Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2020, 66297 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2020, 66297 | Verordeningen |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent aanbod van kunst- en cultuuractiviteiten en evenementen (Subsidieregeling Lokale culturele programmering 2021-2024)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van wethouder Onderwijs, Cultuur en Toerisme van 3 maart 2020; registratienummer 20MO00129;
gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 6, derde lid, 7, derde lid, 8, aanhef en onder k, 12 en 12a van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 genoemde activiteiten vanaf 1 januari 2021.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt ten behoeve van het programmeren van kunst- en cultuuractiviteiten en evenementen per gebied door een LCP-coördinator.
In afwijking van het zesde lid wordt na de verdeling van de subsidie voor het jaar 2021 de subsidie, voor ten hoogste vier achtereenvolgende jaren, verleend aan de aanvrager die reeds voor het voorafgaande jaar subsidie heeft ontvangen, tenzij deze aanvrager niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling of een puntentotaal van 60 of minder behaalt.
Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de SVR kan subsidieverlening worden geweigerd als de kunst- en cultuuractiviteiten en evenementen:
Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 maart 2020.
De secretaris,
V.J.M. Roozen
De burgemeester,
A. Aboutaleb
Dit gemeenteblad is uitgegeven op 5 maart 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Toelichting op de Subsidieregeling Lokale culturele programmering
Het kunst- en cultuurbeleid van de gemeente Rotterdam is gericht op een gezonde stedelijke culturele sector. Een sector waarin zoveel mogelijk Rotterdammers aan kunst- en culturele activiteiten deelnemen; dit als beoefenaar van kunstzinnige activiteiten en als publiek. De gemeente Rotterdam ambieert een cultuursector waarin artistiek talent zich kan ontwikkelen en waarin aanbod voor een divers publiek te vinden is. Een gezonde sector bestaat uit een infrastructuur van stevige instellingen, zowel in artistieke als economische zin. Daarnaast is voor een vitale sector een flexibel en zichzelf steeds vernieuwend circuit van projecten en activiteiten van belang.
In het voorjaar van 2019 is de Rotterdamse Cultuurvisie vastgesteld, waarin de ijkpunten voor het cultuurbeleid voor de langere termijn staan beschreven. De kern van de visie is dat álle Rotterdammers de mogelijkheid hebben en uitgedaagd worden kunst en cultuur te ervaren, beoefenen en beleven. De drie leidende principes hierbij zijn inclusiviteit, innovatie en interconnectiviteit.
Veel Rotterdammers beleven hun vrije tijd vooral in de wijk en buurt waar ze wonen. Niet de grote, grootstedelijke verhalen zijn voor hen het anker, maar de kleine, veelal informele netwerken in de eigen omgeving, vaak gekoppeld aan een culturele of creatieve activiteit in de buurt: Samen een voorstelling, wijkfestival of wijkconcert bijwonen op een locatie in de wijk of het gebied of samen met elkaar muziek maken, toneel spelen of dansen.
Het lokale podium is ook vaak de plek waar een groot deel van de huidige jonge makers zijn talent ontdekt en presenteert. Het lokale culturele leven als voedingsbodem voor vernieuwing en creativiteit, als bron van nieuw aanbod in nieuwe genres door nieuw talent, maar ook de nabije omgeving die verborgen, onverwachte interesses en talenten kan laten ontluiken, die mensen in de wijken samenbrengt en verbindt.
Kunst en cultuur in de gebieden
In de veertien gebieden waarin Rotterdam is verdeeld, werken we daarom aan een gezond cultureel klimaat waarin álle stadsbewoners de waarde van kunst en cultuur zowel actief als passief optimaal kunnen ervaren en bovendien worden uitgenodigd om kennis te komen maken met het ‘nieuwe en het andere’. Hiermee profiteren zo veel mogelijk stadsbewoners van de waarde die kunst en cultuur hebben, voor henzelf én hun omgeving.
Het college streeft naar een passend en toegankelijk aanbod van kunst en cultuur, evenwichtig gespreid over de stad, zowel op het gebied van kunstbeoefening als van beleving; een aanbod dat aansluit bij de wensen en behoeften van de lokale omgeving en dat toegankelijk is voor alle Rotterdammers in het gebied.
Lokale Culturele Programmering
Het programma Lokale Culturele Programmering (LCP) sluit aan bij de centrale thema’s in het Rotterdamse cultuurbeleid, te weten innovatie, interconnectiviteit en met name inclusiviteit. Beleidsmatig is het programma ondergebracht in de Uitgangspuntennota ‘Stad in transitie, cultuur in verandering’ (2019). LCP zorgt voor een passend aanbod van kunst en cultuur in elk van de gebieden (fysiek en programmatisch, kwalitatief en kwantitatief) waarbij laagdrempelig wordt ingezet op cultuurbeleving en participatie voor alle bewoners in de gebieden van Rotterdam. Als laatste past LCP in de bestuursopdracht ‘Slagkracht in de wijken, resultaat voor de Rotterdammer’.
Het doel van de LCP is om voor de gebieden van de gemeente Rotterdam meer actieve en passieve cultuurdeelname door meer bewoners door een passend en toegankelijk aanbod van kunst en cultuur in alle gebieden van Rotterdam te realiseren met oog voor de eigenheid van ieder gebied. Hierbij spelen afstemming over de activiteiten met bewoners en spreiding daarvan in de gebieden een grote rol. Uitgangspunt is dat de te financieren activiteiten zoveel mogelijk aansluiten bij de doelstellingen die vanuit de gebieden zijn geformuleerd in de zogenaamde wijkagenda’s en wijkactieplannen (in te lezen via https://www.watdoetdegemeente.rotterdam.nl/begroting2019/wijken/).
Aan de invoering van de subsidieregeling LCP zijn doelstellingen opgehangen. Centraal hierbij is het uitgangspunt dat er een actieve gebiedsgerichte programmering tot stand komt. Aangezien het beschikbare budget per definitie beperkt is zal de LCP-coördinator keuzes moeten maken om de programmering goed op de vraag van de bewoners te laten aansluiten.
De afdeling Cultuur heeft bij de uitvoering van de regeling LCP de volgende doelen voor ogen:
De Cultuurtafel is binnen de LCP een belangrijk instrument om culturele initiatieven af te stemmen tussen in ieder geval een vertegenwoordiger van de gebiedsorganisatie, de gebiedsadviseur van de afdeling Cultuur, de Cultuurscout van het betreffende gebied en de LCP-coördinator. De afstemming is gericht op de vraag in hoeverre (bewoners)initiatieven in het gebied aansluiten bij de vraag die er is en hoe die passen in de jaarprogrammering die de LPC-coördinator voor ogen heeft. Na afstemming kan de LCP-coördinator besluiten om activiteiten op te nemen in de programmering voor het gebied en om deze financieel mogelijk te maken. De bijdrage die de LCP-coördinator kan verlenen aan een initiatief, kan snel worden gegeven aangezien dit geen subsidie is met bijbehorend subsidieproces.
In Rotterdam is het programma Stadscultuur van start gegaan in vier wijken voor drie jaar, te weten Afrikaanderwijk, Historisch Delfshaven, het Oude Noorden en Hoek van Holland. Inzet voor activiteiten in deze wijken zal moeten worden afgestemd met de programmacoördinator Stadscultuur.
De subsidieregeling Lokale Culturele Programmering verstrekt per gebied één subsidiebedrag aan één LCP-coördinator. De gebieden Pernis en Rozenburg krijgen samen één LCP-coördinator. Het is mogelijk voor meer dan één gebied een subsidieaanvraag in te dienen.
Het gaat er hier om dat aanvrager geen ruimte bezit of huurt waarin geprogrammeerd kan worden. Hieronder valt uitdrukkelijk geen kantoor- of woonruimte.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het betreft hier activiteiten zoals exposities, theater, dans, mime, bewegingstheater, muziektheater, muziek (pop, jazz, wereld, klassiek) en alle mengvormen.
De ingediende subsidieaanvragen zullen worden beoordeeld en gescoord aan de hand van de (rangschikkings)criteria, genoemd in dit artikel.
Deze subsidieregeling voorziet erin dat er continuïteit geboden kan worden waarmee een LCP-coördinator gedurende vier jaar achtereen kan programmeren, tenzij de jaarlijkse subsidieaanvraag niet voldoet aan deze regeling of dat er een puntentotaal van 60 of minder wordt behaald. Op deze manier kan de opgebouwde kennis en ervaring van de LCP-coördinator in een bepaald gebied optimaal worden benut, wat weer ten goede kan komen aan de programmering.
Geschiktheid voor de rol van LCP-coördinator
Dit betekent onder andere dat de aanvrager eerder heeft geprogrammeerd en dan niet als een eenmalige of sporadische activiteit. Het college ziet graag in het curriculum vitae van de aanvrager waar de programmeerervaring uit bestaat. Daarnaast is ervaring met cultureel ondernemerschap en andere kennis en ervaring op dit gebied hier ook van toepassing.
Artikel 8 Aanvraagtermijn, aanvraag en beslistermijn
In 2020 zal het college over de ingediende subsidieaanvragen voor 2021 zo snel mogelijk na 1 juni beslissen, tot maximaal acht weken na 1 juni.
Kwartaalevaluatie: tijdens dit overleg tussen de LCP-coördinator en de gebiedsadviseur van de afdeling Cultuur wordt de stand van zaken van de geprogrammeerde/de te programmeren kunst- en cultuuractiviteiten en het resterende budget besproken.
Dit betreft activiteiten die in het kader van de ‘Nadere regels bewonersinitiatieven uit 2014 zijn verleend. Wel is het mogelijk om vanuit de LCP een bijdrage te leveren aan een bewonersinitiatief dat als doel kunst- en cultuur heeft en vice versa.
Zie (ook) onder de algemene toelichting.
Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden
Activiteiten komen niet voor een bijdrage in aanmerking wanneer deze onderdeel zijn van een opleiding aan een (kunstvak-)school. Deze activiteiten worden beschouwd al door de overheid te zijn gefinancierd vanuit onderwijsbudgetten. Een activiteit is onderdeel van een opleiding als met de uitvoering van (een deel van) de activiteit studiepunten worden verkregen. Wel voor een bijdrage in aanmerking komen activiteiten die als spin-off wat betreft scope en omvang aantoonbaar geen onderdeel meer uitmaken van de originele opleidingsactiviteit.
Materiële activa zijn onder andere (muziek)instrumenten, beeld- en geluidsapparatuur, computers, software, enz.
Beeld- en geluidsdragers of boeken bestemd voor de verkoop zijn voorbeelden van commercieel te bekostigen goederen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-66297.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.