Raadsbesluit Wijziging verordening sociaal domein gemeente Laren 2018

2021/6

 

De raad van de gemeente Laren;

 

gelezen voorstel 2021/6 d.d. 12 januari 2021 van het college van burgemeester en wethouders inzake Financiële zelfredzaamheid Huishoudelijke Hulp;

 

gelet op artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en op het bepaalde dienaangaande in de Verordening Sociaal Domein gemeente Laren 2018;

 

b e s l u i t :

 

 

I Hoofdstuk 7, artikel 1.2 van de Verordening Sociaal Domein gemeente Laren 2018 aan te vullen:

 

Bestaande tekst:

Artikel 7.1.2 Weigeringsgronden

  • 1.

    Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:

    • a.

      indien niet voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7.1.1 lid 3 van deze verordening;

    • b.

      indien het een voorziening betreft die de cliënt voor de melding, aanvraag of het besluit heeft gerealiseerd of geaccepteerd, tenzij het college daarvoor schriftelijk toestemming heeft verleend;

    • c.

      voor zover de aanvraag betrekking heeft op een voorziening die aan cliënt al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;

    • d.

      voor zover deze niet in overwegende mate op het individu is gericht.

    • e.

      voor zover de voorziening algemeen gebruikelijk is. Een voorziening is algemeen gebruikelijk als:

      • de voorziening gewoon verkrijgbaar is, niet specifiek voor gehandicapten is ontworpen en adequate compensatie biedt;

      • de prijs vergelijkbaar is met soortgelijke producten die algemeen gebruikelijk worden geacht;

      • een gezond persoon ook over de voorziening zou kunnen beschikken en

      • deze door de cliënt financieel gedragen kan worden.

  • 2.

    Geen woonvoorziening wordt verstrekt:

    • a.

      voor zover de beperkingen voortvloeien uit de aard van de in- en om de woning gebruikte materialen;

    • b.

      voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft;

    • c.

      indien de noodzaak het gevolg is van een verhuizing waarvoor geen aanleiding bestaat op grond van beperkingen bij de zelfredzaamheid of participatie en er geen andere noodzakelijke reden voor verhuizing aanwezig is;

    • d.

      indien de cliënt niet is verhuisd naar de voor zijn beperkingen op dat moment meest geschikte woning, tenzij daarvoor vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college;

    • e.

      voor zover het voorzieningen in woongebouwen betreft die specifiek gericht zijn op ouderen of mensen met beperkingen en die bij nieuwbouw of renovatie meegenomen kunnen worden;

    • f.

      als de noodzaak tot het treffen van een woonvoorziening het gevolg is van achterstallig onderhoud dan wel slechts strekt ter renovatie van de woning of om deze in overeenstemming te brengen met de eisen die redelijkerwijs aan de woning mogen worden gesteld.

    • g.

      Het college verstrekt geen woonvoorziening als de cliënt woont in of verhuist naar een hotel, pension, trekkerswoonwagen, vakantiewoning, tweede woning of intramurale opvang.

  • 3.

    Geen pgb ten behoeve van een verhuizing wordt verstrekt:

    • a.

      als cliënt voor het eerst zelfstandig gaat wonen;

    • b.

      als cliënt verhuist naar een tijdelijke woonruimte die niet bestemd en/of geschikt is om het gehele jaar te bewonen.

 

Aanvulling op bestaand artikel 7.1.2 Weigeringsgronden

Aan 7.1.2. wordt een nieuw derde lid toegevoegd, dat komt te luiden:

3. Geen voorziening voor huishoudelijke hulp wordt verstrekt:

a. indien het belastbaar inkomen als bedoeld in de Wet op de Inkomstenbelasting, na aftrek van (aanvullende) ziektekosten, voor een huishouden gezamenlijk meer bedraagt dan 150% van het geldend minimumloon vanaf 21 jaar, inclusief vakantiegeld, en de voorziening op de markt beschikbaar en passend is.

 

Het huidige derde lid over pgb (persoonsgebonden budget) wordt vernummerd in het vierde lid (nieuw).

 

II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de 3e dag na haar bekendmaking in het Gemeenteblad van Laren.

 

Vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 31 maart 2021.

mw. C.J.E. Holtslag

griffier

dhr. drs. N. Mol

voorzitter

Naar boven