Gemeenteblad van Kaag en Braassem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Kaag en Braassem | Gemeenteblad 2020, 70747 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Kaag en Braassem | Gemeenteblad 2020, 70747 | Beleidsregels |
Inkoop- en aanbestedingsbeleid
Gemeente Kaag en Braassem is een regiegemeente en dat brengt met zich mee dat we sturen op doelen en resultaten ofwel: wat we willen bereiken. Uitvoerende taken laten we zoveel mogelijk over aan anderen die dat beter of goedkoper kunnen: inwoners, maatschappelijke organisaties, ontwikkelaars of ondernemers. Dat doen we onder meer via inkoop- en aanbestedingstrajecten waarin de gemeentelijke organisatie de rol van opdrachtgever heeft. Vanuit die rol geeft de gemeente invulling aan haar uitgangspunten voor samenwerking zoals partnerschap, vertrouwen en een integrale aanpak. De gemeente stuurt hier niet alleen op bij het afsluiten van een overeenkomst, maar ook bij de bewaking van de uitvoering ervan (contractbeheer en contractmanagement).
Onze visie op opdrachtgeverschap omvat drie pijlers:
Het inkoop- en aanbestedingsbeleid geldt voor alle opdrachten waar de gemeente als inkopende- of aanbestedende dienst handelt, inclusief:
In de volgende hoofdstukken worden eerst de algemene doelen van het inkoop- en aanbestedingsbeleid toegelicht en daarna een aantal specifieke doelen. Het SROI-beleid is uitgewerkt in bijlage 1.
Inkoop is het vakgebied dat zich bezighoudt met alle inkoopwerkzaamheden van een organisatie: van de behoefte bepalen tot en met de daadwerkelijke oplevering en evaluatie. Aanbesteden is de specifieke methode om in te kopen en daarmee een onderdeel van ‘inkopen’. Aanbesteden omvat een proces waarin de opdrachtgever op controleerbare en objectieve wijze een aanbieder selecteert en de opdracht verstrekt aan de ondernemer die het beste voldoet aan de gestelde eisen.
Werken zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Aanbestedingswet 2012: de realisatie van bouwkundige of civieltechnische werken die bestemd zijn voor het vervullen van een economische of technische functie, zoals bijvoorbeeld de aanleg, het groot onderhoud en het wijzigen van civiele, groen- en cultuurtechnische en bouwkundige voorzieningen in de openbare ruimte. Regulier terugkerend onderhoud aan groenvoorzieningen en kleine reparaties aan (wegen)bouwkundige werken vallen niet onder de definitie van werken, maar onder diensten.
Leveringen zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Aanbestedingswet 2012: een schriftelijke overeenkomst voor aankoop, leasing, huur of huurkoop van een product. Het zijn tastbare zaken die niet onder ‘werken’ vallen. Bijkomende werkzaamheden voor het leveren, aanbrengen of installeren van de producten worden als onderdeel van het product beschouwd.
Diensten zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Aanbestedingswet 2012: een schriftelijke overeenkomst voor het verrichten van diensten dan wel de inhuur van personeel. Onder diensten worden alle prestaties begrepen, die niet onder leveringen of werken vallen (en niet tastbaar zijn).
Een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel1 die tussen één of meer ondernemers en één of meer aanbestedende diensten wordt gesloten en die betrekking heeft op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten. Zie ook artikel 1.1 Aanbestedingswet 2012.
De in de overeenkomst genoemde wederpartij van de gemeente.
Een aanbod in de zin van het Burgerlijk Wetboek.
Een enkelvoudige of meervoudige aanvraag van de gemeente voor te verrichten prestaties of een (Europese) aanbesteding conform de Aanbestedingswet 2012 en de Europese aanbestedingsrichtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG.
Een ‘aannemer’, een ‘leverancier’ of een ‘dienstverlener’.
Controle en sturing op de uitvoering van overeenkomsten met (strategische) partners.
De interne organisatie voorzien van informatie over en inzicht in de (ontwikkeling van) lopende contracten, contractuele afspraken en sturingsinformatie. Het voeren van een daarvoor bestemde administratie waardoor er zicht is op contractdocumenten, looptijden, procedures, termijnen en budgetten.
De gemeente vraagt aan één ondernemer een offerte. Er is geen concurrentie in de procedure.
De gemeente vraagt ten minste drie en maximaal vijf ondernemers een offerte.
De opdracht wordt landelijk bekend gemaakt. Er is vrije concurrentie mogelijk tussen alle nationale aanbieders.
Deze procedure is gelijk aan de nationale openbare procedure, met het verschil dat de opdracht voor alle Europese lidstaten wordt opengesteld.
Deze procedure kent een voorselectie en wordt gebruikt om het aantal inschrijvers te beperken. Na de voorselectie is deze procedure vrijwel gelijk aan de openbare procedure.
Het meenemen van zowel sociale als milieuaspecten in het totale inkoopproces.
Social Return On Investment (SROI)
Het opnemen van sociale voorwaarden in de inkoop- en aanbestedingstrajecten ten behoeve van het creëren van extra werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
3. DOELEN INKOOP- EN AANBESTEDINGSBELEID
Kwalitatief hoogwaardige diensten, leveringen en werken inkopen is wat de gemeente Kaag en Braassem nastreeft. Daarvoor moet het inkoop- en aanbestedingsproces rechtmatig, doelmatig, professioneel en efficiënt verlopen, waar mogelijk op een innovatieve manier.
Het inkoop- en aanbestedingsproces moet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving.
Tegen zo laag mogelijke kosten inkopen en aanbesteden – rekening houdend met de beste prijs/kwaliteitverhouding – controleerbaar en met een zo goed mogelijk resultaat. Daar gaat het om bij doelmatigheid. Bij kosten gaat het om de prijs van de aanbieder, de kosten die de gemeente verwacht te moeten maken (bijvoorbeeld in tijd) en om ‘Total costs of ownership’. Dit zijn de totale kosten voor het bezit en gebruik gedurende de hele levens-/gebruikscyclus van een product of dienst zoals: milieueigenschappen, levensduur, onderhoudskosten, gebruikskosten en afvalkosten. Bij resultaat gaat het zowel over het resultaat van een inkooptraject als over de bijdrage daarvan aan de organisatiedoelen.
Professioneel betekent dat de gemeente een integere, betrouwbare en zakelijke opdrachtgever wil zijn. Bestuurders en ambtenaren passen de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht toe (bijlage 2) en de vastgestelde gedragscodes en afspraken over integriteit2. De gemeente heeft de Beleidsregel Integriteit en Overeenkomsten (BIO) vastgesteld op grond waarvan o.a. in elke overeenkomst een integriteitsclausule wordt opgenomen. De gemeente sluit alleen een overeenkomst met integere ondernemers; dat kan getoetst worden gedurende het inkoop- en aanbestedingsproces3.
De administratieve lasten worden zoveel mogelijk beperkt tijdens het inkoop- en aanbestedingsproces, maar ook daarna. De gemeente wil zo effectief mogelijk inkopen en aanbesteden en daarom meer werken met overeenkomsten met een langere looptijd, raamovereenkomsten en mogelijkheden om te verlengen. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van digitale vormen van inkopen en aanbesteden. Ook in de (bewaking van de) uitvoering van een contract worden de administratieve lasten zoveel mogelijk beperkt.
Innovatie stimuleren doet de gemeente door bijvoorbeeld ruimte te geven aan de markt om met innovatieve en duurzame oplossingen te komen, door het toepassen van vernieuwende inkoopprocedures en contractvormen of te experimenteren met ‘maatschappelijk aanbesteden’.
Met een aantal doelstellingen kan bij elk inkooptraject rekening worden gehouden, bijvoorbeeld duurzaamheid en SROI. Dit zijn specifieke doelstellingen die de hele gemeentelijke organisatie aangaan.
Maatschappelijk Verantwoord Inkopen
Voor de gemeente Kaag en Braasem betekent maatschappelijk verantwoord inkopen dat naast prijs en kwaliteit ook in alle fasen van het inkoopproces (van de aanbestedingsstukken tot in de overeenkomst) wordt gelet op de effecten op het milieu én sociale aspecten.
De gemeente streeft naar energieneutraal handelen o.a. door te besparen op het energieverbruik van gemeentelijke gebouwen en installaties en door het opwekken van duurzame energie. Daarbij gaat het nu vooral om windenergie, maar bij nieuwe aanbestedingen wordt actief gezocht naar andere innovatieve mogelijkheden voor vergroening van energie.
De gemeente wil hergebruik en gebruik van hernieuwbare materialen stimuleren. Biobased inkopen betekent zoveel mogelijk gebruik maken van natuurlijke hernieuwbare materialen bij diensten, leveringen en werken.
In de circulaire economie bestaat er geen afval: verspilling van grondstoffen wordt tegengegaan door producten en materialen te hergebruiken. Bij circulair inkopen wordt het inkoopinstrument ingezet om dit te stimuleren en daarmee de transitie naar een circulaire economie te bevorderen. Een voorbeeld daarvan is de invoering van gedifferentieerde tarieven voor afvalstoffenheffing. Door de invoering van dit systeem worden inwoners extra gestimuleerd om kritisch met hun eigen afval om te gaan zodat de totale afvalberg afneemt en recyclebaar afval toeneemt.
4. Social Return On Investment (SROI)
SROI verwijst naar sociaal ondernemerschap. De gemeente vraagt opdrachtnemers om een deel van de waarde van de loonsom van de opdracht te herinvesteren in de samenleving. Het gaat om investeren in mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om hun kansen op werk te vergroten. SROI is een methode om die herinvestering vorm te geven.
SROI wordt een verplicht onderdeel van een aanbesteding als het gaat om:
Een geldige certificering Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO), minimaal trede 2, ziet de gemeente als volwaardige alternatieve invulling van SROI.
Het uitgangspunt van de gemeente is dat alle ondernemers gelijke kansen krijgen. Wel houdt de gemeente (binnen wet- en regelgeving) de lokale economie in het oog, waaronder de mogelijkheden voor het midden- en kleinbedrijf.
5. INKOPEN EN AANBESTEDEN: PROCEDURE
De geraamde waarde bepaalt voor een belangrijk deel wat de aanbevolen procedure is. De ‘geraamde waarde’ is de totale waarde van de opdracht, inclusief de opties om te verlengen en mogelijk meerwerk. Bijvoorbeeld: bij een looptijd van vier jaar met twee keer één optiejaar, wordt het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigd met zes. Als de opdracht bestaat uit (meerjarige) periodieke leveringen of diensten, dan moet de waarde van de verschillende opdrachten bij elkaar worden opgeteld.
Bij een opdracht die binnen de categorie ‘Werken’ valt moet rekening gehouden worden met de waarde van leveringen en diensten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering ervan. De optelsom van beide waarden is de totale geraamde waarde van de opdracht. Als het grootste deel daarvan bestaat uit ‘Leveringen en diensten’ gelden de drempelbedragen van ‘Leveringen en diensten’ voor de totale opdracht. Met andere woorden: de drempelbedragen (en daarbij horende inkoopprocedures) van de grootste component binnen de opdracht gelden voor de totale opdracht.
Opdrachten mogen niet onnodig worden samengevoegd of gesplitst. Bijvoorbeeld het splitsen in (deel)producten die gezamenlijk één product vormen of door onderdelen van de opdracht bij verschillende organisatieonderdelen onder te brengen om onder drempelbedragen te blijven. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als die benoemd zijn in (en in overeenstemming zijn met) de geldende wet- en regelgeving.
Voor opdrachten met een geraamde waarde onder de Europese drempelbedragen volgt de gemeente Kaag en Braassem de richtlijnen uit de Gids Proportionaliteit bij de selectie van de meest passende procedure. Daarbij blijft het van belang om per opdracht af te wegen welke procedure het meest geschikt en proportioneel is. Voor kleinere opdrachten (tot €50.000) kan het efficiënter of effectiever zijn om enkelvoudig aan te besteden, maar het is niet verplicht. Opdrachten met een hogere waarde worden meervoudig aanbesteed.
Voor opdrachten met een waarde vanaf de Europese drempelbedragen is een Europese aanbestedingsprocedure verplicht. De Europese drempelbedragen voor 2020-2021 voor opdrachten in de categorie ‘Werken’ zijn € 5.350.000, voor ‘Leveringen en Diensten’ € 214.000 en voor ‘Sociale en andere specifieke diensten’ € 750.000. De drempelbedragen worden tweejaarlijks aangepast.
Naast de geraamde waarde spelen andere argumenten een rol bij de keuze van de inkoopprocedure zoals transactiekosten van de aanbestedende dienst en inschrijvende partijen, marktsamenstelling (het aantal potentiële inschrijvers), de complexiteit van de opdracht en het gewenste eindresultaat. De keuze voor een procedure moet altijd gemotiveerd worden en vastgelegd in een aanbestedingsdossier.
Onderstaande tabellen bevatten een overzicht van procedures en drempelbedragen. Daarbij is geen rekening gehouden met opdrachten met een grensoverschrijdend belang.
Tabel 1. Aanbestedingsprocedure voor leveringen en diensten
Mandaat tot aangaan van verplichting4 |
|||
≤ €100.000: Manager/teamleider (mits in overeenstemming met beleid) |
|||
Tabel 2. Aanbestedingsprocedure voor werken
Mandaat tot aangaan van verplichting5 |
|||
≤ €100.000: Manager/teamleider (mits in overeenstemming met beleid) |
|||
Soms zijn er argumenten (zoals prijs/kwaliteit of de marktsamenstelling) om een andere procedure te volgen. Bij opdrachten met een waarde boven de €50.000 kan dat uitsluitend met toestemming van het college van burgemeester en wethouders. Ook over alle andere afwijkingen beslist het college van burgemeester en wethouders.
De gemeente wil meer met raamovereenkomsten gaan werken. Een raamovereenkomst is geschikt voor een stroom van gelijksoortige opdrachten die gebundeld kunnen worden en door één of meerdere in de overeenkomst benoemde leverancier(s) uitgevoerd kunnen worden. Bijvoorbeeld het onderhoud van een wagenpark of bepaalde juridische dienstverlening. Voor de looptijd van de overeenkomst wordt een aantal voorwaarden afgesproken (zoals prijs, kwaliteit, hoeveelheid en levertijd) waaronder de opdrachten zullen worden gegund.6 Raamovereenkomsten kunnen voor maximaal vier jaar worden afgesloten met één of meerdere leveranciers per overeenkomst, behalve in uitzonderingsgevallen waarbij goed wordt onderbouwd waarom het wenselijk is om hiervan af te wijken.7
Klachten kunnen worden gemeld bij het klachtenmeldpunt van de gemeente. Dat is een onafhankelijk aanspreekpunt voor ondernemers. Binnen de gemeente Kaag en Braassem is Team Control belast met klachten over aanbestedingen. Elk aanbestedingsdocument moet duidelijk vermelden waar klachten kunnen worden ingediend en hoe de klachtenprocedure verloopt.
Bij ontevredenheid over de beslissing van de gemeente kan de ondernemer de klacht opnieuw indienen bij de landelijke Commissie van Aanbestedingsexperts. Die commissie geeft onafhankelijk advies over klachten met betrekking tot aanbestedingsprocedures en bemiddelt waar mogelijk.
6. INKOPEN EN AANBESTEDEN: KADERS
Algemene beginselen van Aanbestedingsrecht
Gemeente Kaag en Braassem past bij het verstrekken van opdrachten de volgende algemene beginselen van het aanbestedingsrecht toe. Die zijn gericht op een vrij verkeer van diensten en goederen en gelijke behandeling van ondernemers:
Proportionaliteit (evenredigheid): de gestelde eisen, (contract)voorwaarden en criteria aan de inschrijvers mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot het onderwerp van de opdracht. De gemeente past het beginsel van proportionaliteit toe bij de te stellen eisen, voorwaarden en criteria aan inschrijvers en inschrijvingen en met betrekking tot de contractvoorwaarden.
Voorafgaand aan inkoop vindt een objectieve toets plaats of sprake is of zou kunnen zijn van een duidelijk grensoverschrijdend belang. Bij overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten met een duidelijk grensoverschrijdend belang past de gemeente de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht toe. Bij overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten met een duidelijk grensoverschrijdend belang kunnen buiten Nederland gevestigde ondernemers interesse hebben. Dit kan blijken uit de uitgevoerde marktverkenning.
Of een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst een duidelijk grensoverschrijdend belang heeft, hangt af van verschillende omstandigheden, zoals de waarde of aard van de opdracht en de plaats waar de opdracht moet worden uitgevoerd. Voor overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten met een duidelijk grensoverschrijdend belang zal de gemeente een passende mate van openbaarheid in acht nemen. Dit vloeit voort uit het transparantiebeginsel. Een aankondiging van de te verstrekken opdracht zal de gemeente – naast de verplichte publicatie op TenderNed dan wel de aanbestedingskalender – op haar website plaatsen en/of in andere gebruikelijke platforms, zoals dagbladen.
Gecoördineerd decentraal inkoopmodel
De gemeente hanteert een gecoördineerd decentraal inkoopmodel. Dat betekent dat iedere afdeling zelf verantwoordelijk is voor het inkoopproces van hun producten en diensten. Zij kunnen daarbij ondersteund worden met specialistische expertise op het terrein van inkopen en aanbesteden. Die ondersteuning omvat onder meer advisering over te behalen voordelen (kosten en kwaliteit), toepassen van de juiste wet- en regelgeving, leerervaringen met andere aanbestedingen en keuze van de inkoopprocedure.
Inkoop- of aanbestedingsdossier
Van iedere aanbestedingsprocedure wordt een dossier bijgehouden en gearchiveerd. Daarin zijn minimaal de volgende zaken opgenomen:
Effectieve inkoop vereist goede samenwerking en een integrale benadering. Het is belangrijk om al in een vroeg stadium verschillende disciplines bij het proces te betrekken: de vakafdeling en inkoopexpertise, maar ook financiële, juridische kennis en contractmanagement. Op die manier kan al voor het afsluiten van de overeenkomst rekening worden gehouden met zaken die later bij uitvoering, beheer en management van de overeenkomst belangrijk zijn.
BIJLAGE 1. SOCIAL RETURN ON INVESTMENT (SROI)
In december 2016 heeft de gemeente het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) ondertekend. Dit manifest is opgesteld in samenspraak met vijf ministeries, de waterschappen en gemeenten. De doelstelling is dat de overheid bij de inkoop van producten, diensten en werken de effecten op ‘people, planet, profit’ meeneemt. De MVI-ambities van Kaag en Braassem zijn in de loop van 2017 vastgesteld. Het instrument Social Return On Investment (SROI) is één van de thema’s en wordt hier toegelicht.
In het bedrijfsleven vindt een investering plaats om meer winst (ROI) te bereiken, in het geval van de overheid maatschappelijk rendement. De gemeente heeft de middelen, zet een opdracht uit en biedt de opdrachtnemer bedrijfscontinuïteit. Met de inzet van SROI verwachten wij van de opdrachtnemer (in de rol van werkgever) iets terug, namelijk dat hij de gemeente helpt bij het bieden van werk. De ondernemer herinvesteert een deel van de door de gemeente aan hem/haar gegunde opdracht door bijvoorbeeld iemand met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen of stage- of leerwerktrajecten aan te bieden. Op deze manier draagt SROI bij aan de lokale werkgelegenheid en creëert de ondernemer maatschappelijk rendement.
De doelstelling van de Participatiewet is om inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen richting betaald werk. De doelstelling van de Wmo 2015 is om iedereen mee te laten doen. Wij willen SROI ook op het snijvlak van de Participatiewet en de Wmo inzetten. Dat wil zeggen dat de SROI-waarde ook ingezet kan worden voor cliënten van Tom in de buurt voor de begeleiding bij onbetaald werk, al dan niet gerelateerd aan de opdracht. Dit maakt de SROI- doelgroep breder dan gebruikelijk.
Alleen als er geen kandidaten in de eigen gemeente beschikbaar zijn, kan een kandidaat uit een andere gemeente in aanmerking komen.
Er is een verschil tussen SROI bij diensten en leveringen en bij werken. SROI wordt een verplicht onderdeel van een aanbesteding als het gaat om:
De genoemde percentages zijn een minimale eis.
Een geldige certificering Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO), minimaal trede 2, ziet de gemeente als volwaardige alternatieve invulling van SROI.
Voor de invulling van SROI gebruikt de opdrachtnemer de bouwblokkenmethode met een transparante waardebepaling per inspanning. Iedere doelgroep heeft in het bouwblokkenmodel een fictieve waarde. De opdrachtnemer maakt een keuze uit één of meer van deze doelgroepen. Bij de fictieve waarden onderscheiden we de mate van inspanning voor de begeleiding van de doelgroep en de afstand tot de arbeidsmarkt. Inwoners uit het doelgroepregister, waaronder PrO/VSO leerlingen, hebben daardoor een hogere waarde.
De opdrachtnemer kan, in overleg met het Werkgeverservicepunt van Rijnvicus, de verschillende bouwblokken zelf combineren in een voor hem optimale mix. Dit pakket mag hij inzetten in de opdracht, in de bedrijfsvoering, bij toeleveranciers of bij (partners van) Tom in de buurt. De wijze waarop de opdrachtnemer SROI vormgeeft, wordt afgestemd met de gemeente en vastgelegd in nadere afspraken.
Met onderstaande keuze uit de bouwblokken vult de opdrachtnemer de SROI-verplichting volledig in.
Activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van de arbeidsparticipatie van de doelgroepen zijn onder andere het aanbieden van opleidingen/certificaten, sollicitatietrainingen, voorlichting op scholen, beschikbaar stellen van kantoorruimte aan startende ondernemers en participeren aan re-integratievoorzieningen.
De gemeente wil stapeling van verschillende SROI-verplichtingen bij de opdrachtnemer voorkomen. Daarom tellen kandidaten uit de genoemde doelgroepen ook mee als zij maximaal 12 maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van een contract al werken, als dit aan de opdracht gerelateerd is. Dit biedt ruimte voor het duurzaam in dienst nemen van kandidaten en geeft de kandidaat langere werkervaring. Ook geeft het de opdrachtnemer een mate van continuïteit en minder tijd voor inwerken of opleiden en administratieve lasten.
Als de SROI niet kan worden uitgevoerd, koopt de opdrachtnemer dit af door het bedrag in het Social Return Fonds van de gemeente te storten. De gemeente zet dit fonds in om ontwikkelingsmogelijkheden te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Voorwaarden realisatie werkgelegenheid
De opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor het aantrekken van werkzoekenden en het invullen van de SROI. Voor het bepalen van de realisatie van de SROI door inzet van de doelgroep gelden de volgende uitgangspunten:
BIJLAGE 2. WET- EN REGELGEVING
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
De aanbestedingsregels vinden hun grondslag al in het ‘Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU-Verdrag)’ dat zogenaamde directe werking kent. In al haar handelen, dient de overheid de bepalingen in het VWEU-Verdrag na te leven. Dit ongeacht de uitwerking van dit verdrag in Europese richtlijnen of nationale wetgeving.
De algemene beginselen van het aanbestedingsrecht vinden hun grondslag in dit verdrag:
Europese Aanbestedingsrichtlijnen
Door de Europese Commissie zijn de volgende richtlijnen uitgebracht:
Deze richtlijnen vormen mede een uitwerking van het EG-Verdrag en zijn verwerkt in de Aanbestedingswet 2012 en bijbehorende besluiten en regelingen.
Europese Rechtsbeschermingsrichtlijn
De bestaande Rechtsbeschermingsrichtlijnen (ook wel ‘ rechtsmiddelenrichtlijnen’ genoemd) zijn:
De rechtsbeschermingsrichtlijnen zijn verwerkt in de Aanbestedingswet 2012 en bijbehorende besluiten en regelingen.
Het VWEU-Verdrag voorziet in de artikelen 106 en 107 in regels aangaande het verlenen van steun aan ondernemingen. Artikel 106 van het VWEU-Verdrag verbiedt in beginsel steun van overheden aan ondernemingen die de mededinging kan vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden. Op grond van artikel 107 van het VWEU-Verdrag moeten overheden steunmaatregelen melden bij de Europese Commissie. Zonder voorafgaande aanmelding en daaropvolgende goedkeuring door de Europese Commissie mag de steun niet worden verleend.
Door het doen van een aanbesteding voor het verlenen van een opdracht wordt het risico dat de gemeente via de opdracht ongeoorloofd staatssteun verleent, geminimaliseerd.
Het aanbesteden zelf kan zowel binnen de kaders van het Nederlands recht geschieden, als onder andere rechtstelsels. In beginsel dient het Nederlands recht op de aanbesteding van toepassing te worden verklaard.
De Europese wet- en regelgeving op het gebied van het aanbestedingsrecht is in Nederland geïmplementeerd in de Aanbestedingswet 2012. Deze wet is op 1 juli 2016 gewijzigd naar aanleiding van de implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen per 18 april 2016.
Algemene maatregel van Bestuur
Een aantal zaken uit de Aanbestedingswet 2012 (verplicht gebruik ARW en verplicht gebruik Gids Proportionaliteit) wordt in een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) geregeld: het Aanbestedingsbesluit.
De Gids Proportionaliteit geeft invulling aan het proportionaliteitsbeginsel en is een verplicht te volgen richtsnoer bij Europese, nationale- en meervoudige aanbestedingsprocedures. De gids bevat adviezen en voorschriften voor het hele inkoopproces. Deze zijn gericht op een goede balans tussen de eisen en voorwaarden die een aanbestedende dienst stelt en de aard, omvang en complexiteit van de aan te besteden opdracht.
Bij het aanbesteden van zowel nationale als Europese opdrachten kan advies gevraagd worden aan het Bureau Bibob. De Wet Bibob is van toepassing op vergunningen voor evenementen, horeca, bordelen, coffeeshops, bouw en milieugunningen, kamerverhuurders, vastgoedtransacties van de (rijks)overheid, strategische goederen (o.a. wapens) en kansspelexploitatievergunningen.
Het opereren van marktpartijen wordt onder andere gereguleerd door de Mededingingswet. Bij de aanbesteding dient hiermee rekening te worden gehouden. Het spreekt voor zich dat van de deelnemers aan de aanbesteding geen handelen verlangd mag worden dat in strijd is met de Mededingingswet. Verder is het wenselijk (in zekere mate) te bewaken dat de inschrijvingen niet buiten de kaders van de Mededingingswet tot stand komen.
Bij het opereren op de markt door de gemeente is de Mededingingswet eveneens relevant. In de Mededingingswet zijn zaken geregeld ter voorkoming van oneerlijke mededinging door overheidsdiensten. Voorbeelden zijn het voorkomen van kruissubsidiëring en financiële draagkracht.
Burgerlijk Wetboek boek 6 (BW6)
Het aanbestedingsrecht wordt ingedeeld bij het privaatrecht. Een aanbesteding is feitelijk niets anders dan een uitnodiging tot het doen van een aanbod, welk aanbod (de inschrijving) door gunning wordt aanvaard door de aanbestedende dienst. Privaatrechtelijk gezien vindt de aanbesteding plaats in de precontractuele fase, die grotendeels wordt beheerst door de vereiste redelijkheid en billijkheid. De civiele rechter is steeds bevoegd (al was het maar omdat de eisende partij zijn vordering zal baseren op een actie uit onrechtmatige daad).
Zowel nationale als Europese jurisprudentie op het gebied van aanbestedingen dient gevolgd te worden omdat deze onderdeel uitmaken van het recht.
Commissie Aanbestedingsexperts
De minister van Economische Zaken heeft een Commissie van Aanbestedingsexperts ingesteld die tot doel heeft onafhankelijk advies te geven over klachten met betrekking tot aanbestedingsprocedures of daarbij een bemiddelende rol te spelen. Het kader waarbinnen de Commissie van Aanbestedingsexperts een klacht behandelt, is neergelegd in het advies Klachtafhandeling bij aanbesteden. Uitspraken van de Commissie van Aanbestedingsexperts zijn niet bindend. Betrokken partijen hoeven het advies niet over te nemen en behouden te allen tijde het recht om het geschil aan de civiele rechter voor te leggen. Adviezen van de Commissie van Aanbestedingsexperts kunnen bij een geschil voor de rechter meewegen.
De gemeente heeft Algemene voorwaarden voor leveringen en diensten vastgesteld. Deze zijn van toepassing op alle opdrachten, tenzij uitdrukkelijk in de opdracht andere voorwaarden van toepassing worden verklaard.
Mandatenlijst Kaag en Braassem
Het mandaatbesluit van de gemeente geeft aan wie binnen de gemeentelijke organisatie bevoegd is en tot welk bedrag opdrachten aan te gaan en/of te ondertekenen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-70747.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.