Vaststellen van de Beleidsregel tot wijziging van de Beleidsregel vergunningverlening terrassen Den Haag 2016

Toelichting

Op 26 juni 2019 stuurde de wethouder buitenruimte een brief met voorstellen voor de aanpassing van verschillende aspecten van het terrassenbeleid (RIS302730). Daarnaast werd in deze brief een stadsbrede proef aangekondigd met terrassen op parkeerplaatsen. Eind vorig jaar heeft over de voorgestelde aanpassingen een inspraakproces plaatsgevonden. Ook zijn de belanghebbenden uit de straten van de proef geënquêteerd.

 

Tussen half oktober en half november 2019 zijn de 110 bestuursleden van wijk- en ondernemersorganisaties en leden van de brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (afdeling Den Haag) bevraagd. Eind november is een representatieve steekproef onder 512 Hagenaars gehouden. Daarnaast heeft een vragenlijst ook drie weken op de gemeentelijke website gestaan en is via de gemeentelijke kanalen verspreid. Dit leverde in totaal 3200 reacties op.

 

De uitkomsten van deze inspraak zijn verwerkt in het voorliggende wijzigingsvoorstel.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

  • -

    artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht,

  • -

    artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag,

 

besluit:

  • -

    vast te stellen de volgende Beleidsregel tot wijziging van de Beleidsregel vergunningverlening terrassen Den Haag 2016:

 

Artikel I

De Beleidsregels vergunningverlening terrassen Den Haag 2016 worden gewijzigd als volgt:

 

  • A

    De beleidsregel onder 3. wordt gewijzigd als volgt:

     

    3. In beginsel wordt slechts vergunning verleend voor terrassen die direct aan en voor de gevel van het bijbehorende bedrijfspand worden geplaatst. Indien de gebruiksmogelijkheden van de weg dit toelaten en er geen bezwaar bestaat vanuit de belangen zoals vermeld in het derde lid van artikel 2:10 van de APV kan ook vergunning worden verleend voor terrassen die niet direct aan en voor de gevel van het bijbehorende bedrijfspand worden geplaatst.

 

  • B

    De beleidsregel onder 7. wordt gewijzigd als volgt:

     

    7. Terrasafscheidingen zijn in beginsel alleen toegestaan wanneer zij haaks op de gevel van het bijbehorende bedrijfspand zijn geplaatst. In beperkte mate worden terrasafscheidingen toegestaan die parallel aan de gevel zijn geplaatst. Terrasafscheidingen haaks op de gevel worden in een rechte lijn geplaatst tegen de gevel van het bijbehorende bedrijfspand en mogen maximaal 1.80 meter hoog zijn, gemeten vanaf de grond, en moeten vanaf 1,00 meter volledig transparant zijn. Terrasafscheidingen parallel aan de gevel worden geplaatst op maximaal de helft van de breedte van het terras. Daarnaast zijn zij maximaal 1,50 meter hoog, gemeten vanaf de grond, en volledig transparant. Terrasafscheidingen moeten wegneembaar zijn en mogen niet zonder gemeentelijke toestemming in de straat of aan de wegverharding worden bevestigd.

 

  • C

    De beleidsregel onder 10. wordt gewijzigd als volgt:

     

    10. Vergunningen voor het plaatsen van terrassen op parkeerplaatsen worden, behoudens een toets op parkeerdruk en draagvlak, enkel verleend voor de wegen en weggedeelten die onderdeel uitmaken van de hoofdwinkelstructuur, zoals benoemd in de meest recent door de raad vastgestelde retailmonitor, alsook in de Lange Houtstraat, Zuidwal, Kortenaerkade, Veenkade, Noordwal, Toussaintkade, Hooigracht, Smidswater, Zwarteweg, Oranjebuitensingel, Uilebomen, Groenewegje, Dunne Bierkade en Bierkade.

 

Vergunningen voor het plaatsen van terrassen op parkeerplaatsen worden verleend voor de duur van 5 jaar. Verder vindt er altijd een toets op verkeersveiligheid en parkeerdruk plaats (parkeerdruk binnen 200 meter loopafstand van locatie aanvraag terras onder de 90%). Indien de parkeerdruk 90% of hoger is wordt in de regel geen vergunning voor een parkeerplaatsterras uitgegeven. Hiervan kan worden afgeweken indien uit draagvlakonderzoek blijkt dat er in de omgeving meer dan 50% draagvlak is. Als onderdeel van de aanvraag van een parkeerplaatsterrasvergunning voert de gemeente een draagvlakonderzoek uit onder belanghebbenden binnen 200 meter loopafstand van de locatie. Voor alle parkeerplaatsterrassen geldt dat zij alleen zijn toegestaan tijdens het terrasseizoen van 1 maart tot en met 31 oktober. Buiten het terrasseizoen dienen zij volledig te zijn verwijderd en is de ruimte weer beschikbaar als parkeerplaats. Terrasafscheidingen zijn bij parkeerplaatsterrassen toegestaan aan de rijbaanzijde en aan beide koppen van het terras, maar niet aan de trottoirzijde. De maximale hoogte van de schotten is 90 cm, gemeten vanaf de grond. In verband met de bereikbaarheid van en het zicht op terrasboten kan afhankelijk van de parkeerdruk maximaal één parkeerplaats op de kade ter hoogte van de terrasboot vergund worden.

 

  • D

    De beleidsregel onder 12. wordt gewijzigd als volgt:

     

    12. Om de beschikbare terrasruimte op terraspleinen optimaal te benutten verlenen wij voor bepaalde locaties vergunning voor de plaatsing van een terras dat niet direct voor de gevel van het bijbehorende bedrijfspand ligt. Dit betreft uitsluitend de volgende pleinen: Plein, Plaats, Grote Markt, Anna Paulownaplein, Kurhausplein, Driehoekjes, Visbanken, Rabbijn Maarssenplein, Stationsweg tussen Oranjelaan en Stationsplein. Voor deze terraspleinen wordt in overleg met de betrokken ondernemers een standaardindeling voor de plaatsing van terrassen gemaakt. Vergunningen voor een terraspleinterras dat niet direct voor de gevel van het bijbehorende bedrijfspand ligt, worden verleend voor de duur van 1 jaar, lopend van 1 maart tot 1 maart het daaropvolgende kalenderjaar.

 

Artikel II

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Beleidsregel 3.

In het terrassenbeleid is nu het uitgangspunt dat terrassen altijd recht voor de eigen gevel van de ondernemer staan. In de meeste gevallen is dat een goed uitgangspunt, maar er zijn toch plekken in de stad waar dat tot ongewenste beperkingen voor ondernemers leidt, bijvoorbeeld op pleinen en op hoeken van straten. En dat wil het college ook beter organiseren. Daarbij moet wel rekening houden met de belangen van andere ondernemers en bewoners.

 

Het uitgangspunt blijft dan ook dat terrassen recht voor de eigen gevel staan. Daarvan kan alleen worden afgeweken onder de volgende voorwaarden:

  • -

    Een terras is niet of nauwelijks mogelijk direct aan en voor de gevel van de aanvrager.

  • -

    Andere activiteiten mogen niet gehinderd worden (zoals markten, evenementen en ambulante handel, openbare zitgelegenheden).

  • -

    Geen terrassen in groenvoorzieningen, er is een verkeersveilige inpassing en er is voldoende ruimte voor voetgangers, fietsers, laden/lossen en hulpdiensten, e.d.

  • -

    Jaarlijkse toetsing en nieuwe vergunningverlening (dus geen vijfjarige vergunningen). Hiermee ontstaat de gewenste flexibiliteit om in dit soort situaties sneller in de kunnen spelen op wijzigende situaties. Zo kan direct worden ingespeeld op nieuwe omstandigheden en nieuwe ondernemers die een zaak willen starten. In de horecasector vinden de ontwikkelingen immers snel plaats.

  • -

    Geen vaste objecten op het deel van het terras dat niet voor de eigen gevel ligt (zoals parasols in de grond of verankerde schotten).

  • -

    Hierbij wordt rekening gehouden met de belangen van derden.

Met het nieuwe beleid is het ook wenselijk dat het mogelijk wordt om soms iets te schuiven met parkeerplaatsterrassen om ze beter in te passen en te voorkomen dat er gaten ontstaan die kleiner zijn dan een parkeerplaats.

 

Het beeld is ook hier dat deze beleidsaanpassing kan rekenen op fikse steun. Afhankelijk van het onderzoek is maximaal 24% tegen deze maatregel.

 

Beleidsregel 7.

Momenteel zijn terrasafscheidingen parallel aan de gevel niet toegestaan, omdat het de bedoeling is dat terrassen altijd onderdeel blijven van de buitenruimte. Veel ondernemers en terrasbezoekers hebben echter de behoefte aan beschutting tegen de wind. Het college wil hierin tegemoetkomen door parallelle terrasschotten toe te staan als deze volledig transparant zijn, maximaal de helft van de breedte van het terras beslaan en maximaal 1,50cm hoog is. Het college zal over deze wijziging van het beleid na vier jaar een evaluatie starten. Dan wordt gekeken of deze aanpassing niet op gespannen voet komt met het uitgangspunt dat terrassen een openbaar karakter hebben. Voor terrasschotten haaks op de gevel geldt dat deze maximaal 1,80cm hoog mogen zijn en dienen vanaf 1 meter hoogte transparant te zijn. Voor eilandterrassen veranderen de regels niet: daar mogen geen schotten. Voor 78% van de geënquêteerden is het afsluiten van terrassen aan de voorzijde een onwenselijke ontwikkeling. Maar ook het voorstel om in beperkte mate transparante schotten toe te staan aan de voorzijde van een terras heeft ook grote steun.

 

Beleidsregel 10.

Vergunningen voor parkeerplaatsen worden alleen gegeven in (delen van) straten die onderdeel uitmaken van de hoofdwinkelstructuur, zoals benoemd in de meest recente door de raad vastgestelde retailmonitor, de Haagse grachtengordel en de Lange Houtstraat, behoudens parkeerdruk en draagvlak.

Er zijn nu verschillende straten met terrassen op parkeerplaatsen. Voorbeelden zijn: Denneweg, Frederikstraat, Prins Hendrikstraat en Weimarstraat. In deze straten is (of was) de parkeerdruk onder de 90 %. Deze terrassen zijn meestal het hele jaar aanwezig. In de winterperiode maken deze terrassen vaak een verlaten indruk en worden ze voor andere doelen gebruikt: opslag, verkoop en als stalling. Dat is niet goed voor het straatbeeld. Daarom zullen met het nieuwe beleid de parkeerplaatsterrassen alleen toegestaan zijn in het terrassenseizoen, van 1 maart tot en met 31 oktober, parallel met de periode voor de strandpaviljoens. Doordat de terrassen in de winterperiode weg zijn, zijn er in die periode meer parkeerplekken beschikbaar. Voor bestaande parkeerplaatsterrassen geldt dat de vergunningen gewoon doorlopen en de regel pas zal gelden bij een nieuwe vergunningaanvraag. Voor vergunningen die aflopen bij de invoering van het nieuwe beleid geldt een overgangstermijn van een jaar. De bestaande rechten van zittende ondernemers worden in ieder geval voor één jaar voortgezet.

 

Nu geldt dat bij een trottoirbreedte van meer dan drie meter geen vergunning wordt afgegeven voor een parkeerplaatsterras. De gedachte daarachter is dat er op een breed trottoir voldoende ruimte is om daar een terras neer te zetten. Ter stimulering van terrassen in deze stad wil het college deze aanvullende voorwaarde laten vervallen. Ook deze ondernemers mogen een parkeerplaatsterras aanvragen.

 

Pilot 2019 met zomerterrassen op parkeerplaatsen

Het is tot nu toe niet mogelijk om parkeerplaatsen te gebruiken als terras in straten waar de parkeerdruk hoger is dan 90%. Daarom hebben we vorig jaar een proef gedaan met de zomerterrassen op parkeerplaatsen in de Reinkenstraat zonder de parkeerdruk te meten. Dat bleek een doorslaand succes. Er was een groot draagvlak bij ondernemers en bewoners en daarom gaan we daar mee door. Deze pilot is vooruitlopend op het nieuwe beleid dat het college op dit punt wil. Zij mogen ook nu weer in de zomermaanden een terras neerzetten op een parkeerplaats. Hiervoor geldt als termijn van 15 juli tot en met 30 september, een periode waarin de parkeerdruk sowieso lager is. Het college schat globaal in dat het om ongeveer 50 terrassen verdeeld over de stad zal gaan.

 

Omdat de Reinkenstraat zo’n groot succes was, wil het college ook zomerterrassen introduceren in winkelstraten, zoals genoemd in de Retailmonitor (RIS301527). Verder zijn er goede kansen om het gebruik en de beleving van de Haagse grachten verder te versterken. Daarom wordt de mogelijkheid geboden om ook op de kades van deze grachten zomerterrassen op parkeerplaatsen te hebben.

 

Het gaat dan over de volgende grachten: Zuidwal, Kortenaerkade, Veenkade, Toussaintkade, Noordwal, Hooikade/Hooigracht, Smidswater, Zwarteweg, Oranjebuitensingel, Uilebomen, Groenewegje, (Dunne) Bierkade). De volledige lijst van straten waar zomerterrassen in 2019 mogelijk zijn, vindt u in de bijlage.

 

De gemeente doet bij deze zomerterrassen, net als in de Reinkenstraat, geen toets op de parkeerdruk. Wel vindt steeds een toets plaats op de verkeersveiligheid. Tijdens de pilot wordt er streng toegezien op de vergunningsvoorwaarden (zoals de afscherming naar de weg van maximaal 90 cm), want met de veiligheid nemen we geen loopje.

 

Het college wil daarom dit jaar een pilot houden en de bewoners en ondernemers door middel van een enquête naar hun mening te vragen. Deze enquête wordt heel specifiek gehouden in de straten waar de zomerterrassen dit jaar komen. Dit traject loopt parallel aan het gesprek met de stad over de andere voorstellen om het terrassenbeleid te versoepelen. Wanneer de resultaten positief zullen zomerterrassen worden opgenomen in het nieuwe beleid en krijgen ondernemers de gelegenheid om vanaf 2020 zonder parkeerdrukmeting een parkeerplaatsterras te exploiteren van 1 maart tot en met 31 oktober.

 

Zo hoog als de steun is voor de andere onderdelen van het beleid, zo verdeeld is de Hagenaar over het fenomeen parkeerplaatsterrassen. Zowel in het representatieve onderzoek als de vragenlijst via sociale media houden de voor- en tegenstanders elkaar bijna in evenwicht. Het beeld wordt nog minder eenduidig als men de enquêteresultaten per straat uit de proefgebieden beschouwd: die variëren van overtuigende steun tot onvoldoende draagvlak. Als er de komende jaren nieuwe aanvragen (3) voor parkeerplaatsterrassen in winkelstraten (zoals genoemd in bijlage 3) worden ingediend, zullen de aanvragen beoordeeld worden op de parkeerdruk (zoals tot nu toe in het beleid: alleen onder de 90% worden vergunningen verleend), tenzij uit een te houden onderzoek onder bewoners en bedrijven in die straat blijkt dat voor het plaatsen van een parkeerplaatsterras voldoende draagvlak bestaat. Dan wordt de parkeerdruk als beoordelingsfactor niet meegenomen. Dus alleen bij een parkeerdruk boven de 90% doet de gemeente een draagvlakonderzoek. Zoals gemeld zullen met ingang van het nieuwe terrasseizoen de parkeerplaasterrassen seizoensgebonden zijn en alleen toegestaan tussen 1 maart en 31 oktober. Voor bestaande vergunningen voor parkeerplaatsterrassen geldt dat deze doorlopen. De nieuwe regel zal gelden bij nieuwe vergunningaanvragen. Voor vergunningen die in dit jaar aflopen geldt dat deze bestaande terrassen in het winterseizoen 2020/2021 nog mogen blijven. Deze overgangsregeling geldt niet voor de terrassen uit de proef van vorig jaar 2019 en niet voor nieuwe ondernemers.

 

Beleidsregel 12.

De overgangsbepaling is niet meer actueel en komt met het voorliggende voorstel te vervallen. Daarvoor in de plaats komt een inhoudelijk bepaling voor terraspleinen.

 

Op een aantal pleinen is sprake van een aaneengesloten terraszone. De terrassen zijn hier visueel dominant en dragen bij aan de uitstraling en levendigheid van deze pleinen. Ze zijn daarmee ook beeldbepalend en belangrijk voor de aantrekkingskracht van de stad. Dat is goed en dat willen we ook zo houden. Wel is het van belang dat op deze pleinen de toegestane terrasruimte optimaal wordt benut. Het ontstaan van ‘gaten’ op de terraslocaties leidt tot vermindering van de uitstraling van een terrasplein. Daarom willen we het alleen op de volgende pleinen mogelijk maken dat een ondernemer een terras kan exploiteren dat niet direct voor de eigen gevel is: Plein, Plaats, Grote Markt, Anna Paulownaplein, Kurhausplein, Driehoekjes, Visbanken, Rabbijn Maarssenplein, Stationsweg tussen Oranjelaan en Stationsplein.

 

Vergunningen worden in die gevallen steeds voor één jaar verleend met een vergunningsperiode van 1 maart tot 1 maart van het daaropvolgende kalenderjaar; dit in tegenstelling tot reguliere vergunningen, die vijf jaar geldig zijn. Indien zich een onderneming vestigt in een van de andere panden dan verkrijgt deze met ingang van de nieuwe vergunningverleningsperiode het recht op een terras voor de eigen gevel. Bij evenementen, markten of andere bijzondere gebeurtenissen is het mogelijk dat de ruimte hiervoor beschikbaar moet worden gesteld. Het betreft dus geen “recht” voor 365 dagen per jaar. Daarom zullen voor deze pleinen aparte voorstellen worden gemaakt waarbij alle horecaondernemers aan zo’n plein evenredig ruimte krijgen. Voor deze pleinen komt de gemeente samen met de belanghebbenden tot een passend verdelingsvoorstel.

 

De ruimte voor fietsnietjes, groen en zitbanken moet daarbij natuurlijk te allen tijde vrij blijven en is niet beschikbaar voor terrassen. Bij een herinrichting of vergroening van deze pleinen zal dan ook een nieuw verdelingsplan gemaakt moeten worden. Ook moet er altijd voldoende mogelijkheden blijven voor andere openbare functies, zoals openbare zitgelegenheid en ruimte voor spelende kinderen. Het verdelingsvraagstuk heeft dan ook alleen betrekking op de delen van de pleinen waar nu al terrassen staan en betreft niet een uitbreiding van de bestaande terrasruimte op deze pleinen.

 

Een zeer grote meerderheid van de deelnemers aan de participatie ondersteunen deze lijn.

 

Speciaal punt van aandacht is nog wel het Prins Hendrikplein. Los van dit onderzoek zijn bij de gemeente diverse verzoeken binnengekomen om ook het Prins Hendrikplein toe te voegen aan deze reeks van terraspleinen. Afgezien van de formele beperkingen in het bestemmingsplan is het college van mening dat dit plein een veelzijdiger karakter heeft dan alleen horeca. Ook buurtfeesten, speelmogelijkheden, een weekmarkt en diverse andere activiteiten hebben er in dit dichtbevolkte deel van de stad een plek. Het college is daarom ervan overtuigd dat het aan gerechtvaardigde wensen uit de buurt tegemoetkomt door geen ruimte te geven aan verdere uitbreiding van terrassen op het plein.

 

Den Haag, 3 maart 2020

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris a.i.,

Ilma Merx

 

de wnd. burgemeester,

Johan Remkes

Naar boven