WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019

De raad van de gemeente Midden-Groningen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2018,

gelet op de Winkeltijdenwet;

besluit de Winkeltijdenverordening Midden-Groningen 2019 vast te stellen.

 

 

 

 

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. wet: Winkeltijdenwet

b. feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

c. werkdagen: maandag tot en met zaterdag

d. winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet, te weten: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

 

Artikel 2. Algemene vrijstelling voor zon- en feestdagen

1. Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet vervatte verboden geldt van 10:00 uur tot 18:00 uur een algemene vrijstelling.

 

2. Indien 24 december op een zondag valt, geldt in afwijking van lid 1 voor die dag van 8:00 tot 18:00 uur een algemene vrijstelling.

 

Artikel 3 Specifieke vrijstellingen voor zon- en feestdagen

Naast de algemene vrijstelling uit artikel 2 gelden voor de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, de specifieke vrijstellingen voor zon- en feestdagen als opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

 

Artikel 4 Individuele ontheffingen van blijvende aard voor zon- en feestdagen

1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen buiten het tijdvak van de algemene vrijstelling uit artikel 2, ten behoeve van een winkel waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht, indien die winkel is gelegen op ten hoogste 250 meter van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis en een functie heeft ten behoeve van dat ziekenhuis of verpleeghuis, vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

 

2. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis, vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

 

3. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen buiten het tijdvak van de algemene vrijstelling uit artikel 2, ten behoeve van winkels, gericht op reizigers, in een gebouw ten behoeve van een knooppunt van openbaar vervoer.

 

4. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter van een knooppunt van openbaar vervoer.

 

Artikel 5 Individuele ontheffingen voor bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard

1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden voor zover dat valt buiten de vrijstellingen gegeven in de artikelen 2 en 3 van deze verordening.

 

2. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verbod voor zover dat valt buiten de vrijstellingen gegeven in artikel 3 van deze verordening.

 

3. Een ontheffing kan enkel worden verleend voor bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

 

Artikel 6 Ontheffingen: Voorwaarden en gronden voor weigering

1. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

 

2. De ontheffing kan onder meer worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel, dan wel op de plaats en directe omgeving waar de activiteit als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de wet, op ontoelaatbare wijze nadelig zal worden beïnvloed op basis van het gebruik van de ontheffing.

 

Artikel 7 Beslistermijn

1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

 

2. Zij kunnen hun besluit voor ten hoogste acht weken verdagen.

 

Artikel 8 Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. verandering van omstandigheden en inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

c. de exploitatie van de winkel, dan wel de activiteit als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de wet, op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

d. aan ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn;

f. de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

 

Artikel 9 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

 

Artikel 10 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

1. De Winkeltijdenverordening Hoogezand-Sappemeer, vastgesteld 10 februari 2014, de Verordening winkeltijden Menterwolde 2013, vastgesteld 4 juli 2013, en de Verordening winkeltijden gemeente Slochteren 2014, vastgesteld 18 september 2014, worden ingetrokken met ingang van de dag dat deze verordening in werking treedt.

 

2. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Winkeltijdenverordening Hoogezand-Sappemeer, Verordening winkeltijden Menterwolde 2013 of de Verordening winkeltijden gemeente Slochteren 2014 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Midden-Groningen 2019.

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 31 januari 2019

De raad van de gemeente Midden-Groningen

Adriaan Hoogendoorn

Voorzitter Mieke Bouwman

Griffier

Bijlage: Specifieke vrijstellingen (Lijst artikel 3 Winkeltijdenverordening Midden-Groningen 2019)

 

1. Artikel 1. (bepaalde winkels)

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

a. musea;

b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

 

2. Artikel 2 (openstelling anders dan voor verkoop)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

3. a. winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

4. b. winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

 

5. Artikel 3 (straatverkoop van bepaalde goederen)

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

 

6. Artikel 4 (begraafplaatsen)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

 

7. Artikel 5 (culturele evenementen)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

 

8. Artikel 6 (sportcomplexen)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

 

9. Artikel 7 (bejaardenoorden)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

 

10. Artikel 8 (E.H. Communie)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

 

11. Artikel 9 (Allerheiligen en Allerzielen)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

 

12. Artikel 10 (Ramadan)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

 

13. Artikel 11 (bedevaartplaats)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

14. a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

b. religieuze artikelen en souvenirs;

c. bloemen en planten.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

15. a. voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

b. religieuze artikelen en souvenirs;

c. bloemen en planten.

 

16. Artikel 12 (carnaval)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

 

17. Artikel 13 (kermis)

1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TOELICHTING BIJ DE WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019

 

Algemeen deel

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet (Wtw). Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de nu oude Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk vervallen.

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 2 en 3, luiden vanaf 1 juli 2013 als volgt:

 

Artikel 2 Winkeltijdenwet

1. Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

a. op zondag;

b. op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag,

op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei

na 19 uur;

c. op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

2. Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

 

Artikel 3 Winkeltijdenwet

1. De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

2. De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

3. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2.

In dit artikel van de verordening wordt voor de zon- en feestdagen een algemene vrijstelling gegeven voor alle winkels voor de tijd tussen 10:00 uur en 18:00 uur. Als 24 december op een zondag valt, mogen de winkels geopend zijn van 8:00 tot 18:00 uur. Alle winkeliers kunnen zelf bepalen of zij wel of niet van deze mogelijkheden gebruik maken.

Voor de eenduidigheid richting consumenten zou het goed zijn als de winkelgebieden de koopzondagen gezamenlijk zouden bepalen.

Voor de winkels die vallen onder het Activiteitenbesluit (o.a. supermarkten) geldt dat het laden en lossen in gebieden waar winkels en woningen e.d. in elkaar (directe) nabijheid gelegen, in de praktijk alleen kan plaatsvinden tussen 7:00 en 19:00 uur. Rekening houdend met omwonenden zou het goed zijn als winkeliers afspreken dat er op zondagen pas na 9:00 uur worden geladen en gelost.

 

Artikel 3.

De inwerkingtreding van de gewijzigde Winkeltijdenwet op 1 juli 2013 heeft onder andere gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Deze algemene maatregel van bestuur had als grondslag de artikelen 5, eerste en tweede lid, en 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (oud). Na inwerkingtreding van de gewijzigde Winkeltijdenwet betreft dit het breder getrokken artikel 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw). Hoewel artikel 8 dus breder getrokken is heeft de wetswijziging tot gevolg dat de artikelen 3, derde en vierde lid, 4, derde en vierde lid, en 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen. Datzelfde geldt voor bepalingen in gemeentelijke verordeningen die gebaseerd zijn op artikel 12, tweede lid, van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (zoals bijvoorbeeld artikel 8 van de Modelverordening Winkeltijdenwet 2010).

Deze vervallen vrijstellingen kunnen gemeenten vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) bij verordening vaststellen.

 

Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn een duizendtal detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea en in bejaardenoorden en winkels in feestartikelen, alsmede openstellingen ter gelegenheid van sport- en culturele evenementen en openstellingen bij bijzondere gelegenheden van religieuze aard, zoals de Ramadan, de Eerste Heilige Communie en bedevaarten.

 

In deze verordening is er voor gekozen om de vervallen vrijstellingen van artikel 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet te regelen in artikel 3, in combinatie met de in de bijlage bij deze verordening opgenomen lijst van specifieke vrijstellingen.

 

Artikel 4.

De hierboven genoemde vervallen vrijstellingen van artikel 3, derde en vierde lid, en artikel 4, derde en vierde lid van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zijn opgenomen in artikel 4, lid 1 tot en met 4 van deze verordening.

 

Artikel 5.

In lid 1 wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om ontheffing te verlenen van het verbod van winkelopenstelling op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur, voor zover dat valt buiten de algemene vrijstellingen van artikel 2 en 3 van de verordening.

In lid 2 wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om ontheffing te verlenen ten aanzien van straathandel voor zover dat valt buiten de vrijstellingen van artikel 3 van de verordening. Het gaat bij zowel lid 1 als lid 2 alleen om bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zoals bijvoorbeeld de nachtelijke presentatie van een uit te geven boek of een CD, of een andere bijzondere gelegenheid.

 

Artikel 6.

Op grond van lid 1 kunnen aan de ontheffingen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Een mogelijke beperking is een beperking aan de waren die verkocht mogen worden, waarbij kan worden gedacht aan het toestaan van enkel de verkoop van eet- en drinkwaren (waar bijvoorbeeld sterke of alcoholische drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet dan weer van uitgezonderd kan worden), van bloemen, of van kranten en tijdschriften.

Lid 2 bevat een voor de hand liggende, al veel voorkomende weigeringsgrond.

 

Artikel 7.

De inhoud van dit artikel behoeft verder geen toelichting.

 

Artikel 8.

De inhoud van dit artikel behoeft verder geen toelichting.

 

Artikel 9.

De inhoud van dit artikel behoeft verder geen toelichting.

 

Artikel 10.

De in lid 1 van dit artikel genoemde Winkeltijdenverordening Hoogezand-Sappemeer, Verordening winkeltijden Menterwolde 2013 en de Verordening winkeltijden gemeente Slochteren 2014 blijven in werking tot op het moment dat de onderhavige verordening, die de genoemde verordening vervangt, in werking treedt.

Lid 2 van dit artikel behoeft verder geen toelichting.

 

Artikel 11.

De inhoud van dit artikel behoeft verder geen toelichting.

 

 

 

Naar boven