Toelichting Beleidsregels individuele studietoeslag Participatiewet
Algemeen
De Invoeringswet Participatiewet introduceerde een studieregeling in artikel 36b van de Participatiewet: de individuele studietoeslag. Tot 1 januari 2020 was artikel 36b van de Participatiewet zo geformuleerd dat studenten van wie was vastgesteld dat dat zij niet in staat waren tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hadden, onder nadere voorwaarden in aanmerking konden komen voor een individuele studietoeslag.
Dit strookte niet met het uiteindelijke doel van de regeling, namelijk jongeren met een structurele medische beperking die geen inkomsten kunnen verwerven naast en tijdens hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te geven.
Dit maakt dat, vooruitlopend op een volledige herziening van artikel 36b, de voorwaarde zoals opgenomen in artikel 36b, eerste lid, onder d, van de Participatiewet alvast is gewijzigd. Het moet gaan om een persoon van wie is vastgesteld dat hij door een structurele medische beperking tijdens de studie geen inkomsten kan verwerven.
Daar waar in de toelichting op de Beleidsregels individuele studietoeslag Participatiewet de voorwaarde niet in staat zijn ‘het minimumloon te verdienen’ of ‘verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft’ staat, moet komen te staan, niet in staat zijn ‘,als gevolg van een structurele medische beperking, tijdens de studie inkomsten te verwerven’.
Daarnaast dient de artikelsgewijze toelichting op artikel 1 aangepast te worden, overeenkomstig de voorgestelde wijzigingen.