Voorstel van het college inzake Bekrachtiging Voorziening onderwijsbeleid onder de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 (RIS304411) (BOW/2019.445)Voorziening onderwijsbeleid onder de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 (RIS304410) (BOW/2019.435)

 

Het college heeft op grond van artikel 1.5, eerste lid van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 de verordening aangevuld met de Voorziening onderwijsbeleid Den Haag 2019. Op grond van deze voorziening kan het college subsidies verstrekken aan schoolbesturen voor activiteiten die bijdragen aan de realisering van de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”. Na bekrachtiging van de aanvullende voorziening door de raad, wordt de voorziening toegevoegd aan de Bijlagen Voorzieningen die bij de verordening hoort.

 

Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor het volgende besluit te nemen:

 

de raad van de gemeente Den Haag,

 

gelet op artikel 1.5 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019,

 

gezien het voorstel van het college van 28 januari 2020,

 

besluit:

 

de Voorziening onderwijsbeleid Den Haag 2019, door het college vastgesteld op 28 januari 2020 te bekrachtigen.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 26 maart 2020.

De plv. griffier, Jaap van Oeveren en de voorzitter, Johan Remkes.

 

 

 

Voorziening onderwijsbeleid onder de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 (RIS304410) (BOW/2019.435)

 

Toelichting

Bij de vaststelling van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019, is tevens vastgesteld “Bijlage 1. Voorzieningen onderwijsbeleid”. Deze bijlage regelt dat het college van burgemeester en wethouders subsidies kan verlenen aan schoolbesturen voor activiteiten die bijdragen aan de realisering van de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”. De bijlage is op grond van artikel 9 van de voorziening zelf met ingang van 1 juni 2019 vervallen.

Gebleken is echter dat een dergelijke voorziening nog steeds nodig is om rechtmatig subsidie aan scholen te kunnen verlenen, indien en voor zover de specifieke subsidieregelingen op het gebied van onderwijs daarin niet voorzien.

 

Artikel 1.5 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 bepaalt dat het college de verordening tijdelijk kan aanvullen met een voorziening. Deze aanvullende voorziening wordt na bekrachtiging door de raad òf na verloop van een periode van 12 weken na vaststelling toegevoegd aan de Bijlagen Voorzieningen. Omwille van de duidelijkheid wordt ervoor gekozen de voorziening ter bekrachtiging aan de gemeenteraad voor te leggen.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op artikel 1.5 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019,

 

besluit:

 

I. vast te stellen de volgende Voorziening onderwijsbeleid Den Haag 2019 als bijlage 4 bij de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019:

 

 

Bijlage 4. Voorziening onderwijsbeleid Den Haag 2019

 

Artikel 1. Doel voorziening

Het doel van deze voorziening is om scholen in staat te stellen bij te dragen aan realisering van de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”.

 

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen voor activiteiten die bijdragen aan:

    • a.

      meer kansengelijkheid in het Haagse onderwijs;

    • b.

      voldoende bekwame en innoverende onderwijsprofessionals;

    • c.

      leren samenleven op school;

    • d.

      onderwijs dat bijdraagt aan de economie van de stad;

    • e.

      een brede leer- en ontwikkelomgeving;

    • f.

      voor iedere leerling een passende plek; of

    • g.

      voldoende en toekomstbestendige schoolgebouwen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde activiteiten moeten passen binnen het beleid dat is vastgelegd in de Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”.

 

Artikel 3. Aanvraag

In aanvulling op het bepaalde in artikel 8, tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, legt het schoolbestuur bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

a. de mate waarin de activiteiten waarvoor hij subsidie aanvraagt, bijdragen aan en gericht zijn op het bereiken van de ambities genoemd in artikel 2, eerste lid en;

b. de scholen of locaties waar de activiteiten plaatsvinden.

 

Artikel 4. Onderwijsloket

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt elektronisch ingediend via het onderwijsloket.

  • 2.

    Het schoolbestuur neemt bij de indiening van de aanvraag de door het college daaraan gestelde eisen als bedoeld in artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

  • 3.

    De aanvraag dient te worden ondertekend met een elektronische handtekening namens het schoolbestuur, als bedoeld in artikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht, of op een andere door het college toegestane wijze van elektronische indiening waarbij geen twijfel bestaat over de authenticiteit van de aanvraag.

 

Artikel 5. Indieningsdatum

Een aanvraag om subsidie wordt ingediend in de periode van 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd zullen plaatsvinden, tot en met 31 oktober in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.

 

Artikel 6. Beslistermijn

Het college beslist op een aanvraag om subsidie binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

 

Artikel 7. Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks voor 1 december het subsidieplafond vast voor het kalenderjaar, waarop de subsidieverlening als bedoeld in artikel 2, betrekking heeft.

 

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als het schoolbestuur krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking vast door middel van loting.

 

Artikel 9. Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 kan subsidieverlening worden geweigerd als:

a. naar het oordeel van het college de subsidie niet of onvoldoende bijdraagt aan de realisatie van ambities in de Haagse Educatie Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”;

b. de aanvraag niet tijdig is ingediend en deze niet reeds op grond daarvan buiten behandeling is gesteld.

 

II. Deze voorziening ter bekrachtiging voor te leggen aan de gemeenteraad.

 

Den Haag, 28 januari 2020

Het college van burgemeester en wethouders, de wnd. secretaris, Dineke ten Hoorn Boer en de wnd. burgemeester, Johan Remkes

 

 

Naar boven