DAEB besluit proeftuin Overwhere Zuid

Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend,

Gelet op

• artikel 160 van de Gemeentewet;

• de artikelen 14 en 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);

• het besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 (2012/21/EU), betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het VWEU op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, het DAEB-Vrijstellingsbesluit,

Overwegende dat

• Purmerend is geselecteerd voor een grootschalige proeftuin met een aardgasvrije wijk en ontvangt een rijksbijdrage voor het aardgasvrij maken van deze wijk;

• de huurwoningen in de wijk voor het grootste deel in bezit zijn van de woningbouwcorporaties;

• het aardgasvrij maken van de corporatiewoningen een onrendabele activiteit is en er daarom in onvoldoende snel tempo woningen aardgasvrij gemaakt zullen worden;

• op grond van artikel 106, tweede lid van het VWEU (decentrale) overheden bepaalde diensten die in het algemeen belang worden uitgevoerd kunnen aanwijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB);

• om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen het mededingings- en staatssteunrecht een onderneming daarvoor specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB dient te worden belast;

• met een beroep op het DAEB-Vrijstellingsbesluit van de Europese Commissie steun in de vorm van een compensatie voor de DAEB vrijgesteld is van melding aan de Europese Commissie;

• Purmerend een deel van de rijksbijdrage bij wijze van subsidie aan de woningbouwcorporaties wil geven zodat zij de investeringen kunnen doen die nodig zijn voor het aardgasvrij maken van de corporatiewoningen in de proeftuin, hierna: het project;

Besluiten:

I.

vast te stellen het volgende aanwijzingsbesluit DAEB:

A.

Aan te wijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang de volgende dienst:

Het aardgasvrij maken van de woningen van de woningbouwcorporaties in de grootschalige proeftuin met een aardgasvrije wijk te Purmerend. Het betreft het aansluiten op het warmtenet en het kookgas afkoppelen van 217 grondgebonden woningen en het volledig aardgasvrij maken van 483 portiekwoningen met kookgas.

B.

De aanwijzing eindigt op 31 december 2022, het einde van het project.

C.

De woningbouwcorporaties te Purmerend worden aangewezen als de onderneming belast met de uitvoering van de onder A. genoemde DAEB in de in de proeftuinwijk in Overwhere Zuid te Purmerend.

D.

Er worden geen uitsluitende of bijzondere rechten aan de onderneming bedoeld onder III. verleend.

E.

Het compensatiebedrag is niet hoger dan nodig om de nettokosten van de uitvoering van de DAEB te dekken. De woningcorporatie mag een redelijke winst ontvangen, te weten maximaal 8% van de nettokosten.

De parameters op basis waarvan de compensatie voor het verrichten van de DAEB objectief en op transparante wijze wordt berekend en eventueel herzien zijn:

Investering per grondgebonden corporatiewoning, inclusief kookgas: € 6.650,- (waarvan € 5.000,- voor aansluiting op stadsverwarming en € 1.650,- voor het afkoppelen van het kookgas)

Totaal aantal grondgebonden corporatiewoningen, inclusief kookgas: 217

Investering per portiekwoning corporatie met kookgas: €1.650,-

Totaal aantal portiekwoningen corporatie met kookgas: 483

F.

De regeling om eventuele overcompensatie te vermijden en terug te vorderen is:

• De maximaal beschikbare compensatie op basis van de geactualiseerde opgave van het aantal woningen bedraagt € 2.240.000;

• De definitieve vaststelling van de compensatie geschiedt op dusdanige wijze dat overcompensatie wordt voorkomen. Indien de kosten hoger zijn dat de ter beschikking gestelde compensatie, dient dit door de woningbouwcorporatie te worden toegelicht.

• de woningbouwcorporaties voeren een boekhoudkundige scheiding van kosten verbonden aan de DAEB-activiteit, waarbij ook de kosten voor kookgas en warmte worden gescheiden, en kosten en inkomsten verbonden aan haar andere activiteiten;

• het college controleert elk jaar en bij afsluiting van het project de dienstverlening en de financiële verantwoording;

• indien het college bij de afsluiting van het project constateert dat de ontvangen compensatie de kosten die de woningcorporatie voor het uitvoeren van de DAEB-taken heeft gemaakt overschrijdt, zal het college de woningcorporatie verplichten alle ontvangen overcompensatie aan de gemeente terug te betalen;

• De woningbouwcorporaties bewaren de bewijsmiddelen gedurende de duur van het project en tien jaar na afloop daarvan van de kosten van de DAEB. Kosten waarvoor geen bewijsmiddelen kunnen worden verstrekt aan het college komen niet in aanmerking voor compensatie en worden teruggevorderd.

II.

Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

Purmerend, 7 januari 2020

Burgemeester en wethouders van Purmerend,

de secretaris,

G. Blom

de burgemeester,

D. Bijl

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit hiertegen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan Burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend, t.a.v. team Juridische en Veiligheidszaken, Postbus 15, 1440 AA Purmerend. Op de envelop en bief duidelijk “bezwaarschrift” vermelden.