Tweeëntwintigste wijziging Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Rotterdam, elk voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

gelezen het voorstel van 31 maart 2020 van de Algemeen Directeur; registratienummer 20bb3868;

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende, dat het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 periodiek wordt gewijzigd;

besluiten:

 

Artikel I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1.3, zesde lid, door een puntkomma wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7.

    het verdagen van de beslistermijn, bedoeld in artikel 4:14, eerste lid, artikel 7:10, derde lid en artikel 7:24, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht.

 

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel 2.1, vijfde lid, door een puntkomma wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6.

    het opleggen van een last onder dwangsom bij overtreding van het verbod, bedoeld in artikel 2:44 van de APV Rotterdam 2012.

 

C

Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel l, vervalt.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel p door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • q.

      artikel 53g, derde lid, onder i, van de Wet op het voortgezet onderwijs, met betrekking tot het advies van het college van burgemeester en wethouders over de wenselijkheid van de voorgestelde fusie van scholen.

  • 3.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van het vijfde lid door een puntkomma wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 6.

      het benoemen van de voorzitter, de vicevoorzitters en de leden van de Adviescommissie Cultuur, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling Adviescommissie Cultuur.

 

D

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 5.2, zesde lid, door een puntkomma worden de volgende leden toegevoegd:

  • 7.

    het invorderen, het in der minne schikken en het nemen van een procesbesluit met betrekking tot bestuursrechtelijke geldvorderingen tot een bedrag van € 50.000 per debiteur;

  • 8.

    het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000.

 

E

Artikel 7.4, tweede lid, vervalt.

 

F

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 8.4, zevende lid, door een puntkomma wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8.

    het aanstellen van verkeersregelaars, bedoeld in artikel 56, eerste lid, onder b, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

 

G

In artikel 9.1, derde lid, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet’.

 

H

In artikel 10.1, eerste en tweede lid, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet’.

 

I

In artikel 10.2, eerste lid, wordt ‘artikel 160, eerste lid, onder f, van de Gemeentewet’ vervangen door ‘artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet’.

 

J

Artikel 11.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

  • 2.

    In onderdeel d, wordt na ‘11.1.3,’ ingevoegd ‘11.2.1,’.

     

K

Artikel 11.16, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    het houden van toezicht en het uitvoeren van taken, bedoeld in artikel 1.61 van de Wet kinderopvang;

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2020 en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen G en H en I, terug tot en met 1 januari 2020.

  • 2.

    Artikel I, onderdeel J, werkt terug tot en met 6 januari 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 31 maart 2020.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 31 maart 2020.

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Naar boven