Wijziging Nadere regels Subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019, Hoofdstuk 7 Duurzaamheid en vaststelling Subsidieplafond 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg,

gelezen het bestuurlijk behandelvoorstel met kenmerk 1422 ;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg 2019;

besluit:

vast te stellen de volgende wijzigingen van Hoofdstuk 7 van de Nadere regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019:

 

Artikel I

De artikelen 7:1, 7:2, 7:4, 7:5, 7:6, 7:9 en 7:11 van Hoofdstuk 7 Duurzaamheid van de Nadere regels subsidieverstrekking Leidschendam-Voorburg 2019 worden gewijzigd zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

 

Artikel II

De subsidieregeling wordt opengesteld per 1 april 2020

 

Artikel III

Het subsidieplafond voor de subsidies in Hoofdstuk 7 wordt voor 2020 vastgesteld op maximaal € 150.000,00.

Het college verdeelt het maximale subsidiebedrag genoemd in het eerste lid op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meerdere aanvragen zijn binnengekomen, dan wordt door een notaris geloot om de aanvragen van die dag in volgorde van afhandeling te zetten. (art. 7:2 lid 2)

 

Artikel IV

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op de 8ste dag na de dag van bekendmaking

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 19 november 2019

A. van Mazijk, K. Tigelaar

Secretaris, burgemeester

BIJLAGE

Hoofdstuk 7 Duurzaamheid

Artikel 7:1 aanvullende begrippen

Artikel 7:2 Subsidieplafond

 

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 7.3.

  • 2.

    Het college verdeelt het maximale subsidiebedrag genoemd in het eerste lid op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meerdere aanvragen zijn binnengekomen, dan wordt door een notaris geloot om de aanvragen van die dag in volgorde van afhandeling te zetten.

  • 3.

    Het college maakt de wijze van verdeling van de beschikbare bedragen van tevoren bekend bij de bekendmaking van de subsidieplafonds. 

Artikel 7:3 Voor wie

Het college kan subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie van een of meer duurzame maatregelen aan:

  • 1.

    een particuliere eigenaar van een woning, waaronder ook begrepen de individuele woningeigenaar binnen een VVE voor het deel dat niet gezamenlijk is en waarvan hij volgens de splitsingsakte eigenaar is;

  • 2.

    een Vereniging van Eigenaren (VVE), of diegene die gemachtigd is namens de VVE; of

  • 3.

    een particuliere verhuurder die eigenaar is van meergezinswoningen, niet zijnde een woningcorporatie, zorginstelling of stichting. 

Artikel 7:4 Subsidiebedrag

  • 1.

    Subsidie voor isolerende maatregelen bedraagt 20% van de totale kosten

    tot een maximum van €2.500,- per woning met energielabel A,B of C en maximaal €5.000,- per woning met energielabel D of lager. Het maximale subsidiebedrag per Vereniging van Eigenaren is €25.000,-.

  • 2.

    Subsidie voor een groen dak bedraagt 25% van de totale kosten tot een maximum van €2.500,- per woning.

 

Artikel 7:5 Wat en tegen welke voorwaarden

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 7.3 wordt slechts verstrekt indien de voorziening een van de volgende duurzame maatregelen betreft en als deze voorziening voldoet aan de voorwaarden genoemd in tabel 1, zie bijlage.

  • a.

    HR++ glas;

  • b.

    Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen;

  • c.

    Vloerisolatie;

  • d.

    Bodemisolatie;

  • e.

    Spouwmuurisolatie;

  • f.

    Muur- of gevelisolatie;

  • g.

    Dakisolatie;

  • h.

    Groendaken;

  • 2.

    Subsidie voor een energiebesparende maatregel die niet voldoet aan de oppervlakte specificaties van tabel 1 kan niettemin worden verstrekt, indien deze subsidie tegelijkertijd wordt aangevraagd met subsidie voor een voorziening in dezelfde woning die wel voldoet aan de specificaties van tabel 1.

  • 3.

    Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien:

  • a.

    de energiebesparende maatregel nog niet is geplaatst op het moment dat de aanvraag voor subsidieverlening wordt gedaan;

  • b.

    de energiebesparende maatregel in bestaande bouw wordt geplaatst; deze voorwaarde is niet van toepassing als het een groen dak betreft, dit mag ook op een nieuwbouwwoning worden geplaatst, mits het om één woning gaat, niet onderdeel zijnde van een bouwproject met meerdere woningen;

  • c.

    de energiebesparende maatregel leidt tot een vermindering van het energieverbruik én tot een verbetering van de bestaande woning of appartementencomplex;

  • d.

    het totaal geïnvesteerde bedrag, waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt, minimaal het bedrag van € 1000,- is; [ Uitgezonderd voor HR++ glas mits er ook kozijnen worden geplaatst]. Uitgezonderd voor groene daken, hiervoor geldt een minimaal geïnvesteerd bedrag van € 250,- ;

  • e.

    de aanleg of installatie van de energiebesparende maatregel uitgevoerd is conform de, op het moment van aanleg, geldende (bouw)regelgeving, geldende normen, beleid of overige wet- en regelgeving;

  • f.

    voor de voorziening niet eerder subsidie is verstrekt;

  • g.

    het subsidieplafond nog niet bereikt is.

 

Artikel 7:6 Bijzondere voorwaarden

  • 1.

    Woningeigenaren met woningen met bouwjaar vóór 1995 kunnen subsidie aanvragen voor alle duurzame energievoorzieningen. Woningeigenaren met woningen met bouwjaar na 1995 kunnen alleen subsidie aanvragen voor een groendaken. Woningen van na 1995 worden verondersteld al goed geïsoleerd te zijn.

  • 2.

    Vloer-, bodem-, dak-, muur-, gevel- en spouwmuurisolatie moet worden aangebracht door een erkend bedrijf; met uitzondering van een groendak, deze mag door de eigenaar zelf worden geplaatst.

  • 3.

    Voor HR++glas en monumentaal energiezuinig glas moet duidelijk het aantal m2 gespecificeerd worden op de offerte en de factuur.

  • 4.

    Op de offerte dient een duidelijke beschrijving te worden beschreven van de duurzame maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 5.

    De factuur is voorzien van het bedrag en het type duurzame maatregel en een datum waarop de duurzame maatregel is geplaatst. In de factuur moet een specifiek onderscheid zijn gemaakt tussen de verschillende kostenposten. Bij géén of onvoldoende onderscheid tussen kozijnen en HR++ glas wordt uitgegaan van € 85,- per m2 voor HR++ glas inclusief plaatsing en btw [berekend].

  • 6.

    Het bankafschrift moet voorzien zijn van de originele datum, naam en/of nummer van de aanvrager. De overige gegevens die niet van belang zijn voor de behandeling van deze aanvraag kunnen onzichtbaar gemaakt worden. Bij contante betaling geldt als betalingsbewijs een kopie van de bon, mits op de factuur ook wordt benoemd dat er contant is voldaan.

 

Artikel 7:7 Aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidieverlening wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidieverlening.

  • 2.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

  • a.

    een offerte van de energiebesparende maatregel van een daartoe gespecialiseerd bedrijf;

  • b.

    een kopie van een voorlopig energielabel van de woning, met uitzondering van aanvragen voor alleen een groen dak en woningen die al energielabel A hebben.

  • 3.

    Indien de aanvrager een individuele woningeigenaar is binnen een VVE voor een deel dat niet gezamenlijk is:

  • a.

    een kopie van een splitsingsakte waarin de juiste passage wordt gearceerd

  • b.

    een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VvE goedkeuring verleent voor de voorgenomen energiebesparende maatregel.

  • 4.

    Indien de aanvraag is ingediend door een VVE bevat de aanvraag ook een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VvE goedkeuring verleend aan de voorgenomen energiebesparende maatregel. 

Artikel 7:8 Behandeling aanvraag en beslistermijn subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidieverlening wordt pas in behandeling genomen als deze aan alle gestelde vereisten voldoet.

  • 2.

    Volledige aanvragen worden in volgorde van binnenkomst geregistreerd en in behandeling genomen.

  • 3.

    Het college bevestigt direct schriftelijk de ontvangst van de aanvraag.

  • 4.

    Indien een aanvraag niet voldoet aan alle gestelde vereisten, wordt de aanvrager binnen drie weken na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen. Indien de gevraagde gegevens en bescheiden voldoende zijn om de aanvraag te beoordelen, wordt de aanvraag alsnog als een volledige aanvraag aangemerkt en als zodanig geregistreerd. Het college stelt de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Als datum van registratie geldt de datum waarop het college de aanvullende gegevens en bescheiden heeft ontvangen.

  • 5.

    Indien de aanvraag niet binnen de door het college gestelde termijn als bedoeld in het vierde lid wordt aangevuld, besluit het college de aanvraag niet verder te behandelen, tenzij de aanvrager een gemotiveerd verzoek om verlenging van de gestelde termijn heeft gedaan. Indien het college het verzoek om verlenging toewijst, geeft het college aan de aanvrager een laatste nieuwe termijn om de aanvraag aan te vullen.

  • 6.

    Het college beslist binnen acht weken op een volledige aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verdagen.

 

Artikel 7:9 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    Binnen een termijn van 20 weken na de subsidieverlening dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidievaststelling wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidievaststelling voor energiebesparende maatregelen.

  • 3.

    Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

  • a.

    een kopie van een gespecificeerde factuur; en

  • b.

    een kopie van het betalingsbewijs; en

  • c.

    een kopie van een gecertificeerd certificaat met het energielabel van de woning, met uitzondering van een aanvraag voor alleen een groen dak of een woning die al energielabel A heeft

  • d.

    voor groene daken ook vergezeld van: een foto van het aangelegde groendak.

  • 4.

    Indien voor de aanleg en installatie van een duurzame maatregel een omgevingsvergunning (voorheen: bouw- of monumentenvergunning) is vereist, dient de aanvrager, in afwijking van het eerste lid, binnen een termijn van 24 weken na de verlening van de omgevingsvergunning een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

 

Artikel 7:10 Beslistermijn subsidievaststelling en uitbetaling

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag om subsidievaststelling. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste twee weken verdagen.

  • 2.

    Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na subsidievaststelling uitbetaald door overmaking van het bedrag op het bankrekeningnummer van de aanvrager. Als bankrekeningnummer van een VVE of van een verhuurder van meergezinswoningen wordt aangemerkt het bankrekeningnummer zoals dat is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.

 

Artikel 7:11 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd, indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 7:5 en 7:6;

  • b.

    een eventuele benodigde omgevingsvergunning (bouw- of monumentenvergunning) is geweigerd;

  • c

    een bewoner/eigenaar van een woning of appartementencomplex een subsidie aanvraagt die door de gemeente Leidschendam-Voorburg al verstrekt is aan een andere partij (bijvoorbeeld een VVE);

  • d.

    het maximum subsidiebedrag wordt overschreden; dit is € 2.500,- per woning of appartement met energielabel A, B of C en € 5.000,- per woning of appartement met energielabel D of lager, € 2.500,- per woning voor een groen dak en € 25.000,- per VvE;

  • e.

    en voor zover het subsidieplafond bij verlening wordt overschreden;

  • f.

    er gegronde vrees bestaat dat de aanvrager de voorgenomen voorziening niet, of niet naar behoren heeft gerealiseerd;

BIJLAGE HOOFDSTUK 7: STIMULERINGSREGELING DUURZAME MAATREGELEN

Bijlage 1 Tabel 1: Samenvatting Duurzame maatregelen inclusief specificaties 

Duurzame maatregelen

Specificaties

HR++ glas

 Minimaal oppervlak 5 m2 U-waarde (warmtegeleiding) ten hoogste 1,2 W/m2 K Plaatsing conform NPR 3577(1). Woningen van vóór 1995 Minimaal type HR++ glas met ventilatie (2).

Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen

Minimaal oppervlak 5 m2 Woningen van voor 1995 U-waarde (warmtegeleiding) minder dan 3,5 W/m2 K met ventilatie

Vloerisolatie

 Minimaal oppervlak 10 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 3,5 m2K/W

Bodemisolatie

 Minimaal oppervlak 20 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 3,5 m2K/W

Spouwmuurisolatie

 Minimaal oppervlak 10 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 1,7 m2K/W

Muur-of gevelisolatie

 Minimaal oppervlak 10 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 3 m2 K/W

Dakisolatie

 Minimaal oppervlak 35 m2 Woningen van vóór 1995 Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 2,5 m2 K/W

Groendaken

Minimaal oppervlak 5 m2 Minimaal de volgende lagen: · laag dakbedekking; ·Wortelwerende laag; · Drainagelaag; · Filtervlies; ·Substraatlaag en ·Vegetatielaag (zoals grassen (3), vetplanten, mossen en kruiden). De helling van het dak is niet meer dan 45°. Bij een hellingshoek tussen de 35° en 45° moeten maatregelen getroffen zijn tegen het wegglijden en uitdrogen van de groene daklaag.

 

 

 

Naar boven