Eerste wijziging van de Legesverordening 2021Haaksbergen (9.11l1)

Samenvatting

Deze verordening bevat een wijziging m.b.t. de voorwaarden en tarieven voor de heffing van rechten geheven voor het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten inzake zonnevelden.

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

Voorstel van het college van: 2 maart 2021.

 

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Gemeentewet (artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b), de Paspoortwet (artikelen 2, tweede lid, en 7) en de Algemene wet bestuursrecht

 

 

Besluit:

Vast te stellen de Eerste wijziging van de Legesverordening 2021.

 

 

 

Artikel 1  

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysiek leefomgeving/omgevingsvergunning wordt vervangen door:

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten :

 

het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

 

 

2.1.1.2

bouwkosten :

 

A. Uitgangspunten “standaard” bouwwerken:

 

Bij het berekenen van de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt voor in onderstaande tabel genoemde bouwwerken voor de legesbepaling het minimale legesbedrag afgeleid van de kubieke meters of de oppervlakte berekend volgens NEN 2580 (oppervlakte- en inhoudsberekening bouwwerken) vermenigvuldigd met de in onderstaande tabel naar de aard van het bouwwerk opgenomen standaardbouwkosten exclusief BTW:

 

 

 

BOUWKOSTEN .

 

I. Woningen:

 

 

 

Rijtjeswoningen

 

€ 200,= per m3

 

Twee onder één kapwoningen

 

€ 225,= per m3

 

Vrijstaande woning tot en met 600 m3

 

€ 260,= per m3

 

Vrijstaande woning > 600 m3

 

€ 290,= per m3

 

Appartement, één of meer bouwlagen

 

€ 260,= per m3

 

 

 

 

 

II. Bijgebouwen bij woningen:

 

 

 

Latere aanbouw zoals een erker

 

€ 350,= per m3

 

Garage / berging / tuinhuisje

Hout

€ 95,= per m3

 

 

Halfsteens met plat dak

€ 125,= per m3

 

 

Halfsteens met kap

€ 135,= per m3

 

 

Spouw met plat dak

€ 150,= per m3

 

 

Spouw met kap

€ 170,= per m3

 

Dakkapel

 

€ 1.000,= per m breedte

 

Carport

 

€ 150,= per m2

 

Schuttingen en hekwerken

 

€ 100,= per m

 

 

 

 

 

III. Agrarische bouwwerken:

 

 

 

1. Stallen

 

€ 43,= per m3

 

2. Werktuigberging / schuur Damwandprofiel

 

€ 25,= per m3

 

Metselwerk

 

€ 48,= per m3

 

3. Mestkelders onder de stallen

 

€ 83,= per m3

 

4. Kassen

 

€ 31,= per m2

 

 

 

 

 

IV. Niet agrarische bouwwerken:

 

 

 

1. Opslagloodsen (plaatstaal damwandprofiel)

 

€ 19,= per m3

 

(metselwerk)

 

€ 52,= per m3

 

2. Kantoren / showroom / winkel / horeca

 

€ 273,= per m3

 

3. Scholen / sporthal / verkoophal (grootschalige detailhandels vestiging)

 

€ 258,= per m3

 

4. Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semipermanente unit

 

€ 185,= per m3

 

5. Industriehal (plaatstaal geïsoleerd)

 

€ 62,= per m3

 

(metselwerk)

 

€ 105,= per m3

 

 

 

 

 

B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken:

 

 

Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde in het economisch verkeer te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) van het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt: een raming van de aan een derde in het economisch verkeer te betalen prijs voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, berekend op de wijze als bedoeld in normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (exclusief BTW).

 

 

2.1.1.3

sloopkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in titel 2, hoofdstuk 1 onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

2.1.1.5

Zonneveld

 

een ruimtelijk samenhangende grondgebonden installatie voor het opwekken van zonne-energie, zoals bedoeld in de door de gemeenteraad op 31 maart 2021 vastgestelde Beleidsregels zonnevelden

2.1.1.6

Wp (WattPiek): de internationale standaard-meeteenheid voor de capaciteit van zonnecellen en –panelen om zonne-energie in elektriciteit om te zetten

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg /beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een conceptaanvraag t.b.v. een omgevingsvergunning (aanvraag beoordeling schetsplan):

40%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag voor beoordeling van een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, voor zover de aanvraag betrekking heeft op de in artikel 2.3.1.1 en artikel 2.3.1.2 genoemde activiteiten, met een minimum van

€ 341,00

2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan (of een vergunningsvrij-toets)

€ 266,00

 

 

 

2.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vooroverlegplan ten behoeve van een zonneveld als bedoeld in artikel 2.1.1.5

€ 6.140,00

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

2.3.1.1.1.

indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen:

2,95%

 

van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van:

€ 341,00

 

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

1,95%

 

van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van:

€ 31.000

 

en een maximum van:

€ 800.000

2.3.1.1.3

In afwijking van artikel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

ten behoeve van een zonneveld als bedoeld in artikel 2.1.1.5 per Wp

€ 0,00642

 

 

 

2.3.1.2

Welstandstoets

 

2.3.1.2.1

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1.1 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met:

0,30%

 

van het bedrag van de bouwkosten tot € 230.000,-

 

 

met een minimum te berekenen bedrag van:

€ 78,70

 

2.3.1.2.2

verhoogd met:

0,05%

 

van het bedrag van de bouwkosten van € 230.000,- tot € 455.000,-

 

2.3.1.2.3

verhoogd met

0,025%

 

van het bedrag van de bouwkosten van € 455.000,- tot € 680.000,-

 

2.3.1.2.4

verhoogd met

0,0125%

 

van het bedrag van de bouwkosten van € 680.000,- en meer

 

2.3.1.2.5

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1.2 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria verhoogd met:

0,0125%

2.3.1.2.6

De ingevolge onderdelen 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.5 verschuldigde leges worden naar beneden afgerond op hele euro’s.

 

 

 

 

 

Verplicht agrarisch commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 1.116,90

2.3.1.3.1

Onverminderd het bepaalde in 2.3.1.3 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag waarvoor een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld

€ 482,40

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 

 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

10%

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 849,30

2.3.2.2

Verhogingen

 

 

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2.1 wordt, indien de aanvraag van een aanlegactiviteit krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met:

€ 485,90

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 289,40

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 289,40

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) (projectbesluit):

 

2.3.3.3.1

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd

€ 5.836,10

2.3.3.3.2

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd

€ 11.703,40

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 578,80

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 289,40

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 376,90

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 376,90

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 289,40

2.3.3.9.1

Het tarief als bedoeld in de subonderdelen 2.3.3.3 en 2.3.3.4 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

 

 

- de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige

 

 

- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in dit onderdeel genoemde adviezen van een externe deskundige, en het opstellen c.q. het voorbereiden van het besluit, voor het uurtarief van de desbetreffende afdeling

 

 

- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste – bekendmakingen

 

2.3.3.9.2

Voor de toepassing van het onderdeel 2.3.3.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 289,40

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 289,40

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

2.3.4.3.1

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager bij aanvraag volledig en in digitale vorm is aangeleverd

€ 5.836,10

2.3.4.3.2

waarbij de ruimtelijke onderbouwing door de aanvrager nog niet, kwalitatief onvoldoende, onvolledig of niet in digitale vorm is aangeleverd

€ 11.703,40

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 578,80

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 289,40

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 376,90

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 376,90

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 289,40

2.3.4.9.1

Het tarief als bedoeld in de onderdelen 2.3.4.3 en 2.3.4.4 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

 

 

- de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige

 

 

- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in dit onderdeel genoemde adviezen van een externe deskundige, en het opstellen c.q. het voorbereiden van het besluit, voor het uurtarief van de desbetreffende afdeling - de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste – bekendmakingen

 

2.3.4.9.2

Voor de toepassing van het subonderdeel 2.3.4.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

 

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 349,50

 

verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte

 

 

- van 0 - 100 m2 met

€ 349,50

 

- van 101 - 500 m2 met

€ 175,90

 

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 1,90

 

- van 501 - 1.000 m2 met

€ 463,10

 

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 1,20

 

- van 1.001 - 1.500 m2 met

€ 762,50

 

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 0,90

 

- van 1.500 - 2.500 m2 met

€ 1.362,50

 

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 0,50

 

- van meer dan 2.500 m2 met

€ 1.758,70

 

vermeerderd met een tarief per m2 van

€ 0,30

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, komt het tarief tot stand zoals in art. 2.3.1.1. is bepaald.

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

bij een inhoud van het te slopen object :

 

 

- tot 50 m3

€ 231,50

 

- van 50 m3 tot 100 m3

€ 694,60

 

- van 100 m3 tot 150 m3

€ 1.273,40

 

- van 150 m3 tot 400 m3

€ 1.933,50

 

- van 400 m3 en meer

€ 3.242,50

2.3.6.3

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdelen 2.3.6.1 en 2.3.6.2 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria, verhoogd met de in 2.3.1.2 genoemde bedragen en percentages, toegepast op de bouwsom, waarbij het daaruit volgende tarief wordt verhoogd met:

50%

 

van het tarief conform artikel 2.3.1.2

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheers verordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

bij een inhoud van het te slopen object :

 

 

- tot 50 m3

€ 231,50

 

- van 50 m3 tot 100 m3

€ 694,60

 

- van 100 m3 tot 150 m3

€ 1.273,40

 

- van 150 m3 tot 400 m3

€ 1.933,50

 

- van 400 m3 en meer

€ 3.242,50

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 835,70

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 823,30

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2:2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 39,15

 

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.11.1

Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:

€ 52,40

2.3.11.2

Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van onroerende zaken toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 52,40

 

 

 

2.3.12.1

Handelsreclame

 

 

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een bouwactiviteit conform onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 485,30

 

 

 

2.3.12.2

Publicatie

 

 

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning in lokale of landelijke media gepubliceerd wordt ter algemene kennisgeving bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 24,90

 

 

 

2.3.13

Natura 2000-activiteiten

 

2.3.13.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 318,40

 

 

 

2.3.14

Flora- en Fauna-activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 318,40

 

 

 

 

2.3.15

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.15.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 318,40

 

2.3.15.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschap verordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 318,40

 

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschap verordening betreft

€ 318,40

 

 

 

 

2.3.16

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

2.3.16.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.16.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 485,30

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 485,30

2.3.17.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem, als bedoeld in artikel 2.1.5 van de Bouwverordening

€ 485,30

 

met dien verstande dat, indien de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit:

 

2.3.17.3.1

het beoordelen of de bouwaanvraag onder de vrijstellingsgronden valt, het tarief bedraagt

€ 21,60

2.3.17.3.2

het uitzoeken en verstrekken van historische informatie, het tarief bedraagt

€ 215,90

2.3.17.3.3

de beoordeling van het onderzoeksrapport en het opstellen van de geschiktheid verklaring, het tarief bedraagt

€ 260,50

 

 

 

2.3.18

Advies

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.19

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.19.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 318,40

 

2.3.19.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.19.2

Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 2.3.19.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.4

Vermindering

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in 2.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verstrekken van de omgevingsvergunning bedoeld in 2.3.

 

 

 

 

2.5

Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning

 

 

Als een aanvrager zijn in behandeling genomen aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt, omdat de vergunning niet kan worden verleend of omdat de aanvraag wordt gewijzigd in een vooroverlegplan als genoemd in artikel 2.2, bestaat aanspraak op teruggaaf van de betaalde leges.

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

2.5.2.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7 of 2.3.8 weigert, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van het gehele bedrag of een deel van de leges.

 

2.5.2.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

2.6

Intrekking omgevingsvergunning

 

 

Gereserveerd

 

 

 

 

2.7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Indien een aanvraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in onderdeel 2.3.1.1, met een minimum van:

€ 340,62

 

 

 

2.8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

€ 11.703,40

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 7.917,70

2.8.3

Het tarief bedraagt voor uitvoeren van een besluit tot het weigeren van medewerking aan een herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan, als bedoeld in de onderdelen 2.8.1 en 2.8.2, in het persoonlijk belang van de aanvrager:

€ 937,30

2.8.4.1

Het tarief genoemd in de onderdelen 2.8.1, 2.8.2 en/of 2.8.3 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

- de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige

- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in hiervoor genoemde adviezen van een externe deskundige en het opstellen c.q. het voorbereiden van de procedure tot herziening, wijziging of uitwerking van het bestemmingsplan of het opstellen van een beheer verordening, voor het uurtarief van de desbetreffende afdeling

- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste – bekendmakingen

 

2.8.4.2

Voor de toepassing van het onderdeel 2.8.4.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

 

 

 

 

 

Principeverzoek bestemmingplan

 

2.8.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit als bedoeld in:

 

2.8.5.1

artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (herziening bestemmingsplan)

€ 1.080,50

2.8.5.2

artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (wijziging bestemmingsplan)

€ 1.080,50

2.8.5.3

Indien een aanvraag tot verkrijging van een principebesluit opgevolgd wordt door een definitieve aanvraag als bedoeld artikel 2.8.1 of 2.8.2, dan worden de in rekening te brengen leges met bovenstaande leges voor principebesluiten in mindering gebracht.

 

2.8.6

Het tarief voor het nemen en bekendmaken van een voorbereidingsbesluit als bedoel in artikel 3.7, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.066,00

2.8.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

2.8.7.1

tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake (ontwerp) bestemmingsplannen, voorbereidingsbesluiten, monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en aanschrijvingen

€ 85,20

2.8.7.2

tot het op verzoek verstrekken van perceel gebonden informatie inzake milieuvergunning, bodemonderzoek en onder- en bovengrondse tanks

€ 17,00

 

 

 

2.9

Hogere grenswaarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting

 

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een besluit tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder

€ 612,20

 

2.9.2

Het tarief genoemd in 2.9.1 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:

 

2.9.2.1

-de eventuele noodzakelijke advieskosten van een externe deskundige

 

2.9.2.2

-de kosten voor het eventueel plaatsen van één of meerdere – wettelijk vereiste – bekendmakingen.

 

2.9.2.3

Voor de toepassing van de onderdelen 2.9.2.1 en 2.9.2.2 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de geluidsbelasting en/of geluidwerende voorzieningen aan de gevel, als bedoeld in afdeling 3.1 van het bouwbesluit 2012 (bescherming tegen geluid van buiten, nieuwbouw) met dien verstande dat, indien de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit:

 

 

a. het uitzoeken en verstrekken van informatie die nodig is voor het berekenen van geluidbelasting aan de gevel

€ 247,10

 

b. de beoordeling van het onderzoeksrapport

€ 297,20

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere niet in titel II benoemde beschikking:

€ 84,60

 

 

Artikel 2  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van deze verordening is 16 april 2021.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 31 maart 2021

 

mr. G. Raaben

griffier

 

mr. drs. R.G. Welten

burgemeester

 

 

 

Naar boven