Uitvoeringsprogramma Best Mobiel 2020-2021

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma 2020 – 2021 van Best Mobiel – de Bestse mobiliteitsaanpak. Met dit Uitvoeringsprogramma geeft de gemeente Best aan waar zij zich de komende periode op het gebied van mobiliteit voor inzet. Dit Uitvoeringsprogramma is concreet voor de jaren 2020 en 2021. Hoe verder in de tijd, hoe flexibeler het programma wordt.

 

Kaders

Best Mobiel – de Bestse mobiliteitsaanpak bevat kaders voor de verdere ontwikkeling van de mobiliteit in Best. Deze aanpak is door de gemeenteraad vastgesteld op 4 december 2017. In hoofdstuk 2 wordt kort omschreven wat de Bestse mobiliteitsaanpak op hoofdlijn inhoudt.

 

Proces

Omdat ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit snel gaan, is het onmogelijk om te voorspellen wat er op ons afkomt. Om snel en goed te sturen, kiezen we voor een Uitvoeringsprogramma dat elke 2 jaar geactualiseerd wordt. In het kader van de Omgevingsvisie wordt bekeken hoe Best Mobiel hier een plek in krijgt en wat de consequenties zijn voor het tweejaarlijkse Uitvoeringsprogramma.

 

Leeswijzer

We starten met een beknopte uitleg van Best Mobiel. Vervolgens zetten we de opzet van het Uitvoeringsprogramma 2020 - 2021 uiteen. In hoofdstuk 4 beschrijven we op hoofdlijn wat we gaan doen.

Hoofdstuk 2 De Bestse aanpak

 

2.1 De Bestse ambities

Het hoofddoel van de Bestse mobiliteitsaanpak is:

Versterk het duurzaam economisch en sociaal functioneren van Best en omgeving.

 

Dit hoofddoel is uitgewerkt in drie ambities. Deze ambities geven samen antwoord op de vraag ‘wat willen we bereiken’:

  • 1.

    Versterk de bereikbaarheid van economische locaties en (woon)voorzieningen;

  • 2.

    Vergroot de bijdrage aan de kwaliteit van de leefomgeving voor nu en in de toekomst;

  • 3.

    Lever een bijdrage aan een toegankelijke omgeving voor iedereen.

Deze drie ambities zijn uitgewerkt in speerpunten. Een schematisch overzicht van de mobiliteitsaanpak staat op de volgende pagina.

 

2.2 Best slim aanpakken

Om de ambities te verwezenlijken is het belangrijk dat we ‘slim’ durven denken. Een slimme mobiliteitsaanpak heeft enkele randvoorwaarden. Deze zijn verwerkt in de pijl in het schema op pagina 6:

  • Slim mobiliteitsbeleid heeft een adaptieve aanpak nodig

    De technologie ontwikkelt zich snel en onvoorspelbaar. Diverse ontwikkelingen hebben aangetoond grote veranderingen te weeg te brengen. Adaptief beleid maakt ons flexibel en is daarom noodzaak. Adaptief beleid vraagt meer om een aanpak dan om louter een beleidsplan of visie.

  • Slim mobiliteitsbeleid vraagt om ruimte voor externe initiatieven en experimenten

    Doordat de ontwikkelingen steeds minder voorspelbaar zijn, is het ook moeilijker om de mogelijkheden en effectiviteit van (infrastructurele) maatregelen in te schatten. Dit zorgt er voor dat we meer open moeten staan voor het simpelweg uit proberen en experimenteren. Een weg die we vanuit ‘Samen op ons Best’ eerder al zijn ingegaan.

  • Slim mobiliteitsbeleid vraagt om een brede aanpak

    Mobiliteit is meer dan infrastructuur. Een brede aanpak richt zich ook op maatregelen die focussen op samenwerking, gedrag en technologie. Randvoorwaarde bij samenwerken is het denken zonder gemeentegrenzen. Bij nieuwe projecten is het belangrijk niet alleen naar de belangen voor Best te kijken. Uitgangspunt is om te handelen vanuit de gedachte dat de regio één gemeente is. Dus zonder gemeentegrenzen.

3. Opzet Uitvoeringsprogramma

 

3.1 Insteek

Dit is het tweede Uitvoeringsprogramma na vaststelling van Best Mobiel op 4 december 2017. Om het adaptieve karakter vorm te geven, wordt er elke twee jaar een Uitvoeringsprogramma vastgesteld. In elk Uitvoeringsprogramma wordt concreet weergegeven wat er de eerste twee jaar op het programma staat. Daarnaast wordt er inzicht op hoofdlijnen gegeven voor de drie jaar daarna. Concreet voor dit Uitvoeringsprogramma betekent dit dat er voor de jaren 2020 – 2021 een duidelijke opgave ligt. Voor de jaren 2022 – 2023 – 2024 wordt er op hoofdlijn inzicht gegeven. Vanaf 2025 wordt er een grof doorzicht gegeven.

 

3.2 Evaluatie uitvoeringsprogramma 2018 – 2019

In 2018 is het eerste uitvoeringsprogramma 2018 – 2019 opgesteld en vastgesteld. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de stand van zaken van de daarin opgenomen projecten en maatregelen. Deze evaluatie vormt input voor het voorliggende tweede uitvoeringsprogramma.

 

Er zijn buiten diverse maatregelen gerealiseerd zoals het Bestse gedeelte van de Slowlane, verkeersmaatregelen in De Vleut waaronder de rotonde op de Ringweg – Koppelstraat en de diverse reconstructies, waaronder in de Molenstraat. Er is krediet verkregen om een onderzoek te starten naar de transitie van de stationsomgeving.

In de regio zijn ook stappen gezet met de verkeersanalyse naar de Randweg A2 en de A50. De regiobrede projecten uit de Bereikbaarheidsagenda hebben een concretere invulling gekregen.

 

Een aantal projecten vragen meer tijd, waaronder de snelfietsroute Den Bosch – Eindhoven en de problematiek rondom langparkeren Eindhoven Airport.

 

3.3 Participatie

Bij de vaststelling van Best Mobiel en het Uitvoeringsprogramma 2018 – 2019 heeft een uitgebreid participatietraject plaatsgevonden. De algemene oproep uit deze participatiebijeenkomsten is dat het goed is om fietsers prioriteit te geven, maar geef deze prioriteit ook aan voetgangers. De participanten roepen de gemeente Best op om daadkracht te tonen en deze prioritering in de uitvoering ook terug te laten komen.

 

Echter de werkvoorraad voortkomend uit deze participatie, de regio-projecten en going concern-projecten is groot. Er is daarom gekozen om geen apart participatietraject te organiseren voor het opstellen van dit uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma is wel besproken met de werkgroep verkeer van het GOEB.

 

3.4 Going concern

De maatregelen die onder ‘going concern’ vallen lopen in principe langer door dan de duur van dit Uitvoeringsprogramma. Het zijn reguliere werkzaamheden. Op hoofdlijn zijn dit twee typen maatregelen. Het eerste type maatregelen zijn de maatregelen waar binnen het reguliere werk ‘rekening mee gehouden moet worden’. Voorbeelden hiervan zijn dat bij de (her)inrichting van wegen deze ingericht worden conform de norm ‘Duurzaam Veilig’. Hierbij wordt dan rekening gehouden met het fietsroutenetwerk, het netwerk voor hulpverleningsroutes en de toegankelijkheidseisen.

Het tweede type maatregelen zijn werkzaamheden die met regelmaat, bijvoorbeeld jaarlijks, terugkomen. Hieronder worden bijvoorbeeld mensgerichte verkeerseducatiemaatregelen en onderhoudsreconstructies van wegen verstaan.

 

3.5 Regio

Regionaal zet de gemeente Best sinds enige tijd samen met de andere gemeenten uit het gebied van de Metropool Regio Eindhoven in op de uitvoering van de Bereikbaarheidsagenda ‘Brainport Duurzaam Slim Verbonden’.

De Bereikbaarheidsagenda gaat specifiek in op een adaptief maatregelenpakket voor de 13 meest belangrijke mobiliteitsrelaties in de dagelijkse verplaatsingen binnen de regio (daily urban system). Voor Best zijn dit de relaties:

  • Eindhoven – Best – Boxtel – ’s-Hertogenbosch;

  • Eindhoven – Oirschot – Tilburg.

De noodzaak tot samenwerken aan en investeren in de regionale bereikbaarheid is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen door de groeiende economie van Brainport en de wens om in de regio meer woningen te realiseren (woondeal). Ook de gemeente Best moet daarin haar steentje bijdragen.

 

De afgelopen periode is er vanuit het Smartwayz.nl-project meer inzicht gekomen in het functioneren van de Randweg A2/N2. Uit de verkeersanalyse naar voren gekomen dat de Randweg en aanliggende wegen op dit moment ‘volbelast’ zijn. De vertraging neemt de komende jaren snel toe. De verwachting is dat er tussen 2025 en 2030 een kantelpunt ontstaat, waarbij structurele filevorming optreedt op de Randweg A2 en de toeleidende (snel)wegen. Met alle gevolgen van dien voor het onderliggend wegennet. De leefbaarheid en bereikbaarheid van de regio komt zonder maatregelen sterk onder druk.

 

Voor de langere termijn (2030 – 2040) wordt er in de regio samen met het ministerie ingezet op een MIRT Bereikbaarheidsonderzoek Brainport. Voor de korte termijn wordt ingezet op diverse maatregelen, die het wegennet moeten ontlasten. Het doel is om het kantelpunt zo ver mogelijk in de tijd naar voren te schuiven.

 

Voor de gemeente Best is relevant de inzet op mobiliteitshubs, (snel)fietsroutes ondersteunt met een geïntensiveerde werkgeversaanpak.

 

3.6 Beïnvloeding

Naast het realiseren van fysieke maatregelen wordt met ‘Best Mobiel’ meer dan voorheen ingezet op de gedragscomponent. Onder het Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan is met name ingezet op gedragsbeïnvloeding bij verkeersveiligheidsprojecten. Dit blijven we doen. De gemeente neemt hier voornamelijk de rol van stimulator/aanjager in. Organisaties als VVN Best en de Bestse (basis)scholen zorgen voor een concrete uitvoering.

 

Gedragsbeïnvloeding speelt op basis van Best Mobiel een grote rol om de mobiliteitsdoelstellingen te verwezenlijken. Daarvoor is een goed infrastructureel netwerk randvoorwaarde. De insteek is zoveel mogelijk vanuit de positieve beleving het gedrag te beïnvloeden. Een belangrijk project in deze is de regionale werkgeversaanpak. Dit is een van de negen regiobrede maatregelen uit de regionale Bereikbaarheidsagenda.

Met de regionale werkgeversaanpak wordt de dagelijkse mobiliteit van werknemers en goederenvervoer geoptimaliseerd. De maatregelen bestaan uit afspraken die werkgevers en werknemers met elkaar maken om de omvang van de automobiliteit te beperken. Deze aanpak is een voorwaarde om diverse infrastructurele maatregelen als (snel)fietsroutes en mobiliteitshubs ook daadwerkelijk te laten slagen. Vanuit de regio ligt de afspraak om hierop te intensiveren. Het budget is daarvoor regionaal vrijgemaakt.

 

De gemeentelijke rol is om te faciliteren en het goede voorbeeld te geven. Vanuit de regio worden gemeenten de komende periode ook benaderd om hun steentje als werkgever bij te dragen.

 

3.7 Omgevingswet

In het kader van de nieuwe Omgevingswet wordt een Omgevingsvisie opgesteld. De komende tijd wordt inzichtelijk hoe Best Mobiel en het uitvoeringsprogramma zich gaan verhouden tot deze omgevingsvisie.

 

4. Programma

In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de voorgenomen projecten en werkzaamheden. Dit overzicht is verdeeld naar ambitie en speerpunt. In dit hoofdstuk wordt een korte toelichting op de belangrijkste projecten en werkzaamheden gegeven.

 

Er zijn reeds diverse acties en werkzaamheden uitgezet, die al lopende zijn. Ook vanuit de regio komen er diverse initiatieven op de gemeente Best af met als doel een meer leefbare en bereikbare regio, dus ook een leefbaar en bereikbaar Best.

 

4.1 Regionale projecten

In paragraaf 3.4 zijn de regionale hoofdlijnen toegelicht. In dit Uitvoeringsprogramma wordt alleen ingegaan op de projecten die voor Best een direct belang hebben.

Regiobrede maatregelen

Voor de verschillende regiobrede maatregelen zoals de ‘werkgeversaanpak’, ‘Brainport Smart Mobility’ en ‘slimmer fietsen’ is in de afgelopen periode in regionaal verband helder gemaakt op welke wijze deze projecten opgezet worden. De werkgeversaanpak is een belangrijke randvoorwaarde voor het functioneren van andere maatregelen.

 

Als onderdeel van het regiobrede project Brainport Smart Mobility wordt er gewerkt aan mobiliteitshubs. In 2020 wordt er in regionaal verband onderzocht welke locaties in de regio kansen bieden om een goed netwerk van hubs te realiseren. Daarbij wordt voor kansrijke locaties bekeken wat de haalbaarheid van deze locaties is. Mogelijk worden ook locaties in Best kansrijk geacht.

Snelfietsroutes

Het realiseren van (snel)fietspaden is nodig om automobilisten een aantrekkelijk alternatief te bieden voor de auto. Vanuit de provincie en de regio wordt hier daarom op ingezet. Voor Best zijn twee snelfietsroutes van belang. Dit zijn:

F2: Den Bosch – Eindhoven

De betrokken gemeenten hebben in 2018 een intentieovereenkomst getekend waarin de partijen aangeven zich maximaal in te spannen om deze snelfietsroute te realiseren. Zo wordt er op dit moment gewerkt aan een ontwerp en een eerste kostenraming. Uiteindelijk doel voor deze periode is dat de gemeenten gezamenlijk een bestuursovereenkomst sluiten met de provincie waarin afspraken over uitvoering en financiering staan vastgelegd.

F58: Wilhelminakanaalroute

In een bestuurlijk overleg eind 2019 hebben de portefeuillehouders van de betrokken gemeenten met elkaar afgesproken dat zij werken aan een verkenning, waarbij tevens gewerkt wordt aan een schetsontwerp en voorlopige raming van de kosten.

Andere fietsverbindingen

De gemeente Best heeft inmiddels haar werkzaamheden aan de Slowlane afgerond. Het gedeelte langs het Beatrixkanaal tussen de A58 en de Bataweg wordt gerealiseerd door de gemeente Eindhoven. Realisatie vindt naar verwachting in 2020 plaats. De verbinding van de Slowlane naar de Erica verdient aandacht. Deze brug van de gemeente Eindhoven (Beatrixbrug) past niet in het huidige beeld van fietsvoorzieningen. Met de gemeente Eindhoven zal in gesprek getreden worden. Op dit moment is onduidelijk welke mogelijkheden de F58 biedt.

 

De fietsroute Oirschot – NS Best is een van de fietsverbindingen tussen omliggende kernen en het station. Voor Best omhelst dit voornamelijk de inrichting van de Oirschotseweg tussen de Ringweg en het station. Ook vanuit Oirschot wordt gekeken naar de (on)mogelijkheden van deze route.

 

Er wordt ingezet op de realisatie van een fietsverbinding ter hoogte van de Pendelroute tussen Best en Eindhoven. Dit is de verbinding tussen de bedrijventerreinen Breeven en GDC Acht.

Station Best

Voor de stationsomgeving is een onderzoek naar de transitie van het stationsgebied gestart. Vanuit de regio wordt steeds vaker gekeken naar de potentie die station Best voor de regio heeft o.a. in het kader van de mobiliteitshubs. Voor Best is het van belang dat de mobiliteitsfunctie in verhouding staan tot de leefbaarheid voor omwonenden.

De eerste fase van het project HOV NS Best – Airport – Veldhoven is het behouden en uitbouwen van buslijn 20. Deze buslijn is begonnen als eerste tangentiële buslijn in de regio in pilot-vorm. Inmiddels is buslijn 20, in combinatie met buslijn 101, een vaste waarde in de dienstregeling.

De potentie in combinatie met de mobiliteitshubs en regionale werkgeversaanpak is groter. De komende periode moet nadrukkelijker gekeken worden naar de kansen die deze buslijn in potentie heeft. Uiteraard ook in relatie tot de negatieve effecten in relatie tot overlast van langparkeren door reizigers van Eindhoven Airport.

Bereikbaarheid noordwestelijk deel Regio Eindhoven

Naast de regionale Bereikbaarheidsagenda en Randweg A2 werken we samen met de regio ook aan het rijksproject InnovA58, waarvan de capaciteitsuitbreiding van de A58 een essentieel onderdeel is. Het was de intentie om in 2019 het ontwerp tracébesluit in procedure te laten gaan. Het project heeft door de stikstofcrisis een ernstige vertraging ondergaan.

Deze crisis heeft er toegeleid dat er bij de landelijke politiek meer gehoor gekomen is voor de nadelige gevolgen van verbreding voor gezondheid. De gemeente Best blijft zich in dit kader hard maken voor een verbrede A58 met minimale gevolgen voor gezondheid.

 

Op de A58 sluit de Wegenstructuur Brainport Park (voorheen Challenge-ontsluiting) aan. De juridische procedures op het grondgebied van Best zijn afgerond. De gemeente Eindhoven zet zich in om de komende jaren dit project te realiseren. Door de vertraging van InnovA58 is het op dit moment onduidelijk hoe lang het duurt voordat de Wegenstructuur Brainport Park in de definitieve vorm aansluit om de op- en afritten aansluiting Best.

 

4.2 Lokale projecten

Prioriteit aan fietsers en voetgangers

Voor de periode 2018 – 2019 is er ingezet op meer aandacht voor fietsers en voetgangers. Voorbeelden zijn:

  • de nieuwe inrichting van de Molenstraat, waar meer ruimte voor de fietser is geschapen;

  • de realisatie van het fietspad langs de Ringweg;

  • rotonde Ringweg – Koppelstraat, waardoor fietsers veiliger over kunnen steken;

  • verbetering oversteekbaarheid verkeerslichten Eindhovenseweg-Zuid.

De aandacht gaat ook in 2020 – 2021 naar fietsers en voetgangers. Uiteraard met de regionale fietsprojecten, maar ook met prioriteit voor de vervanging van de ingestorte ‘houten fietsbrug’ en de herinrichting van de Oirschotseweg. Ook willen we meer inzicht in aantallen fietsers door het houden van fietstellingen.

Verkeerskundig beheer verkeersregelinstallaties

De afgelopen periode is ingezet op het verkeerskundig beheer van verkeersregelinstallaties. Verkeerslichten worden geëvalueerd en bekeken met als doel inzicht in de mogelijk om de verkeerslichten efficiënter af te stellen. In 2020 worden de verkeerslichten aan de noordzijde van de aansluiting Best (A58) gemonitord, vanwege afwikkelingsknelpunten die terugslaan op de snelweg.

Inrichting schoolomgevingen

In het Beleidsakkoord wordt ingezet op de inrichting van schoolzones. De insteek is dat deze uitgevoerd worden door werk-met-werk te maken. Realisatie van de schoolzones bij de Heydonck en Immanuelschool worden meegenomen in het werk van de reconstructie van de Trompstraat en omgeving. Realisatie van schoolzone van de MFA Dijkstraten wordt meegenomen met het woonrijp maken van deze schoolomgeving in Dijkstraten.

Concreet is er de komende periode geen zicht op realisatie van schoolzones bij de basisscholen in Heivelden-Heuveleind, de Zevensprong en de locatie van de Kiezel in de Mgr. Zwijsenstraat.

Actualisatie Nota Parkeernormen

De komende periode wordt de Nota Parkeernormen 2015 geactualiseerd. Deze nota moet initiatiefnemers die zich structureel inzetten voor een duurzame mobiliteit de ruimte geven om te besparen op autoparkeerplaatsen en ingaan op de ontwikkelingen in de woningmarkt.

Uitvoering is wel mede-afhankelijk van budget. Deze is aangevraagd in de kaderbrief 2021.

Saneren verkeersmaatregelen

Om een prettigere leefomgeving te krijgen, moet het openbaar gebied een veilige en fijne plek zijn om te zijn. In de reeds heringerichte delen van het centrum streven we dit na door in de inrichting verblijven centraal te stellen. Dit heeft een verminderde doorstroming en bereikbaarheid van auto’s in het centrum tot gevolg. Maar ook wordt daarbij ingezet op minder opgelegde regels en waarschuwingen. Kortom, minder verkeersborden.

30 km/uur-inrichting ’t Zand

Met de herinrichting van de wegen Zandstraat, Binnenweg en Fabrieksweg wordt een start gemaakt met het inrichten van wegen op ’t Zand met een verblijfskarakter. Hierbij is een maximumsnelheid van 30 km/uur uitgangspunt.

Fysieke toegankelijkheid

Vanuit mobiliteit bezien is toegankelijk met name gericht op het openbaar gebied en openbaar vervoer. Standaard wordt er bij wegontwerpen gekeken naar toegankelijkheid voor alle verkeersdeelnemers. Daarnaast wordt er ingezet op toegankelijke bushalten. Op korte termijn worden de bushalten aan de Oirschotseweg (tussen de Ringweg en gemeentegrens) samengepakt en toegankelijk ingericht.

5. Ambitie en middelen

 

5.1 Ambitie

De ambities zoals beschreven in ‘Best Mobiel – de Bestse Mobiliteitsaanpak’ zijn duidelijk. Op een aantal punten zijn deze ambities hoog. Dit komt voort uit de vele ontwikkelingen die er in de regio spelen op sociaal-economisch gebied. Ook de regionale mobiliteitsambities liggen hoog.

 

Om de ambitie in lijn te laten zijn met zowel de financiële middelen als de ambtelijke middelen, kan niet anders dan geconstateerd worden dat er keuzes gemaakt moeten worden. Zaken met een lage prioriteit kunnen daarom niet of later in de tijd opgepakt worden.

 

5.2 Financiële middelen

De financiële middelen binnen de lopende begroting zijn voldoende om lopende zaken op te pakken, maar bieden geen ruimte voor het oppakken van nieuwe en grotere projecten. Er is ruimte voor mensgerichte verkeerseducatieprojecten. Voor kleine infrastructurele aanpassingen is een jaarbudget van € 50.000,- beschikbaar. Daarnaast is specifiek voor de Bereikbaarheidsagenda budget voor de financiering van het Bestse aandeel van het programmateam en de regiobrede projecten. Daarnaast is er jaarlijks € 25.000,- onderzoeks- en voorbereidingskosten.

 

Voor projecten waar geen financiële middelen beschikbaar zijn, dient per project bekeken te worden of er via de reguliere P&C-cyclus budget beschikbaar gesteld kan worden. Uiteraard wordt daarbij gekeken of er mogelijkheden zijn om projecten deels mee te laten liften op onderhoudsprojecten.

Voor het project “herziening Nota parkeren” is budget aangevraagd in de kaderbrief 2021.

 

5.3 Subsidies

In de praktijk blijkt dat er voor mobiliteitsprojecten beperkte subsidiemogelijkheden zijn. De subsidiemogelijkheden die beschikbaar zijn, zijn over het algemeen afkomstig vanuit de provincie Noord-Brabant.

De provincie is echter bezig met een gewijzigde subsidie- c.q. financieringssystematiek. In haar ‘Koers Mobiliteit 2030’ geeft de provincie aan wat haar doelen zijn. De provincie neemt tot de eerste helft van 2020 de tijd om in gesprek te gaan met regio’s over de bijdrage die zij kunnen leveren aan het halen van een veilig, robuust, duurzaam en slim mobiliteitssysteem voor Brabant. Op basis van deze dialoog wordt Brabantbreed bekeken waar de beschikbare middelen worden ingezet.

 

Kortom de provincie werkt aan nieuwe financiële spelregels. De belangrijkste uitgangspunten daarbij zijn:

  • we durven te kiezen;

  • we bekostigen samen;

  • we passen aan wanneer nodig;

  • we kijken over de grenzen van mobiliteit heen;

  • we werken aan programmatische basis.

Op basis van deze ontwikkeling kan op dit moment geen concrete inschatting gemaakt worden van subsidiemogelijkheden voor zowel infrastructurele als mensgerichte projecten.

Bijlagen

 

1 Overzicht evaluatie Uitvoeringsprogramma 2018 - 2019

2 Overzicht Uitvoeringsprogramma 2020 - 2021

 

Naar boven