Besluit van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent een commissie die de raad en het college adviseert over de aanwending van de verkoopopbrengst Eneco (Instellingsbesluit Adviescommissie aanwending verkoopopbrengst Eneco)

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van het college van 16 februari 2021; raadsvoorstel 21bb003166; raadsstuk 21bb003316; raadsstuk 21bb003487;

 

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

 

overwegende, dat het gewenst is een commissie op te richten die de raad en het college adviseert over de aanwending van de verkoopopbrengst Eneco conform het raadsbesluit ”Kaders voor aanwending verkoopopbrengst Eneco” d.d. 29 september 2020;

 

besluiten vast te stellen:

 

Instellingsbesluit Adviescommissie aanwending verkoopopbrengst Eneco

Artikel 1 Algemene bepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

commissie: commissie als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

raad: de gemeenteraad van de gemeente Rotterdam.

Artikel 2 Adviescommissie

  • 1.

    Er is een Adviescommissie aanwending verkoopopbrengst Eneco.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak erop toe te zien dat de aanwending van de verkoopopbrengst Eneco voldoet aan de volgende uitgangspunten:

    • a.

      de verkoopopbrengst wordt aangewend voor het verwerven van nieuw bezit conform de Beleidsnota investeringen Rotterdam 2020;

    • b.

      de verkoopopbrengst wordt zoveel mogelijk in stand gehouden door:

      • 1°.

        investeringen te doen waarbij de investeringssom op termijn weer naar de gemeente Rotterdam terugvloeit; of

      • 2°.

        investeringen te doen waardoor de gemeente Rotterdam extra besparingen of extra inkomsten realiseert.

    • c.

      met de verkoopopbrengst worden investeringen gedaan of bijdragen aan investeringen gedaan, waaraan andere partijen gezamenlijk voor minimaal 50% financieel bijdragen.

  • 3.

    De commissie adviseert raad en college over de investeringsplannen die door het college worden voorgelegd.

  • 4.

    De commissie geeft een advies per investeringsplan zonder dat de verschillende plannen onderling worden vergeleken of gewogen.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit vier leden en een voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter en de andere leden van de commissie worden op persoonlijke titel door het college en de raad benoemd.

  • 3.

    De voorzitter en de andere leden worden door het college en de raad benoemd voor de duur van vier jaar. Zij kunnen eenmalig worden herbenoemd voor een periode van vier jaar.

  • 4.

    De voorzitter en de andere leden kunnen door het college en raad worden geschorst of ontslagen.

  • 5.

    Bij tussentijds ontslag of overlijden van de voorzitter of een lid kunnen het college en raad een andere voorzitter of een ander lid benoemen.

  • 6.

    Het lidmaatschap of het voorzitterschap van de commissie eindigt op eigen verzoek van het lid of de voorzitter of door het verstrijken van de benoemingsperiode.

  • 7.

    De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter. De plaatsvervangend voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid.

Artikel 4 Onafhankelijkheid commissie

  • 1.

    De voorzitter en de andere leden nemen op persoonlijke titel deel aan de commissie en oefenen hun adviesfunctie onafhankelijk uit.

  • 2.

    Een lid van de commissie neemt niet deel aan de stemming over een investeringsplan dat hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

  • 3.

    Voordat een investeringsplan wordt besproken bespreekt de commissie de toepassing van het tweede lid van dit artikel.

Artikel 5 Incompatibiliteiten

Het lidmaatschap van de commissie is niet verenigbaar met:

  • a.

    een dienstbetrekking bij de gemeente Rotterdam;

  • b.

    het verrichten van werkzaamheden voor de gemeente Rotterdam via een contractuele relatie (inhuur of als zelfstandige zonder personeel);

  • c.

    alle overige opdrachten die niet behoren tot lid b, die een lid van de commissie - persoonlijk of vanuit een organisatie waar deze persoon aan verbonden is - wil aannemen worden voorafgaand voorgelegd aan college en raad;

  • d.

    een actieve politieke functie.

Artikel 6 Taken voorzitter

  • 1.

    Tot de taken van de voorzitter behoren in ieder geval:

    • a.

      Het zorgdragen voor het naar behoren functioneren van de commissie;

    • b.

      Het vaststellen van de agenda, in overleg met de secretaris;

    • c.

      Het leiden van de vergadering;

    • d.

      Het desgevraagd toelichten van het advies aan college of raad.

  • 2.

    Het contact tussen de commissie en de media verloopt via de voorzitter.

Artikel 7 De secretaris

  • 1.

    Het college voorziet in de secretariële ondersteuning van de commissie.

  • 2.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is geen lid van de commissie, maar neemt wel deel aan de vergaderingen.

  • 3.

    Tot de taken van de secretaris behoren in ieder geval:

    • a.

      het in overleg met de voorzitter opstellen van de agenda;

    • b.

      het versturen van de agenda en bijbehorende stukken aan de voorzitter en de overige leden;

    • c.

      het na afstemming met de leden van de commissie, bepalen van dag, uur en locatie van de vergadering;

    • d.

      het bijhouden van de presentielijst;

    • e.

      de verslaglegging van de vergadering;

    • f.

      het opstellen van conceptadviezen;

    • g.

      het schriftelijk aanbieden van een advies van de commissie aan het college en raad;

    • h.

      het archiveren van de archiefbescheiden van de commissie.

Artikel 8 Vergaderorde en openbaarheid

  • 1.

    De commissie kan derden uitnodigen de vergadering, al dan niet digitaal, geheel of gedeeltelijk bij te wonen voor het geven van een deskundige voordracht, toelichting of advies.

  • 2.

    Aan de commissie wordt ambtshalve of op haar verzoek de informatie beschikbaar gesteld die zij nodig heeft voor een goede uitoefening van haar taken.

  • 3.

    Het college kan op grond van artikel 86 Gemeentewet geheimhouding opleggen op de stukken. De opgelegde geheimhouding op stukken wordt in acht genomen.

  • 4.

    De commissie vergadert ten minste één keer per jaar. De commissie bepaalt hoeveel extra vergaderingen er nodig zijn om tot een gedegen advies te komen.

  • 5.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 6.

    De commissie bepaalt op welke wijze er wordt samengekomen, met inachtneming van het waarborgen van het vertrouwelijke karakter van de vergadering.

  • 7.

    De adviezen van de commissie zijn openbaar met dien verstande dat hierin geen gegevens worden opgenomen die naar hun aard vertrouwelijk zijn. De commissie kan in dat geval besluiten een advies onder geheimhouding uit te brengen.

Artikel 9 Beslistermijn

  • 1.

    Het verzoek tot advies aan de commissie wordt minimaal 6 weken voorafgaand aan het ontvangen van de stukken aangekondigd. In bijzondere gevallen kan in overleg met het college van deze termijn worden afgeweken.

  • 2.

    De commissie levert een advies binnen een termijn van drie weken na het verzoek van het college. In bijzondere gevallen kan in overleg met het college van deze termijn worden afgeweken.

Artikel 10 Besluitvorming

  • 1.

    Besluiten van de commissie worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.

  • 2.

    Adviezen van de commissie worden alleen vastgesteld indien ten minste twee derde van de leden bij de vergadering aanwezig is. De aanwezigheid wordt vastgelegd door de secretaris van de commissie.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, wordt opnieuw gestemd.

  • 4.

    Staken de stemmen andermaal over hetzelfde voorstel, dan beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 11 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde op, waarin ten minste wordt geregeld:

  • a.

    de manier van vergaderen;

  • b.

    de werkwijze bij vergaderen;

  • c.

    hoe wordt omgegaan met de documenten;

  • d.

    de werkwijze voor de toepassing van artikel 4, tweede en derde lid;

  • e.

    de werkwijze voor de toepassing van artikel 5, lid b en c;

  • f.

    de evaluatie zoals genoemd in artikel 13.

Artikel 12 Vergoeding

De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding voor de vergaderingen die zij bijwonen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van bijlage 1 bij de Verordening Rechtspositie raads- en commissieleden Rotterdam 2019.

Artikel 13 Evaluatie

De commissie evalueert na vier jaar de resultaten van haar functioneren en brengt hierover verslag uit aan de raad en het college.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie aanwending verkoopopbrengst Eneco.

     

Aldus vastgesteld op 16 februari 2021.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 maart 2021.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

J.W. Verheij, plv.

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 24 maart 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven