Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 104796 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 104796 | Beleidsregels |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ in verband met het wijzigen van de begripsomschrijving, omschrijving van de verstrekkingen en voorwaarden voor verstrekking (Wijzigingsbesluit beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ)
de Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ worden als volgt gewijzigd
In artikel 1 wordt i) ingevoegd luidende : ‘Bruteren: het verhogen van de vordering met de loonheffing en premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de uitkering verstrekt krachtens de wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtig is, voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelastingen en premies volksverzekering;’
In artikel 1 wordt j) ingevoegd luidende: Dringende redenen: dringende redenen zijn gelegen in onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen van een terugvordering voor de betrokkene. Het gaat om incidentele gevallen, waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging plaatsvindt van alle relevante omstandigheden. Degene die zich beroept op dringende redenen om geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien, zal het bestaan van de gestelde dringende redenen in de hiervoor bedoelde zin aannemelijk moeten maken.
In artikel 6.1 vervalt ‘onder a’ en vervalt ‘ die voortkomt uit herziening of intrekking op grond van artikel 54, derde lid, tweede volzin Participatiewet, de terugvordering is gebaseerd op artikel 58, tweede lid, onder e, Participatiewet of de terugvordering is gebaseerd op artikel 58, tweede lid, onder f, Participatiewet mits voldaan aan artikel 17, eerste lid, Participatiewet.’
In artikel 6.3 lid 1) vervalt ‘Het college stelt zich tot doel om de teruggevorderde uitkering en de op derden verhaalde bijstand optimaal in te vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet’ en wordt vervangen door ‘ Het college vordert de teruggevorderde uitkering en de op derden verhaalde bijstand in.’
In artikel 6.3 wordt onder wijziging van de cijferaanduiding lid 3 in 4 een nieuw onderdeel 3. ingevoegd, luidende: ‘Van invordering kan worden afgezien indien de terugvordering op geen enkele wijze de debiteur te verwijten is en de debiteur redelijkerwijs niet had kunnen begrijpen dat de verstrekte bijstand te hoog, ten onrechte of het gevolg van een administratieve fout was.’
In artikel 6.1 van de toelichting op de beleidsregels vervalt ‘Dit vloeit voort uit de vele klachten van de ombudsman over de starre houding van de overheid ten aanzien van terugvordering. Van bruto terugvordering wordt afgezien indien het niet een fraudevordering betreft en de belanghebbende niet op tijd is geïnformeerd’
In artikel 6. 3 van de toelichting op de beleidsregels vervalt ‘Uitgangspunt blijft dat het college zoveel mogelijk van teveel verstrekte bijstand of op derden verhaalde bijstand incasseert’ en wordt vervangen door ‘Bij de wijze van invordering van teveel verstrekte bijstand, houdt het college rekening met de omstandigheden waaronder de vordering is ontstaan. Voor vorderingen die het gevolg zijn van een evidente schending van de inlichtingenplicht, en waarvan de gedraging die tot de vordering heeft geleid gezien de wet boetewaardig was, geldt dat de invordering striktis . Voor de overige vorderingen geldt dat het college sociale incasso toepast zodat rekening kan worden gehouden met de daadwerkelijke bestedingsruimte van de debiteur.’ In dit artikel vervalt tevens ‘Daarnaast is er een extra voorwaarde opgenomen, alvorens tot kwijtschelding van vorderingen kan worden overgegaan. Deze extra voorwaarde geldt uitsluitend voor fraudevorderingen en bepaalt dat een verzoek om kwijtschelding van dergelijke vorderingen pas gehonoreerd kan worden, wanneer ten minste 75% van het oorspronkelijke benadelingsbedrag is afgelost. Met deze extra voorwaarde wordt bijgedragen aan de ontmoediging van het oneigenlijk gebruik van bijstandsuitkeringen en de beperking van het behaalde voordeel uit oneigenlijk gebruik.’
In artikel 6.3 van de toelichting op de beleidsregels wordt onder wijziging van de lid 3 in 4 een nieuw onderdeel lid 3 ingevoegd, luidende: ‘Het derde lid regelt dat wanneer een vordering het gevolg is van nalatig handelen van de gemeente, waarbij het ontstaan de betrokkene op geen enkele wijze is aan te rekenen, kan worden afgezien van invordering. Het is van belang dat de betrokkene op geen enkele wijze redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de uitgekeerde uitkering onterecht of te hoog was. Hiermee voorkomt het college dat (ex-)bijstandsgerechtigden onnodig met een schuld worden geconfronteerd wanneer er evident fouten worden gemaakt in de dienstverlening.’
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-104796.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.