Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (Negentiende wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam)

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam in verband met de vervangingsregeling van de gemeentesecretaris, het nemen van beslissingen op adviezen van de geschillencommissie, het verlenen van ontheffingen voor te grote voertuigen, het beslissen inzake bepaalde subsidieregelingen en bevoegdheden inzake de Wet lokaal spoor, de Erfgoedverordening de Monumentenwet 1988, de Verordening op het Binnenwater 2010, de Wrakkenwet, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en de Gezondheidsverordening en enkele technische wijzigingen (Negentiende wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam)

 

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 106, eerste lid en artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a, van de Gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I

Het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

In artikel 1 vervalt onderdeel g, onder verlettering van de onderdelen h tot en met r tot g tot en met q.

 

B

 

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12 Vervangingsregeling gemeentesecretaris

 

De gemeentesecretaris wijst in geval van diens afwezigheid een vervanger aan.

 

C

 

Bijlage 1, onderdeel A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het tweede lid, onder c, en in het derde lid, onder a, vervalt ‘, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b van het Burgerlijk Wetboek,’.

  • 2.

    In het derde lid, onder f, onder iii, wordt ‘Titel 7.15, afdeling 9 BW’ vervangen door ‘titel 7.10, afdeling 9, BW’.

 

D

 

In bijlage 2, onderdeel B. Privaatrechtelijke rechtshandelingen, eerste lid, onder d, wordt ‘de algemeen directeur’ vervangen door ‘de gemeentesecretaris’.

 

E

 

In bijlage 3, onderdeel A. Personeelsaangelegenheden, onder b, wordt ‘titel 7.15, afdeling 9, van het Burgerlijk Wetboek’ vervangen door ‘titel 7.10, afdeling 9, van het Burgerlijk Wetboek’.

 

F

 

Onder verlettering van onderdeel D. Overige wetgeving tot E. Overige wetgeving, wordt in bijlage 4, hoofdstuk I Bestuur en Organisatie, onderdeel 4. Directeur Juridische Zaken, een onderdeel ingevoegd, luidende:

 

D. Arbeidsrecht

Gemandateerd aan de directeur Juridische Zaken wordt de volgende bevoegdheid op grond van het arbeidsrecht:

  • a.

    het nemen van een beslissing naar aanleiding van het advies van de geschillencommissie in de zin van artikel 11.5 Cao Gemeenten en artikel 11.5 jo. Bijlage 1 Cao Amsterdam.

 

G

 

In bijlage 4, hoofdstuk II Cluster Ruimte en Economie, onderdeel 4. RVE-directeur Verkeer en Openbare Ruimte, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

 

P. Regeling voertuigen

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheid op grond van de Regeling voertuigen:

  • a.

    het verlenen van ontheffingen voor het rijden met motorvoertuigen met beperkte snelheid die niet voldoen aan de eisen uit de Regeling voertuigen ten aanzien van afmetingen en massa's (artikel 9.1 in samenhang met artikel 5.1.1, eerste lid, aanhef en onder c, en tweede lid, en artikel 5.7.6 van de Regeling voertuigen).

 

H

 

Bijlage 4, hoofdstuk II Cluster Ruimte en Economie, onderdeel 5. RVE-directeur Metro en Tram, onder D. Wet lokaal Spoor, komt te luiden:

 

D. Wet lokaal spoor

  • a.

    Het verlenen, eisen, schorsen en intrekken van een vergunning voor het indienststellen van lokale spoorweginfrastructuur op grond van artikel 9, tweede lid, artikel 10, derde lid, en artikel 11 van de Wet lokaal spoor.

  • b.

    Het verlenen van de vergunning voor indienststelling van een spoorvoertuig, een gewijzigd spoorvoertuig of een type spoorvoertuig op grond van artikel 32, tweede en vijfde lid, artikel 33, derde lid, en artikel 34, eerste en zesde lid, van de Wet lokaal spoor, alsmede de bevoegdheid tot het verbieden van het gebruik van een spoorvoertuig op grond van artikel 35,tweede lid, Wet lokaal spoor.

  • c.

    Het verlenen van de vergunning de voor het op, in boven, naast of onder de lokale spoorweg uitvoeren of doen uitvoeren van werkzaamheden of het plaatsen van zaken, als bedoeld in artikel 12 van de Wet lokaal spoor.

  • d.

    Het opleggen van een last onder bestuursdwang (en daarmee ook de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom), uitsluitend en alleen ter handhaving van overtreding van verplichtingen uit de Wet lokaal spoor voor zover deze betrekking hebben op de bevoegdheden die op 14 november 2019 door het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam zijn gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

  • e.

    Het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 44, eerste lid van de Wet Lokaal Spoor Uitsluitend en alleen ter handhaving van overtreding van verplichtingen uit de Wet Lokaal Spoor voor zover deze betrekking hebben op de bevoegdheden die op 14 november 2019 door het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam zijn gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

 

I

 

Bijlage 4, hoofdstuk II Cluster Ruimte en Economie, onderdeel 5. RVE-directeur Metro en Tram, onder E., komt te luiden:

 

E. Gemeentewet

Het buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen met de mogelijkheid (onder)gevolmachtigden aan te wijzen en met recht van substitutie ten behoeve van notarissen en medewerkers van het kantoor van de behandelend notaris (artikel 171, eerste lid, van de Gemeentewet).

 

J

 

Bijlage 4, hoofdstuk II Cluster Ruimte en Economie, onderdeel 13. RVE-manager Wonen, Onder A. Subsidieverstrekking, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Aan onderdeel a wordt toegevoegd:

    • -

      Subsidieregeling Duurzame Zelfbouw;

    • -

      Bijzondere subsidieverordening basiskwaliteit woningbouw marktsector Amsterdam.

 

  • 2.

    Een nieuw onderdeel wordt toegevoegd, luidende:

    • d.

      Het nemen van beslissingen met betrekking tot het verstrekken van subsidies aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers, alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het college ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 op het beleidsterrein Wonen.

 

K

 

In bijlage 4, hoofdstuk IV, onderdeel 4. Rve-directeur Monumenten en Archeologie, onder A. Erfgoedverordening, aanhef, wordt ‘de stadsarcheoloog’ vervangen door ‘de directeur Monumenten en Archeologie’.

 

L

 

In bijlage 4, hoofdstuk IV, onderdeel 4. Rve-directeur Monumenten er Archeologie, onder B. Monumentenwet 1988, aanhef, wordt ‘de stadsarcheoloog’ vervangen door ‘de directeur Monumenten en Archeologie’.

 

M

 

Bijlage 4, Hoofdstuk VI. Cluster Gebiedsgericht Werken en Stadsbeheer, onderdeel 2. Directeur Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte, onder A. Algemene wet bestuursrecht, Wegenverkeerswet 1994 en de Gemeentewet, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

 

  • a.

    Het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom, het feitelijk ten uitvoer leggen van deze lasten en het nemen van invorderingsbeschikkingen in verband met de handhaving van de bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, de Verordening op de Vastgoedregistratie Amsterdam, de Telecommunicatiewet, de WIOR, de Afvalstoffen Verordening Amsterdam 2009, de Verordening op de Straathandel 2008, Verordening op het Binnenwater 2010, Wrakkenwet, Scheepvaartverkeerswet, Binnenvaartpolitiereglement, Gezondheidsverordening en de Bomenverordening 2008 (artikel 5:37 Awb, artikel 125 Gemeentewet en afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 Algemene wet bestuursrecht).

Artikel II

Het Mandaatbesluit vergunningverlening en handhaving Wet lokaal spoor wordt ingetrokken.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, met dien verstande dat de onderdelen F, J en M terugwerken tot en met 1 januari 2020 en onderdeel G terugwerkt tot en met 10 maart 2020.

Artikel IV

Deze regeling wordt aangehaald als: Negentiende wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 24 maart 2020.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

 

Algemeen deel

 

In het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam, dat op 16 december 2014 is vastgesteld, zijn de bevoegdheden opgenomen die door het college en de burgemeester aan de verschillende directeuren zijn gemandateerd of waarvoor een privaatrechtelijke volmacht is verleend. Vanwege nieuwe bevoegdheden en wijzigingen in de ambtelijke organisatie is het om de zoveel tijd noodzakelijk om het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam op een aantal punten te wijzigen of aan te vullen. Op die manier wordt voorkomen dat het college en de burgemeester onnodig belast worden met individuele besluitvorming. Vaak betreffen het technische wijzigingen om de besluitvorming die namens het college en de burgemeester plaatsvindt beter te stroomlijnen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

A en D: De definitiebepaling van de gemeentesecretaris komt te vervallen, omdat het niet noodzakelijk is om diens taken te onderscheiden in taken als Algemeen Directeur en taken als Voorzitter van het Gemeentelijk Managementteam. Verwijzingen naar deze taken in de regeling worden daarom aangepast.

 

B: De gemeentesecretaris regelt zijn eigen vervanging, zonder dat daarbij vooraf een volgorde vervangende functionarissen wordt bepaald.

 

C, onderdeel 1: De bepalingen waaruit de zinsnede wordt verwijderd gaan over het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst met een werknemer. De zinsnede wordt verwijderd, omdat deze tot verwarring leidt. Bij een beëindigingsovereenkomst bestaat namelijk geen recht op de wettelijke transitievergoeding.

 

C, onderdeel 2, en E: In deze onderdelen wordt een verkeerde verwijzing naar een bepaalde titel van het Burgerlijk Wetboek hersteld.

 

F: De directeur van de Directie Juridische Zaken was ten tijde van het ambtenarenrecht gemandateerd om te beslissen op bezwaren van ambtenaren tegen rechtspositionele besluiten. Hierom wordt deze ook gemachtigd om beslissingen te nemen naar aanleiding van adviezen van de geschillencommissie.

 

G: Naar verwachting zullen met enige regelmaat dit soort ontheffingsaanvragen worden ingediend. Het kan dan gaan om nieuwe of vervangende voertuigen of dat de maximumperiode waarvoor een ontheffing is verleend verloopt.

 

H: Dit onderdeel was reeds opgenomen in het Mandaatbesluit vergunningverlening en handhaving Wet lokaal spoor. Om ervoor te zorgen dat de mandaten aan directeuren van directies in één besluit te vinden zijn wordt de inhoud van het zojuist genoemde mandaatbesluit toegevoegd aan het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

 

I: In dit onderdeel is niet iets inhoudelijk aangepast. Aan de kop is het woord ‘Gemeentewet’ toegevoegd en de kop is voor de overzichtelijkheid van de regeling vetgedrukt.

 

J: Met dit onderdeel wordt de bevoegdheid tot het beslissen op aanvragen om subsidie op grond van de Subsidieregeling Duurzame Zelfbouw, de Bijzondere subsidieverordening basiskwaliteit woningbouw marktsector Amsterdam en de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 gemandateerd aan de directeur Wonen. Ten aanzien van soortgelijke subsidieregelingen bezit deze al dezelfde bevoegdheden.

 

K en L: In deze onderdelen worden bevoegdheden op grond van de Erfgoedverordening en de Monumentenwet 1988 niet langer aan de stadsarcheoloog gemandateerd, maar aan de directeur Monumenten en Archeologie. Deze kan vervolgens de bevoegdheden ondermandateren aan de door hem gewenste functionarissen. Hiermee kunnen wijzigingen in de organisatie of personele bezetting beter worden ondervangen.

 

M: In dit onderdeel is de bevoegdheid tot handhaving uitgebreid van het Westpoortgebied tot heel Amsterdam, omdat de handhaving niet alleen beperkt blijft tot het Westpoortgebied. Om te voorkomen dat overtreders in het Westpoortgebied en in een bepaald stadsdeel naar andere delen in de stad uitwijken is in enkele gevallen een algemeen mandaat van het college nodig om de illegale activiteit in de hele stad te stoppen. Verder is de bevoegdheid tot handhaving op grond van de Verordening op het Binnenwater, de Wrakkenwet, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en de Gezondheidsverordening toegevoegd, omdat er door het college inmiddels functionarissen binnen de directie Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte zijn aangewezen als toezichthouder of bijzonder opsporingsambtenaar.

 

Artikel II

Het Mandaatbesluit vergunningverlening en handhaving Wet lokaal spoor wordt ingetrokken, omdat de gemandateerde bevoegdheden in dat besluit middels dit wijzigingsbesluit worden opgenomen in het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

 

Artikel III

Omdat de Wet normalisering rechtspositie in werking is getreden per 1 januari 2020 en sindsdien de geschillencommissie is ingesteld werkt onderdeel F terug tot en met die datum. Onderdeel J werkt terug tot en met 1 januari 2020, omdat er sinds dat moment besluiten zijn genomen door de directeur Wonen op het gebied van subsidies van de in dit onderdeel genoemde subsidieregelingen. Onderdeel M werkt terug tot en met 1 januari 2020, omdat op 21 januari 2020 de toezichthouders en opsporingsambtenaren op grond van de toegevoegde regelingen zijn aangewezen, aan welk besluit terugwerkende kracht is toegekend tot en met dezelfde datum. Omdat er door de directeur Verkeer en Openbare Ruimte vanaf 10 maart 2020 reeds twee ontheffingen zijn verleend voor bepaalde hoge en brede voertuigen op basis van het Voertuigreglement werkt onderdeel G terug tot en met die datum.

 

Wijzigingen in de toelichting bij het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam

 

Artikel I

De toelichting bij het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 12 van de toelichting komt te luiden:

Artikel 12 Vervangingsregeling gemeentesecretaris

Per periode waarin de gemeentesecretaris afwezig is wijst deze een vervanger aan. Hier komen in beginsel enkel leden van het Gemeentelijk Management Team en directeuren binnen Bestuur en Organisatie voor in aanmerking.

 

Naar boven