1e wijziging verordening parkeerbelastingen 2020

De raad van de gemeente Sluis

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 januari 2020;

 

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening;

 

gezien het advies van de commissie Samenleving/Middelen van 18 februari 2020;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

1 e wijziging van de v erordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2020

(1e wijziging verordening parkeerbelastingen 2020)

Artikel I

Artikel 6 en 7 vervallen en worden vervangen door nieuwe artikelen 6 en 7, luidende als volgt:

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel II

De bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel vervalt en wordt vervangen door de bij deze 1e wijziging van de verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel III Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze 1e wijziging van de Verordening parkeerbelastingen 2020 treedt in werking met ingang van 1 maart 2020.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is gelijk aan de datum van inwerkingtreding.

Artikel IV Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “1e wijziging van de verordening parkeerbelastingen 2020”.

 

 

Sluis, 27 februari 2020

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier, De voorzitter,

Mr. P.T.G. Claeijs Mr. M.M.D. Vermue

Tarieventabel

Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2020.

  • I.

    Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

1.

In de kern Sluis:

 

 

1.a

voor het parkeerterrein aan de Sint Annastraat te Sluis met een onbeperkte parkeerduur;

per 10 minuten

€ 0,20;

 

 

met een maximum per 24 aaneengesloten uren van

€ 3,50;

1.b

voor het parkeerterrein achter het Walplein (Maria- en Havenpolder) te Sluis met een onbeperkte parkeerduur;

per 12 minuten

€ 0,20;

 

 

met een maximum per 24 aaneengesloten uren van

€ 3,00;

 1.c

voor het parkeerterrein aan de Nieuwstraat/Burgemeester Aernoudtsweg te Sluis met een onbeperkte parkeerduur;

 per 12 minuten

€ 0,20;

 

 

met een maximum per 24 aaneengesloten uren van

€ 3,00;

 

 

met dien verstande dat, indien het parkeerterrein verlaten wordt binnen 20 minuten na aankomst, er geen parkeerbelasting verschuldigd is

 

1.d

voor de parkeerterreinen en parkeerplaatsen, gelegen op de Groote Markt, de Beestenmarkt, de Kapellestraat, de Garenmarkt, de Smeestraat en St. Donaes, waarbij een onbeperkte parkeerduur geldt;

per 12 minuten

€ 0,30;

1.e

voor de parkeerplaatsen aan de Nieuweweg, Nieuwstraat, Plompe Toren en Dinsdagstraat, waarbij een beperkte parkeerduur geldt van 20 minuten;

per 4 minuten

€ 0,10;

1.f

voor de parkeerterreinen en parkeerplaatsen, gelegen aan het Walplein, de Kaai, de Hoogstraat, de Oude Kerkstraat, de Lange Wolstraat en de Klokstraat, waarbij een beperkte parkeerduur van 2 uur geldt;

per 12 minuten

€ 0,30

 2.

Langs de kuststrook:

 

 

 2.a

voor het parkeerterrein aan de Boulevard de Wielingen ter hoogte van het winkelcentrum (gelegen tussen de Kievitenlaan en de Leeuwerikenlaan) in Cadzand Bad, waarbij een beperkte parkeerduur van 2 uur geldt;

per 12 minuten

€ 0,30;

 2.b

voor de overige parkeerterreinen en parkeerplaatsen langs de Boulevard de Wielingen in Cadzand Bad, waarbij een onbeperkte parkeerduur geldt;

per 12 minuten

€ 0,30;

2.c

voor het parkeerterrein aan Leeuwerikenlaan (gelegen tussen de Egelantierlaan en de Boulevard de Wielingen) in Cadzand Bad, waarbij een onbeperkte parkeerduur geldt:

per 12 minuten

€ 0,30;

2.d

voor het parkeerterrein aan de Stijn Albregtstraat te Cadzand-bad, waarbij een onbeperkte parkeerduur geldt;

per 12 minuten

€ 0,30;

2.e

voor de parkeerterreinen en de parkeerplaatsen aan de Gerrit van Hoekestraat te Retranchement (bij bezoekerscentrum het Zwin), aan de Zeedijk te Nieuwvliet-Bad Oost (tussen Baanstpoldersedijk en Zouterik), de Kanaalweg te Cadzand-Bad (tussen Noordzeestraat en Sincfal), de Duinweg te Retranchement (toegangsweg naar de Zwinhoeve), aan de Groedse Duintjes aan de Zeeweg te Groede (kad. aand. OBGOO S 1174 GO en OBGOO S 860 ged.), aan Tankval aan de Zeeweg te Groede (achter en naast restaurant de Deining; kad. aand. OBGOO S1230 GO), aan de Zeeweg te Groede bij strandpaviljoen Matour (kad. aand. OOBGOO S1174 GO), aan het rioolgemaal aan de Dwarsdijk (Zwartepolder) te Nieuwvliet (kad. aand. OBGOO V587 GO), aan de Radartoren aan de Zwartepolderweg te Cadzand (kad. aand. OBG00 V587 GO), aan de Zwartepolderweg te Cadzand (plaatselijk bekend als van Grol); kad. aand. OBGOO W3 GO), aan de Vlamingpolderweg te Cadzand-Bad (kad. aand. OBGOO EC1716 DI), aan de Walendijk te Groede, kad. aand. OBG S 1550 G en een terrein gelegen tussen de de Nieuwesluisweg (noordelijk gelegen) en de Langeweg (zuidelijk gelegen) te Breskens met de kad. aand. OBG EL 1366 G, waarbij een onbeperkte parkeerduur geldt;

per 12 minuten

€ 0,20;

 

 

met een maximum per 24 aaneengesloten uren van

€ 4,00

  • II.

    Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per vergunning voor een:

a.

belanghebbendenparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, sub a, van de parkeerverordening 2020

per kalenderjaar

€ 50,00

b.

de verblijfsrecreantenparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, sub c, van de parkeerverordening 2020 in Cadzand-Bad

per kalenderjaar

€ 55,00

c.

de verblijfsrecreantenparkeervergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, sub c, van de parkeerverordening 2020 voor de parking Zeeweg 11/St. Bavodijk Nieuwvliet

per kalenderjaar

€ 150,00

d.

voor een vergunning woon-werkverkeer, als bedoeld in artikel 3, lid 3, sub d, de van de parkeerverordening 2020

per kalenderjaar

€ 110,00

e.

voor een bezoekersvergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, sub e, van de parkeerverordening 2020

per kalenderjaar

€ 20,00

f.

voor een vergunning, als bedoeld in artikel 3, lid 3, sub f,. van de parkeerverordening 2020

per kalenderjaar

€ 110,00

  • III.

    Indien een vergunning, als bedoeld in onderdeel II van deze tarieventabel, m.u.v. de bezoekersvergunning (onderdeel II.e) voor een deel van een kalenderjaar wordt verleend, wordt de belasting geheven naar rato van het aantal kwartalen dat er in dat kalenderjaar, na het verlenen van de vergunning, nog overblijven. Daarbij zal de navolgende regeling gelden:

  • a.

    Indien de vergunning is verleend vóór 15 februari dan wordt uitgegaan van vier kwartalen;

  • b.

    Indien de vergunning na 15 februari doch vóór 15 mei wordt verleend dan wordt uitgegaan van drie kwartalen;

  • c.

    Indien de vergunning na 15 mei doch vóór 15 augustus wordt verleend dan wordt uitgegaan van twee kwartalen;

  • d.

    Indien de vergunning na 15 augustus wordt verleend dan wordt uitgegaan van één kwartaal.

  •  

  • IV.

    Indien de aanvrager van een verleende parkeervergunning, als bedoeld in onderdeel II.a en II.d van deze tarieventabel, gedurende het jaar waarvoor een vergunning is verleend, verhuist en daardoor niet meer woonachtig dan wel gevestigd is binnen het gebied waarvoor de vergunning is afgegeven, wordt de belasting op verzoek van de belastingplichtige teruggegeven voor zoveel kwartaalgedeelten van de voor dat jaar verschuldigde parkeerbelasting als er in dat kalenderjaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven.

Behorende bij het raadsbesluit van 27 februari 2020,

De griffier van de gemeente Sluis,

Mr. P.T.G. Claeijs

 

Naar boven