artikel 3.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • Artikel 3.3 Ondersteuning door het buurtteam

  • In elk stadsdeel is een buurtteamorganisatie met meerdere locaties actief waar Amsterdammers naar toe kunnen komen voor ondersteuning. Buurtteams bieden binnen de Wmo individuele en collectieve vormen van ondersteuning, begeleiding en cliëntondersteuning, en daarnaast sociaal raadsliedenwerk en schuldhulpverlening. Ook kan men er terecht voor informatie en advies op sociale levensdomeinen en voor toegang tot andere Wmo-voorzieningen.

  • g.

    In de toelichting op artikel 3.7 wordt het tweede tekstblok gewijzigd en komt te luiden:

  • Dakloze Amsterdamse gezinnen kunnen worden opgevangen in de noodopvang voor dakloze gezinnen. Het opvangen van deze gezinnen is in beginsel geen Wmo-taak, maar om humanitaire redenen en omdat de gemeente het ongewenst vindt dat kinderen dakloos zijn kiest Amsterdam ervoor hen wel op te vangen.

  • h.

    In de toelichting op artikel 4.1, eerste tekstblok, voorlaatste zin, wordt het woord ‘kortdurend’ geschrapt en wordt ‘wijkteam’ vervangen door ‘buurtteam’.

  • i.

    In de toelichting op artikel 4.1, wordt het tweede tekstblok gewijzigd en komt te luiden:

  • Als het college vaststelt dat een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, zal het college kiezen voor de goedkoopst adequate voorziening. Voorop staat dat de voorziening adequaat (doelmatig) is om bij te dragen aan de ondersteuningsbehoefte. Als er echter meerdere varianten mogelijk zijn, kiest het college voor de goedkoopste variant. Als er al eerder een maatwerkvoorziening is verstrekt en deze voorziening biedt nog voldoende ondersteuning en is nog niet technisch afgeschreven, dan komt de cliënt niet opnieuw in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. De noodzaak is dan niet aanwezig.

  • j.

    In de toelichting op artikel 4.2 wordt het laatste tekstblok gewijzigd en komt te luiden:

  • In de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 3, blz. 39) is vermeld dat een gemeente kan bepalen dat het persoonsgebonden budget niet hoger mag zijn dan een percentage van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan het verlenen van adequate ondersteuning in natura. Gemeenten hebben daarmee ook de mogelijkheid om differentiatie aan te brengen in de hoogte van het persoonsgebonden budget. Amsterdam kan dan ook verschillende tarieven hanteren voor verschillende vormen van ondersteuning en voor verschillende typen hulpverleners. Gemeenten kunnen bij het vaststellen van tarieven in de verordening bijvoorbeeld onderscheid maken tussen professionele ondersteuning waarbij wordt gewerkt volgens de toepasselijke kwaliteitsstandaarden en niet-professionele ondersteuning.

  • In een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 mei 2017 heeft de rechter in een zaak van de gemeente Emmen bepaald dat essentialia van het voorzieningenpakket in de verordening dienen te worden vastgelegd. Hieronder valt ook de tariefdifferentiatie van het Pgb.

  • De gemeente heeft in april 2017 een opdracht gegeven aan onderzoeksbureau KPMG en gevraagd om objectief en onafhankelijk advies uit te brengen over passende en goed onderbouwde Pgb-tarieven voor hulp bij het huishouden, ambulante ondersteuning, dagbesteding en logeeropvang. Dit onderzoek getiteld ‘Doorontwikkeling Pgb-tarieven Wmo-voorzieningen’ is op 8 juni 2017 gepubliceerd. De Pgb-tarieven voor deze voorzieningen zijn gebaseerd op dit onderzoek.

  • Voor ambulante ondersteuning, dagbesteding en logeeropvang zijn de tarieven afgeleid van de vastgestelde tarieven die gelden voor de maatwerkvoorziening in natura, minus een afslagpercentage voor kostencomponenten die slechts gedeeltelijk van toepassing zijn op de Pgb-tarieven.

  • Het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt berekend via een puntensysteem. Het aantal vastgestelde punten maal het per punt geldende tarief bepaalt het budget. Aan de hand van de maatstaf voor hulp bij het huishouden worden aan de activiteiten en de frequentie ervan punten toegekend. Op basis van het aantal punten per jaar wordt de hoogte van het budget per week bepaald. Bij het bepalen van het tarief per punt is uitgegaan van het Pgb-tarief van € 17,96 per uur. Het Pgb-uurtarief en het tarief per punt zijn hierdoor automatisch aan elkaar gekoppeld. Het niet-professionele tarief voor ambulante ondersteuning en dagbesteding is vastgesteld op basis van de Wet Minimum Loon en minimumvakantiebijslag en een benchmark met diverse andere grote gemeenten.

  • k.

    De toelichting op artikel 4.3 wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • Artikel 4.3 Aanvullende criteria voor ambulante ondersteuning

  • Ambulante ondersteuning wordt geboden aan Amsterdammers die beperkingen hebben bij het zelfstandig functioneren of zonder de ondersteuning risico lopen om hun zelfredzaamheid te verliezen. Deze ondersteuning is aanvullend op de ondersteuning die door het buurtteam wordt geboden en is gericht op het bevorderen of stabiliseren van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie of het begeleiden van achteruitgang.

  • Er kan hierbij voor cliënten die dit niet zelf kunnen of niet kunnen (laten) regelen gedacht worden aan ondersteuning bij de administratie, woonbegeleiding of het indelen van de dag of bij het initiëren van deelname aan buurtactiviteiten, vrijwilligerswerk of dagbesteding.

  • Ambulante ondersteuning kan ingezet worden ter ontlasting van de mantelzorger indien sprake is van (dreigende) overbelasting.

  • De geboden ondersteuning wordt niet zwaarder of langer ingezet dan nodig is.

  • l.

    In de toelichting op artikel 4.5 wordt het laatste tekstblok gewijzigd en komt te luiden:

  • Ten aanzien van opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld gelden afwijkende criteria. Het uitgangspunt is dat, als opvang noodzakelijk is omdat de thuissituatie niet veilig is, aanvragers in principe worden opgevangen in de gemeente waar zij wonen. Opvang in de eigen gemeente is kansrijker omdat dan het bestaande sociale netwerk kan blijven worden aangesproken. Er kunnen echter zwaarwegende omstandigheden zijn voor opvang buiten de eigen gemeente. Het kan dan gaan om redenen van veiligheid, of om situaties waar acuut opvang geboden is maar de gemeente van herkomst op dat moment geen plek beschikbaar heeft. Als sprake is van huiselijk geweld tegen een persoon of tegen leden van het gezin van de persoon en er is geen opvang noodzakelijk, is ambulante hulpverlening mogelijk.

  • m.

    De toelichting op artikel 4.6 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • Artikel 4.6 Aanvullende criteria voor logeeropvang

  • In Amsterdam wordt kortdurend verblijf op grond van de Wmo sinds 1 juni 2017 aangeduid als logeeropvang. Logeeropvang is mogelijk bij die cliënten waarbij de mantelzorger gedurende langere tijd meer dan gebruikelijke hulp biedt. Logeeropvang is ook mogelijk in geval van onverwachte situaties, zoals uitval van een mantelzorger. Als de cliënt een blijvende behoefte heeft aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid, dan is kortdurend verblijf via de Wet langdurige zorg voorliggend. Daarnaast moet duidelijk zijn dat ontlasting van de mantelzorger noodzakelijk is. Daarbij is het verhaal van de mantelzorger leidend. Logeeropvang kan een aaneengesloten periode zijn of een terugkerende periode met een maximum van drie etmalen per week.

Artikel III  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 april 2021.

Artikel IV  

Deze verordening wordt aangehaald als Tweede wijzigingsverordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2021.

 

Aldus besloten door de gemeenteraad bij schriftelijke stemming op 6 april 2021.

De plaatsvervangend voorzitter

Rik Torn

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Algemeen deel

De belangrijkste wijzigingen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 zijn:

  • de introductie van de algemene voorziening Ondersteuning door het buurtteam overeenkomstig het uitvoeringsbesluit ‘Buurtteams Amsterdam’ zoals vastgesteld door de raad op 12 maart 2020;

  • de maatwerkvoorziening Logeeropvang kan voortaan, in lijn met het uitvoeringsbesluit ‘Inkoop aanvullende ondersteuning Wmo’ zoals vastgesteld door de raad op 12 maart 2020, ook in onverwachte situaties worden geboden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

 

  • a.

    Artikel 3.3 ‘Maatschappelijke dienstverlening’ is vervangen door ‘Ondersteuning door het buurtteam’. Dit als gevolg van het uitvoeringsbesluit ‘Buurtteams Amsterdam’ waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020. Hierin staat dat de buurtteams ondersteuning en zorg aan Amsterdammers leveren. Het doel van de buurtteams is om de dienstverlening in de buurt eenvoudig, herkenbaar en dicht bij de Amsterdammer te organiseren.

     

  • c.

    Artikel 4.6 ‘In aanvulling op artikel 4.1 kan een cliënt gedurende maximaal drie etmalen per week in aanmerking komen voor logeeropvang als er zonder de inzet hiervan overbelasting van de mantelzorger dreigt’ is vervangen door ‘In aanvulling op artikel 4.1 kan een cliënt in aanmerking komen voor logeeropvang, terugkerend met een maximum van 3 etmalen per week of aaneengesloten, als er zonder de inzet hiervan overbelasting van de mantelzorger dreigt of in onverwachte situaties’. Ter verheldering van het product en als gevolg van het uitvoeringsbesluit en de inkoopstrategie aanvullende ondersteuning Wmo 2021-2027 waartoe de gemeenteraad besloot op 12 maart 2020, waarin een van de inkoopdoelen is het bieden van logeeropvang in onverwachte situaties.

Naar boven