Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Maastricht 2006

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 maart 2021., organisatieonderdeel Veiligheid en Leefbaarheid, no. 2021.06189;

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de hiernavolgende verordening:

 

“Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Maastricht 2006”

ARTIKEL I

Artikel 2.1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in het eerste lid wordt “de weg” vervangen door: een openbare plaats;

  • b.

    in het tweede lid wordt “Een ieder, die op de weg” vervangen door: Een ieder die op een openbare plaats;

  • c.

    in het derde lid wordt “terreinen, weg en of weggedeelten” vervangen door: openbare plaatsen.

ARTIKEL II

De artikelen 2.1.2.2, 2.1.2.3 en 2.1.2.4 vervallen. Na artikel 2.1.2.1 wordt een nieuw artikel 2.1.2.2 ingevoegd dat luidt als volgt:

 

Artikel 2.1.2.2 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen

  • 1.

    Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uren voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.

  • 2.

    De kennisgeving bevat:

    • a.

      naam en adres van degene die de betoging houdt;

    • b.

      het doel van de betoging;

    • c.

      de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging;

    • d.

      de plaats en, voor zover van toepassing, de route;

    • e.

      voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; en

    • f.

      maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen.

  • 3.

    Degene die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld.

  • 4.

    Als het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk op de werkdag die aan de dag van dat tijdstip voorafgaat vóór 12.00 uur.

  • 5.

    De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden op verzoek een kennisgeving in behandeling nemen buiten deze termijn.

ARTIKEL III

In artikel 2.1.3.1, eerste lid, wordt “op of aan door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan.” vervangen door: op door het college aangewezen openbare plaatsen.

ARTIKEL IV

In artikel 2.1.4.1, eerste lid, wordt “op of aan de weg” vervangen door: op een openbare plaats.

ARTIKEL V

In artikel 2.1.4.2, eerste lid, wordt “op of aan de weg” vervangen door: op een openbare plaats.

ARTIKEL VI

In artikel 2.1.4.3, eerste lid, wordt “op of aan door de burgemeester aangewezen wegen of gedeelten daarvan” vervangen door: op door de burgemeester aangewezen openbare plaatsen.

ARTIKEL VII

Aan artikel 2.3.1.2, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende als volgt:

De burgemeester kan bepalen dat de vergunning ten aanzien van bepaalde categorieën inrichtingen slechts aan één natuurlijk persoon kan worden verleend.

ARTIKEL VIII

In artikel 2.3.1.2a wordt het eerste lid, onder d gewijzigd in:

  • d.

    de houder in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

ARTIKEL IX

Aan artikel 2.3.1.5, tweede lid, wordt na het woord “Opiumwet” toegevoegd: danwel artikel 10 Wet Experiment gesloten coffeeshopketen.

ARTIKEL X

In artikel 2.3.1.5a vervalt het derde onderdeel waarna onderdeel 4 wordt vernummerd tot onderdeel 3.

ARTIKEL XI

In artikel 2.3.1.6 wordt het eerste onderdeel gewijzigd in:

  • 1.

    de houder in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

ARTIKEL XII

Artikel 2.3.1.9, eerste lid, onder c, en het tweede lid worden verwijderd waarna de leden 3, 4 en 5 worden vernummerd tot leden 2, 3 en 4.

ARTIKEL XIII

Artikel 2.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in het eerste lid wordt “de weg” vervangen door: een openbare plaats;

  • b.

    de aanhef van het tweede lid komt te luiden: Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is:.

ARTIKEL XIV

Artikel 2.4.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in onderdeel a wordt “op of aan de weg” vervangen door: op een openbare plaats;

  • b.

    in onderdeel b wordt “zich op of aan de weg” vervangen door: zich op een openbare plaats;

  • c.

    in onderdeel b wordt “nabij de weg” vervangen door: nabij de openbare plaats.

ARTIKEL XV

In artikel 2.4.8, eerste lid, wordt “de weg” vervangen door: een openbare plaats.

ARTIKEL XVI

In artikel 2.4.17, eerste lid, onderdeel a en c, wordt “de weg” vervangen door: een openbare plaats.

ARTIKEL XVII

In artikel 2.4.18, eerste lid, onderdeel a, wordt “de weg” vervangen door: een openbare plaats.

ARTIKEL XVIII

In artikel 2.4.19, eerste lid, aanhef, wordt “op of aan de weg” vervangen door: op een openbare plaats.

ARTIKEL XIX

In artikel 2.4.25, eerste en tweede lid, wordt “op de weg of plaats” telkenmale vervangen door: op een openbare plaats.

ARTIKEL XX

Artikel 2.4.26 vervalt.

ARTIKEL XXI

In artikel 2.4.28 wordt “op of aan de weg” vervangen door: op een openbare plaats.

ARTIKEL XXII

In artikel 2.6.3, tweede lid, wordt “op of aan de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats” vervangen door: op een openbare plaats.

ARTIKEL XXIII

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt.

Aldus besloten door de Raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 30 maart 2021

De Griffier,

H-J. Bodewitz.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.

Naar boven