Gemeenteblad van Berg en Dal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berg en Dal | Gemeenteblad 2020, 87152 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berg en Dal | Gemeenteblad 2020, 87152 | Overige besluiten van algemene strekking |
Vaststelling Reglement van Orde voor de gemeenteraad 2020
De raad van de gemeente Berg en Dal;
Gelezen het voorstel van de burgemeester en griffier van 16 januari 2020;
Gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;
Aanpassing van het Reglement van Orde noodzakelijk is vanwege:
Dat tijdens de raadsvergadering van 30 januari 2020 een amendement is ingediend met de volgende overwegingen:
Dat tijdens de raadsvergadering van 30 januari 2020 de stemmen staakten over dit amendement;
Dat in de raadsvergadering van 5 maart een gewijzigd amendement is ingediend en het eerdere amendement is ingetrokken;
Dat deze wijziging betrof het voorstel de bepalingen over de grondslag en het voorzitterschap van de carrousel in het Reglement van orde slechts voor een periode van twee jaar te laten gelden;
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Artikel 82 Gemeentewet: De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. De raad regelt daarbij de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze, onder andere de manier waarop de leden van de raad inzage hebben in stukken waarover door een raadscommissie geheimhouding is opgelegd.
Het presidium stelt de agenda van de carrousel vast, de begin- en eindtijden van de agendapunten, het doel van agendering en de manier waarop het onderwerp wordt behandeld. Bij politiek-maatschappelijk belangrijke onderwerpen kan het presidium besluiten dat de behandeling in twee carrouselvergaderingen plaatsvindt of in een themabijeenkomst zoals omschreven bij artikel 21.
Het presidium stelt de agenda van de raadsvergadering voorlopig vast voor zover het de onderwerpen betreft die ook zijn geagendeerd voor de carrousel. De agenda van de raadsvergadering wordt door het presidium vastgesteld wanneer het gaat om de overige punten die op de agenda staan. Een voorstel kan slechts op de agenda komen als hamerstuk voor de raad als alle fracties hiermee instemmen. In dat geval wordt het een debatstuk in de raad.
HOOFDSTUK 2: TOELATING VAN NIEUWE LEDEN, BENOEMING WETHOUDERS EN CARROUSELLEDEN
Artikel 9 Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging en benoeming raadsleden en wethouders
Bij politiek-maatschappelijk belangrijke onderwerpen kan het presidium besluiten deze niet op de agenda te zetten voor de carrousel, maar in plaats daarvan een aparte themavergadering te houden. De opzet en inhoud van de bijeenkomst wordt voorbereid door het presidium of in opdracht van het presidium door een werkgroep van raadsleden wanneer het thema een raadsinitiatief is en in overige gevallen door het college of samen.
Artikel 22 Aanvangstijdstip raads- en carrouselvergaderingen
De vergadering van de raad wordt uiterlijk om 23.00 uur gesloten. Als op dat tijdstip de vergaderagenda nog niet is afgewerkt, worden de beraadslagingen op de eerstvolgende donderdag om 20.00 uur voortgezet. De voorzitter kan overigens, na overleg met de fractievoorzitters, een ander sluitingsuur bepalen.
Artikel 26 Geluid en beeldregistraties
Voor het maken van geluid- en/of beeldregistraties tijdens de vergaderingen is vooraf toestemming nodig van de voorzitter. Deze kan aanvullende voorwaarden stellen, die strikt opgevolgd moeten worden.
Artikel 27 Primus bij woordvoering en hoofdelijke stemming
Bij de aanvang van de raadsvergadering bepaalt de voorzitter door loting bij welk lid van de raad de beraadslaging of de hoofdelijke stemming begint.
Artikel 28 Verslag en besluitenlijst
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan de raad te doen, als het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient minstens 24 uur voor deze vergadering schriftelijk bij de griffier te worden ingediend.
Artikel 31 Spreektijd in de raad
Iedereen die zich voor een raadsvergadering heeft aangemeld bij de voorzitter of de griffier kan na de opening van de vergadering, wanneer de voorzitter dit aangeeft, het woord voeren over op de agenda vermelde onderwerpen, met uitzondering van agendapunten over het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.
Artikel 33 Handhaving orde; schorsing
Als een spreker beledigende of ongepaste opmerkingen maakt, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk onderbreekt of op een andere manier de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als deze spreker hier niet naar luistert, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het te bespreken onderwerp het woord onthouden.
Op verzoek van een lid van de raad, een wethouder of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de vergadering te schorsen voor een door hem te bepalen tijd om de leden of het college de gelegenheid te geven het onderwerp onderling verder te bespreken. De vergadering wordt hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de bespreking en voordat de raad tot stemming overgaat heeft ieder lid het recht zijn voorgenomen stemgedrag te motiveren.
Artikel 37 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende raadslid gestemd heeft. Merkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt vragen om een aantekening dat hij zich heeft vergist, maar in de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering.
Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend (artikel 32 van de wet).
Artikel 40 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat volgens het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 41 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is behaald, vindt een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt met een tussenstemming bepaald tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden.
HOOFDSTUK 4: RECHTEN VAN LEDEN
Het verzoek om een interpellatie te houden, wordt minstens 48 uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend, behalve als de voorzitter bepaalt dat het om een spoedgeval gaat. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd en de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de overige leden van de raad en de wethouders zo snel mogelijk op de hoogte van de inhoud van het verzoek. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na het verzoek is ingediend, wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie wordt gehouden.
Artikel 50 Schriftelijke vragen
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door burgemeester en wethouders gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist. Vragensteller meldt deze wens uiterlijk om 12.00 uur op de dag voor de raadsvergadering.
Artikel 53 Ambtelijke bijstand
Op verzoek helpt de griffier raadsleden bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties en andere bijstand. Als nodig kan de griffier daarbij aan de gemeentesecretaris vragen om ondersteuning vanuit de ambtelijke organisatie.
Artikel 54 Fractieondersteuning
De fracties, zoals bedoeld in het Reglement van orde, ontvangen een vergoeding in verband met kosten die verband houden met het functioneren van de fractie. In de gemeentebegroting wordt daarvoor een budget geraamd per fractie. Dit budget kan bestaan uit een vast deel en een variabel deel per raadszetel.
HOOFDSTUK 6: LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Artikel 56 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om in de raadsvergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur aan de orde zijn geweest. Ieder lid van de raad kan aan een persoon zoals bedoeld in het eerste lid, mondelinge of schriftelijke vragen stellen.
HOOFDSTUK 7: BESLOTEN VERGADERING
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing, zolang dit niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 60 Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van het gestelde in artikel 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid van de wet, van plan is de geheimhouding niet te bekrachtigen dan wel op te heffen, wordt in een besloten vergadering met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd overleg gevoerd.
Toelichting reglement van orde 2020
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Op de carrouselvergaderingen was artikel 82 van de Gemeentewet van toepassing. Dit hield in dat de voorzitter van de carrousel uit de raad moet komen, maar ook dat de leden van de carrousel een beroep kunnen doen op onschendbaarheid.
De carrousel is nu gebaseerd op artikel 84 Gemeentewet, waardoor niet langer sprake is van een raadscommissie maar van een commissie. Daarvan kunnen anderen dan raadsleden voorzitter zijn.
Voor deze commissie geldt de onschendbaarheid van de leden als bedoeld in artikel 22 van de Gemeentewet niet. Het is goed dit te beseffen en opmerkingen en uitspraken die in het normale verkeer tussen mensen niet door de beugel kunnen te bewaren tot een vergadering van de raad.
Oorspronkelijk was een belangrijk deel van dit artikel opgenomen in artikel 3. Voor de duidelijkheid is het artikel uit elkaar gehaald en aangevuld met relevante bepalingen.
Het presidium is voornamelijk een agendacommissie en bepaalt de wijze waarop een onderwerp in de carrousel en in de raad behandeld wordt. Daarmee bepaalt het presidium in feite het (politiek-maatschappelijke) belang en de gevoeligheid van het onderwerp.
Het presidium kan kiezen uit een behandeling als A-document of als B-document.
A wil zeggen besluitvorming in twee ronden. Een eerste carrouselvergadering met bespreking van het agendapunt waarbij inwoners de gelegenheid krijgen in te spreken of een eerste oriënterende discussie plaatsvindt en daaropvolgend een tweede carrouselvergadering met agendering en discussie en besluitvorming. Deze tweede bespreking vindt ook in de carrousel plaats als er sprake is van nieuwe gezichtspunten of belangrijke aanvullende informatie.
B wil zeggen: presidium –> al dan niet carrousel –> raad.
Het is goed te beseffen dat een agendapunt dat door het presidium als hamerstuk op de agenda wordt gezet niet meer tijdens de raadsvergadering besproken wordt tenzij bij de vaststelling van de agenda een meerderheid daar alsnog voor kiest.
Het is belangrijk dat in het presidium elke partij een stem heeft die even zwaar weegt. Op die manier wordt de positie van minderheidsfracties in een dualistisch stelsel versterkt. Tevens kan dit de betrokkenheid van alle fracties bij de raadsvergaderingen vergroten.
De raad kiest voor maximale openbaarheid en zo min mogelijk besloten vergaderen. Toch zijn er soms onderwerpen die noodzaken tot beslotenheid. Bijvoorbeeld personele aangelegenheden, juridische procedures en zaken waarin de veiligheid van inwoners een rol speelt.
Artikel 12 Verzending concept-agenda en definitieve agenda
Dit artikel is geschreven op het papierloos werken. De raad volgt wat in het presidium over de hamerstukken en in de carrousel over de daar besproken stukken is besloten, maar kan daar in meerderheid bij vaststelling van de agenda van afwijken. Wel is toevoeging van agendapunten mogelijk. Bijvoorbeeld moties over niet op de agenda vermelde onderwerpen.
Artikel 13 Het college en secretaris
Goed gebruik is dat de wethouder bij behandeling van een voorstel dat te maken heeft met zijn portefeuille aanwezig is om een toelichting te geven, vragen te beantwoorden of om de opvattingen van de carrouselleden te horen.
Artikel 15 Openbare kennisgeving
Er zijn veel mogelijkheden om de agenda´s en vergaderingen onder de aandacht te brengen. Het is aan de voorzitter om dit adequaat in te vullen.
Bij politiek-maatschappelijke belangrijke onderwerpen kan het presidium besluiten deze op de agenda te zetten in de carrousel zonder dat er in een andere ruimte tegelijkertijd een ander agendapunt wordt besproken. Dit biedt alle raads- en carrouselleden de gelegenheid de bespreking te volgen.
Aan de carrousel kan per agendapunt slechts één lid per fractie deelnemen. Dit vereist een goede afstemming binnen de fractie, zowel voorafgaand aan de carrousel als daarna.
Artikel 17 Activiteiten carrousel
In de carrousel is van alles mogelijk zolang het raakt aan de taken en rollen van de raad. Met de volgorde van activiteiten genoemd in het eerste lid worden de fases van besluitvorming aan gegeven: deze lopen van informatieverstrekking via overleg, uitwisseling van opinies om elkaar te overtuigen naar standpuntbepaling.
Om te voorkomen dat veel tijd in de carrousel op gaat aan technische of detailvragen, is in het derde lid geregeld dat deze vragen voorafgaand aan de carrousel worden gesteld aan de behandelend ambtenaar, die in ieder raadsvoorstel is vermeld. Door de vragen ook aan de griffie te zenden worden alle raads- en carrouselleden geïnformeerd over de vragen en de antwoorden.
In de carrousel moet voldoende ruimte zijn voor inwoners om in te spreken. Het is de taak van het presidium om in te schatten of en in welke mate inwoners dit recht zullen gebruiken en daarvoor tijd in te ruimen. Mocht een agendapunt leiden tot veel insprekers, dan kan het presidium besluiten een eerste carrouselbehandeling daaraan te besteden en de daaropvolgende carrousel het onderwerp opnieuw op de agenda te zetten, waarbij carrouselleden en portefeuillehouder aan het woord kunnen komen.
Uitgangspunt is de volgende spreektijdverdeling: voor alle insprekers samen is in eerste termijn maximaal een kwart van de geplande tijd beschikbaar. Dus is voor een agendapunt één uur ingeruimd dan is een kwartier beschikbaar voor alle insprekers, met een maximum van vijf minuten per spreker. Het minimum is drie minuten.
Inwoners kunnen behalve in de carrousel ook inspreken in de raadsvergadering. Wel is het zo dat het inspreken in de carrousel over het algemeen informeler is en in twee termijnen kan. Inspreken in de raadsvergadering gebeurt aan het begin van de raadsvergadering, waarbij er geen gelegenheid is voor discussie met de raadsleden. Wel kunnen raadsleden vragen stellen aan de inspreker.
In het vijfde lid is het mondelinge vragenrecht van raadsleden geregeld. Mondelinge vragen zijn bij uitstek bedoeld om actuele kwesties die een direct antwoord verlangen aan de orde te stellen. Als dat niet aan de orde is, kan het onderwerp via het schriftelijke vragenrecht aan het college worden voorgelegd. Of een kwestie actueel is of niet is ter beoordeling van de voorzitter.
Artikel 19 Standpuntbepaling in de carrousel
Iedere fractie kan vragen om een politiek debat in de raad. De achterliggende reden is dat een debat niet wordt tegengehouden door een meerderheid. Wel dient de aanvrager van het debat aan te geven met wie hij in debat wil en waarover.
Artikel 20 Nadere bespreking in volgende carrousel
Bij de bepaling van de meerderheid wordt geen rekening gehouden met het aantal raadszetels van de fracties en dus heeft elke fractie één stem. Ook als het aantal stemmen gelijk is wordt het voorstel doorgeschoven naar een volgende vergadering.
Het kan noodzakelijk zijn voor politiek-maatschappelijk belangrijke onderwerpen een aparte bijeenkomst van de raad te beleggen. Het is aan het presidium om te beoordelen in welke gevallen een onderwerp in de carrousel kan en wanneer een aparte themabijeenkomst nuttig is.
Daarnaast kan ook het college onderwerpen voorleggen aan de raad en daarbij voorstellen een themabijeenkomst te beleggen.
Bij een politiek debat gelden geen termijnen. Degene die om het politieke debat heeft gevraagd geeft een aftrap met een betoog. De voorzitter leidt vervolgens het debat.
Voor andere beraadslagingen, zoals het jaarlijkse begrotingsdebat worden in het presidium nadere afspraken gemaakt.
De voorzitter kan in overleg met het presidium komen tot invoering van een spreektijd in de carrousel of raadsvergadering. In de carrouselvergadering wordt in de eerste termijn spreektijd gebruikt, waarbij de volgende tijden uitgangspunt zijn:
Bij een vergadertijd van 30 minuten, maximaal drie minuten per spreker.
Bij 45 minuten, vier minuten per spreker.
Bij 60 minuten of meer, vijf minuten per spreker.
De tweede termijn kent geen beperkingen om alle ruimte te laten voor de politieke discussie.
Artikel 50 Schriftelijke vragen
De regeling in het derde lid dat schriftelijke vragen binnen 30 dagen worden beantwoord is zodanig gekozen dat het college zich kan buigen over het antwoord.
Met de wet dualisering gemeentebestuur is een bepaling in de wet opgenomen over de actieve inlichtingenplicht van het college. De invulling van deze actieve inlichtingenplicht is in een notitie vastgelegd.
In het eerste lid wordt de raadsleden aangeboden zich tot de griffier of tot een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie te wenden. De keuzemogelijkheid doet zich vooral voor bij vragen om feitelijke informatie of het willen inzien of het verkrijgen van een afschrift van openbare documenten. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet.
Artikel 54 Fractieondersteuning
Fractieondersteuning gaat om een financiële ondersteuning. Het budget voor fractieondersteuning wordt in de gemeentebegroting opgenomen en door de raad jaarlijks vastgesteld. Omdat grotere fracties meer lasten kunnen hebben op facilitair gebied is het mogelijk dat voor hen met hogere kosten rekening wordt gehouden. Hiervoor is in Berg en Dal niet gekozen.
Voorwaarde is dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Tot raadswerkzaamheden worden gerekend alle activiteiten die noodzakelijk zijn in het belang van het goed functioneren van een duale raad, met andere woorden nodig voor de uitvoering van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol. De uitgaven moeten op de een of andere manier terug te vinden zijn in toekomstige activiteiten van de raad en de fracties moeten dit bij het verzoek om betaling vooraf aantonen.
In lid 3 staat aangegeven voor welke uitgaven geen bijdrage wordt verstrekt. Hiermede wordt voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd of dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning.
In het rechtspositiebesluit is naast een vergoeding voor werkzaamheden een onkostenvergoeding voor raadsleden opgenomen. Tot die onkostenvergoeding worden de volgende componenten gerekend die daardoor niet apart vergoed worden:
Voor de eventuele bekostiging van campagne- en partijbelangen is de Wet subsidiëring politieke partijen bedoeld. Voor opleidingen van raadsleden en leden van de carrousel is een apart budget beschikbaar.
Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, omdat het vaak om politiek getinte ondersteuning gaat. Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van personen die de fracties eventueel ondersteunen.
Over voorgenomen te declareren uitgaven moet het oordeel worden gevraagd van de griffier of het presidium. De kosten moeten zo snel mogelijk worden gedeclareerd en tijdig voor het afsluiten van een bepaald boekjaar.
In lid 4 wordt de Financiële verordening gemeente Berg en Dal van toepassing verklaard, zodat toetsing van de rechtmatigheid van de uitgaven is geregeld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-87152.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.