Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2021, 102325 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2021, 102325 | Verordeningen |
Eerste wijziging Verordening tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang Rotterdam 2018
De Verordening tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang Rotterdam 2018 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel a wordt ‘artikel 1.1 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ vervangen door ‘artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang’ en wordt hieraan toegevoegd ‘, ingezet als tijdelijke noodmaatregel voor kinderen vanaf de leeftijd van acht weken tot aan de leeftijd van instroom op het voortgezet onderwijs, waarbij de ouders of verzorgers met behulp van een onder b. en c. genoemde instelling, werken aan verbetering van de situatie binnen het gezin;
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel a wordt ‘artikel 1.46 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ vervangen door ‘artikel 1.46, tweede lid, van de Wet kinderopvang’ en wordt ‘artikel 1.5 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ vervangen door ‘artikel 1.47b, eerste lid, van de Wet kinderopvang’
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
De volgende leden worden toegevoegd:
Het college kan de in het eerste lid genoemde tegemoetkoming direct laten volgen door de in het tweede lid genoemde tegemoetkoming, als zich gedurende de reguliere SMI-kinderopvang een aantoonbare verslechtering in de ontwikkeling van het kind of de uitvoering van de hulp aan de ouders of verzorgers voordoet die een opeenvolgende periode binnen de gespecialiseerde kindervang noodzakelijk maakt.
Het college kan de in het tweede lid bedoelde tegemoetkoming direct laten volgen door de in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming, als zich gedurende de gespecialiseerde SMI-kinderopvang een aantoonbare verbetering in de ontwikkeling van het kind of de uitvoering van de hulp aan de ouders of verzorgers voordoet die een opeenvolgende periode binnen de reguliere SMI wenselijk maakt.
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
De toelichting bij de Verordening tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang Rotterdam 2018 wordt als volgt gewijzigd:
De toelichting op artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
Onder a. wordt aangegeven dat SMI alleen kan worden ingezet als een tijdelijke noodmaatregel. Hieraan is een financiële tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang verbonden aan de in dit artikel genoemde ouder. Voorwaarde voor het doen van een SMI-aanvraag is dat er een instelling voor kinderopvang of gespecialiseerde kinderopvang als hulpverlenende partij wordt betrokken om te situatie van het gezin te kunnen verbeteren. Verwacht wordt dat de ouders de tijd van de afgegeven indicatie gebruiken om de situatie en problematiek op basis waarvan de SMI-indicatie wordt afgegeven te verbeteren.
De onder b. genoemde Naschoolse opvang, ook wel aangeduid als BuitenSchoolseOpvang (BSO) kan alleen worden geïndiceerd als kinderen naar school gaan. Het betreft nadrukkelijk een aanvulling op school en kan niet in plaats van school worden geïndiceerd, bijvoorbeeld als dagbesteding voor thuiszitters.
Het opschrift van de toelichting op artikel 2 komt te luiden: ‘Artikel 2 Aanspraak op tegemoetkoming kosten SMI-kinderopvang.’.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
Het college vergewist zich ervan dat exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de Wet Kinderopvang en bepaalt vervolgens de ingangsdatum van de exploitatie. Tevens wordt het centrum door het college ingeschreven in het register kinderopvang. Zonder deze exploitatietoestemming en inschrijving, weigert het college een voor dit kindercentrum aangevraagde tegemoetkoming SMI te verlenen.
Het Rotterdamse kwaliteitskader Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en de Subsidieregeling voorschoolse educatie Rotterdam zijn een onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Het doel hiervan is kinderen met een risico op onderwijsachterstand vanwege kenmerken in hun omgeving, een betere start te geven in groep 3 van de basisschool. De Voorschoolse educatie is gericht op kinderen tussen 2,5 en 4 jaar oud met risico op onderwijsachterstand en wordt verzorgd op een voorschoolse voorziening, zoals een voorschool of kinderdagverblijf. Vroegschoolse educatie is voor het bevorderen van onderwijskansen van doelgroepkinderen in groep 1 en 2 van de basisschool. Het college acht het noodzakelijk dat het kindcentrum deze kaders hanteert. Indien dit niet het geval is, levert dit en weigeringsgrond voor SMI op.’.
Artikel 4, wordt als volgt gewijzigd:
‘De tegemoetkoming gaat in op de dag die is vermeld in de verleningsbeschikking van het college. De kinderopvang zelf kan niet eerder ingaan dan op de eerste of zestiende dag van de maand waarvoor het college een verleningsbeschikking voor een SMI-tegemoetkoming heeft afgegeven. Bij bijzondere omstandigheden zoals de acute noodzaak om een kind te plaatsen, kan hierop een uitzondering worden gemaakt.’.
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
‘Want vanuit ervaringen in de praktijk dat de SMI-periode soms al bijna voorbij is voordat er hulp aan de ouder(s) is opgestart en daardoor de duur van de hulp niet is gesynchroniseerd, stelt het college verplicht dat bij plaatsing van een kind in een SMI-instelling, de tegemoetkoming pas dan wordt gestart wanneer ook het hulpplan voor ouders met betrekking tot de problematiek waarop de SMI-indicatie is afgegeven, daadwerkelijk wordt uitgevoerd of binnen afzienbare termijn zal starten. Aldus wil het college voorkomen dat door een trage start van de hulpverlening aan de ouders de duur van de tegemoetkoming op oneigenlijke wijze wordt opgerekt.
In de twee laatste leden van dit artikel wordt mogelijk gemaakt dat reguliere en gespecialiseerde SMI-kinderopvang, of andersom, gespecialiseerde en reguliere SMI-kinderopvang elkaar direct kunnen opvolgen als zich een verslechtering of verbetering in de ontwikkeling van het kind of de uitvoering van de hulp aan de ouders of verzorgers voordoet.’.
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
Het opschrift van de toelichting op artikel 8 komt te luiden: ‘Artikel 8 Hoogte van de tegemoetkoming.’.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
‘Zodra een indicatie voor SMI-tegemoetkoming is afgegeven, dienen de ontvangende ouders of verzorgers zich aan diverse regels te houden en zich tevens te realiseren dat er omstandigheden kunnen ontstaan die rechtvaardigen dat de SMI-tegemoetkoming voor het eind van de looptijd wordt ingetrokken of zodanig wordt herzien dat de looptijd korter wordt.
In de onder a. tot en met c. genoemde situaties ligt het initiatief vooral bij de ouders of verzorgers. Zo geldt bijvoorbeeld dat als de ouders of verzorgers gedurende de SMI-indicatie het bij de aanvraag ingediende en in de verleningsbeschikking verplicht gestelde hulpverleningsplan niet langer uitvoeren of verzuimen om uit eigener beweging een wijziging van hun woonplaats, adres, arbeidsstatus, of ingeschakeld kinderdagverblijf op te geven, dit een intrekkingsgrond kan opleveren. Ook indien het bevoorschottingsformulier niet binnen de gestelde retourtermijn wordt ingediend, vormt dit een grond om de toekenning in te trekken.
Wanneer bijvoorbeeld wordt geconstateerd dat de ouder tijdens de uitvoering van de SMI ook aanspraak zou kunnen maken op een voorliggende voorziening in de vorm van vrij toegankelijke basis-jeugdhulp, dan kan het college op grond van deze constatering de duur van de bij beschikking toegekende SMI-tegemoetkoming beperken. Deze beperking kan in de praktijk zelfs volledige beëindiging van de toegekende SMI-tegemoetkoming betekenen. Aan de andere kant kan er ook aanleiding voor het college zijn om de duur of omvang van de indicatie tussentijds uit te breiden omdat er gewijzigde omstandigheden rond het gezin aan de orde zijn. Ook dan is sprake van herziening.’.
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
Het formulier wordt aan de ouder(s) verstuurd, met kopie naar de vermelde betrokken hulpverlener en dient binnen drie weken na afgifte aan het team Sociaal Medische Advisering te worden geretourneerd, om hiermee de verwerking van de tegemoetkoming binnen de gestelde termijnen te kunnen afwikkelen. Onder bijzondere omstandigheden is het mogelijk deze retourtermijn van drie weken eenmalig te verlengen met nogmaals twee weken.
Het opschrift van de toelichting op artikel 12 komt te luiden: ‘Artikel 12 Terugvordering.’.
Het opschrift van de toelichting op artikel 13 komt te luiden: ‘Artikel 13 Subsidieplafond.’.
Het opschrift van de toelichting op artikel 14 komt te luiden: ‘Artikel 14 Hardheidsclausule.’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 maart 2021.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 26 maart 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-102325.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.