Gemeenteblad van Goirle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2021, 10333 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Goirle | Gemeenteblad 2021, 10333 | Beleidsregels |
Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Goirle 2021
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27 en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2:25, 2:28, 2:28a, 2:39, 2:81, 3:3 en 5:23 van de vigerende Algemene plaatselijke verordening gemeente Goirle en artikel 6 van de vigerende Algemene Subsidieverordening gemeente Goirle;
besluiten vast te stellen de ‘Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Goirle 2021’.
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt, in aanvulling op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, verstaan onder:
Betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de subsidie aanvrager/ ontvanger, de vergunninghouder, de gegadigde, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie door de gemeente een overheidsopdracht is of zal worden gegund of waarmee wordt onderhandeld over het aangaan van een overheidsopdracht, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie door de gemeente een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, en de beoogd verkrijger van de erfpacht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling onder artikel 1, onder 1 sub 5 van de Wet Bibob.
Rechtspersoon met een overheidstaak: het bestuursorgaan dat bevoegd is een beschikking te nemen terzake van een subsidie, alsmede een beschikking terzake van een vergunning, toekenning, goedkeuring, erkenning, registratie of ontheffing, een vastgoedtransactie te sluiten of een overheidsopdracht te gunnen.
Artikel 1.2 Toepassing van de Wet Bibob in bijzondere situaties
Het bestuursorgaan kan, naast het genoemde toepassingsbereik in artikel 2.1, 2.2, 3.1c, 3.2b en bijbehorende bijlagen van dit beleid, ook overgaan tot een Bibob-onderzoek, als:
vanuit eigen informatie en/of, vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC en/of, vanuit het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van de Wet Bibob, er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag van een beschikking, wijziging of verleende beschikking of ten aanzien van de betrokkene bij het aangaan van een overheidsopdracht/ vastgoedtransactie of overeengekomen overheidsopdracht/ vastgoedtransactie sprake is van een mindere mate van gevaar dan wel een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt, dat over de betrokkene in de twee jaar voorafgaande aan de datum van indiening van een aanvraag om een beschikking terzake van een subsidie, vergunning, toekenning, goedkeuring, erkenning, registratie of ontheffing, het sluiten van een vastgoedtransactie of gunning van een overheidsopdracht door het Bureau een advies is uitgebracht of een aanvraag om een advies door het Bureau in behandeling is genomen.
In gevallen waarin de gegevens die in de aanvraag en het krachtens artikel 7a, vijfde lid van de Wet Bibob vastgestelde formulier tijdens het onderzoek onvoldoende duidelijk en consistent blijken te zijn, kunnen daartoe door of namens het bestuursorgaan aangewezen medewerkers de betrokkene, zo nodig in een persoonlijk onderhoud, om een toelichting verzoeken en vragen stellen.
Indien een vragenformulier, volgens de daarin of daarbij gegeven aanwijzingen, onvolledig is ingevuld, niet alle verzochte bijlagen daaraan zijn toegevoegd of gegevens bevat waarvan aanstonds blijkt dat deze onjuist zijn, wordt de indiener krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende 3 weken de gelegenheid geboden tot herstel. Gedurende deze termijn is de beslistermijn krachtens artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht opgeschort. Zo nodig kan hierna nog een tweede hersteltermijn volgen.
Indien gedurende de hersteltermijn geen gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid de gebreken op te heffen of de gevraagde extra informatie niet of onvolledig wordt aangeleverd en de ontbrekende en of onjuiste gegevens materieel van belang zijn voor de beoordeling van het vragenformulier, wordt dit gezien als een weigering door betrokkene. Deze weigering wordt beschouwd als een ernstige mate van gevaar zoals bedoeld in artikel 4 juncto 3 van de Wet Bibob. De verstrekte beschikking zal als gevolg daarvan worden ingetrokken en de aangevraagde beschikking zal buiten behandelen worden gesteld. Ook kan dit leiden tot het niet aangaan van een overeenkomst of dat een reeds aangegane overeenkomst wordt beëindigd.
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
Het bestuursorgaan past de wet in beginsel toe met betrekking tot aanvragen om een beschikking of wijziging van de beschikking zoals bedoeld in:
artikel 2:81 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Goirle voor het uitoefenen van een bedrijf in een door de burgemeester aangewezen gebouw of gebied voor door de burgemeester genoemde bedrijfsmatige activiteiten, of indien de uitoefening van het bedrijf een door de burgemeester aangewezen bedrijfsmatig activiteit betreft;
artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting zoals bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning voor inrichtingen Wet Milieubeheer), met inachtneming van de in bijlage 3 genoemde uitzonderingen;
artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets), met inachtneming van de in bijlage 3 genoemde uitzonderingen;
Het bestuursorgaan past de Wet Bibob in beginsel toe met betrekking tot verleende beschikkingen indien:
bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-onderzoek, ten minste een mindere mate van gevaar is geconstateerd zoals bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Wet Bibob en aan betrokkene in de gemeente Goirle een soortgelijke beschikking is verleend. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, zal het bestuur het RIEC om coördinatie in het Bibob-onderzoek verzoeken;
als vanuit eigen informatie en/of, vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC en/of, vanuit het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 11 juncto 26 van de Wet Bibob, er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij het wijzigen van een schikking of verleende beschikking sprake is van een mindere mate van gevaar dan wel een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
Hoofdstuk 3. Privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Toepassing bij aanbestedingen Artikel 3.1a Het aangaan en beëindigen van een overheidsopdracht
Voorafgaand aan het sluiten van een overheidsopdracht komt de gemeente contractsvrijheid toe. De gemeente heeft het daaruit voortvloeiende recht om geen overheidsopdracht met een gegadigde of betrokkene aan te gaan, mede of uitsluitend op basis van het feit dat de gemeente van oordeel is dat ten aanzien van die gegadigde of betrokkene een integriteitsrisico bestaat.
De gemeente kan, in aanvulling op artikel 2.86 lid 3 van de Aanbestedingswet 2012, gedragingen en omstandigheden van aan de gegadigde of betrokkene gelieerde partijen of personen bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een integriteitsrisico betrekken. Onder gelieerde (rechts)personen wordt in ieder geval verstaan:
De gemeente kan in overeenkomsten een integriteitsclausule opnemen, op basis waarvan zij onder meer het recht heeft om de gegadigde of betrokkene gedurende de looptijd van de overeenkomst te screenen en de overeenkomst op te schorten of tussentijds te beëindigen vanwege een integriteitsrisico of het feit dat door de gegadigde of betrokkene onvoldoende medewerking aan een screening of aan het wegnemen van het integriteitsrisico wordt verleend. De gemeente kan tevens bedingen dat de overeenkomst kan worden opgeschort c.q. ontbonden op de gronden vermeld in artikel 3 van de Wet Bibob. Indien de gegadigde of betrokkene de integriteitsclausule niet accepteert, is de gemeente gerechtigd de onderhandelingen of besprekingen te beëindigen.
De gemeente zal de Wet Bibob toepassen bij overheidsopdrachten die volgens de drempelwaarden van de Europese richtlijnen als openbaar moeten worden aanbesteed. Voor deze categorieën overheidsopdrachten betekent dit dat toepassing van de Bibob beleidsregels plaatsvindt bij een openbare aanbesteding met een (gezamenlijke) opdrachtwaarde van € 500.000,- (excl. omzetbelasting).
De gemeente kan de Wet Bibob toepassen bij een overheidsopdracht in geval van een overheidsopdracht voor de opvang, begeleiding en het beschermd wonen voor kwetsbare burgers, waarbij het specifiek gaat om zorgaanbieders waarmee nog niet eerder een overheidsopdracht is aangegaan. Bij volgende overheidsopdrachten met dezelfde gegadigde of betrokkene vindt een Bibob-onderzoek signaal gestuurd plaats ex artikel 1.2 van dit beleid.
Artikel 3.1d Gevolgen onderzoek
De uitkomst van een eigen onderzoek bij de gunning van een overheidsopdracht kan voor de gemeente aanleiding zijn om een gegadigde of betrokkene van een opdracht uit te sluiten, om in de overeenkomst inzake de gunning van een overheidsopdracht nadere, al dan niet ontbindende, voorwaarden op te nemen of om als voorwaarde op te nemen dat onderaannemers alleen met toestemming van de gemeente kunnen worden gecontracteerd en dat in dat kader een bibob-advies kan worden gevraagd.
Artikel 3.2 Toepassing bij vastgoedtransacties
Artikel 3.2a Het sluiten van een vastgoedtransactie
Voorafgaand aan het sluiten van een vastgoedtransactie komt de gemeente altijd contractsvrijheid toe. De gemeente heeft het daaruit voortvloeiende recht om geen transactie met een gegadigde of betrokkene aan te gaan, mede of uitsluitend op basis van het feit dat de gemeente van oordeel is dat ten aanzien van die gegadigde of betrokkene een integriteitsrisico bestaat.
De gemeente kan in overeenkomsten een integriteitsclausule opnemen, op basis waarvan zij onder meer het recht heeft om de gegadigde of betrokkene gedurende de looptijd van de overeenkomst te screenen en de overeenkomst op te schorten of tussentijds te beëindigen vanwege een integriteitsrisico of het feit dat door de gegadigde of betrokkene onvoldoende medewerking aan een screening of aan het wegnemen van het integriteitsrisico wordt verleend. De gemeente kan tevens bedingen dat de overeenkomst kan worden opgeschort c.q. ontbonden op de gronden vermeld in artikel 3 van de Wet Bibob. Indien de gegadigde of betrokkene de integriteitsclausule niet accepteert, is de gemeente gerechtigd de onderhandelingen of besprekingen te beëindigen.
In geval van een vastgoedtransactie als bedoeld in artikel 1 van de Wet Bibob vindt een Bibob-onderzoek plaats wanneer deze betrekking heeft op de volgende risicocategorieën, risicogebieden en / of het genoemde bijzondere geval:
Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);
Vrijplaatsen (locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis);
Indien er aanwijzingen zijn of een vermoeden dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of zal plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften. Aanwijzingen voor of een vermoeden van financiering middels crowdfunding, sponsoring of giften kunnen aanwezig zijn wanneer er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1.2 van dit beleid.
NB.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën en risicogebieden is niet limitatief. Deze risicocategorieën en risicogebieden kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college van burgemeester en wethouders worden aangepast.
de taxatiewaarde van de betrokken onroerende zaak voor wat betreft erfpacht € 500.000,- of meer (exclusief belastingen) bedraagt.
Bij een vastgoedtransactie als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder o, sub 3, van de Wet Bibob, voor zover het betreft het verlenen van een gebruikrecht en valt binnen de genoemde risicocategorieën en /of gebieden van lid 1, wordt een Bibob-onderzoek uitgevoerd wanneer de pacht € 500.000,- of meer bedraagt, tenzij het gaat om korte pacht.
Artikel 4.1 Intrekken oude beleidsregels
De “Beleidslijn Wet Bibob 2006” is met de inwerkingtreding van deze beleidsregel ingetrokken.
Deze beleidslijn is van toepassing op ontvangen aanvragen voor beschikkingen, subsidies, aangevangen onderhandelingen voor vastgoedtransacties en overheidsopdrachten, en op reeds verleende beschikkingen, subsidies, aangegane vastgoedtransacties en gegunde overheidsopdrachten, vanaf de datum van inwerkingtreding.
Aldus vastgesteld op 5 januari 2021,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle,
Jolie Hasselman, Secretaris
Mark van Stappershoef, Burgemeester
De burgemeester van de gemeente Goirle,
Mark van Stappershoef
Bijlage 1: toepassingscriteria geldend voor de uitvoering van het Bibob-onderzoek bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de DHW en artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Goirle.
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan door het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van het Bibob-onderzoek niet plaatsvinden bij aanvragen van:
Bijlage 2: toepassingscriteria geldend voor de uitvoering van het Bibob-onderzoek bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen)
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan door het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van het Bibob-onderzoek plaatsvinden bij aanvragen, die vallen onder één van de hierna genoemde gevallen:
in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waarbij sprake is van een bouwsom van meer dan € 500.000,-- (exclusief btw). De bouwsom wordt door de gemeente berekend.
indien de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw) en waarbij sprake is van een of meerdere onderstaande risicocategorieën:
Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);
Vrijplaatsen (locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis);
NB.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Deze risicocategorieën kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college van burgemeester en wethouders worden aangepast.
Indien er aanwijzingen zijn of een vermoeden dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of zal plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften. Aanwijzingen voor of een vermoeden van financiering middels crowdfunding, sponsoring of giften kunnen aanwezig zijn wanneer er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1.2 van dit beleid.
Indien de bouwsom meer bedraagt dan € 50.000,- (exclusief btw) en minder bedraagt dan of gelijk is aan € 500.000,- (exclusief btw) en de aanvraag een locatie betreft die gelegen is in een door het college van burgemeesters en wethouders aangewezen risicogebied.
Bijlage 3: toepassingscriteria geldend voor de uitvoering van het Bibob-onderzoek bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:
- artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 van die wet (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer), en;
- artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan door het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van het Bibob-onderzoek plaatsvinden wanneer de betreffende inrichting behoort tot de sector:
*:inclusief inrichtingen waar bewerking, verwerking of recycling van afval of reststoffen een belangrijk onderdeel van het productieproces is.
Bijlage 4: toepassingscriteria geldend voor de uitvoering van het Bibob-onderzoek bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Goirle.
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan
door het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden
van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de
uitvoering van het Bibob-onderzoek plaatsvinden bij aanvragen voor subsidies. Gezien de vele
subsidieaanvragen die de gemeente Goirle jaarlijks ontvangt en het diffuse karakter van deze
subsidies, is besloten om niet alle aanvragen standaard aan een Bibob-onderzoek te onderwerpen.
Subsidieaanvragen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën, zogenaamde structurele en
incidentele subsidies. Een structurele subsidie is een subsidie voor een, al dan niet langdurige, activiteit
die jaarlijks terugkeert. Een incidentele subsidie is een subsidie voor een activiteit met een eenmalig
De volgende incidentele subsidies worden onderworpen aan een Bibob-onderzoek:
De incidentele subsidieaanvraag onder dit bedrag of subsidieaanvragen van structurele aard
worden steekproefsgewijs aan een Bibob-onderzoek onderworpen en/of wanneer er signalen zijn
ontvangen die wijzen op criminele beïnvloeding of -activiteiten. Deze signalen kunnen bijvoorbeeld
betrekking hebben op de samenstelling van het bestuur of de leiding van de aanvragen de instantie
(criminele antecedenten), de financiële situatie van aanvragende instantie (schulden, in surseance) of
ongebruikelijke financiering van het niet-gesubsidieerde deel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-10333.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.