Subsidieregeling Oriëntatietrajecten en Talentplekken

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

 

overwegende dat het wenselijk is inwoners met een uitkering op grond van de Participatiewet met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en/ of inwoners met een Wmo-begeleidingsindicatie zich, door middel van een Oriëntatietraject of een Talentplek, maatschappelijk te laten ontwikkelen en stappen te laten zetten op de participatieladder richting werk.

 

overwegende dat een Oriëntatietraject of een Talentplek er voor zorgt dat de deelnemer door het verrichten van een maatschappelijk zinvolle activiteit sterker wordt in de zin van zelfredzaamheid, participatie, sociaal netwerk, regie over het eigen leven en welbevinden.

 

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn en de Transformatieagenda Algemene Voorzieningen Wmo en Jeugd 2018-2020;

 

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Oriëntatietrajecten en Talentplekken

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

 

Artikel 1.1 Algemene en begripsbepalingen

  • 1.

    Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

  • 2.

    Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

  • Awb : Algemene wet bestuursrecht;

  • capaciteitsonderzoek: Er kan als onderdeel van het Oriëntatietraject extra onderzoek nodig zijn om een goed beeld te krijgen wat een deelnemer kan;

  • deelnemer: Een inwoner van de gemeente Apeldoorn met een begeleidingsindicatie Wmo of een grote afstand tot de arbeidsmarkt, namelijk trede 2,3 en 4 van de participatieladder, die deelneemt aan een Oriëntatietraject of werkt op een Talentplek;

  • maatwerkdienstverlening: Ruimte binnen het Oriëntatietraject voor het inrichten van een eigen portfolio, een langere proefplaatsing, vervoer, groepstrainingen, specifieke voorzieningen;

  • organisatie: de aanvrager, een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zonder winstoogmerk Oriëntatietrajecten of Talentplekken aanbiedt;

  • Oriëntatietraject: Een traject voor een deelnemer om duidelijkheid te krijgen over welke onbetaalde werkplek gericht op arbeidsparticipatie het best passend is. Dit traject bestaat uit persoonlijke begeleiding en proefplaatsingen, zo nodig aangevuld met een capaciteitsonderzoek en maatwerkdienstverlening. Het advies vindt plaats in afstemming met de lokale toegang en uitkerende instantie;

  • persoonlijke begeleiding: Begeleiding dat onderdeel is van een Oriëntatietraject. Deze persoonlijke begeleiding bestaat uit een gemiddelde inzet van 10 uur voor intake-, vervolggesprekken en een plaatsingsgesprek op de best passende onbetaalde werkplek gericht op arbeidsparticipatie. Inclusief advies over bijbehorende begeleiding en/of opleiding, scholing en het formuleren van leerdoelen en het aangeven van het perspectief op de participatieladder. Het advies wordt samen met inwoner opgesteld (schriftelijk) en door of met toestemming inwoner aan lokale toegang verstrekt.

  • proefplaatsingen: Snuffelstages of meeloopdagen op onbetaalde werkplekken gericht op arbeidsparticipatie dat onderdeel is van een Oriëntatietraject. Het gaat hierbij om proefplaatsingen waarin de deelnemer onderzoekt of de onbetaalde werkplek gericht op arbeidsparticipatie bij hem of haar past. Voor het beschikbaar stellen van de werkplek voor een proefplaatsing ontvangt de aanbieder van de werkplek geen vergoeding. De maximale omvang van een proefplaatsing is 24 uur. Dit behoort tot het ondernemersrisico van de aanbieder (potentiële instroom);

  • Talentplek: Het door een deelnemer binnen een organisatie verrichten van een maatschappelijk zinvolle activiteit, waardoor een weekstructuur wordt opgebouwd;

  • uitvoeringsgroep: Het relevante netwerk voor informatie-uitwisseling en deskundigheidsbevordering onder voorzitterschap van de gemeente Apeldoorn, waaraan aanbieders van oriëntatietrajecten deelnemen;

  • Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  •  

Artikel 1.2 Doel

  • Oriëntatietrajecten of een Talentplekken hebben tot doel dat de deelnemers door het verrichten van maatschappelijk zinvolle activiteit sterker wordt in de zin van zelfredzaamheid, participatie, sociaal netwerk, regie over het eigen leven en welbevinden.

  •  

Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie op grond van de regeling verstrekken voor een:

  • a.

    Oriëntatietraject; of

  • b.

    Talentplek

 

Artikel 1.4 Aanvrager en aanvraag

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend worden aangevraagd door een organisatie.

  • 2.

    De subsidieaanvraag dient te worden ingediend op het daarvoor door het college ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulier.

 

Artikel 1.5 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 1.3 stelt het college per activiteit per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • 2.

    De subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst, waarbij als datum van ontvangst geldt de dag waarop de aanvraag volledig is.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond wordt bereikt op een dag waarop er meerdere volledige aanvragen binnenkomen, wordt de volgorde van binnenkomst bepaald door middel van een loting.

  •  

Artikel 1.6 Termijn voor beslissing op de aanvraag

  • Het college neemt binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

 

Artikel 1.7 Mandatering

Het college mandateert de bevoegdheden voor uitvoering van deze regeling, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in artikel 4.1 (Afwijkingsbevoegdheid), aan de manager van de eenheid Jeugd, zorg en welzijn.

 

Hoofdstuk 2 Oriëntatietrajecten

 

 

Artikel 2.1 Eisen aan de aanvrager:

Subsidie voor een Oriëntatietraject kan uitsluitend worden aangevraagd door een organisatie die:

  • a.

    aantoonbare kennis en ervaring heeft op het betreffende vakgebied/ de betreffende werksoort en is op grond hiervan in staat een passend oriëntatietraject aan te bieden;

  • b.

    werkplekken voor proefplaatsingen om niet beschikbaar stelt voor deelnemers van een Oriëntatietraject; en

  • c.

    deelneemt aan de Uitvoeringsgroep.

 

Artikel 2.2 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie voor een Oriëntatietraject in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de Uitvoeringsgroep heeft ingestemd met het Oriëntatietraject;

  • b.

    het Oriëntatietraject wordt uitgevoerd door deskundige medewerkers met minimaal een afgeronde hbo opleiding en die continue bijgeschoold worden op basis van relevante ontwikkelingen met betrekking tot de dienstverlening; en

  • c.

    de deskundige medewerker die het Oriëntatietraject begeleidt beheerst de Nederlandse taal in woord en geschrift op niveau B2;

  • d.

    de participatieladder wordt gehanteerd voor monitoring van de deelnemer; en

  • e.

    verleent medewerking aan monitoring, o.a. op basis van vastgestelde verantwoordingsformat, en evaluatie van de doeltreffendheid en effecten van deze regeling door het college.

  • f.

    een Oriëntatietraject wordt maximaal 3 maanden voor dezelfde deelnemer gesubsidieerd.

 

Artikel 2.3 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt € 750,- per gerealiseerd Oriëntatietraject per deelnemer;

 

Artikel 2.4 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid, en artikel 4:35 van de Awb en artikel 9 van de Asv kan de subsidie geweigerd worden als de aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.

 

Artikel 2.5 Besluit op aanvraag en directe vaststelling

  • 1.

    De aanvrager dient uiterlijk binnen 6 weken na het afronden van het Oriëntatietraject een subsidieaanvraag in op het door het college vastgestelde formulier. Deze aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een rapportage over de stand van zaken van de deelnemer conform het daarvoor ter beschikking gestelde verantwoordingsformat.

  • 2.

    Op basis van het formulier als bedoeld in artikel 2.5 lid 1 stelt het college de subsidie bij verlening direct definitief vast.

 

Hoofdstuk 3 Talentplekken

 

 

Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden

Om voor subsidie voor een Talenplek in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    er moet minimaal sprake zijn van twee deelnamedagen aan de Talentplek per week;

  • b.

    de plek is naar zijn aard geschikt met het oog op de gewenste begeleiding/ontwikkeling; en

  • c.

    de Talentplek wordt maximaal twee kalenderjaar voor dezelfde deelnemer gesubsidieerd.

 

Artikel 3.2 Hoogte subsidie

  • De subsidie bedraagt maximaal € 500,- per kalenderjaar voor een Talentplek.

 

Artikel 3.4 Verplichtingen

Het college legt, in aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv, de volgende verplichtingen op:

  • a.

    dat er zoveel mogelijk gewerkt wordt met vrijwilligers en met professionals die zorgen dat er begeleiding geboden wordt aan de deelnemer op de Talentplek;

  • b.

    dat de begeleider de schakel is tussen de deelnemer en de trajectregisseur/activeringscoach;

  • c.

    dat de begeleider zorgt voor de monitoring van de deelnemer op de Talentplek;

  • d.

    dat minimaal twee maal per jaar een overzicht gegeven wordt van de stand van zaken per deelnemer conform het daarvoor ter beschikking gestelde verantwoordingsformat.

 

Artikel 3.5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:25, tweede lid, en artikel 4:35 van de Awb en artikel 9 van de Asv kan de subsidie geweigerd worden als de aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid wordt de subsidie geweigerd als het aantal aangevraagde plekken niet realistisch is, hetgeen is gebaseerd op ervaringscijfers.

 

Artikel 3.6 Vaststelling en uitbetaling van de subsidie

  • 1.

    Uiterlijk 1 mei van het jaar dat volgt op het betrokken subsidiejaar dient een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend te worden.

  • 2.

    De aanvraag voor Talentplekken dient vergezeld te gaan van een jaaroverzicht van deelnemers conform het verantwoordingsformat.

  • 3.

    De subsidie van een Talentplek wordt vastgesteld op basis van het werkelijk aantal maanden in het betreffende kalenderjaar dat de deelnemer de Talentplek heeft bezet. Hierbij geldt dat de startdatum dan wel de datum van beëindiging van de plek in een deel van een maand geldt als bezetting in die hele maand.

  • 4.

    De betaling vindt binnen 6 weken na de subsidievaststelling plaats. Op basis van een schriftelijk verzoek kan de subsidie bevoorschot worden.

 

Hoofdstuk 4 Afwijkingsbevoegdheid en slotbepalingen

 

 

Artikel 4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen, gelet op het belang van een toereikend aanbod voor de betrokken deelnemers, bepalingen van deze regeling buiten toepassing te laten of daarvan gemotiveerd afwijken, voor zover van toepassing naar het oordeel van het college, leidt tot onbillijke of onevenredige gevolgen.

 

Artikel 4.2 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Op aanvragen (tot verlening en vaststelling) die op grond van de Subsidieregeling Toeleidingstrajecten en Talentplekken zijn ingediend, waarop nog niet is beslist, gelden de regels uit de voornoemde subsidieregeling.

  • 2.

    Op bezwaar- en beroepsschriften gericht tegen een verlenings-, weigerings- of vaststellingsbeschikking op grond van de Subsidieregeling Toeleidingstrajecten en Talentplekken wordt beslist met toepassing van voornoemde Subsidieregeling.

 

Artikel 4.3 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieregeling Toeleidingstrajecten en Talentplekken (bekendgemaakt op 30 juni 2017 en inwerking getreden op 31 juni 2017)

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Oriëntatietrajecten en Talentplekken’.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van b&w d.d. 17 maart 2020

Naar boven