Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent mandaat, toezichthouders en bevoegdheden (Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU)

Gelet op artikel 4 van de Gemeenschappelijke Regeling GGDrU en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden besloten tot vaststelling van het volgende besluit:

Artikel 1 Mandaat en aanwijzing

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden verleent mandaat aan de Directeur Publieke Gezondheid van de GGDrU tot de uitoefening van de bevoegdheid tot het nemen en ondertekenen van besluiten als bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden wijst de Directeur Publieke Gezondheid aan als toezichthouder als bedoeld in de artikelen 1.61, eerste lid en 2.19, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Artikel 2 Schakelbepaling

Onder de verlening van het mandaat als bedoeld in artikel 1 wordt mede verstaan:

  • a.

    Het toestaan van het verlenen van ondermandaat voor het nemen en ondertekenen van besluiten aan medewerkers van de GGDrU;

  • b.

    Het voorbereiden van de besluiten als bedoeld in artikel 1;

  • c.

    Het doen uitvoeren van de besluiten als bedoeld in artikel 1, met in begrip van het verrichten van alle feitelijke handelingen en privaatrechtelijke rechtshandelingen die daartoe strekken.

Artikel 3 Uitgezonderde besluiten en beslissingen

  • 1.

    Van de mandaatverlening als bedoeld in artikel 1 zijn uitgesloten de bevoegdheden tot het nemen van de navolgende besluiten en beslissingen:

    • a.

      Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder;

    • b.

      Het verlenen van een ondermandaat voor de bevoegdheid tot het aanwijzen van een andere door de wet genoemde functionaris als bedoeld in artikel 1 sub a tot en met c van bijlage 1 bij dit mandaatbesluit;

    • c.

      Het nemen van een besluit op bezwaar gericht tegen een primair besluit als bedoeld in artikel 1;

    • d.

      Het behandelen van beroepsprocedures en voorlopige voorzieningen bij de bestuursrechter tegen primaire besluiten en besluiten op bezwaar en hoger beroepsprocedures gericht tegen uitspraken van de rechtbank.

  • 2.

    Onder de uitsluitingsgronden als bedoeld in het eerste lid onder c en d valt niet het verlenen van ondersteuning ten behoeve van de voorbereiding van het nemen van een besluit op bezwaar respectievelijk van de behandeling van het beroep en hoger beroep en van de voorlopige voorziening.

Artikel 4 Instructies

  • 1.

    Ten aanzien van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden verleent het college van burgemeester en wethouders uitsluitend schriftelijke instructies, tenzij sprake is van een spoedeisend geval.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stemt zijn schriftelijke instructies als bedoeld in het eerste lid vooraf af met de Directeur Publieke Gezondheid van de GGDrU.

Artikel 5 Aanwijzing

Bij de uitoefening van een bevoegdheid tot het aanwijzen van een persoon als toezichthouder of een andere door de wet genoemde functionaris maakt de Directeur Publieke Gezondheid gebruik van de het model aanwijzingsbesluit als bedoeld in bijlage 2 bij dit besluit.

Artikel 6 Wijze van ondertekening

Een op grond van dit mandaat genomen besluit wordt door de (onder)gemandateerde ondertekend met de vermelding “Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden, namens het college[naam], directeur publieke gezondheid”.

Artikel 8 Aanduiding

Dit besluit kan aangehaald worden als Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerstvolgende dag nadat het op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.

Aldus vastgesteld op 9 februari 2021

de secretaris,

N. (Nanette) van Ameijde-Poortman

de burgemeester,

S. (Sjors) Fröhlich

Bijlage 1 Vijfheerenlanden

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van het Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU

 

Artikel 1

Tot de bevoegdheid tot het nemen van de besluiten als bedoeld in artikel 1 van het Mandaat- en aanwijzingsbesluit college - DPG GGDrU behoren de bevoegdheden zoals geregeld in de navolgende wettelijke bepalingen:

 

  • a.

    artikel 4 Wet op de lijkbezorging (bevoegdheid tot aanwijzing lijkschouwer);

  • b.

    artikel 6.1, eerste lid, Wet maatschappelijke ondersteuning (bevoegdheid tot aanwijzing als toezichthouder);

  • c.

    artikel 1.61, eerste lid, en artikel 2.19, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (mandatering/machtiging van bevoegdheden van de DPG/toezichthouder);

  • d.

    het nemen van besluiten als bedoeld in de artikelen 1.65 en 2.23 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • e.

    artikel 7 Leerplichtwet 1969 (bevoegdheid tot het aanwijzen van een arts - niet zijnde de behandelende arts - of van een door hen aangewezen academisch gevormde of daarmede bij ministeriële regeling gelijkgestelde pedagoog of psycholoog);

  • f.

    artikel 5:1 en artikel 5:2 van de Wet verplichte GGZ;

  • g.

    artikel 58r, vijfde lid van de Wet publieke gezondheid (het toezicht op de naleving van de bij of krachtens hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid gestelde regels in de kinderopvang).

Naar boven