Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010, Gemeente Utrecht, partiële herziening hoofdstuk 3

De raad van de gemeente Utrecht;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2019;

 

Gelet op artikel 149 Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht

2010, partiële herziening hoofdstuk 3.

 

 

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 3:1, onder b, wordt het begrip ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

B. In artikel 3:1, onder e, wordt na ‘van klanten’ ingevoegd: ‘overwegend’ en wordt ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

C. In artikel 3:1, onder e, wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

D. Artikel 3:1, onder h, komt te luiden:

h. exploitant: de natuurlijke perso(o)n(en) of rechtsperso(o)n(en)) voor wiens rekening en risico de exploitatie van een seksinrichting of escortbedrijf plaatsvindt of indien de exploitant een rechtspersoon is, worden de bestuurders van die rechtspersoon alsmede personen die middellijk of onmiddellijk aandeelhouders of houders zijn van certificaten van aandelen met een totaal belang van 5% of meer van het geplaatste kapitaal, voor de toepassing van dit hoofdstuk beschouwd als exploitant. Voorts wordt als exploitant aangemerkt degene die baten ten laste van de exploitatie ontvangt wegens levering van goederen en diensten waarbij geen sprake is van een uitwisseling van economisch gelijkwaardige prestaties

 

E. In artikel 3:1, onder k, wordt ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

F. In artikel 3:4a, twee lid wordt na onderdeel f een nieuw onderdeel toegevoegd:

g. een overzicht van welke werkruimte(n) binnen een raamprostitutiebedrijf verhuurd wordt(en) ten behoeve van afspraken die anders dan door werving zichtbaar vanuit de werkruimte tot stand zijn gekomen

 

G. In artikel 3:4a, derde lid wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

H. In artikel 3:4a, vierde lid, onder a wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

I. In artikel 3:4a, vierde lid, onder b wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

J. In artikel 3:4a, vierde lid, onder c wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

K. In artikel 3:4a, vierde lid, onder d wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

L. In artikel 3:4a, vierde lid, onder g wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

M. In artikel 3:4a, vierde lid wordt na onderdeel g een nieuw onderdeel toegevoegd wat komt te luiden:

h. op welke wijze de exploitant invulling geeft aan de samenwerking met de betrokken partners, waaronder in ieder geval de gemeente en de politie.

 

N. Artikel 3:4a, negende lid komt te luiden: ‘In een vergunning worden opgenomen de gegevens genoemd in het tweede lid onder a., b., c., e. en g. alsmede de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen.’

 

O. In artikel 3:6, eerste lid wordt ‘honderdtweëenzestig (162)’ vervangen door: ‘honderdachtentwintig (128)’.

 

P. In artikel 3:6 vierde lid wordt ‘één vijfde (1/5) van het in het tweede lid genoemde aantal werkruimten, afgerond op een geheel getal naar beneden’ vervangen door: ’32 werkruimten (32)’

 

Q. In artikel 3:6 worden na het vierde lid een vijfde en zesde lid toegevoegd die komen te luiden:

5. Het bevoegd bestuursorgaan kan onder bijzondere omstandigheden aan de exploitant van een raamprostitutiebedrijf tijdelijk ontheffing van het in het vierde lid genoemde maximum verlenen.

6. Van het totaal aan een exploitant van een raamprostitutiebedrijf vergunde werkruimten mag maximaal 20 procent (20%) verhuurd worden ten behoeve van afspraken die anders dan door werving zichtbaar vanuit de werkruimte tot stand zijn gekomen.

 

R. In artikel 3:10, eerste lid, onder i wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

S. In artikel 3:10, eerste lid, onder j wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

T. In artikel 3:10, eerste lid, onder k wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

U. In artikel 3:10, tweede lid, onder c wordt ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

V. In artikel 3:11, derde lid, onder d wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

W. In artikel 3:11, vierde lid, wordt ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

X. In artikel 3:11, vijfde lid wordt ‘raamprostitutiebedrijf’ vervangen door: ‘seksinrichting’

 

Y. In artikel 3:11, zesde lid, wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

Z. In artikel 3:11, zevende lid, wordt ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

AA. In artikel 3:12 wordt ‘prostituee’ vervangen door: ‘sekswerker’

 

BB. Artikel 3:13 komt als volgt te luiden:

Artikel 3:13 Minimale verhuurperiode en gebruik werkruimte

  • 1.

    De minimale verhuurperiode van een werkruimte voor raamprostitutie bedraagt bij de aanvang van huren een aaneengesloten periode van minimaal vier weken.

  • 2.

    De minimale verhuurperiode van een werkruimte waarvoor de werving van klanten anders dan zichtbaar vanuit de werkruimte plaatsvindt bedraagt bij de aanvang van huren vier uur per week gedurende vier weken en hierna steeds vier uur.

  • 3.

    Het is verboden een werkruimte voor raamprostitutie door meer dan twee sekswerkers per dag te laten gebruiken.

  • 4.

    In een raamprostitutiebedrijf is het verboden een werkruimte gedurende een aaneengesloten periode van meer dan twaalf uur te laten gebruiken door dezelfde sekswerker.

  • 5.

    Het is verboden een sekswerker, die gedurende een periode van twaalf uur als in het voorgaande lid bedoeld gebruik heeft gemaakt van een werkruimte, gebruik te laten maken van een andere werkruimte.

  • 6.

    Het is verboden een sekswerker gebruik te laten maken van een werkruimte die reeds aan een andere sekswerker is verhuurd.

  • 7.

    Voor alle (raam-)prostitutiebedrijven geldt dat de werkruimte niet mag worden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor deze is bedoeld.

  • 8.

    Het is verboden een werkruimte binnen een raamprostitutiebedrijf te gebruiken voor de werving van klanten op een andere wijze dan op grond van de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen is toegestaan.

 

CC. Onder vernummering van de overige leden wordt aan artikel 3:14 een nieuw eerste lid toegevoegd dat luidt als volgt:

  • 1.

    Het is verboden om een raamprostitutiebedrijf voor publiek geopend te hebben van 3.00 tot 7.00.

 

DD. In artikel 3:14, tweede lid, aanhef wordt ‘Het bevoegd bestuursorgaan kan de’ vervangen door: ‘Onverlet het bepaalde in lid 1 kan het bevoegde bestuursorgaan de’

 

EE. Artikel 3:15 komt als volgt te luiden:

Artikel 3:15 Intrekkingsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan het bevoegd bestuursorgaan een vergunning intrekken indien:

    • a.

      de exploitant of beheerder niet langer voldoet aan de in artikel 3:5 gestelde eisen;

    • b.

      een niet in de vergunning vermeld persoon beheerderstaken uitvoert met betrekking tot de seksinrichting of het escortbedrijf waarop de vergunning betrekking heeft;

    • c.

      er aanwijzingen zijn dat in de seksinrichting, in het perceel waarin de bemiddeling van een escortbedrijf plaatsvindt of door bemiddeling van het escortbedrijf:

1. personen werkzaam zijn of zijn geweest in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

2. minderjarigen werkzaam en/of aanwezig zijn of zijn geweest;

3. geen of onvoldoende toezicht aanwezig is of is geweest van de exploitant of beheerder;

4. sekswerkers werkzaam zijn of zijn geweest die de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt;

  • d.

    er aanwijzingen zijn dat in het raamprostitutiebedrijf sekswerkers werkzaam zijn of zijn geweest die niet op grond van artikel 3:16 zijn geregistreerd of

  • e.

    de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juist gegevens bekend waren geweest;

  • f.

    indien het bedrijfsplan niet langer voldoende garanties geeft voor de bescherming van de sekswerkers, de exploitant niet langer voldoet aan de bij of krachtens artikel 3:4a gestelde regels of in strijd is gehandeld met de in het bedrijfsplan, bedoeld in artikel 3:4a, beschreven maatregelen;

  • g.

    indien de exploitant of de beheerder niet voldoet aan het in artikel 3:11 of 3:11a bepaalde of in strijd handelt met artikel 3:15a;

  • h.

    indien in strijd wordt gehandeld met de door het bevoegd bestuursorgaan gestelde nadere regels als bedoeld in artikel 3:3;

  • i.

    indien een eerdere of andere vergunning van dezelfde exploitant voor de exploitatie van een escortbedrijf of seksinrichting is geweigerd of ingetrokken;

  • j.

    ter bescherming van de belangen genoemd in artikel 3:10, tweede lid of

  • k.

    in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • 2.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan de vergunning voor een escortbedrijf eveneens intrekken, indien zich een omstandigheid voordoet die een weigeringsgrond oplevert als bedoeld in artikel 3:10, eerste lid, aanhef en onder b, e, f of g.

  • 3.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan een vergunning voor een seksinrichting eveneens intrekken indien in strijd met artikel 3:14 wordt gehandeld.

 

FF. In artikel 3:15a, tweede lid wordt ‘prostituees’ vervangen door: ‘sekswerkers’

 

GG. Artikel 3:16 komt als volgt te luiden:

Artikel 3:16 Registratieplicht raamsekswerkers

  • 1.

    Het is verboden zonder registratie door het bevoegd bestuursorgaan als sekswerker werkzaam te zijn in een raamprostitutiebedrijf.

  • 2.

    De aanvraag tot registratie dient:

    • a.

      door de sekswerker persoonlijk te worden gedaan ten overstaan van een daartoe door het bevoegd gezag gemandateerd ambtenaar en

    • b.

      te geschieden door middel van een door het bevoegd gezag vastgesteld formulier en dient van de benodigde bijlagen te zijn voorzien.

  • 3.

    De registratie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de sekswerker nog niet de leeftijd van éénentwintig jaar heeft bereikt;

    • b.

      de sekswerker niet voldoet aan de relevante bepalingen, gesteld bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 of de Wet Arbeid Vreemdelingen;

    • c.

      er aanwijzingen zijn dat de sekswerker slachtoffer is van mensenhandel dan wel andere vormen van uitbuiting of

    • d.

      de sekswerker niet beschikt over een inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 4.

    In afwijking van hetgeen in artikel 1:2 is opgenomen, registreert het bevoegd gezag de sekswerker binnen twee weken nadat de aanvraag is ontvangen, welke termijn kan worden verlengd met maximaal twee weken.

  • 5.

    De registratie heeft een duur van vierentwintig maanden.

  • 6.

    De burgemeester verwijdert de sekswerker uit de registratie:

    • a.

      indien de sekswerker hier zelf om verzoekt;

    • b.

      na afloop van de duur van de registratie, als bedoeld in het vijfde lid;

    • c.

      indien de sekswerker ter verkrijging van de registratie onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • d.

      indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het registreren van de sekswerker moet worden aangenomen dat verwijdering uit de registratie wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de registratie is vereist of

    • e.

      indien een weigeringsgrond vermeld in het derde lid zich voordoet.

  • 7.

    De sekswerker ontvangt een bewijs van registratie.

 

Artikel II

De index bij de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 wordt als volgt gewijzigd:

A. ‘Artikel 3:16 Registratieplicht raamprostituees’ wordt vervangen door: ‘Artikel 3:16 Registratieplicht raamsekswerkers’

 

Artikel III Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: ‘Verordening tot wijziging verordening Utrecht 2010, Gemeente Utrecht, partiële herziening hoofdstuk 3’.

 

Artikel IV Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking vijf weken na de dag van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2019.

De griffier,

mr. M. van Hall CMC

De burgemeester,

mr. J.H.C. van Zanen

Naar boven