Gemeenteblad van Montfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montfoort | Gemeenteblad 2020, 95078 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montfoort | Gemeenteblad 2020, 95078 | Beleidsregels |
Beleidsregel declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima gemeente Montfoort 2020
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Artikel 2. Doel van de regeling
De regeling beoogt door toekenning van een bijdrage:
Artikel 4. Bijdrage voor maatschappelijke activiteiten
Artikel 5. Bijdrage voor kosten van informatievoorziening
Artikel 6. Bijdrage voor ouderbijdragen voor schoolgaande kinderen
De bijdrage kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd indien:
Artikel 11. Titel en inwerkingtreding
Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op 31 maart 2020
Toelichting
De Declaratieregeling maatschappelijke participatie voor minima bestaat sinds 2008. In de periode 2008 tot en met 2013 werd deze voor de gemeenten Woerden, Montfoort en Oudewater (tot en met 2011 ook voor inwoners van Breukelen en Loenen) uitgevoerd door de Intergemeentelijk Afdeling Sociale Zaken, een onderdeel van de ambtelijke organisatie van de gemeente Woerden. Sinds 2014 wordt de regeling voor de inwoners van Woerden, Montfoort en Oudewater uitgevoerd door Ferm Werk, de gemeenschappelijke regeling van deze gemeenten voor participatie, werk en inkomen. Bij de start van Ferm Werk zijn de verordenende bevoegdheden ten aanzien van de Declaratieregeling overgedragen aan het algemeen bestuur van Ferm Werk. Door een wijziging van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk berust de verordenende bevoegdheid vanaf 1 januari 2018 weer bij de raden van de gemeenten. De uitvoering van de regeling alsmede de bevoegdheid om beleids- en uitvoeringsregels vast te stellen wordt ook vanaf 1 januari 2018 door de colleges overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk.
Bedoeling van deze regeling was en is om de participatie van mensen met een smalle beurs te bevorderen door hiervoor een financiële bijdrage te verstrekken. In de regeling worden verschillende kostensoorten genoemd waarvoor een bijdrage kan worden verstrekt. Dit betreft in de eerste plaats een scala van activiteiten in de sfeer van sport, cultuur en educatie, maar ook de kosten van informatievoorziening zoals een abonnement op een krant of internet. Vanwege het belang dat kinderen in minimagezinnen gewoon mee kunnen doen op school met alle activiteiten is een aparte bijdrage benoemd voor schoolbijdragen.
Met invoering van de Participatiewet is het beleid ten aanzien van categoriale regelingen verscherpt. Dit is uitsluitend nog mogelijk in de vorm van een collectieve zorgverzekering. De Declaratieregeling geldt niet als een categoriale regeling omdat er wordt uitgekeerd voor specifiek benoemde en aantoonbare kosten.
Deze beleidsregel is niet gebaseerd op de Participatiewet, maar alleen op de gemeentewet. Een dergelijk regeling kan worden vastgesteld voor zover deze tot doel heeft participatie te bevorderen. Dat is daarom in de huidige tekst van de beleidsregel benadrukt. Wel zijn met het oog op de doelgroepbepaling (financiële voorwaarden) enkele verwijzingen naar de Participatiewet opgenomen.
Inhoudelijk is de regeling grotendeels gelijk aan die van 2008.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. BegripsomschrijvingenDe begripsomschrijvingen hebben betrekking op de activiteiten waarvoor een vergoeding kan worden verstrekt en de doelgroep die daarvoor in aanmerking komt. Voor een nadere omschrijving van de activiteiten wordt door Ferm Werk een uitvoeringsregel vastgesteld. Het begrip “minima” is afgeleid van de bijstandsnorm die voor een aanvrager van toepassing is of zou zijn als ware hij bijstandsgerechtigd. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm (artikel 22a Participatiewet).
Artikel 2. Doel van de regelingDe regeling beoogt een breed scala aan maatschappelijke activiteiten toegankelijk te houden / te maken voor de inwoners die beschikken over een laag inkomen en daardoor eerder het risico lopen in een maatschappelijk isolement te geraken.
Artikel 3. DoelgroepDe doelgroep voor de regeling is gerelateerd aan de toepasselijke bijstandsnormen en de vermogensgrenzen genoemd in de Participatiewet. De groep studenten met een uitkering in het kader van de Wet studiefinanciering wordt specifiek van de regeling uitgesloten. Deze personen hebben voldoende mogelijkheden om tegen gereduceerde prijzen deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Dit staat echter niet in de weg aan deelname aan de regeling door hun ten laste komende kinderen. Met andere woorden: aan studenten met studiefinanciering die voldoen aan de criteria met betrekking tot inkomen en vermogen kan het recht worden toegekend om kosten te declareren voor hun ten laste komende kinderen
Artikel 4 en 5. Bijdragen voor maatschappelijke activiteiten en informatievoorzieningIn deze artikelen worden de aard van de vergoedbare kosten en de hoogte van een toe te kennen bijdrage vermeld. De kosten waarvoor een vergoeding kan worden verstrekt, zijn door Ferm Werk in de uitvoeringsregel globaal omschreven. Deze kunnen nader worden gespecificeerd in beleidsregels. Om financiële belemmering voor deelname aan activiteiten zoveel mogelijk weg te nemen, komen ook indirecte kosten zoals reiskosten en sportuitrusting voor vergoeding in aanmerking.
Artikel 6. Bijdrage voor ouderbijdragen voor schoolgaande kinderenVanwege het bijzondere belang dat kinderen niet de dupe mogen worden van financiële beperkingen van hun ouders maar ook op school gewoon mee moeten kunnen doen, is in de Declaratieregeling een vergoeding opgenomen voor de vrijwillige schoolbijdragen die aan ouders wordt gevraagd. Dit betreft kinderen in zowel het basisonderwijs, als het voortgezet onderwijs. Voor ouderbijdragen in het voortgezet onderwijs geldt een hogere vergoeding als voor die in het basisonderwijs. Reden hiervoor is dat de ouderbijdragen in het voortgezet onderwijs hoger zijn en omdat uit onderzoeken van het Nibud is gebleken dat minimagezinnen met kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar het meest tekort komen.
Artikel 7. IndexeringOm de bedragen mee te laten stijgen met het prijspeil worden jaarlijks de bedragen verhoogd met het ‘consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens’ van het voorafgaande jaar. Het bedoelde percentage is vermeld in het handboek Grip op Participatiewet van Kluwer-Schulinck dat algemeen geldt als richtlijn voor de uitvoering bij Ferm Werk. Om te voorkomen dat er gewerkt moet worden met onafgeronde bedragen, wordt de verhoging vastgesteld, zodra een veelvoud van € 5,00 is overstegen.
Rekenvoorbeeld. De maximale vergoeding voor welzijnsactiviteiten was in 2008 € 175,00. Verhoging 2009 2,5%: het bedrag werd € 179,38 maar oversteeg niet het veelvoud van € 5,00 en bleef in 2009 dus vastgesteld op € 175,00. In 2010 werd gerekend vanaf een bedrag van € 179,38. In 2010 was het ‘consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens’ over 2009 1,3%: het bedrag werd € 181,71. Toegepast werd een bedrag van € 180,00. In 2011 werd gerekend vanaf een bedrag van € 181,71.
Artikel 8. Aanvraag. Behoeft geen toelichting.
Artikel 9. UitkeringEr worden door Ferm Werk uitvoeringsregels gesteld met betrekking tot de manier waarop wordt gecontroleerd of de uitgaven daadwerkelijk zijn gemaakt. Op deze wijze is het mogelijk om af te zien van de verplichting om van alle gedeclareerde kosten bewijsstukken in te nemen en dit steekproefsgewijs te controleren. Hiervoor is gekozen omwille van klantvriendelijkheid en vereenvoudiging van de uitvoering.
Artikel 10. TerugvorderingAls ten behoeve van een aanvraag op grond van deze beleidsregel onjuiste gegevens over inkomen en/of vermogen zijn verstrekt, dan kan de bijdrage worden teruggevorderd.
Artikel 11 en 12. Behoeft geen toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-95078.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.