Gemeenteblad van Leusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2021, 10903 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leusden | Gemeenteblad 2021, 10903 | Beleidsregels |
Standplaatsenbeleid Leusden 2021
Artikel 3 Inrichting van de standplaatsen
Het college bepaalt voor de standplaatsen per aangewezen locatie:
De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn standplaats in te nemen, deelt dit tijdig vóór de betreffende dag waarop de standplaats zou worden ingenomen schriftelijk mee aan het college. Plotse verhindering kan mondeling worden doorgegeven, gevolgd door een schriftelijke bevestiging.
De vergunninghouder is aan de gemeente kosten verschuldigd voor het gebruik van de gemeentelijke energievoorziening.
Artikel 12 Incidentele standplaatsen
Gezien de tijdelijkheid en het niet structurele karakter worden de incidentele standplaatsen niet afhankelijk gesteld van aangewezen standplaatslocaties. De locatie wordt per aanvraag op reguliere wijze beoordeeld en getoetst.
Artikel 14 Verkoop e.d. van verkoopwagen of -kraam
De standplaatsvergunning is persoonsgebonden en wanneer de vergunninghouder zijn verkoopwagen of kraam verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, verschaft dit de koper, huurder of gebruiker geen recht op toekenning van de standplaats.
Artikel 15 Overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of pensionering
Ingeval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of pensionering van de vergunninghouder kan de vergunning voor de resterende geldigheidsduur van de vergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgeno(o)te, geregistreerd partner of één van de kinderen, mits deze al tenminste een jaar op de verkooplocatie werkzaam is, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.
het college van de gemeente Leusden
W.M. de Graaf-Koelwijn
directeur-secretaris
G.J. Bouwmeester
burgemeester
Toelichting Beleidsregels Standplaatsenbeleid 2020
De basis om regulerend op te kunnen treden ten aanzien van het innemen van standplaatsen wordt gevormd door artikel 5.18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (verder APV). Dit artikel verbiedt het innemen van een standplaats zonder vergunning van het college. Ingevolge artikel 1.8 en artikel 5.18 APV kan een vergunning worden geweigerd:
Op grond van de hiervoor genoemde criteria kan worden gekomen tot de aanwijzing van standplaatslocaties, een vaststelling van het maximaal af te geven standplaatsvergunningen en een aanwijzing van de tijden waarop standplaatsen mogen worden ingenomen. Hierbij wordt nog opgemerkt dat volgens vaste rechtspraak het als een belang van openbare orde kan worden beschouwd dat niet een onbeperkt aantal standplaatsvergunningen wordt verleend. Wel dient hieraan een beleidsnotitie ten grondslag te liggen waarbij objectieve, algemeen bekendgemaakte criteria een rol spelen.
Verder mogen economische belangen bij de afgifte van standplaatsvergunningen geen rol spelen. Jurisprudentie heeft uitgewezen dat het reguleren van concurrentieverhoudingen niet als huishoudelijk belang van de gemeente wordt aangemerkt. De concurrentiepositie van een gevestigde winkelier is in beginsel dan ook geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren. Hierop geldt slechts één uitzondering, namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Wil een gemeente op basis hiervan een vergunning weigeren dan moet worden aangetoond, mede aan de hand van de boekhouding van de plaatselijke winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt als vanaf een standplaats dezelfde goederen aangeboden worden. Ook aan een distributieplanologisch onderzoek kunnen gegevens worden ontleend met betrekking tot het voorzieningenniveau ter plaatse.
Artikel 2 definieert wanneer de beleidsregels van toepassing zijn. Standplaatsen worden uitsluitend verleend ten behoeve van ambulante handel (het te koop aanbieden van goederen) en dienstverlening. Bij dit laatste moet men denken aan bijvoorbeeld het uitvoeren van een bevolkingsonderzoek in een speciaal daartoe uitgeruste bus of de op ouderen gerichte voorlichtingsactiviteiten van zorgverzekeraars.
De beleidsregels zijn niet van toepassing op standplaatsen op de weekmarkt. In dat geval is de Marktverordening van toepassing. Ook zijn de beleidsregels niet van toepassing op standplaatsen bij evenementen. Standplaatsen bij evenementen worden gereguleerd via de verleende evenementenvergunning.
In artikel 3 is de inrichting van de standplaatsen per locatie geregeld. De inhoud hiervan spreekt voor zich.
Artikel 4 bepaalt dat de aanvraag ingediend moet worden met behulp van een standaard aanvraagformulier. Bij de aanvraag moet een kopie van het legitimatiebewijs, een kopie van het inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel, een foto van de kraam/wagen en een verzekeringsbewijs gevoegd worden. Aanvragen die meer dan zes maanden voor de gewenste ingangsdatum ingediend worden, worden niet in behandeling genomen. Dit is om te voorkomen dat te ver van tevoren standplaatsvergunningen verleend worden, terwijl op dat moment geen rekening gehouden kan worden met eventuele toekomstige wijzigingen in de omstandigheden (bijv. wegwerkzaamheden, onderhoud- en/of nieuwbouwactiviteiten.)
Artikel 5 t/m 7 De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.
Artikel 8 bepaalt dat de standplaatsvergunning persoonsgebonden is, hetgeen inhoudt dat de vergunninghouder in principe zelf de standplaats moet innemen en dat de vergunning niet overdraagbaar is. Bij vaste standplaatsen kan de vergunninghouder zich door ten hoogste één persoon laten vervangen, mits deze vervanger is bijgeschreven op de vergunning.
Incidentele standplaatsen hoeven niet door de vergunninghouder persoonlijk ingenomen te worden, omdat dit veelal niet uitvoerbaar zal zijn (denk bijv. aan een standplaats voor promotieactiviteiten van een onderneming, organisatie of politieke partij). Degene die de standplaats inneemt moet zich wel op verzoek van een bevoegde toezichthouder legitimeren. De verleende standplaatsvergunning dient op verzoek van de toezichthouder getoond te worden.
Vergunningen voor vaste standplaatsen kunnen voor maximaal 3 jaar worden verleend. De ervaring leert dat de omstandigheden niet of nauwelijks wijzigen waardoor jaarlijkse toetsing/heroverweging niet nodig is. Voor nieuwe standplaatslocaties wordt voor het eerste jaar een termijn van maximaal 1 jaar aangehouden.
Artikel 9 De inhoud van dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.
Artikel 10 wijst de locaties en maximale aantallen aan voor vaste standplaatsen. Bij het in kaart brengen van deze locaties zijn aspecten als openbare orde en veiligheid, overlast, uiterlijk aanzien van de gemeente meegewogen.
In artikel 10 lid 4 is een brancheoverzicht opgenomen. Branchering schept de mogelijkheid te sturen op het de verscheidenheid aan standplaatsen. De gemeente streeft naar levendige dorpscentra met een zo compleet mogelijk voorzieningenaanbod. Om in het belang van de consument een evenwichtige verdeling van de branches en een zo optimaal mogelijke behoeftevoorziening te bewerkstelligen mag er geen branchevermenging plaatsvinden (lid 5). Daarnaast is elke branche bij voorkeur op niet meer dan een dag in de week op een standplaatslocatie vertegenwoordigd (lid 6). Op deze wijze wordt in het belang van de consument de diversiteit aan standplaatsen behouden en daarmee de aantrekkelijkheid van de winkelcentra.
Artikel 11 wijst locaties en perioden voor de seizoensgebonden en bijzondere standplaatsen aan.
Om de overlast voor de omgeving te beperken, worden standplaatsen voor de verkoop van oliebollen die voor een langere periode of met regelmaat worden ingenomen uitsluitend toegestaan in de maanden november en december. Daarbuiten kan in voorkomende gevallen eventuele gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid een incidentele standplaatsvergunning aan te vragen.
Een standplaatsvergunning t.b.v. de verkoop van ijs op een locatie op landgoed Den Treek- Henschoten kan alleen worden aangevraagd met schriftelijke toestemming van de beheerder van landgoed Den Treek- Henschoten.
Artikel 12 het aanwijzen van een vaste locatie strookt niet met het tijdelijke en niet structurele karakter van incidentele standplaatsen. Elke aanvraag wordt op de reguliere wijze getoetst aan de APV en het beleid.
Artikel 13 bepaalt dat aan de verkoop en verhuur van de verkoopwagen/kraam geen enkel recht tot overdracht van de standplaatsvergunning kan worden ontleend.
Artikel 14 De inhoud van dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.
Artikel 15 voorziet in de mogelijkheid van overschrijving van de vergunning voor de resterende geldigheidsduur van de vergunning ingeval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of pensionering. Vaak is er sprake van een familiebedrijf waarbij meerdere gezinsleden op de verkooplocatie werkzaam zijn. Met een overschrijving van de vaste standplaatsvergunning ingeval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of pensionering kan de exploitatie nog enige tijd worden voortgezet door een meewerkend gezinslid. Hiermee wordt een redelijke overgangstermijn geboden en een geleidelijke afbouw mogelijk gemaakt. Tevens wordt hiermee tegemoetgekomen aan het vertrouwen van de consument en de continuïteit van een standplaats.
Na afloop van de resterende geldigheidsduur komt degene die de vergunning overgedragen heeft gekregen, niet in aanmerking voor verlenging van de vergunning voor een nieuwe periode, maar wordt de standplaats aangeboden als vrijkomende standplaats.
Artikel 16 Vrijgekomen standplaatsen worden toegewezen aan de hand van een wachtlijst. Om de diversiteit aan standplaatsen te bevorderen wordt in samenhang met artikel 10 lid 6 bij de toewijzing van standplaatsen voorrang gegeven aan branches die nog niet op de betreffende locatie vertegenwoordigd zijn.
Standplaatsvergunningen zijn zgn. schaarse vergunningen. Er is sprake van een ‘schaarse vergunning’ als het aantal beschikbare vergunningen voor een bepaalde activiteit beperkt is. De Dienstenrichtlijn en nationale rechtsnormen gaan er van uit dat gemeenten aan ondernemers zo veel mogelijk gelijke kansen bieden om economische activiteiten uit te kunnen oefenen. Uit recente jurisprudentie valt op te maken dat bij de verdeling van schaarse vergunningen potentiële gegadigden gelijke kansen moeten krijgen om in een transparante procedure mee te dingen naar een vergunning.
De verwachting is dat er in de toekomst meer ruimte moet komen voor mededinging.
De VNG en CVAH (Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel) zijn met de staatssecretaris in gesprek over een nadere invulling van een transparante procedure ten behoeve van de verdeling van schaarse vergunningen. Doel: ontwikkelen van een geobjectiveerd en uniform beoordelingsinstrument (meetlat), waarmee gemeenten relatief eenvoudig het gewenste onderscheid kunnen maken tussen verschillende branches binnen de ambulante handel. Redelijke looptijden van vergunningen kunnen branche-afhankelijk zijn, doordat ook investeringen veelal branche-afhankelijk zijn. Het is van belang dat deze tool een degelijke juridisch-economisch onderbouwing kent, zodat ook de juridische positie van gemeenten bij het maken van keuzes ten aanzien van de vergunningverlening wordt verstevigd.
In afwachting van een dergelijk instrument worden aflopende vergunningen met een termijn van drie jaar verlengd,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-10903.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.