Artikel I
De Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de inhoudsopgave wordt ingevoegd: ‘Artikel 2:48a verbod gebruik lachgas’.
B
In de inhoudsopgave van de toelichting wordt ingevoegd: ‘Artikel 2:48a verbod gebruik lachgas’.
C
In artikel 4:2, eerste lid, wordt ‘De artikelen 2.17, 2.19, 2:19a en 2.20’ vervangen door ‘De artikelen 2:17, 2:17a, 2:19, 2:19a en 2:20’.
D
In artikel 4:3, eerste lid, wordt ‘de artikelen 2.17, 2.19, 2:19a en 2.20’ vervangen door ‘de artikelen 2:17, 2:17a, 2:19, 2:19a en 2:20’.
E
Na artikel 2:48 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas
Het is verboden op een openbare plaats lachgas te gebruiken indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.
F
Artikel 5:15, derde lid, komt te luiden:
- 3.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden te venten op nader door het college aan te wijzen wegen, dagen of uren. Bij de aanwijzing van wegen, dagen of uren kan het college bepalen dat het verbod niet dan wel uitsluitend geldt voor het venten van producten of diensten die vallen in door hem aangewezen productcategorieën of categorieën van diensten.
G
In de rangschikking van artikel 6.1 wordt ingevoegd: ‘Artikel 2:48a (Verbod gebruik lachgas)’.
Artikel II
De Toelichting op de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de toelichting op artikel 2:6, vierde lid, wordt na ‘In het vierde lid is een algemene vrijstelling opgenomen van het verbod tot het verspreiden van huis aan huis verspreiding of bezorging.’ ingevoegd ‘Dit artikel laat onverlet dat in het belang van de bescherming van het milieu (afvalpreventie) in de Afvalstoffenverordening bepalingen kunnen worden opgenomen ten aanzien van het huis-aan-huis verspreiden van ongeadresseerd reclamedrukwerk.’
B
In de toelichting op artikel 2:35 vervalt: ‘Artikel 174 van de Gemeentewet geeft de burgemeester de mogelijkheid over te gaan tot sluiting, indien sprake is van een ordeverstoring die concreet voorzienbaar is en een actuele dreiging vormt voor de ordelijke gang van zaken, waartegen onmiddellijk moet worden opgetreden. De sluiting kan dan slechts van korte duur zijn.’
C
Na de toelichting op artikel 2:48 wordt een toelichting ingevoegd, luidende:
Artikel 2:48a Verbod gebruik lachgas
Grote delen van de stad worden regelmatig geconfronteerd met overlast door personen die op openbare plaatsen lachgas gebruiken. Sinds 2020 geldt in Rotterdam daarom een verbod op het gebruik van lachgas indien dit gepaard gaat met overlast. Dit verbod richt zich tegen hinderlijk lachgasgebruik in het algemeen in de openbare ruimte. Hiermee kan worden opgetreden tegen excessieve hinder of overlast van personen die op straat lachgas gebruiken.
D
De toelichting op artikel 4:3 wordt als volgt gewijzigd.
- 1.
In de toelichting op het eerste lid wordt ‘de artikelen 2.21 en 4.113 van het besluit’ vervangen door ‘de artikelen 2.21 en 4.148 van het besluit’.
- 2.
In de toelichting op het tweede lid wordt ‘artikel 4.113’ telkens vervangen door ‘artikel 4.148’.