Verkeersbesluit Scheepvaart Instelling invaarverbod voor kleine schepen Nieuwe Vissershaven, Industriehaven, Nieuwe Industriehaven van 9 januari 2020

 

 

Besluit:

De havenmeester van Harlingen, hiertoe gemandateerd door het college van burgemeester en wethouders, besluit:

  • een invaarverbod in te stellen van voor kleine schepen, volgens de definitie in het Binnenvaart Politiereglement, voor de Nieuwe Vissershaven, Industriehaven en Nieuwe Industriehaven te Harlingen;

  • dit invaarverbod in werking te laten treden per 1 april 2020.

Voornoemd afmeerverbod wordt kenbaar gemaakt middels de verkeerstekens uit het Binnenvaartpolitiereglement, bijlagen 7 en 8:

  • A.13 Verboden voor kleine schepen

  • F2 Richtingaanduiding links/rechts

  • F3 (nadere aanduiding) voorzien van de tekst:

“uitgezonderd toestemming Havendienst”

te plaatsen aan weerszijden van de invaart van de Nieuwe Vissershaven, aan de lichtopstanden “4” en “TH-IH”, zoals aangegeven op bijgevoegd kaartje.

 

Motivering:

De Nieuwe Vissershaven, Industriehaven en Nieuwe Industriehaven zijn havens die primair bestemd zijn voor de beroepsvaart. Deze havens kennen zijhavens en scheepswerven waar veel vaarbewegingen en manoeuvres plaatsvinden met grotere zee- en binnenvaartschepen, vissersschepen en overige werkschepen. Kleine schepen cq pleziervaart zijn hier in verhouding erg kwetsbaar voor aanvaring. Zij minder zichtbaar, luisteren minder uit op het aangewezen marifoonkanaal of zijn onduidelijk in hun bedoelingen. Deze passen daarom niet in dit verkeersbeeld.

Ook bevinden kleine schepen zich soms op ongewenste ligplaatsen voor beroepsvaart, zonder toestemming van de havenbeheerder. Dit geeft onnodige vertraging bij het afmeren van geplande beroepsvaart op de betreffende ligplaats.

In het kader van Havenbeveiliging is het tevens noodzakelijk om onnodige scheepvaart te weren uit havenbekkens waar beveiligingsmaatregelen op grond van deze wetgeving van kracht zijn. Dit om beter overzicht te houden op het ongewenst benaderen van zeeschepen door vaartuigen.

 

Volgens het BPR art. 1.01A 4°. Is een klein schip:

“schip waarvan de lengte minder dan 20 m bedraagt, waartoe als de lengte wordt aangemerkt de afstand van de voorkant van het voorste tot de achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zonder de boegspriet, de papegaaistok en het trimvlak, zulks met uitzondering van

  • a.

    een schip dat een groot schip sleept, assisteert, duwt of langszijde vastgemaakt meevoert;

  • b.

    een passagiersschip;

  • c.

    een veerpont die vaart op een vaarweg van klasse II of hoger;

  • d.

    een vissersschip;

  • e.

    een duwbak; “

Middels het onderbord wordt de mogelijkheid geboden om ontheffing te verlenen van dit verbod. Dit kan van toepassing zijn voor kleine beroepsvaart of pleziervaart waarvoor een legitieme reden kan worden opgegeven, mits het niet strijdig is met bovengenoemde risico’s. Hieraan kunnen voorwaarden worden verbonden over de te varen route, ligplaats, uitluister- of communicatieplicht en duur van het verblijf in dit havengebied.

 

Wettelijk kader:

Middels dit besluit wordt voldaan aan de navolgende wettelijke bepalingen:

SCHEEPVAARTVERKEERSWET,

  • Artikel 2 lid 1

  • Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen is dan wel zijn, tenzij daarin anders is bepaald, het bevoegd gezag:

    • a.3e een gemeente: burgemeester en wethouders

  • Artikel 3 lid 1:

    • Toepassing van de artikelen 4, 11 en 12 kan, behoudens het bepaalde in het tweede lid, slechts geschieden in het belang van:

    • a. het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

  • Artikel 4 lid 1 :

    • Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:

    • b. verkeerstekens

  • Artikel 5 lid 1:

    • Beslissing met betrekking tot het aanbrengen of verwijderen van een verkeersteken worden genomen door het bevoegd gezag. Dit bevoegd gezag draagt zorg voor het aanbrengen of verwijderen van verkeerstekens.

  • BESLUIT ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN SCHEEPVAARTVERKEER,

    • Artikel 2:

    • Het bevoegd gezag brengt slechts verkeerstekens aan opgenomen in:

    • A. voor wat betreft het Binnenvaartpolitiereglement, de bij dat besluit behorende bijlagen 7 en 8.

  • Artikel 3:

    • Indien bij verkeerstekens bijkomende tekens worden aangebracht die de werking van het verkeersteken wijzigen, wordt zulks in het betrokken besluit tot uitdrukking gebracht.

  • Artikel 5:

    • De motivering van een verkeersbesluit vermeldt in ieder geval welke doelstelling of doelstellingen met het besluit wordt beoogd. Daarbij wordt aangegeven welke van de in artikel 3 van de wet genoemde belangen aan het besluit ten grondslag liggen.

  • Artikel 6:

    • Bij de voorbereiding van een verkeersbesluit voert het bevoegd gezag overleg met de bij dat besluit belanghebbende openbare lichamen en instellingen.

Bijlage bij dit besluit:

Voorbeeld en kaart met plaatsaanduiding en afmetingen, inclusief afbeelding van voornoemde verkeerstekens

burgemeester en wethouders van Harlingen,

namens deze,

 

A.J.T. Bruijn,

havenmeester

 

Indien u het met dit besluit niet eens bent, kunt u daartegen binnen zes weken na de datum van verzending een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders, Postbus 10.000, 8860 HA Harlingen. In de linkerbovenhoek van de envelop en brief vermelden: "Bezwaarschrift".

 

Voorbeeld en situatiefoto behorende bij het Besluit Instelling invaarverbod voor kleine schepen voor de Nieuwe Vissershaven, Industriehaven, Nieuwe Industriehaven van 9-1-2020.

Breedte 140 cm, Bordtype 1, Reflectieklasse II

Lokatietekening

Naar boven