Wijziging verordening Verordening op de commissies gemeente Stichtse Vecht (artikel 16)

 

 

De raad van de gemeente Stichtse Vecht,

Besluit 

1. Artikel 16 ‘Spreekrecht burgers’, lid 1, 2 en 4 van de Verordening op de commissies gemeente Stichtse Vecht als volgt te wijzigen:

1. In de commissie kunnen aanwezige burgers het woord voeren over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen.

2. De spreektijd is maximaal vijf minuten per inspreker. Na de eerste bespreking krijgt de inspreker over een geagendeerd onderwerp opnieuw de gelegenheid te reageren op het besprokene. Zo hij daarvan gebruik maakt, stelt de voorzitter de spreektijd vast. Ten aanzien van insprekers over niet-geagendeerde onderwerpen kan de voorzitter de maximale spreektijd van alle insprekers bepalen. Na de inspraak over niet-geagendeerde onderwerpen kan de inspreker reageren op vragen van de commissieleden.

4. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk op de maandag voorafgaande aan de vergadering om 12.00 uur bij de griffie, onder vermelding van het onderwerp met toelichting.

2. aanbevelingen van de Pioniersgroep overnemen:

  • a.

    De 5 minuten spreektijd in te delen in een 3/2 verhouding waarbij voldoende ruimte is voor het betoog en het beantwoorden van vragen.

  • b.

    Bij niet geagendeerde onderwerpen vraagt de griffie naar het onderwerp en een korte toelichting op het doel van de bespreking. Dit geeft de commissie en de wethouder de mogelijkheid zich voor te bereiden en geeft de inspreker een grotere kans op succes.

  • c.

    De griffie stelt een folder op van hoe het gehele proces van inspreken tijdens de commissie doorloopt. Zodat de inspreker zich beter kan voorbereiden en weet wat hij kan verwachten.

  • d.

    De portefeuillehouder neemt plaats naast de voorzitter. De portefeuillehouder wordt door de voorzitter in de gelegenheid gesteld kort iets toe te lichten als de commissieleden daar behoefte aan hebben.

  • e.

    De insprekers kennen de processen niet en daarom is het goed als de voorzitters consequent aangeven wat er gebeurd is en wat de volgende stap is.

  • f.

    Wanneer de voorzitter concludeert dat er een vervolg komt zal dit als actiepunt in de besluitenlijst worden opgenomen. Dit is meestal een actiepunt voor de portefeuillehouder.

  • g.

    De griffie organiseert een voorzitters(intervisie-)training waarin de focus ligt op een eenduidige aanpak en de terugkoppeling aan de inspreker.

3. de burgemeester vragen een proces op te starten (evt. met een raadsconferentie) om de raad te laten spreken over een vervolgaanpak op gebied van bestuurlijke vernieuwing en participatie.

  

3 maart 2020

 

Griffier Voorzitter

     

drs. J.A. Hekman drs. A.J.H.T.H. Reinders

  

 

 

Naar boven