Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2020, 50868 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2020, 50868 | Beleidsregels |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Welstandsbeleid Passagiersvaart Amsterdam 2019
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van [3 december 2019] hebben besloten:
[In de stemmen met het vaststellen van het verduidelijkte Welstandsbeleid
Passagiersvaart Amsterdam 2019 naar aanleiding van de evaluatie van Welstandsbeleid
Passagiersvaart Amsterdam 2017 en de raadsbrief waarin de toezegging van wethouder
Kock met betrekking tot evaluatie van het Welstandsbeleid 2017 wordt afgedaan;]
De gemeente vindt het belangrijk dat passagiersvaartuigen passen bij het
cultuurhistorisch waardevolle UNESCO-werelderfgoed, de beschermde
stadsgezichten en de kenmerken van de Amsterdamse binnenstad. Op 7 februari
2017 heeft de gemeente Amsterdam de nota “Welstandsbeleid Passagiersvaart
De voorliggende nota bevat een evaluatie van de afgelopen twee jaar welstandsbeleid.
Hieruit blijkt onder andere dat het welstandsbeleid geleid heeft
tot een kwaliteitsverbetering, maar dat het voor sommige aanvragers moeilijk
was om in één keer een correcte aanvraag te doen. Inhoudelijk is er geen
reden om aanpassingen te doen. Daarom is besloten de nota inhoudelijk ongewijzigd
te laten, maar wel aandacht te besteden aan heldere formulering van
Deze nota gaat vervolgens in op het werkingsgebied van het welstandsbeleid.
Dit beleid is van toepassing op alle passagiersvaartuigen die gebruik maken
van het binnenwater van Amsterdam. Bovendien sluit deze nota beter aan bij
de nieuwe Nota Varen Deel 1 (met onder meer een indeling van passagiersvaartuigen
in nieuwe segmenten waarbij het segment historische- en beeldbepalende
vaartuigen is toegevoegd) zoals op 9 mei 2019 is vastgesteld door de
Gemeenteraad. Met de nieuwe Nota Varen Deel 1 wordt het vergunningensysteem
voor passagiersvaartuigen gewijzigd, terwijl de algemene uitgangspunten
voor beeldkwaliteit ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van de
2 Doel Welstandsbeleid Passagiersvaart Amsterdam 5
3 Evaluatie van twee jaar welstandsbeleid voor passagiersvaart 8
4 Toepassing van het welstandsbeleid 10
5 Uitgangspunten en algemene criteria 12
6 Criteria nader uitgewerkt voor alle segmenten 14
7 Criteria nader uitgewerkt voor het segment Historische- en Beeldbepalende vaartuigen 20
Bijlage 1 Landelijke regelgeving X
Bijlage 2 Beschermd stadsgezicht en UNESCO Werelderfgoed X
Bijlage 5 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Groot X
Bijlage 6 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Middel en Klein X
Bijlage 7 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Onbemand X
Bijlage 8 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Historische en Beeldbepalende vaartuigen X
Op 20 september 2016 heeft het college van Burgemeester en Wethouders
de bestuursopdracht ‘Welstand Passagiersvaart’ vastgesteld.
Deze bestuursopdracht gaf onder andere invulling aan de tijdens de raadsbehandeling
van de Gewogen toetreding (Segment Bemand Groot) ingediende
motie 751.16. Hierin werd de wens geuit om ook welstandsbeleid te
formuleren voor de andere segmenten in de passagiersvaart. Doel van deze
bestuursopdracht was het formuleren van deze welstandseisen voor alle passagiersvaart.
Ook moest worden onderzocht in hoeverre welstandsbeleid kan
worden ingevoerd voor andere gebruikers van het water (transportvaart en
pleziervaart). Er is gekozen om als eerste de passagiersvaart uit te werken. De
vaartuigen die deelnamen aan de Gewogen toetreding hadden op dat moment
reeds hun (zwaardere) welstandstoets ondergaan. Zij zouden pas bij wijziging
of vernieuwing van de Gewogen toetreding-vergunning aan dit algemene
welstandsbeleid moeten voldoen.
Dit heeft op 7 februari 2017 geresulteerd in de vaststelling door het college
van de nota “Welstandsbeleid Passagiersvaart Amsterdam”.
Bij vaststelling van dit beleid is afgesproken om na 2 jaar te evalueren. De evaluatie
heeft plaatsgevonden aan het einde van 2018. De resultaten van deze
evaluatie staan beschreven in hoofdstuk 3.
De Nota Varen Deel 1 stelt vast dat de doelen van de vorige Nota Varen uit
2013 wat betreft welstand ongewijzigd zijn gebleven. Door middel van het
welstandsbeleid draagt de gemeente er zorg voor dat de passagiersvaartuigen
passen bij de cultuurhistorisch waardevolle achtergrond. Die achtergrond is gevormd
door het UNESCO-werelderfgoed, Beschermde Stadsgezichten en kenmerken
van de Amsterdamse binnenstad. Ook wordt een apart segment
geïntroduceerd voor beeldbepalende en historische vaartuigen. Dit nieuwe
segment is in het voorliggende welstandsbeleid in paragraaf 7 opgenomen.
2 | Doel Welstandsbeleid Passagiersvaart Amsterdam
Welstand is traditioneel een middel van gemeenten om de beeldkwaliteit
van bouwwerken in de publieke ruimte te bevorderen. Daarmee krijgt de
gemeente invloed op de architectuur, gebruikte materialen en kleuren van
bouwwerken. Dit geldt zowel voor nieuwe bouwwerken als voor het
verbouwen van bestaande bouwwerken.
Bouwwerken bevinden zich in de openbare ruimte en confronteren elke voorbijganger
en bewoner met de gekozen bouwvorm. Hiermee is de verschijningsvorm
van een bouwwerk niet langer een zaak van alleen de eigenaar.
De gemeente Amsterdam stelt dan ook welstandsbeleid op, op basis van de
overtuiging dat het bestuur het belang van een aantrekkelijke omgeving dient
te behartigen en de cultuurhistorische waarde van de binnenstad moet behouden.
Water speelt een grote rol bij de cultuurhistorische waarde van onze binnenstad.
Daarom heeft de gemeente gekozen om haar welstandsbeleid uit te
breiden van de traditionele insteek bouwwerken met welstandsbeleid voor
woonboten (sinds 1996) en passagiersvaartuigen (sinds 2017).
Met een helder beoordelingskader worden de welstandstoetsing en de verlening
van vergunningen voor nieuwe, vervangende of te verbouwen vaartuigen
voor iedereen inzichtelijk en worden historische vaartuigen en vaartuigen
met hoge beeldkwaliteit beschermd.
A. Het formuleren van welstandsbeleid voor passagiersvaartuigen heeft
Het doel van het welstandsbeleid is te komen tot passagiersvaartuigen die qua
beeld passen bij de uitstraling van de Amsterdamse grachten. De Amsterdamse
grachten hebben een grote cultuurhistorische waarde en zijn een trekpleister
voor bezoekers. Ze hebben een status als beschermd stadsgezicht en
een UNESCO Werelderfgoed-status. Dit alles stelt hoge eisen aan de ruimtelijke
kwaliteit van de gehele binnenstad van Amsterdam. Het college vindt het
dan ook belangrijk dat de passagiersvaartuigen die nadrukkelijk aanwezig zijn
in de Amsterdamse binnenstad passen binnen deze historisch waardevolle omgeving, de ruimtelijke context en de kenmerken van de Amsterdamse binnenstad.
De Watervisie Amsterdam 2014 benoemt Amsterdam terecht als waterstad en
wijst op de bezoekers die vanuit de hele wereld de Amsterdamse grachten
komen bewonderen. Dit bezoek is van grote economische waarde voor de
stad, maar legt er ook een druk op. Daarom stelt het college in de Watervisie:
“In de drukke historische binnenstad willen we streng handhaven op overlast
op het water. We willen geen initiatieven en activiteiten op het water die het
UNESCO-gebied onwaardig zijn.”
De binnenstad als beschermd stadsgezicht
De Rijksoverheid heeft de 'binnenstad van Amsterdam binnen de Singelgracht'
in 1999 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Bij de bescherming
van dit stadsgezicht ligt het accent op de gave historisch-ruimtelijke structuur
en het nog overwegend historisch waardevolle bebouwingsbeeld van de historische
binnenstad. Het grootste gedeelte van het vaarwater in de binnenstad
valt binnen dit beschermd stadsgezicht.
De grachtengordel als UNESCO Werelderfgoed
UNESCO heeft de 17e-eeuwse grachtengordel op 31 juli 2010 op de lijst van
Werelderfgoed geplaatst. Dit betekent dat de culturele of natuurlijke betekenis
zo uitzonderlijk is, dat deze het nationale belang overstijgt en van algemeen
belang is voor huidige en toekomstige generaties wereldwijd.
De 17e-eeuwse stadsuitbreiding van Amsterdam is het meest complete en
meest geslaagde voorbeeld van barokke stedenbouw in Europa en was de
enige stadsuitbreiding van deze omvang in die tijd. Zij representeert de Nederlandse
grachtenstad in zijn meest ideale vorm. De grachtengordel, door de
eeuwen heen nagenoeg intact gebleven, bepaalt tot in onze tijd het imago van
Amsterdam als erfgoedstad. De 17e-eeuwse grachtengordel vormt het kerngebied
van het Werelderfgoed. De overige delen van de historische binnenstad
binnen de Singelgracht vormen de bufferzone, die voor een
Werelderfgoed vereist is. De begrenzing van de bufferzone komt overeen met
de grenzen van het beschermd stadsgezicht.
B. Welstandsbeleid Passagiersvaart in samenhang met overig
De Welstandsnota ‘De Schoonheid van Amsterdam’
De gemeenteraad heeft de Welstandsnota 'De Schoonheid van Amsterdam'
geactualiseerd en vastgesteld op 14 september 2016. De gemeente vindt het
belangrijk dat de beoordeling van passagiersvaartuigen aansluit bij de welstandscriteria
uit 'De Schoonheid van Amsterdam'. Het is wenselijk dat er een
duidelijk verband is tussen de criteria die gelden voor het huis op de wal, de
woonboot die voor de deur ligt en het passagiersvaartuig dat langs vaart.
Bij de actualisatie van de Welstandsnota 'De Schoonheid van Amsterdam'
heeft de gemeente ook welstandsbeleid voor woonboten opgenomen. Vanaf
1996 gebruikten de Amsterdamse stadsdelen al welstandseisen voor woonboten.
Op 18 juni 2018 is met het vaststellen van de Nota Welstand op het water
een overkoepelend beleid voor de welstand van woonboten tot stand gekomen.
De welstandsrichtlijnen voor (woon-) boten sluiten nauw aan bij de welstandsnota
Nota Welstand Passagiersvaart Amsterdam (2017)
Met de invoering van de eerste nota “Welstand passagiersvaart Amsterdam”
in 2017 zijn voor het eerst concrete beleidsregels vastgesteld om te beoordelen
of er sprake is van strijd met de welstand bij de verlening van exploitatievergunningen
De voorliggende beleidsnotitie voorziet in een verduidelijking van de welstandscriteria
voor de beoordeling van aanvragen voor een exploitatievergunning.
De notitie is, evenals haar voorganger, uitdrukkelijk niet van toepassing
op de verlening van ligplaatsvergunningen voor passagiersvaartuigen.
3 | Evaluatie van twee jaar welstandsbeleid voor passagiersvaart
Bij vaststelling van het welstandsbeleid op 7 februari 2017 is afgesproken
dat er na 2 jaar een evaluatie zal plaatsvinden. Deze evaluatie is aan het
einde van 2018 afgerond. In deze notitie worden de conclusies en
Door de instelling van een moratorium over een belangrijk deel van de te evalueren
periode zijn er minder beoordelingen uitgevoerd dan verwacht. Wel zijn
er voldoende beoordelingen geweest om conclusies te verbinden aan het gevoerde
beleid. Er is zonder meer een verbetering van de beeldkwaliteit van de
nieuwe vaartuigen bereikt. De samenwerking tussen welstandscommissie en
Gemeente/Waternet verliep goed.
Gedurende de toetsingsperiode zijn waar nodig in gezamenlijk overleg aanpassingen
in de werkafspraken gemaakt, bijvoorbeeld over het voeren van een
toelichtend gesprek tussen welstandscommissie en aanvrager.
Procedurele problemen zijn ondervangen door de welstandscontrole formeel
te koppelen aan de controle die elk vergund vaartuig moet ondergaan voor ingebruikname
(CVO en nautische voorschriften). Ook was er vaak een vergunningverlener
aanwezig voor eventuele toelichting op het welstandsadvies.
De voorwaarden en voorschriften in de vergunning kennen geen gradatie.
Hierdoor is het voor de afdeling handhaving in een aantal gevallen onvoldoende
duidelijk wanneer een vaartuig bij ingebruikname van een vergunning
al dan niet kan worden goedkeuren. In een aantal gevallen is vastgesteld dat
vaartuigen na de keuring gewijzigd zijn zonder dat hiertoe een aanvraag is gedaan
Een belangrijke conclusie is dat het voor aanvragers vaak niet eenvoudig is om
in één keer een goede en volledige aanvraag te doen op basis van de beschreven
In totaal heeft de commissie in 2017 en 2018, 139 passagiersvaartuigen beoordeeld,
dit waren hoofdzakelijk nieuwe aanvragen. Zoals in de tabel hieronder
zichtbaar is gemaakt, zijn de meeste vaartuigen in eerste instantie niet goedgekeurd,
meestal vanwege onvoldoende beeldkwaliteit. Na een aantal opmerkingen
en suggesties van de commissie zijn deze vaartuigen aangepast en zijn
de meeste van deze vaartuigen alsnog goedgekeurd. Vaak betrof het hier
zaken als het voldoende zorgvuldig afwerken van het vaartuig, waardoor een
voldoende beeldkwaliteit werd bereikt. Slechts een klein deel van alle beoordeelde
vaartuigen heeft na een negatief advies een weigering op de aanvraag
van de exploitatievergunning ontvangen.
Tabel 1. Aantal beoordelingen per segment vrije uitgifte 2017
Samenvattend kan worden gesteld dat het welstandsbeleid functioneert in
haar doelstellingen, maar dat met name de controle op de feitelijke naleving
van de welstandscriteria, zowel bij aanbieding ter keuring als daarna, verdere
4 | Toepassing van het welstandsbeleid
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de reikwijdte van deze beleidsnota,
waarbij zal worden ingegaan op het toepassingsgebied, de verschillende
segmenten voor passagiersvaartuigen en de procedurele hoofdlijnen.
De welstandscriteria voor passagiersvaartuigen gelden voor alle soorten passagiersvaartuigen
in het gehele binnenwatergebied van de gemeente Amsterdam.
Er is geen zonering voor welstandsbeleid, omdat het gaat om varende,
en dus per definitie bewegende, vaartuigen. De omgeving waarin het vaartuig
moet passen verandert afhankelijk van waar men vaart. Dit vraagt om een uniforme
set criteria (op hoofdlijnen) op een basisniveau, zodat het vaartuig op iedere
locatie in ieder geval aan een minimum beeldkwaliteit voldoet. Het
welstandsbeleid strekt primair tot bescherming van de (cultuurhistorische)
waarden van het meest waardevolle gebied, en de welstandscriteria moeten
dan ook bijdragen aan het behoud en herstel van deze waarden. Wat aanvaardbaar
is in het meest waardevolle gebied zal ook voldoen in de andere gebieden. Door de criteria te formuleren op een basisniveau van algemeen aanvaarde principes van welstand zijn dezelfde criteria ook hanteerbaar in andere zones zonder dat specificatie noodzakelijk is. Een dergelijke uniforme set criteria zonder zonering is bovendien minder gecompliceerd in aanvraag, verlening
en controle. Bovendien vormt dit beschermde gebied (UNESCO en Beschermd
stadsgezicht) ook het belangrijkste vaargebied van de rondvaart.
De criteria zijn van toepassing op alle vergunde passagiersvaartuigen. De mogelijkheid
en wenselijkheid om welstandsbeleid toe te passen op andere vaartuigen
dan de passagiersvaart zal nader worden onderzocht.
Het welstandsbeleid uit 2017 richt zich op de welstand van passagiersvaartuigen,
omdat de bedrijfsvoering van deze vaartuigen veelal gericht is op de beleving
van het historisch meest waardevolle gebied. Ze zijn over het algemeen
(zeer) frequent aanwezig in dit gebied. De exploitatievergunningen voor alle
passagiersvaartuigen worden, op basis van nieuw beleid, herverdeeld en opnieuw
uitgegeven zodat op termijn alle huidige vaartuigen – mits er opnieuw
een vergunning voor wordt aangevraagd en de aanvraag voor het vaartuig
wordt ingeloot - aan de welstandstoets worden onderworpen.
De segmentindeling zoals beschreven in de Nota Varen 2013 is aangepast. Er
is gekozen voor een segmentindeling op basis van het maximaal aantal zitplaatsen
per vaartuig met een apart segment ‘Historisch en beeldbepalend’.
Deze nieuwe segmentindeling is in deze nota gevoegd. Dit heeft geen inhoudelijke
gevolgen voor het welstandsbeleid behoudens de toevoeging van een
nieuw segment Historische en beeldbepalende vaartuigen in hoofdstuk 7
Naast een algemene beeldkwaliteit voor de passagiersvaartuigen is het voor
het cultuurhistorisch stadsgezicht belangrijk dat historische vaartuigen en beeldbepalende vaartuigen op de grachten aanwezig blijven. Om de diversiteit
van het aanbod van passagiersvaartuigen te waarborgen worden de vergunningen
in segmenten uitgegeven, waaronder een apart segment voor
historische vaartuigen en/of beeldbepalende vaartuigen. Dit segment kent
Vergunningen - beoordeling op basis van criteria
De in hoofdstuk 5 beschreven criteria zijn algemene criteria voor de beoordeling
van de welstand van de passagiersvaartuigen in Amsterdam. Deze algemene
criteria zijn gelijk aan de criteria van het welstandsbeleid uit 2017. Alle
aanvragen voor een exploitatievergunning– ook vervangings- en wijzigingsaanvragen
- worden getoetst. Deze algemene criteria zijn concreet uitgewerkt in
hoofdstuk 6. Indien een aanvraag voldoet aan de concrete criteria van hoofdstuk
6 wordt ook voldaan aan de algemene criteria van hoofdstuk 5.
Voor de wijziging (vervangen of verbouwen) van een vergund vaartuig is een
wijzigingsvergunning noodzakelijk. In geval van een verbouwing van een reeds
door de welstand beoordeeld vaartuig betekent dit dat het vaartuig na verbouwing
in zijn geheel aan de relevante criteria uit hoofdstuk 5 en 6 en in
geval van historisch en beeldbepalend ook aan hoofdstuk 7 van deze nota
dient te voldoen. In het geval dat het gaat om een vaartuig dat nog geen welstandsoordeel
heeft gekregen en ook niet voldoet aan de criteria van de welstand
- omdat het een vergunning betreft die nog niet is herverdeeld -, mag
de aangevraagde wijziging in ieder geval niet leiden tot de situatie waarin het
vaartuig nog minder voldoet aan de criteria van hoofdstuk 5 en 6.
Beoordeling en toetsing door een beoordelingscommissie
Voor de beoordeling van een aanvraag voor een exploitatievergunning is specialistische
toetsing wenselijk. Hiertoe zal de gemeente een adviescommissie
instellen die de gemeente bij het doen van de welstandsbeoordeling adviseert.
Deze adviescommissie zal bestaan uit onafhankelijke experts die deskundigheid
bezitten op verschillende disciplines. Hun expertise bestaat uit: 1.
scheepsbouw, 2. cultuurhistorie en het beschermd stadsgezicht en 3. esthetische
en visuele kwaliteit van een vaartuig. Het college acht deze drie disciplines
nodig om tot een gewogen advies te komen over de beeldkwaliteit van
5 | Uitgangspunten en algemene criteria
De uitgangspunten en de algemene criteria voor welstand van passagiersvaartuigen
zijn niet veranderd ten opzichte van de eerste versie van de
welstandsnota (2017). Voor de volledigheid worden deze nogmaals vermeld.
Het ontwerp moet blijk geven van zorgvuldig omgaan met stijlen, materialen, verhoudingen, licht, kleur en detaillering. De gedachte hierachter is dat het ontwerp ook de gebruiker, de omgeving en de sociaal-culturele context beïnvloedt. Zorgvuldige ontwerpen nodigen de gebruiker en de omgeving uit tot zorgvuldig gedrag. Het uitgangspunt van zorgvuldigheid past in een eeuwenlange traditie van denken over ruimtelijke en architectonische kwaliteit. Volgens de Romeinse architect Vitruvius moet een goed gebouw voldoen aan drie eisen, te weten: utilitas (bruikbaarheid), firmitas (duurzaamheid) en venustas (schoonheid). Vertaald naar de kwaliteit van passagiersvaartuigen kunnen we stellen dat een vaartuig zo moet zijn ontworpen dat het zijn functie zo goed mogelijk kan vervullen, dat het in de toekomst aan gestelde eisen kan voldoen en dat het een aansprekende uitstraling heeft, die bijdraagt aan het beeld van de omgeving waarin het vaartuig vaart.
De welstandscriteria voor passagiersvaartuigen volgen de zes algemene welstandscriteria
die Amsterdam ook gebruikt voor gebouwen en voor woonboten,
A. Schaal en maatverhoudingen – evenwicht en bescheidenheid
B. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie – scheepse vorm, bedoeld voor
C. Relatie tussen schip en omgeving – passend bij karakteristiek historische
D. Betekenissen van vormen in sociaal-culturele context - zorgvuldige vormgeving
E. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit – aantrekkelijk en niet simpel
F. Materiaal, textuur, kleur en licht – hoogwaardige materialen en terughoudende kleuren
Deze zes algemene welstandscriteria richten zich op de zeggingskracht en het
vakmanschap van het ontwerp van gebouwen en boten en zijn terug te voeren
op universele architectonische ontwerpprincipes. Ze zijn gebaseerd op de
notitie 'Architectonische kwaliteit, een notitie over architectuurbeleid' die
prof. ir. Tjeerd Dijkstra schreef als rijksbouwmeester in 1985. De interpretatie
van de algemene criteria is in de loop van de tijd iets vrijer geworden, maar ze
worden nog steeds algemeen gebruikt als uitgangspunt voor welstandsbeoordelingen.
A. Schaal en maatverhoudingen – evenwicht en bescheidenheid
De romp en de opbouw hebben een evenwichtige verhouding. De opbouw
blijft binnen de romp, heeft een bescheiden hoogte en breedte en laat het
voor- en achterdek vrij. Ongewenst zijn overmatige onderdelen en opbouwen
die over de romp heen gebouwd zijn.
B. Relatie tussen vorm, gebruik en constructie – scheepse vorm, bedoeld
De vorm van het vaartuig volgt logisch uit het gebruik en de constructie.
Een passagiersvaartuig heeft de vorm van een vaartuig dat specifiek bedoeld
is voor het vervoer van personen. Ongewenst zijn niet-scheepse vormen,
die de suggestie wekken een ander object te zijn dan een vaartuig.
C. Relatie tussen schip en omgeving – passend bij karakteristiek historische
Het vaartuig past binnen de ruimtelijke en historische context van Amsterdam.
Passagiersvaartuigen moeten een positieve bijdrage leveren aan de
binnenstedelijke ruimte. Ongewenst zijn vaartuigen die qua karakteristiek
niet passen bij de historische binnenstad. Hiervoor is een lijst opgesteld
met per segment toegestane typen vaartuigen. Deze lijst staat in hoofdstuk
D. Betekenissen van vormen in sociaal-culturele context - zorgvuldige
De scheepsbouwkundige uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en evenwichtig.
Passagiersvaartuigen moeten zorgvuldig vormgegeven en gedetailleerd
zijn. Ongewenst zijn grove vormen en een onzorgvuldige afwerking,
bijvoorbeeld door de toepassing van opzichtige reclames voor de eigen eigenaar
dan wel als reclamebord voor derden.
E. Evenwicht tussen helderheid en complexiteit – aantrekkelijk en niet simpel
Het vaartuig biedt een begrijpelijk beeld door symmetrie, ritme en herkenbare
materialen. Passagiersvaartuigen zijn aantrekkelijk als zij een begrijpelijk
beeld oproepen. Ongewenst zijn vaartuigen waarbij de
aantrekkingskracht door simpelheid verloren gaat.
F. Materiaal, textuur, kleur en licht – hoogwaardige materialen en
Het vaartuig gebruikt passende materialen als hout, staal, zeildoek en glas.
Passagiersvaartuigen gebruiken scheepse materialen van hoogwaardige
kwaliteit en terughoudende kleuren, waarbij kleuraccenten zijn toegestaan.
Ongewenst zijn vaartuigen in te opvallende kleuren.
6 | Criteria nader uitgewerkt voor alle segmenten
In dit hoofdstuk worden de criteria nader uitgewerkt naar diverse aspecten
en onderdelen, die een houvast kunnen bieden bij de
welstandsbeoordeling van de passagiersvaartuigen.
In Bijlage 3 zijn de verschillende scheepstermen nader omschreven.
In Bijlage 4 zijn de verschillende scheepstypen nader beschreven.
Bijlage 5 tot en met 8 zijn een toelichting op de criteria voor de segmenten
Groot, Middel en Klein, Onbemand en Historisch- en Beeldbepalend Groot,
Middel en Kleine vaartuigen. De toelichtingen bevatten geen extra eisen, maar
zijn een hulpmiddel om meer duidelijkheid te geven over de toepassing van de
criteria uit hoofdstuk 5, 6 en 7.
In het geval een vaartuig niet voldoet aan één van de hiernavolgende onderdelen
6.7 g t/m j worden voorschriften aan de vergunning verbonden waarmee
vergunninghouder wordt verplicht om, voordat hij de vergunning in gebruik
neemt, het vaartuig in overeenstemming te brengen met deze voorschriften.
In het geval een vaartuig niet voldoet aan één van de overige onderdelen uit
dit hoofdstuk leidt dit tot een negatief welstandsoordeel.
In het geval een vaartuig niet voldoet aan de criteria uit hoofdstuk 7 leidt dit
tot het oordeel dat er geen sprake is van een historisch en/of beeldbepalend
Hieronder wordt per segment aangegeven welke hoofdtypen vaartuigen passend
zijn bij de karakteristiek van de historische binnenstad. Aangezien rondvaartboten,
salonboten en sloepen het meest voorkomen worden deze bij een
aantal aspecten specifiek belicht. De opsomming bij zowel ‘toegestaan’ als
‘niet-toegestaan’ is, behoudens bij het segment Onbemand, niet-limitatief. Bij
typen vaartuigen die niet genoemd worden dient per geval bekeken te worden
of het vaartuig van ene type is dat passend is bij de karakteristiek van de historische
Segment Historisch en Beeldbepalend Groot
Segment Historisch en beeldbepalend Middel en Klein
Het uiterlijk van het vaartuig moet een samenhangend geheel vormen dat past
bij het type vaartuig. Een aspect of onderdeel dat passend is bij het ene type
vaartuig kan onwenselijk zijn bij een ander type vaartuig. Daarom worden de
hieronder genoemde aspecten en onderdelen altijd in relatie tot elkaar en het
type vaartuig bekeken en beoordeeld.
Historisch Amsterdam; de vaartuigen worden getoetst in de context van de
17e -eeuwse grachtengordel, de beschermde stadsgezichten en de welstandsgebieden
van historisch Amsterdam uit de welstandsnota ‘De schoonheid van
Amsterdam’. Daarnaast geldt de volgende overweging:
Vaartuigen die passend zijn in het ruime vaarwater van het IJ en de Amstel voldoen
niet vanzelfsprekend voor de smalle grachten van de binnenstad.
Vaartuigen moeten passen binnen de ruimtelijke en historische context van
Amsterdam. Dat betekent dat vaartuigen beoordeeld worden in relatie tot de
omgeving waarin zij veelal zullen varen. In paragraaf 6.3 is per segment aangegeven
welke vaartuigen in ieder geval wel en niet passend zijn bij de karakteristiek
van de historische binnenstad. Vaartuigen passen bij de karakteristiek
van de historische binnenstad indien zij voor 1970 veelvuldig op de Amsterdamse
grachten te zien waren en qua uitstraling passen bij historisch Amsterdam.
Deze staan onder de kopjes ‘toegestaan’ en ‘niet toegestaan’. Van
andere niet genoemde typen wordt dit per geval bekeken. De volgende basisregels
In de navolgende tekst wordt met de volgende termen bedoeld:
In de kaders wordt voor sommige typen vaartuigen extra eisen gesteld bovenop
hetgeen in algemeen wordt voorgeschreven.
I. Hoogwaardige toevoegingen en/of nautische onderdelen
De hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onderdelen, passend bij het type vaartuig, verhogen de aantrekkelijkheid van het vaartuig.
Of belettering en logo’s voldoende bescheiden zijn hangt af van het type en omvang van het vaartuig. Belettering en logo’s zijn in ieder geval bescheiden indien ze:
7 | Criteria nader uitgewerkt voor het segment Historische- en Beeldbepalende vaartuigen
Historische vaartuigen en/of beeldbepalende vaartuigen met voldoende
De aanwezigheid van historische vaartuigen en/of beeldbepalende vaartuigen
levert een bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van Amsterdam. Daarom is het
van belang dat er voor deze vaartuigen aparte segmenten zijn. Dit zorgt ervoor
dat een minimum aan historische vaartuigen met hoge beeldkwaliteit kan
worden vergund. De aanwezigheid van deze vaartuigen dient verschillende
doelen: het draagt bij aan het behoud van het varend erfgoed voor de lange
termijn, het draagt bij aan de uitstraling van historisch Amsterdam. Bovendien
draagt het erkennen van een hoge beeldkwaliteit bij aan de voorbeeldwerking
naar de hele passagiersvaartsector.
Dat bescherming hand in hand kan gaan met vernieuwing laat bijvoorbeeld
ook de herontwikkeling zien van historische vracht- en visserijschepen, bijvoorbeeld
als bewoond schip, atelierschip of charterschip. Dezelfde ontwikkeling
zien we bij het beschermen en behouden van historische maritieme ensembles,
zoals erfgoedhavens en museumwerven.
De vaartuigen in het segment historische en andere vaartuigen met hoge
beeldkwaliteit bestaan uit vier groepen:
A. Historische vaartuigen Groot en Middel/Klein met voldoende hoge
A1. Om te bepalen of een vaartuig historisch is gelden de volgende criteria:
A2. Om te bepalen of historische vaartuigen over voldoende hoge beeldkwaliteit beschikken, waarbij de nadruk ligt op zorgvuldigheid en ambachtelijke scheepsbouwkunde, gelden de volgende criteria:
B. Beeldbepalende vaartuigen Groot en Middel/ Klein met voldoende hoge
Een vaartuig wordt als beeldbepalend aangemerkt indien:
Bijlage 1 Landelijke regelgeving
Bijlage 2 Beschermd stadsgezicht en UNESCO Werelderfgoed
Bijlage 5 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Groot
Bijlage 6 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Middel en Klein
Bijlage 7 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria voor Segment Onbemand
Bijlage 8 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria Historische en Beeldbepalende vaartuigen
Bijlage 1: Landelijke regelgeving
De term ‘welstand’ is op dit moment vooral onderdeel van de Woningwet.
Gemeenten mogen sinds 2013 zelf beslissen of en waar ze welstandsbeleid willen voeren. Voorwaarde is dan wel dat gemeenten een lokale welstandsvisie opstellen, zodat duidelijk is volgens welke criteria zij toetsen. Bouwwerken die niet voldoen aan redelijke eisen van welstand krijgen geen bouw- of omgevingsvergunning.
Hoewel vaartuigen geen bouwwerken zijn, gebruikt deze notitie dezelfde systematiek omdat de doelstelling vergelijkbaar is.
In de nieuwe Omgevingswet, die naar verwachting in 2021 van kracht wordt, zijn gemeenten verplicht om een Omgevingsvisie op te stellen. Die moet de hoofdlijnen bevatten van de voorgenomen ontwikkelingen, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied.
Ook moet de Omgevingsvisie de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving bevatten, waaronder de cultuurhistorische waarden. Het staat gemeenten daarbij vrij om al dan niet welstandsbeleid te voeren. In de nieuwe Omgevingswet krijgen gemeenten ook een zorgplicht voor de kwaliteit van de woon-, leef- en werkomgeving. Gemeenten moeten zorgen voor een goede omgevingskwaliteit, dat wil zeggen voor een leefomgeving die veilig, gezond en aantrekkelijk is. Gemeenten krijgen de vrijheid om zelf te bepalen op welke wijze zij hun zorg-plicht invulling willen geven.
In de toekomst zal dit beleid dus mogelijk binnen het kader van deze wet ingepast gaan worden in een groter geheel. Voor het moment is gekozen voor een separaat beleid.
Bijlage 2: Beschermd stadsgezicht en UNESCO Werelderfgoed
Kaart Beschermd Stadsgezicht en Werelderfgoed
De scheepsromp is het drijflichaam van een schip. De romp van een historisch schip is doorgaans van hout, ijzer of staal gemaakt. Rompen van moderne vaartuigen worden vaak van aluminium of polyester gemaakt. Een scheepsromp bestaat uit diverse onderdelen, die hieronder omschreven zijn.
Een spant is een houten of stalen balk of profiel, waaruit de romp van een schip is opgebouwd. Spanten worden op regelmatige afstand van elkaar bevestigd en vormen zo een spantenraam, het geraamte van een schip. Elke spant wordt op maat gebogen, zodat een vloeiende rompvorm ontstaat.
De scheepshuid wordt gevormd door houten huiddelen of huidplanken, of door stalen huidplaten of huidgangen, die aan de spanten zijn bevestigd. Houten huiddelen worden daartoe in de juiste kromming gebracht door ze krom te branden. Stalen huidplaten worden in de juiste kromming gebogen. Stalen huidplaten kunnen aan de spanten bevestigd worden door ze met klinknagels vast te klinken of door ze vast te lassen. Veel oude schepen die nog voor de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd zijn nog geklonken. Moderne aluminium vaartuigen worden gelast. Polyester boten worden met behulp van een mal gemaakt van hars, glasvezel en polyester.
Overnaadse bouw is een methode voor het bouwen van rompen van schepen door houten planken of stalen platen, ook huidgangen genoemd, zodanig te bevestigen, dat ze elkaar aan de randen overlappen. De overlappende verbinding wordt een land genoemd. De overlappende huidgangen werden aanvankelijk aan elkaar geklonken met klinken of draadnagels; later werden de naden gelast of gejoggeld.
Berghout, boeisel en potdeksel
Het berghout is een horizontale stevige plaat of strip, die op het breedste deel van de romp bevestigd is en die als stootrand of schuurlijst dient. Het bovenste gedeelte van de scheepsromp boven het berghout heet het boeisel of de boeiing. Het boeisel wordt aan de bovenzijde afgewerkt met een potdeksel, een horizontale rand langs de bovenzijde van de romp.
De zeeg is een gebogen lijn in de constructie van de romp. De zeeg is zichtbaar in het oplopen van het dek naar de voor- en achterzijde in de lengterichting van een vaartuig.
De zeeg draagt bij aan het draagvermogen van de romp en voorkomt het binnenlopen van vaarwater. De opbouwen van een vaartuig volgen doorgaans de zeeglijn van de romp.
De dekken en gangboorden zijn de horizontale loopvlakken die bevestigd zijn aan de romp. Schepen hebben doorgaans een voordek en een achterdek en aan de zijkanten van het laadruim een gangboord.
Een bakdek is een duidelijk verhoogd voordek. Een bakdek wordt onder andere toegepast bij bakdekkruisers, waarbij de salon zich bevindt in het bakdek.
Een geveegde kont is een uitdrukking voor een vloeiend in het water weglopende achtersteven. Bij een geveegd schip komt het achterschip zeer geleidelijk uit het water waardoor de achtersteven gedeeltelijk boven water hangt. Een geveegd achterschip laat het water makkelijk los.
Een schip heeft een volle kont wanneer de lijnen sterk gekromd zijn tot een ronde vorm.
Spitsgat Een spitsgat is een uitdrukking voor de vorm van het achterdeel van een schip, dat zeer ruime ronde boegen heeft, die onder een hoek bij elkaar komen bij de achtersteven en daar een hoek vormen.
Een spiegel is de term voor de platte achterkant van een schip boven de achtersteven.
Schepen hebben bovenop de scheepsromp diverse constructies, bedoeld om de functie waarvoor het schip is gebouwd mogelijk te maken. Hieronder volgt de omschrijving van de meest voorkomende opbouwen. Stuurhut Een constructie met rondom ramen, van waaruit een schip wordt bestuurd. De stuurhut bevat naast het stuurwiel ook de bedieningshandels van de scheepsmotor en de keerkoppeling, een instrumentenpaneel met meters en waarschuwingslampen en het bedieningspaneel van de navigatieverlichting.
De roef is de opbouw op een schip die bedoeld is als schipperswoning. Een roef heeft doorgaans ramen aan de zijkanten. Bij een motorschip is de roef vaak direct achter of soms voor de stuurhut gebouwd.
Het ruim of laadruim is bedoeld om de lading of vracht van een schip in te kunnen vervoeren. Bij passagiersvaartuigen is het ruim vaak voorzien van een vaste of (gedeeltelijk) demontabele opbouw waarbinnen de verblijfsruimte voor de passagiers is ingericht.
De opstand van het laadruim die boven de scheepsromp uitsteekt heet de den.
Bij vrachtschepen sluit de luikenkap het laadruim aan de bovenkant af. De luiken die samen de luikenkap vormen zijn doorgaans van hout of metaal. Bij passagiersvaartuigen is het dak van het ruim doorgaans uitgevoerd als vaste of (gedeeltelijk) demontabele constructie van hout, metaal of zeildoek
Ramen, lichtluiken, lichtranden en patrijspoorten
Bij schepen komen diverse vormen van lichttoetreding voor. In de opbouwen, stuurhut, roef en den zijn vaak ramen, lichtranden en/of patrijspoorten aangebracht. Lichtranden en patrijspoorten zijn ronde of ovale ramen; lichtranden zijn gesloten, patrijspoorten kunnen opengezet worden, zodat ze ook verse lucht toelaten. Bij historische vaartuigen zijn de ramen meestal in een getoogd houten kozijn gezet. Getoogd wil zeggen dat ze aan de bovenkant en soms ook aan de onderkant boogvormig zijn.
Een koekoek is een lichtkap die op het dek of het dak van opbouwen wordt geplaatst. Een koekoek is vaak gemaakt van hout en soms van staal. Doorgaans heeft een koekoek scharnierende raampjes, zodat een koekoek licht binnenlaat, maar ook verse lucht.
Op het potdeksel van het schip en langs het dak van de opbouw zijn vaak voor de veiligheid relingen aangebracht, om te voorkomen dat mensen overboord vallen. Relingen zijn doorgaans gemaakt van verticale stalen scepters met een horizontale stalen of houten verbinding.
Een schip wordt gestuurd met een roer: een aan het achterschip bevestigde verticale draaibare constructie van hout of staal.
Een stuurwiel, ook stuurrad of haspel genoemd, is een houten of stalen spaakwiel, dat via een overbrenging het roer bedient, waarmee een schip gestuurd wordt.
Een helmhout is een stevige hefboom die aan de bovenzijde van het roer bevestigd is en waarmee een schip gestuurd kan worden. Aan de bovenkant van het roer of het helmhout is vaak een roerklik aangebracht, een doorgaans houten sierstuk vaak met beschilderd houtsnijwerk. Een helmhout komt veel voor op zeilschepen.
Een zwaard is een houten of metalen peervormige stevige platte plaat, die aan de zijkant van een schip is bevestigd. Een zwaard of zijzwaard kan omhoog en omlaag scharnieren; in de lage stand steekt het zwaard een stuk in het vaarwater. Zwaarden zijn bedoeld om onbedoelde zijwaartse verplaatsing van een schip te voorkomen. Daarom komen zwaarden vooral op zeilschepen voor, die door de wind in de zeilen opzij gezet kunnen worden. Zwaarden worden via een staalkabel met een zwaardlier op het achterdek bediend. Een zwaardlier is een tandwielkast met een jaagwiel, waarmee de as van de lier wordt rondgedraaid, om het zwaard met behulp van de staalkabel omhoog te draaien.
Een anker is een zwaar metalen voorwerp met daaraan bevestigd een lang stuk touw, staalkabel of ankerketting. Een anker is bedoeld om zich in de bodem van het vaarwater vast te haken, zodat het schip op zijn plek blijft liggen. Er zijn veel soorten en vormen ankers, maar de meest voorkomende zijn het stokanker, klipanker en dreganker.
Een bolder is een stevige korte paalvormige constructie, op het schip of op de wal, waarop een tros of meertouw kan worden belegd, oftewel vastgemaakt. Er bestaan veel soorten en vormen bolders. Grotere schepen hebben vaak een bolderkast die de bolders op het voor- en achterdek van het schip omgeven en steunen.
De beting of sleepbeting is een stevige constructie van twee verticale buizen verbonden aan een horizontale buis die op het achterdek van een sleepboot staat. Over de beting lopen de sleepkabels, waarmee een sleepboot één of meer schepen voortsleept.
Varende schepen hebben doorgaans navigatieverlichting, zoals een toplicht, heklicht, bakboord- en stuurboordlicht, fluitlicht, ankerlicht, afmeerlicht en schijnwerper.
Een luchthapper is een gebogen buis die boven de machinekamer geplaatst wordt en die verse lucht naar de scheepsmotor voert.
Naamborden Schepen hebben doorgaans naamborden op de boeg, op het dak van de roef of aan de achterkant van de roef, of aan de zijkanten van het gangboord op het potdeksel staan. Een naambord is vaak van hout met sierletters in beschilderd houtsnijwerk.
Een varend schip voert tijdens de vaart doorgaans de vlag van het land van herkomst aan de achterzijde van het schip. Een schip heeft daartoe een vlaggenstokhouder.
Sommige vaartuigen hebben nog een cultuurhistorisch waardevol interieur van roef, stuurhut of andere verblijfsruimten. Het interieur kan veel informatie bevatten over de geschiedenis van het schip en kan van invloed zijn op de cultuurhistorische waarde ervan.
Aanpassingen Vaartuigen die gebruikt worden als passagiersvaartuig kunnen voor dit gebruik zijn aangepast. Daarbij kunnen de aanpassingen op de volgende wijze tot stand zijn gekomen.
Replica Een replica is een unicum en een aantoonbaar zo exact mogelijk nagebouwd vaartuig, waarvan het origineel gebouwd is voor 1965, maar verloren is gegaan. Een replica is een nieuwgebouwd vaartuig, dat het verhaal vertelt van een niet meer bestaand origineel. Het verhaal dat met een replica verteld wordt is vanuit cultuurhistorisch oogpunt gezien belangrijker dan het feit dat het materiaal nieuw is. Een replica kan dus in aanmerking komen voor het segment Historisch en/of Beeldbepalend, ook al is het na 1970 en van nieuwe materialen gebouwd. Als het origineel nog bestaat of er al een replica bestaat dan is het kopie, die niet in dit segment valt.
Reconstructie Een reconstructie is het in de oorspronkelijke vorm herstellen van een vaartuig.
Restauratie Een restauratie is een vervanging van versleten materiaal door middel van hetzelfde soort materiaal.
Verbouwing Een verbouwing is een scheepsbouwkundige wijziging aan de romp en/of de opbouw van een bestaand vaartuig.
De Aak is een niet op een steven gebouwd zeilend of gesleept vrachtschip. Het opvallendste kenmerk van een Aak is dat de brede overnaadse huidgangen in het voorschip en het achterschip bij elkaar worden gehouden zonder gebruik te maken van een stevenbalk. De vlakgangen in de kop lopen tot aan het dek of bovenboord toe op. Dit deel noemt men de heve. Aken zijn vrij licht gebouwd en hebben geen stuiten en weinig zeeg. Aan de achtersteven is een doossteven bevestigd voor het aanhangen van het roer. Aken werden eerst in hout, later in ijzer en daarna in staal gebouwd. Met aken werd alle voor- komende (bulk)vracht over de binnenwateren vervoerd.
De ‘Aak’ is een verzamelnaam voor vele ondersoorten. Deze werden genoemd naar het gebied waar het schip was gebouwd of naar het soort lading waarvoor het schip werd gebruikt. Diverse ondersoorten bestaan inmiddels niet meer. Van een aantal ondersoorten zijn nog wel exemplaren bewaard gebleven, waaronder
De ‘Hagenaar’ was aanvankelijk een verzamelnaam voor verschillende aken die vaak op Den Haag voeren, maar werd later vooral gebruikt als naam voor een aak waarvan de maten waren afgestemd op de maatvoering van de Wagen- brug in Den Haag. De Wagenbrug was een vaste brug, die aanvankelijk 2.40 m hoog was, maar na 1928 slechts 2.30 m. De bovenkant van de helmstok, de bovenkant van de mastkoker en de bovenpunten van de stevens lagen in een één lijn om onder de smalle en lage Wagenbrug door te kunnen. Daartoe moest dan ook nog het bovenstuk van de anker- en strijklier opklapbaar zijn.
Veel onderdelen zoals zwaarden, strijkklampen en de schildpadblokken van de zwaardlieren waren vaak wegneembaar. Daartoe konden enkele centimeters gewonnen worden, wat belangrijke winst opleverde. Dit schip vervoerde vooral bouwmaterialen door de grachten van Den Haag.
Het type is veel gebouwd eind 19de, begin 20e eeuw, eerst als zeilschip, later werden ze veelal gemotoriseerd.
De ‘Hasselter aak’ werd gebouwd in de steden in Noordoost Overijssel, zoals Hasselt, Zwartsluis, Kampen en Dedemsvaart. Ze werden vooral gebruikt voor het vervoer van turf, maar ook wel voor zand, grind en voor de ‘wilde vaart’, oftewel het varen waar er maar lading te verschepen is.
De ‘Kagenaar’ is een kleine aak, die goedkoop te bouwen was. In Zuid-Holland was het een populair vaartuig in de land- en tuinbouw. Een Kagenaar werd meestal niet gezeild maar ‘gewogen’. Dat wil zeggen dat het scheepje werd voortbewogen met een weegboom, een lange stok die in een uitsparing op het achterschip gestoken kon worden. De schipper liep op de kant en duwde met de weegboom het schip vooruit.
De ‘Rietaak’ werd gebruikt voor het snijden en vervoeren van riet, dat vooral werd gebruikt als dakbedekking of voor rietmatten.
De ‘IJsselaak’ werd specifiek gebouwd voor de vaart op de Hollandse IJssel en was bedoeld voor het vervoer van zand en grind.
De ‘Zandaak’ werd gebruikt voor het vervoer van zand. Ze werden vaak gebouwd voor het baggerbedrijf.
De ‘Stevenaak’ was bedoeld voor de vaart op de rivieren en was een snel rivierzeilschip. De Stevenaak behoort eigenlijk niet tot de aken, omdat het geen heve heeft, maar een wat spits toelopend en naar voren stekend en uitwaai- erend voorschip. Een Stevenaak wordt ook wel een Rijnschip of Rivierschip genoemd.
Dekschuit is de algemene term voor een schip zonder eigen voortstuwing en zonder tuigage. Het vrij vlakke dek ligt gelijk met de bovenzijde van de romp en is van voor- tot achtersteven gesloten. Wel bevinden zich in het dek toegangsluiken tot het inwendige van de romp. Dekschuiten waren vooral in gebruik als ‘lichter’ om lading van zeeschepen naar de binnenstad te vervoeren. Ze zijn nog veel in gebruik voor opslag in steden, bijvoorbeeld van bouwmateriaal. De dekschuit kan ook als drijvende werkvloer worden gebruikt.
Een motordekschuit is een dekschuit met eigen voorstuwing. Motordekschuiten hebben een gesloten dek en weinig zeeg en zijn meestal voorzien van een ronde kont. De machinekamer bevindt zich voor de stuurhut op het achter- schip. De stuurhut heeft meestal een wegklapbare bovenkant en is over het al- gemeen voorzien van een horizontaal stuurwiel. Vaak bevindt zich op het voorschip een roefje. Motordekschuiten zijn gebouwd als werkschepen waarop lading aan dek kon worden gezet, veelal bouwmaterialen of machines.
De kast is een vrij groot stalen vrachtschip met een steile voorsteven en een geveegd achterschip met rechtopstaand hek. Kasten hebben alleen op het voor- en achterschip een boeisel; langs het gangboord loopt een voetreling. De kast werd in eerste instantie gebouwd als zeilschip of als sleepschip, maar later ook als motorschip. De schipper bestelde de maat van het schip aan de hand van de lengte van de sluizen in het gewenste vaargebied. Een bekend type kast is de Friese maatkast. De maten daarvan waren afgestemd op de maten van de sluis van Stavoren. Een ander bekend type is de Kempenaar, die geschikt was om te varen in de Belgische Kempen.
De klipper heeft een S-bocht in de voorsteven. De klipper is een snel zeilschip met een vooruitstekend en uitwaaierend voorschip en een geveegd achter- schip. Het roer wordt door het dek gestoken, waardoor je kon sturen met een stuurrad in plaats van met een helmstok. Klippers zijn ontworpen voor de vrachtvaart en werden aan het eind van de 19e eeuw gebouwd in ijzer en staal. Klippers waren voor de bulkvaart in gebruik op de rivieren, de Zeeuwse stro- men en de Wadden.
Kenmerkend voor Zeeuwse klippers is het rechtopstaande hek. Klippers met een naar buiten vallend hek zijn vaak Friese klippers.
De ‘Klipperaak’ heeft de kop van een klipper, maar een vol en rond achter- schip, met een aangehangen in plaats van met een doorgestoken roer. Zo werd meer ruimte in het achterschip gecreëerd voor bewoning en werd meer laadvermogen verkregen. De Klipperaak werd voor dezelfde doeleinden ge- bruikt als de klipper, het varen met bulkgoed.
Er zijn vele varianten Klipperaken gebouwd, maar de meest voorkomende was de ‘Klipper met paardenkont’. Dit schip had een bolle, wat tjalkachtige achter- kant. Ook de kop van een Klipperaak werd vaak wat minder vooruitspringend. De kop van een Klipperaak is vaak wat voller en plomper, soms bijna stomp.
Een ‘Kotter’ is oorspronkelijk een S-spant zeilschip, dat vooral voor de zeevisserij is gebruikt. Ze werden eerst in hout gebouwd en later van staal. De oudere typen zijn slanke schepen met een hoge scherpe steile steven en meestal een geveegd achterschip met een naar buiten vallend boeisel. De modernere kotters zijn gebouwd als motorschip. Op viskotters is meestal duidelijk de lettercode van de thuishaven en een volgnummer zichtbaar, naast de naam van het schip.
De ‘Kraak’ is een ijzeren of stalen vrachtschip met een steile voorsteven en een geveegd achterschip. Kraken zijn gebouwd als zeilschip en ook als sleepschip.
Meest opvallende kenmerk van een kraak is dat de voorsteven boven het berg- hout naar binnen knikt. Kraken werden vaak gebouwd met een lage kruip- hoogte. Het waren vaak paviljoenschepen. Kraken werden vooral op
Zuid-Hollandse werven gebouwd en waren in gebruik als bulkschip op de binnenwateren en de rivieren. Er zijn nog maar weinig kraken bewaard gebleven.
De ‘Luxe motor’ en de ‘Beurtmotor’ zijn vrachtschepen, die vanaf ongeveer 1910 veel zijn gebouwd. Het was het eerste type schip dat specifiek gebouwd werd voor voortstuwing met een verbrandingsmotor, terwijl voorheen vracht vervoerd werd met zeilschepen en stoomschepen. De term ‘luxe motor’ komt van de relatief grote roef met comfortabele woning die in het achterschip gerealiseerd kon worden. Deze waren beduidend groter dan de krappe lage roefjes van de zeilende vrachtvaarders van die tijd. Scheepsmotoren waren vrij prijzig, zodat alleen de rijkere schippers zich een dergelijk schip konden veroorloven.
Een ‘Luxe motor’ heeft een vrij scherpe verticale voorsteven, een flinke zeeg en een geveegd achterschip. Het scherpe voorschip en de geveegde kont lijken nog op de sleepschepen en stoomschepen, maar het schip heeft meer zeeg. De kop ligt flink hoger dan het achterschip. Aanvankelijk werden luxe motoren nog gebouwd met een hulptuig, zodat zij zo nodig een zeil konden bijzetten. Veel luxe motoren waren voorzien van een hijstuig met zelflosser, zodat ze zonder gebruik te hoeven maken van een kraan op de wal zelf hun lading konden lossen.
Een speciaal type luxe motor is de ‘Beurtmotor’. Met deze schepen werden veel lijndiensten (beurtvervoer) onderhouden. Vaak had de beurtmotor een breed en zwaar uitgevoerd berghout. Meestal had de beurtmotor een groot voordek, zodat lading los aan dek kon worden geplaatst. In de regel had een beurtmotor een hijstuig, waarmee het zelf lading kon lossen.
Een ‘Ponton’ is een rechthoekig drijflichaam met een plat dek en zonder op- bouw. Meestal werden zij gebouwd als platform, bijvoorbeeld voor een drijvende kraan of bok, een baggermolen of als opslag voor gereedschap of als werkplatform. Pontons zijn vaak verbouwd tot woonark.
Een motorvaartuig met een geringe kruiphoogte en een bijna geheel glazen opbouw op een lage, vrij brede romp, met een bijna vlakke spiegel, met een stuurstand aan de voorzijde van de passagiersaccommodatie, bestemd voor korte rondvaarten voor passagiers.
De ‘Sleepboot’ of kortweg ‘sleper’ is een schip dat aanvankelijk is gebouwd om zeilende vrachtschepen tegen wind en stroom in te kunnen slepen. Sleepboten zijn robuuste schepen met een scherpe steile voorsteven, een oplopende zeeg en een sterk geveegd achterschip met een steil naar binnen vallend hek.
Op het achterdek staat een ‘beting’, waaraan de sleeplijnen worden bevestigd. Een beting is een zeer sterke bolder, een H-vormige constructie van twee verticale buizen en een horizontale buis. Sleepboten zijn voorzien van een grote en sterke motor.
Sleepboten met een versterkte kop worden in de winter gebruikt als ijsbreker. Tegenwoordig worden sleepboten veel gebruikt om grote schepen de haven in te slepen.
Een bekend type vrij slanke sleepboot is het Amsterdammertje. Dit is een typische havensleepboot die door zijn lage kruiplijn ook in de Amsterdamse grachten kon worden ingezet.
Een ander type sleepboot is de ‘Opduwer’. Dit zijn kleine motorbootjes van
4 tot 7 meter, die begin 20e eeuw veel gebouwd zijn om zeilende vrachtschepen voort te duwen. Opduwers fungeerden zo eigenlijk als externe scheepsmotor.
Een ‘Snik’ is een open, platboomd vaartuig, dat geboomd, getrokken of gezeild kon worden. De Snik is eeuwenlang vooral gebruikt als trekschuit voor het vervoer van mensen en goederen langs de vele kanalen die Nederland rijk is. Het was lange tijd het belangrijkste vervoermiddel van ons land.
Een Snik is een houten en later een stalen scheepje met een vrijwel rechte, sterk voorovervallende voorstevenbalk en weinig zeeg. Snikken kwamen vooral veel voor in Groningen, Friesland en Holland. Men kende daarom de Groninger snik, de Friese snik en de Hollandse snik. De Groninger snik voer met name in de maren (vaarwegen) op het Hoge Land en in de Veenkoloniën met turf en stukgoed. De Friese snik was meestal uitgevoerd als zeilschip, om ook de Friese meren over te kunnen steken. In Zeeland en Brabant kende men ook zeilende snikken, die werden gebruikt om verse vis vanaf grotere vissersschepen landinwaarts te transporteren.
De Snikken die specifiek werden gebouwd voor passagiersvervoer hadden over de volle breedte van het schip van voor tot achter een roef, zodat de passagiers ook met koud en nat weer droog konden zitten.
Er zijn weinig originele snikken bewaard gebleven. Wel zijn er enkele replica’s gebouwd, zodat mensen kunnen ervaren hoe een trekschuit in z’n werk gaat.
De ‘Spits’ is een type vrachtschip afkomstig uit België. Het is een ijzeren of stalen vrachtschip (voorheen ook in hout of met een houten vlak gebouwd) met een steile voorsteven, een bol voorschip en bol achterschip met doossteven en aangehangen roer, bij sleepspitsen vaak een ‘klaproer’. De spits is soms voor- zien van een koproer. Het zijn lange relatief smalle schepen met een groot vrachtruim in verhouding tot de breedte. Spitsen hebben weinig zeeg. Zij worden nog veel gebruikt in Zuid-Nederland, België en Noord-Frankrijk. De maatvoering is afgestemd op de kanalen in België en de sluizen in Frankrijk en bedraagt meestal 38 tot 39 meter in de lengte en 5 meter in de breedte. Spitsen zijn gebouwd als sleepschip of jaagschip en later als motorschip.
Ook de spitsen werden als maatschip gebouwd. Elk type spits heeft zijn eigen kenmerken. Zo onderscheiden we bijvoorbeeld de Maasspits, de Verdunspits, de La Louvièrespits, de Moerbekespits, de Tielrodespits en nog veel meer typen Belgische spitsen. Deze spitsen zijn vaak uitgerust met een woning in de roef voorzien van fraaie ornamenten, zoals houtsnijwerk, schilderingen en versierd glas. Daarnaast bestaan ook de Hollandse spits en de Franse spits. Want ook op Nederlandse werven werden spitsen gebouwd, zoals bijvoorbeeld her- kenbaar is in de naam van het type Dedemsvaartse spits.
De ‘Steilsteven’ is één van de laatste zeilende vrachtschepen. Later zijn de Steilstevens veelal gemotoriseerd. Een Steilsteven is een schip met een recht naar beneden vallende voorsteven, vandaar de naam, en een bol achterschip, de zogenoemde paardenkont. Meestal hadden Steilstevens stalen zwaarden en niet veel zeeg. Het achterschip is voorzien van een doossteven en een aangehangen roer. Het bolle achterschip zorgde voor meer ruimte voor de woning en tegelijkertijd voor meer laadvermogen. Een Steilsteven is relatief breed ten opzichte van de holte. Zij waren in gebruik als bulkschip, vooral voor het vervoer van turf.
De ‘Tjalk’ was lange tijd het meest voorkomende type zeilende vrachtschip in Nederland. De naam werd al in de 17e eeuw gebruikt om schepen met ronde boeg aan te duiden. Aanvankelijk werd de Tjalk gebouwd in hout, maar later in ijzer en daarna in staal. Kenmerkend zijn een rechthoekige dekvorm en de fraai gebogen ronde voor- en achtersteven. Verdere kenmerken zijn invallende boeisels bij voor- en achterschip, een breed berghout, zwaarden en een aangehangen roer aan een doossteven.
Tjalken waren door heel Nederland in gebruik als vrachtschip, maar iedere provincie had zijn eigen kenmerken. Het scheepstype kent vele uitvoeringen. Zo bestaat onder andere de Drentse tjalk, de Groninger boltjalk, het Friese skûtsje en de Hollandse tjalk. Zowel zeetjalken als binnenvaarttjalken komen voor.
Zeetjalken waren vooral bestemd voor de kustvaart, tot aan Noorwegen toe. Een variant op de tjalk was de in Noord-Nederland bekende Bol of Bolschip. Dit was eveneens een zeilschip, maar eenvoudiger uitgevoerd dan een tjalk, met minder zeeg, minder hoge en ronde stevens en een smal berghout. Ook de Bol wordt onderscheiden in ondersoorten, zoals de Groninger bol, de Platte bol en de Bolle met boord.
Veerponten werden en worden gebruikt voor het overzetten van mensen, die- ren en vervoermiddelen. Sommige veerponten zijn verbouwd tot woonboot, vaak met een aangepaste opbouw erop.
Vissersschepen (botter, schouw, boeier, jol, hoogaars, hengst)
Rond de grote rivieren, de Zeeuwse wateren en het IJsselmeer (Zuiderzee) zijn veel typen vissersschepen gebouwd, voorheen van hout, later van staal en nog later ook van polyester. Bekende typen zijn de botter, schouw, boeier, jol, hoogaars en hengst. Voor zover deze voormalige vissersschepen nog behouden zijn gebleven, zijn de meeste later verbouwd als recreatievaartuig. Sommige typen, zoals de Lemster aak, worden nog veel naar oud model nieuw nagebouwd als recreatie- of wedstrijdvaartuig. De schepen die vooral gebruikt zijn als vissersschepen zijn: aakjes, kubboten, botters, schouwen (spekbakken) en kotters.
De ‘Westlander’ is een ondiep en laag gebouwd schip voor de smalle vaarten, korte bochten en lage bruggen in het poldergebied van het Westland. Een westlander heeft een kenmerkende puntige voorsteven die uitloopt in een kort ijzeren uitsteeksel, een uitlopende doossteven. Tot de familie van de westlander behoort ook de bok. De westlanders waren veelal in gebruik als akkerschuiten voor het vervoer van groente en fruit uit het Westland naar
de steden. Er waren zeilende en motorwestlanders, maar een kenmerkende manier van voortbewegen is ook het ‘wegen’. Hiertoe zat er een sleuf, de ‘wegering’ in het achterdek, waar de schipper een lange stok, de weegboom in kon steken, om het scheepje zodoende lopend op de kant voort te kunnen duwen.
Bijboten zijn kleine bootjes, die bedoeld zijn om meegenomen te worden (vooral op binnenvaart- of zeeschepen) of als volgboot achter kleinere schepen en jachten te worden gesleept. Bijboten dienen als reddingboot, om te kunnen werken aan de buitenkant van het schip, voor het vervoer naar of van de wal, en het uitbrengen van het anker. Ook in de staand want visserij werden bij- boten gebruikt om fuiken, lijnen, kubben of ankerkuilen uit te zetten of op te halen. Er zijn zeer veel typen bijboten, die vaak plaatselijk in kleine series gebouwd werden. Bijboten werden vroeger vooral gebouwd in hout, later in ijzer en staal, maar tegenwoordig ook in polyester en in rubber. Vaak zijn bijboten gebouwd als roeiboot of gewrikte boot, maar zeilende bijboten kwamen ook voor. Tegenwoordig zijn bijboten veelal uitgerust met een buitenboordmotor. Bijboten worden op historische schepen vaak meegenomen hangend aan de davits of met behulp van de davits op het roefdak of de luikenkap gezet.
De bekendste bijboot is de ‘schippersvlet’. Andere bekende typen zijn de Hollandse boot, de schouw, de Brabantse boot, de jol, de Beenhakker, de vlieger en de sloep.
‘Motorjachten’ en ‘Zeiljachten’ zijn aanvankelijk kleine scheepjes, speciaal gebouwd voor de pleziervaart. Meestal zijn zij gebouwd van dunne staalplaat, later ook van polyester. Jachten werden zowel door werven als in eigen beheer gebouwd. Begin 20e eeuw was een plezierjacht slechts voor weinigen weggelegd. Inmiddels komen er zeer vele typen en maten motorjachten en zeiljachten voor en is de watersport een populaire vrijetijdsbesteding geworden.
‘Baggerschepen’ zijn speciaal ontworpen om materiaal van de bodem op te nemen en naar een andere plaats te vervoeren. Baggerschepen worden onder andere gebruikt om havens en vaargeulen aan te leggen en op diepte te houden. Een oud type is de emmerbaggermolen en een bekend type op zee is de sleephopperzuiger.
Een ‘Coaster’ of ‘Kustvaarder’ is een handelsschip voor het vervoer van vracht langs de kust tot 35 zeemijl uit de kust. Veel coasters zijn gebouwd op Groninger werven voor de vaart op de Zuiderzee, de Waddenzee, de Oostzee en de vaart op Engeland. Kustvaarders hadden een lengte van maximaal 75 m een laadvermogen van maximaal 500 brt en werden gebruikt voor de kleine handelsvaart. Ze vervoerden vooral bouwmaterialen en hout. De Groninger coasters hadden als bijnaam ‘little grey devils’, omdat het kleine en handige schepen waren die op veel plaatsen konden komen.
o.a. bulkschepen, stukgoedschepen, tankschepen, containerschepen en roroschepen
De koopvaardijvloot bestaat uit diverse soorten handelsschepen. De scheeps- typen zijn aangepast aan het soort lading, zoals bulk, natte lading, containers of auto’s. Nederland heeft nog altijd een sterke maritieme positie, zowel op het gebied van scheepsbouw als van rederijen. De schaalvergroting zorgt voor een voortdurende ontwikkeling naar steeds grotere schepen.
Een ‘Lichtschip’ is een boot die is ontworpen als drijvende vuurtoren. Een lichtschip is daarmee een lichtbaken dat andere schepen waarschuwt voor zand- banken of andere obstakels of gevaarlijke gebieden. Een lichtschip is op een bepaalde positie verankerd. Lichtschepen hebben doorgaans geen eigen voortstuwing, maar wel motoren voor het opwekken van elektriciteit voor de lampen van de vuurtoren op het schip. Lichtschepen konden bemand of onbemand zijn. Lichtschepen hebben doorgaans een signaalrode kleur. Sinds de jaren ’80 zijn er geen lichtschepen meer als lichtbaken in functie.
Een ‘Logger’ is een zeevissersvaartuig voor de vangst van haring, dat rond 1850 in Nederland bekend werd. Aanvankelijk werden loggers gebouwd van hout, later van staal. Een logger viste met de vleet aan een lijn. Loggers waren snelle zeilschepen met een logger- of kottertuig. Een logger heeft een kenmerkende vorm met een steile steven, gestrekte romp en een sterk overhangend achterschip. Later werden de loggers gemotoriseerd. Ze waren de opvolgers van de houten bomschuiten, die op het strand getrokken werden om hun lading vis te lossen. Inmiddels zijn de loggers vervangen door trawlers.
Een ‘Loodsboot’ is een boot die een loods aan boord van een zeeschip brengt. De loods brengt het zeeschip veilig een zeehaven binnen. Een loodsboot heeft op een vaste positie op zee en heeft diverse loodsen en loodsjollen aan boord. Een loodsjol is een kleine boot die de loods naar een zeeschip brengt. Vroeger werden de jollen geroeid, later werden ze voorzien van een motor. Tegenwoordig vaart de loods ook wel met een snelle motorboot, een loodstender, vanuit de haven naar een zeeschip toe om het de haven in te begeleiden. Een loodsboot is een stabiel zeewaardig schip met een flinke verblijfsaccommodatie voor de bemanning. Op het dek is ruimte voor de loodsjollen en voor kranen om de jollen van en aan boord te hijsen. Loodsboten kunnen uitgerust zijn met een mitrailleur of boordkanon ter verdediging van het zeegat.
o.a. kruiser, torpedobootjager, kanonneerboot, torpedoboot, fregat, korvet, patrouillevaartuig, landingsvaartuig, mijnenlegger, mijnenveger, duikboot, transportschip, bevoorradingsschip, vliegdekschip. De Nederlandse marine kent vele typen marineschepen en oorlogsschepen. Doorgaans worden deze schepen, na dienst gedaan te hebben voor de Nederlandse marine, afgestoten en verkocht aan de marine van andere landen. Alleen niet-strategische schepen kunnen verkocht worden aan particulieren. Marineschepen zijn doorgaans grijs of zwart gekleurd en meestal voorzien van wapens.
Een ‘Reddingsboot’ is boot die is ontworpen voor het redden van mensen en schepen in nood. Door de tijden heen zijn er roeireddingsboten, zeilreddingsboten en motorreddingsboten gemaakt. De grootte en het type is afhankelijk van het gebruik en het soort vaarwater waarvoor ze zijn bedoeld. Er zijn open reddingssloepen, halve en geheel gesloten reddingsboten, vrijvalreddingsboten en zelf richtende reddingsboten. Reddingsboten zijn vaak opvallend sig- naalkleurig oranje.
Rijkswaterstaat dienstvaartuigen
o.a. patrouillevaartuig, werkschip, charter, tonnenlegger
De Nederlandse dienst Rijkswaterstaat kent diverse typen dienstvaartuigen. Doorgaans worden deze schepen na het einde van hun technische en/of economische levensduur verkocht, soms ook aan particulieren.
Een ‘Schoener’ is een zeegaand zeilschip met 2 of meer masten, waarbij de achterste mast doorgaans langer is dan de voorste. De romp van een schoener heeft een S-spant met een diep stekende kiel. Rond 1900 zijn vooral in Groningen veel schoeners gebouwd voor de kustvaart. Na 1920 werden deze zei- lende vrachtschepen vervangen door motorvrachtschepen.
Een “Trawler” is een vissersschip voor de vangst van diverse soorten zeevis. Aanvankelijk viste een trawler met scheerborden aan beide zijden, die het net uithielden. Deze trawlers werden zijtrawlers genoemd. Tegenwoordig gebruiken vissers hektrawlers, waarbij het net aan de achterkant van het schip over- boord wordt gezet. Hektrawlers zijn voorzien van vriesinstallaties om de vis aan boord te koelen en te conserveren.
Een voorloper van de coasters was de ‘Wad- en Sontvaarder’, die vooral tussen 1900 en 1925 werden gebouwd. Het laadvermogen lag tussen de 125 en 250 ton. Het waren motorschepen, soms nog met een hulpzeil, die vooral op Groninger scheepswerven gebouwd zijn. Het type lijkt op de ‘luxe motor’, maar heeft een hoger boeisel met spuigaten of kantelkleppen en een hogere kop en kont, tegen overslaand zeewater. Het waren binnenschepen die ook dicht onder de kust konden varen tot aan de Oostzee toe.
Bijlage 5: Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria segment Groot
Het beeldmateriaal belicht aspecten en onderdelen die voorgeschreven, toegestaan of niet toegestaan zijn. Ze zijn bedoeld ter verduidelijking van de beschreven aspecten en onderdelen en zijn niet bedoeld als een limitatieve (dat wil zeggen uitputtende) opsomming. Ze hebben uitdrukkelijk alleen betrekking op de met name ge- noemde aspecten en onderdelen in het onderschrift bij de foto’s.
Meest voorkomende type vaartuigen
Het type rondvaartboot is van oudsher verbonden met de Amsterdamse grachten om passagiers te vervoeren. Het vaartuig heeft een geringe kruiphoogte en een bijna ge- heel glazen opbouw en een stuurstand aan de voorzijde.
Het type salonvaartuig is van oudsher zowel als passagiersvaartuig en als pleziervaar- tuig gebruikt. Salonvaartuigen zijn oorspronkelijk gezien niet bedoeld voor de historische binnenstad maar zijn historisch gezien wel een onderdeel van de Amsterdamse grachten geworden.
Het type bedrijfsvaartuig is van oudsher verbonden met de Amsterdamse grachten, vooral voor het vervoer van goederen. Het type trekschuit en veerpont was bedoeld voor het ver- voer van passagiers. Later zijn ook andere voormalige bedrijfsvaartuigen zoals vrachtschepen, visserijschepen en sleepboten aangepast en ingezet als passagiersvaartuig.
Het type bedrijfsvaartuig is van oudsher verbonden met Amsterdam en is op zorgvuldige wijze aangepast om passagiers te vervoeren. Het type trekschuit en veerpont was bedoeld voor het vervoer van passagiers. Later zijn ook andere voormalige bedrijfsvaartuigen zoals vrachtschepen, visserijschepen en sleepboten aangepast en in- gezet als passagiersvaartuig.
De romp van dit moderne passagiersvaartuig heeft sierlijke lijnen en symmetrisch over de lengteas.
De romp van dit voormalige bedrijfsvaartuig heeft een duidelijke zeeg en is mooie gelijnd met een spitse hoge kop.
De romp van deze rondvaartboot van het Amsterdamse grachtentype is mooi gelijnd, heeft een oplopende steven, een bescheiden hoogte en breedte en laat het voor- en achterdek vrij.
De romp van deze rondvaartboot van het Amsterdamse grachtentype is mooi gelijnd, heeft een oplopende steven, een bescheiden hoogte en breedte en laat het voor- en achterdek vrij.
De romp van dit salonvaartuig heeft een duidelijke zeeg en is mooi gelijnd met een uitgesproken voor- en achtersteven.
De romp van dit salonvaartuig van het type bakdekker heeft een mooi gelijnde romp met een uitgesproken voor- en achtersteven.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
Een dekschuit is niet toegestaan als passagiersvaartuig.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
Dit tot passagiersvaartuig omgebouwd vrachtschip heeft de roef behouden en subtiel een passagiersaccommodatie toegevoegd. Voor- en achterdek zijn voldoende vrij.
Dit vaartuig is van oorsprong een mooi gelijnde sleepboot. De opbouw past in voldoende mate bij het type vaartuig.
De opbouw van deze moderne rondvaartboot is aantrekkelijk door het ritme en de symmetrie van de ramen en door de gebogen daklijn.
De opbouw van deze klassieke rondvaartboot is zorgvuldig vormgegeven en passend bij het type vaartuig. Voor- en achterdek zijn voldoende vrij.
De opbouw van deze klassieke rondvaartboot is zorgvuldig vormgegeven en passend bij het type vaartuig. Voor- en achterdek zijn voldoende vrij.
De opbouw van dit klassieke salonvaartuig is zorgvuldig vormgegeven met vol- doende detaillering en gebruik van hoogwaardige materialen en afwerking.
Dit vaartuig is een moderne variant van de klassieke rondvaartboot. De opbouw heeft een gesegmenteerd dak, een bakdek welke in voldoende mate vrij is en een houten mastje.
Deze drie salonvaartuigen hebben een slanke romp. De houten opbouw is relatief hoog en smal en het geheel heeft een chique uitstraling.
De opbouw van dit vaartuig is futuristisch en past niet binnen de ruimtelijke en histo- rische context van Amsterdam.
De opbouw van dit vaartuig is recht en hoekig en niet zorgvuldig vormgegeven.
Deze varende autobus suggereert een ander object te zijn dan een vaartuig.
Deze varende walvis suggereert een ander object te zijn dan een vaartuig.
De opbouw van dit vaartuig is recht en hoekig. Het voor- en achterdek zijn in onvol- doende mate vrij.
De overkapping van dit salonvaartuig heeft wegneembare raampartijen van hard kunststof.
Toegestaan: Gehele of gedeeltelijke overkapping van zeildoek, mits zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uitgevoerd.
De gedeeltelijk wegneembare overkapping van dit voormalige bedrijfsvaartuig is van zeildoek gemaakt met uitzondering van de raampartijen aan de zijkanten. De raam- partijen bestaan uit stijlen en delen in een passende verhouding. Het geheel is zorg- vuldig ontworpen en strakgespannen.
De gedeeltelijke wegneembare overkapping van dit voormalige bedrijfsvaartuig is van zeildoek met uitzondering van de raampartijen aan de zijkanten. De raampartijen bestaan uit stijlen en delen in een passende verhouding. Het geheel is zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uitgevoerd.
De gedeeltelijk wegneembare overkapping van dit vaartuig is van hard kunststof.
De overkapping van dit salonvaartuig heeft wegneembare raampartijen van hard
De zonnepanelen van deze moderne rondvaartboot zijn goed en zorgvuldig geïntegreerd in het ontwerp.
De zonnepanelen van deze salonvaartuigen zijn mooi symmetrisch geplaatst en zorgvuldig geïntegreerd in het dak en of het schuifdak.
De zonnepanelen van dit vaartuig zijn rommelig geplaatst en niet zorgvuldig geïnte- greerd in het ontwerp.
Het zonnepaneel van dit vaartuig heeft een raster en is niet zorgvuldig geïntegreerd in het ontwerp.
Toegestaan: Gecoat polyester, indien door toevoeging van hoogwaardige onderdelen en veel houten onderdelen een evenwichtig een samenhangend geheel van en een passend beeld wordt bereikt.
Deze klassieke rondvaartboot heeft passende materialen als een gecoate stalen romp, dek en opbouw, helder glas en houten kozijnen.
Dit tot passagiersvaartuig omgebouwde vrachtschip heeft passende materialen als een geschilderde stalen romp en opbouw. De toegevoegde onderdelen zijn in hout uitgevoerd.
Dit vaartuig heeft groen getint glas.
Dit vaartuig heeft een romp en een opbouw van ongecoat aluminium en gebruikt zeil met transparante kunststof delen in grote oppervlakken.
Dit vaartuig heeft een wegneembare overkapping met transparant materiaal van zacht kunststof aan de bovenzijde in plaats van zeildoek of hard kunststof.
Dit vaartuig gebruikt zeil met transparante kunststof delen in grote oppervlakken.
Kleurgebruik moet terughoudend zijn en passend bij het type vaartuig. Sa- menhang tussen kleur, vorm en afwerking: Lichte kleuren vragen meer aan- dacht en zijn meer uitgesproken in vorm, afwerking en detail. Donkere kleuren zijn meer terughoudend en zijn meer verhullend in vorm, afwerking en detail. De keuze voor een lichte of donkere kleur heeft daarom betekenis voor de beoordeling van het geheel. Een opvallend licht vaartuig stelt extra hoge eisen aan een zorgvuldige afwerking.
Verschil in kleur tussen romp en opbouw, waardoor het vaartuig slanker oogt.
Voor de hoofdkleur(en) geldt: gedekte en terughoudende kleuren, zoals de RAL-kleuren (of zeer gelijkende kleuren uit andere verfsystemen):
Groen: 6003 t/m 6009, 6012 t/m 6015, 6019 t/m 6022, 6028
Blauw: 5003 t/m 5004, 5008 t/m 5009, 5011, 5013, 5020, 5022
Rood: 3004 t/m 3005, 3007, 3009
Grijs: 7002 t/m 7003, 7015 t/m 7016, 7022, 7026
Bruin: 8007 t/m 8008, 8011 t/m 8022, 8028
Dit vaartuig gebruikt gedekte en terughoudende kleuren.
Dit vaartuig gebruikt gedekte en terughoudende kleuren en de houten opbouw is transparant afgewerkt.
Dit vaartuig gebruikt felle kleuren, anders dan voor belijning en accenten, en patro- nen en motieven in verschillende kleuren.
Dit vaartuig is volledig grijs en roept de associatie op van de marine.
Dit vaartuig heeft verlichting anders dan navigatie en/of binnenverlichting.
Dit vaartuig heeft verlichting anders dan navigatie en/ of binnenverlichting.
G. Hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onderdelen
Hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onderdelen, passend bij het type vaartuig, verhogen de aantrekkelijkheid van het vaartuig. Nautische onderdelen voortkomend uit functioneel gebruik moeten die functie ook daad- werkelijk kunnen vervullen.
Houten onderdelen als dekken, vloerdelen, potdeksel, luiken, deksels, kis- ten, stuurwiel, helmhout, roerklik, roer, vlaggenstok, kikkers en naamborden, boordverlichtingsbakken, luikenstoeltjes.
Kabelaring, al dan niet met leguaan, liefst touwkleurig, touwfenders, kurkenzak.
Fenders in bijpassende kleur of met bijpassende fenderhoes.
Nautische onderdelen als navigatieverlichting, messing/ rvs-scheepstoeter, rvs-kikkers, scheepsbel, ankerlicht.
Nautische en nagelvast aan de romp bevestigde delen zoals berghout, schuurlijst, zwaardklamp, stevenbalk, opsteker, boegspriet, roerblad, hak e.d.
De klassieke rondvaartboot heeft vaak veel aantrekkelijke nautische details; houten mast, boordverlichting, rvs-scheepstoeter, luchthappers, kikkers, reling en een teak- houten voordek
Dit tot passagiersvaartuig omgebouwde vrachtschip heeft aantrekkelijke nautische details; navigatieverlichtingsbakken, reling met scepters hennep fenders en een nieuwe houten opbouw.
Dit vaartuig heeft weinig of geen hoogwaardige en of nautische onderdelen waar- door de aantrekkelijkheid door simpelheid verloren gaat.
Dit vaartuig heeft gelijkliggende of zelfs uitstekende onderdelen buiten het vlak van de romp.
De belettering moet passend bij het type vaartuig zijn. Belettering en logo’s moeten beperkt in aantal en omvang zijn om terughoudend te zijn. Het let- tertype, maar ook de hoogte, dikte, stijl en kleur van de gebruikte letters (al dan niet in contrast met de rompkleur), zijn in samenhang bepalend of het voldoende terughoudend is.
Naam vaartuig bescheiden op de boeg.
Naam vaartuig, naam/logo rederij, thuishaven bescheiden op de achterkant.
Naam van vaartuig of rederij zeer bescheiden op het dak.
Naam/logo rederij bescheiden midden op de zijkant.
Dit vaartuig heeft een terughoudende en passende belettering op de boeg.
Dit salonvaartuig heeft een sierlijke en passende belettering op de boeg.
Dit vaartuig is voorzien van opvallende, grote, vaak voorkomende en kleurige logo’s en of belettering.
Dit vaartuig is voorzien van opvallende, kleurige en omvangrijke logo's en belettering.
Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria segment Middel en Klein
Het beeldmateriaal belicht aspecten en onderdelen die voorgeschreven, toegestaan of niet toegestaan zijn. Ze zijn bedoeld ter verduidelijking van de beschreven aspecten en onderdelen en zijn niet bedoeld als een limita - tieve (dat wil zeggen uitputtende) opsomming. Ze hebben uitdrukkelijk alleen betrekking op de met name ge- noemde aspecten en onderdelen in het onderschrift bij de foto’s.
Meest voorkomende type vaartuigen
Het type rondvaartboot is van oudsher verbonden met de Amsterdamse grachten. Voorgeschreven is een lijn in de romp die de lengte van het vaartuig benadrukt door een zeeg of bakdek. Voor de relatief kortere rondvaartboot is dit bij uitstek belangrijk. Het vaartuig heeft een geringe kruiphoogte en een bijna geheel glazen opbouw en een stuurstand aan de voorzijde
Het type salonvaartuig is van oudsher zowel als passagiersvaartuig en als pleziervaar- tuig gebruikt. Salonvaartuigen zijn oorspronkelijk gezien niet bedoeld voor de histori- sche binnenstad maar zijn historisch gezien wel een onderdeel van de Amsterdamse grachten geworden.
Het type bedrijfsvaartuig is van oudsher verbonden met de Amsterdamse grachten, vooral voor het vervoer van goederen. Het type trekschuit en veerpont was bedoeld voor het ver- voer van passagiers. Later zijn ook andere voormalige bedrijfsvaartuigen, zoals vrachtsche- pen, visserijschepen en sleepboten aangepast en ingezet als passagiersvaartuig.
Het type sloep is passend in het ruime vaarwater van het IJ en de Amstel. De verwijzing naar historische Ship-to-shore of reddingssloepen voldoet niet voor de smalle grachten van Amsterdam. Een sloep kan met hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onder- delen voldoende aantrekkelijk worden. Ook een overnaadse romp draagt hier aan bij.
De romp van dit salonvaartuig heeft een duidelijke zeeg, sierlijke lijnen en rondingen en symmetrisch over de lengteas.
De romp van dit moderne passagiersvaartuig heeft sierlijke lijnen en symmetrisch over de lengteas.
De romp van deze relatief korte rondvaartboot van het Amsterdamse grachtentype is mooi gelijnd in een juiste verhouding en heeft een spitse steven.
De romp van dit salonvaartuig heeft een duidelijke zeeg en is mooi gelijnd met een uitgesproken voor- en achtersteven.
De romp van deze sloep heeft een duidelijke zeeg, sierlijke lijnen en rondingen én is overnaads gebouwd.
De romp van dit salonvaartuig van het type bakdekker heeft een mooi gelijnde romp met een uitgesproken voor- en achtersteven.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van deze rondvaartboot heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen
Dit tot passagiersvaartuig omgebouwd vrachtschip heeft de roef behouden en subtiel een passagiersaccommodatie toegevoegd. Voor- en achterdek zijn voldoende vrij.
De opbouw van dit directievaartuig is passend bij dit type vaartuig en in voldoende mate smaller dan de romp. Voor- en achterdek zijn in voldoende mate vrij.
De opbouw van deze klassieke relatief korte rondvaartboot is zorgvuldig vormgege- ven en passend bij het type vaartuig. Voor- en achterdek zijn voldoende vrij.
Deze drie salonvaartuigen hebben een slanke romp en de houten opbouw is relatief hoog en smal en het geheel heeft een chique uitstraling.
Dit vaartuig heeft een gedrongen verhouding. De opbouw is in onvoldoende mate smaller dan de romp en voor- en achterdek zijn in onvoldoende mate vrij.
De opbouw van dit salonvaartuig bestaat voor een groot deel uit tentdoek en plexi- glas.
Deze varende bierton suggereert een ander object te zijn dan een vaartuig.
De opbouw van dit vaartuig is recht en hoekig en niet zorgvuldig vormgegeven.
De opbouw van dit vaartuig is recht en hoekig. Het voor- en achterdek zijn in onvoldoende mate vrij.
De overkapping van dit salonvaartuig heeft wegneembare raampartijen van hard kunststof.
Toegestaan: Gehele- of gedeeltelijke overkapping van zeildoek, mits zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uitgevoerd.
De gedeeltelijk wegneembare overkapping van deze sloep is van hard kunststof.
De overkapping van dit salonvaartuig heeft wegneembare raampartijen van hard
De wegneembare overkapping is niet zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uit- gevoerd.
De wegneembare overkapping is niet zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uit- gevoerd.
De zonnepanelen van deze moderne rondvaartboot zijn goed en zorgvuldig geïnte- greerd in het ontwerp.
De zonnepanelen van deze salonvaartuigen zijn mooi symmetrisch geplaatst en zorgvuldig geïntegreerd in het dak en of het schuifdak.
De zonnepanelen van dit vaartuig zijn rommelig geplaatst en niet zorgvuldig geïntegreerd in het ontwerp.
Het zonnepaneel van dit vaartuig heeft een raster en het is niet zorgvuldig geïntegreerd in het ontwerp.
Toegestaan: Gecoat polyester, indien door toevoeging van hoogwaardige onderdelen en veel houten onderdelen een evenwichtig een samenhangend geheel van en een passend beeld wordt bereikt. Bij open vaartuigen is een verzorgde afwerking van het interieur van belang voor het beeld van het vaartuig.
Deze klassieke rondvaartboot heeft passende materialen als een gecoate stalen romp, dek en opbouw, helder glas en houten kozijnen.
Dit historische salonvaartuig heeft passende materialen als een gecoate stalen romp en dek, helder glas en houten kozijnen.
Dit vaartuig heeft groen getint glas.
Dit vaartuig heeft een romp en een opbouw van ongecoat aluminium en gebruikt zeil met transparante kunststof delen in grote oppervlakken.
Dit vaartuig gebruikt grote oppervlakken zeil met transparante kunststof delen dat onzorgvuldig is vormgegeven.
Dit vaartuig gebruikt zeil met transparante kunststof delen in grote oppervlakken.
Kleurgebruik moet terughoudend zijn en passend bij het type vaartuig. Samenhang tussen kleur, vorm en afwerking: Lichte kleuren vragen meer aan- dacht en zijn meer uitgesproken in vorm, afwerking en detail. Donkere kleuren zijn meer terughoudend en zijn meer verhullend in vorm, afwerking en detail. De keuze voor een lichte of donkere kleur heeft daarom betekenis voor de beoordeling van het geheel. Een opvallend licht vaartuig stelt extra hoge eisen aan een zorgvuldige afwerking.
Verschil in kleur tussen romp en opbouw, waardoor het vaartuig slanker oogt.
Voor de hoofdkleur(en) geldt: gedekte en terughoudende kleuren, zoals de RAL-kleuren (of zeer gelijkende kleuren uit andere verfsystemen):
Groen: 6003 t/m 6009, 6012 t/m 6015, 6019 t/m 6022, 6028
Blauw: 5003 t/m 5004, 5008 t/m 5009, 5011, 5013, 5020, 5022
Rood: 3004 t/m 3005, 3007, 3009
Grijs: 7002 t/m 7003, 7015 t/m 7016, 7022, 7026
Bruin: 8007 t/m 8008, 8011 t/m 8022, 8028
Dit vaartuig gebruikt gedekte en terughoudende kleuren. De houten opbouw is deels transparant afgewerkt
Dit vaartuig gebruikt gedekte en terughoudende kleuren
Dit vaartuig gebruikt een signaalkleur.
Dit vaartuig is volledig grijs en roept de associatie op van de marine.
De kleurstelling van deze nieuwbouw polyester sloep is opvallend licht, het wit is niet terughoudend genoeg. Er is onvoldoende samenhang tussen kleur, vorm en afwer- king. De aantrekkingskracht gaat door simpelheid verloren.
De kleurstelling van deze nieuwbouw polyester reddingssloep is opvallend licht met een terughoudende ivoorwit. De afwerking is echter nog onvoldoende zorgvuldig waardoor het geheel nog niet aantrekkelijk genoeg is.
Dit vaartuig heeft verlichting anders dan navigatie en/ of binnenverlichting.
Dit vaartuig heeft verlichting anders dan navigatie en/ of binnenverlichting.
I. Hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onderdelen
Hoogwaardige toevoegingen en/of nautische onderdelen, passend bij het type vaartuig, verhogen de aantrekkelijkheid van het vaartuig.
Houten onderdelen als dekken, vloerdelen, potdeksel, luiken, deksels, kis- ten, stuurwiel, helmhout, roerklik, roer, vlaggenstok, kikkers en naambor- den, boordverlichtingsbakken, luikenstoeltjes.
Kabelaring, al dan niet met leguaan, liefst touwkleurig, touwfenders, kur- kenzak.
Fenders in bijpassende kleur of met bijpassende fenderhoes.
Nautische onderdelen als navigatieverlichting, messing/ rvs-scheepstoe- ter, rvs-kikkers, scheepsbel, ankerlicht.
Nautische en nagelvast aan de romp bevestigde delen zoals berghout, schuurlijst, zwaardklamp, stevenbalk, opsteker, boegspriet, roerblad, hak e.d.
De klassieke rondvaartboot heeft vaak veel aantrekkelijke nautische details; houten mast, boordverlichtingsbakken, vlaggenstok, rvs-scheepstoeter, kikkers en zoeklicht.
Dit historische salonvaartuig heeft vele mooie nautische onderdelen en aantrekkelijke details; messing hoorn, messing kikkers en van henneptouw gevlochten fenders.
Deze stalen sloep heeft hoogwaardige toevoegingen en nautische onderdelen; touw- kleurige kabelaring, houten potdeksel, roer en binnenbetimmering. Ze is overnaads geklonken met sierlijke lijnen en rondingen en in een mooie kleurstelling zorgvuldig afgewerkt.
Deze houten sloep heeft vele hoogwaardige toevoegingen en nautische onderdelen; houten stuurwiel, stevenbalk, potdeksel, roer, vlaggenmastje, touwkleurige kabela- ring. Ze is overnaads gebouwd met sierlijke lijnen en rondingen en zeer zorgvuldig af- gewerkt.
Dit vaartuig heeft weinig of geen hoogwaardige en of nautische onderdelen waar- door de aantrekkelijkheid door simpelheid verloren gaat.
Dit vaartuig heeft gelijkliggende of zelfs uitstekende onderdelen buiten het vlak van de romp.
Deze nieuwbouw polyester sloep heeft geen hoogwaardige toevoegingen en nau- tische onderdelen en kan niet als aantrekkelijk passagiersvaartuig door Amsterdam varen.
Deze nieuwbouw polyester reddingssloep heeft onvoldoende hoogwaardige toevoe- gingen en nautische onderdelen om als aantrekkelijk passagiersvaartuig door Amster- dam te varen.
De belettering moet passend bij het type vaartuig zijn. Belettering en logo’s moeten beperkt in aantal en omvang zijn om terughoudend te zijn. Het let- tertype, maar ook de hoogte, dikte, stijl en kleur van de gebruikte letters (al dan niet in contrast met de rompkleur), zijn in samenhang bepalend of het voldoende terughoudend is.
Naam vaartuig bescheiden op de boeg.
Naam vaartuig, naam/logo rederij, thuishaven bescheiden op de achterkant.
Naam van vaartuig of rederij zeer bescheiden op het dak.
Naam/logo rederij bescheiden midden op de zijkant.
Dit vaartuig heeft een terughoudende en passende belettering op de boeg.
Dit vaartuig heeft een sierlijke en passende belettering op de boeg.
Dit vaartuig is voorzien van opvallende, grote, vaak voorkomende en kleurige logo’s en of belettering.
Dit vaartuig is voorzien van opvallende, kleurige en omvangrijke logo's en belettering.
Bijlage 7 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria segment Onbemand
Het beeldmateriaal belicht aspecten en onderdelen die voorgeschreven, toegestaan of niet toegestaan zijn. Ze zijn bedoeld ter verduidelijking van de beschreven aspecten en onderdelen en zijn niet bedoeld als een limitatieve (dat wil zeggen uitputtende) opsomming. Ze hebben uitdrukkelijk alleen betrekking op de met name ge- noemde aspecten en onderdelen in het onderschrift bij de foto’s.
Toegestaan: Overnaads of geklonken bouw
De romp van deze originele sloep heeft een duidelijke zeeg, is overnaads geklonken en symmetrisch over de lengteas.
De romp van deze praam heeft sierlijke lijnen en rondingen en is symmetrisch over de lengteas.
De romp van deze vlet heeft een duidelijke zeeg, sierlijke lijnen en rondingen en is symmetrisch over de lengteas.
De romp van deze bijboot heeft een duidelijke zeeg, sierlijke lijnen en rondingen en is symmetrisch over de lengteas
De romp van dit tenderachtige vaartuig heeft onvoldoende sierlijke lijnen en rondingen.
De romp van dit vaartuig heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
De historische verwijzing naar Ship-to-shore of reddingsboten voldoet niet voor de grachten in de historische binnenstad.
De romp van deze nieuwgebouwde sloep heeft geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
Deze varende klomp suggereert een ander object te zijn dan een vaartuig.
De romp van dit vaartuig heeft een zwemplatform en geen zeeg en mist sierlijke lijnen en rondingen.
Is in dit segment niet van toepassing
Toegestaan: Gehele- of gedeeltelijke overkapping van zeildoek, mits zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uitgevoerd
Deze open sloep mag de zonnecellen op een vaste constructie monteren en hier zijn ze goed in het ontwerp geïntegreerd en zorgvuldig afgewerkt.
Dit klassieke vaartuig heeft de zonnepanelen goed en symmetrisch geïntegreerd in het vaste dak en het voordek en zorgvuldig afgewerkt.
Deze open sloep mag de zonnecellen op een vaste constructie monteren maar ze moe- ten in één vullend vlak tot aan de randen zorgvuldig worden geïntegreerd en afgewerkt.
Dit ‘open’ sloepje heeft zonnepanelen met aluminium randen en raster die over de romp heen steken. De rechthoekige vorm van het ‘dak’ is niet zorgvuldig geïntegreerd.
Toegestaan: Gecoat polyester, indien door toevoeging van hoogwaardige onderdelen en veel houten onderdelen een evenwichtig een samenhangend geheel van en een passend beeld wordt bereikt. Bij open vaartuigen is een verzorgde afwerking van het interieur van belang voor het beeld van het vaartuig.
Dit vaartuig gebruikt echte en authentieke materialen die passend zijn bij het type vaar- tuig als zijnde hout, rvs (kleinere onderdelen) en een touwkleurige kabelaring en leguaan.
Dit vaartuig gebruikt echte en authentieke materialen die passend zijn bij het type vaartuig als zijnde hout, rvs (kleinere onderdelen) en een touwkleurige kabelaring en leguaan.
Dit aluminium vaartuig is ongecoat.
Dit aluminium vaartuig is ongecoat.
Dit vaartuig is van plastic en heeft een buitenboordmotor. Door het gebrek aan de- taillering gaat de aantrekkingskracht door simpelheid verloren.
Deze varende badkuip suggereert een ander object te zijn dan een vaartuig.
Kleurgebruik moet terughoudend zijn en passend bij het type vaartuig. Samenhang tussen kleur, vorm en afwerking: Lichte kleuren vragen meer aan- dacht en zijn meer uitgesproken in vorm, afwerking en detail. Donkere kleuren zijn meer terughoudend en zijn meer verhullend in vorm, afwerking en detail. De keuze voor een lichte of donkere kleur heeft daarom betekenis voor de beoordeling van het geheel. Een opvallend licht vaartuig stelt extra hoge eisen aan een zorgvuldige afwerking.
Verschil in kleur tussen romp en opbouw, waardoor het vaartuig slanker oogt.
Voor de hoofdkleur(en) geldt: gedekte en terughoudende kleuren, zoals de RAL-kleuren (of zeer gelijkende kleuren uit andere verfsystemen):
Groen: 6003 t/m 6009, 6012 t/m 6015, 6019 t/m 6022, 6028
Blauw: 5003 t/m 5004, 5008 t/m 5009, 5011, 5013, 5020, 5022
Rood: 3004 t/m 3005, 3007, 3009
Grijs: 7002 t/m 7003, 7015 t/m 7016, 7022, 7026
Bruin: 8007 t/m 8008, 8011 t/m 8022, 8028
Deze sloep gebruikt terughoudende en klassieke scheepskleuren. Het interieur heeft een ruime mate aan naturel houten onderdelen en is zorgvuldig afgewerkt.
Deze sloep gebruikt terughoudende kleuren en heeft hoogwaardige en nautische details; houten stuurwiel, rvs-bolders en een touw-kleurige kabelaring en is overnaads gebouwd.
Deze sloep gebruikt terughoudende kleuren maar de motieven zijn te rijkelijk.
Deze sloep gebruikt verschillende heldere, opvallende kleuren, patronen en motie-
ven. De sloep heeft een gedeeltelijke kap.
Deze sloep gebruikt een felle kleur.
Deze aluminium sloep is ongecoat.
I. Hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onderdelen
Hoogwaardige toevoegingen en/of nautische onderdelen, passend bij het type vaartuig, verhogen de aantrekkelijkheid van het vaartuig.
Houten onderdelen als dekken, vloerdelen, potdeksel, luiken, deksels, kis- ten, stuurwiel, helmhout, roerklik, roer, vlaggenstok, kikkers en naamborden, boordverlichtingsbakken, luikenstoeltjes.
Kabelaring, al dan niet met leguaan, liefst touwkleurig, touwfenders, kurkenzak.
Fenders in bijpassende kleur of met bijpassende fenderhoes.
Nautische onderdelen als navigatieverlichting, messing/ rvs-scheepstoeter, rvs-kikkers, scheepsbel, ankerlicht.
Nautische en nagelvast aan de romp bevestigde delen zoals berghout, schuurlijst, zwaardklamp, stevenbalk, opsteker, boegspriet, roerblad, hak e.d.
Deze sloep heeft hoogwaardige en nautische details; houten roer, stuurwiel, banken en een touwkleurige kabelaring.
Deze sloep heeft hoogwaardige en nautische details; houten stuurwiel, vlaggenmast met vlag, rvs- reling en bolders en een touwkleurige kabelaring met leguaan.
Dit vaartuig heeft geen hoogwaardige en/of nautische onderdelen waardoor de aantrekkingskracht door simpelheid verloren gaat.
Deze sloep heeft uitstekende onderdelen buiten de romp zoals trimvlakken/ zwemplatform en een zwemtrap.
De belettering moet passend bij het type vaartuig zijn. Belettering en logo’s moeten beperkt in aantal en omvang zijn om terughoudend te zijn. Het let- tertype, maar ook de hoogte, dikte, stijl en kleur van de gebruikte letters (al dan niet in contrast met de rompkleur), zijn in samenhang bepalend of het voldoende terughoudend is.
Naam vaartuig bescheiden op de boeg.
Naam vaartuig, naam/logo rederij, thuishaven bescheiden op de achterkant.
Naam van vaartuig of rederij zeer bescheiden op het dak.
Naam/logo rederij bescheiden midden op de zijkant.
Deze sloep heeft een bescheiden naam op de boeg en een stadslogo midden op de zijkant.
Deze sloep heeft een bescheiden naam op de boeg en een logo van de rederij midden op de zijkant.
Deze sloep heeft opvallende en te grote belettering.
Dit vaartuig is voorzien van opvallende, kleurige en omvangrijke logo's en belettering.
Bijlage 8 Toelichting op aspecten en onderdelen van de criteria segment Historisch en Beeldbepalend
Het beeldmateriaal belicht aspecten en onderdelen die voorgeschreven, toegestaan of niet toegestaan zijn. Ze zijn bedoeld ter verduidelijking van de beschreven aspecten en onderdelen en zijn niet bedoeld als een limitatieve (dat wil zeggen uitputtende) opsomming. Ze hebben uitdrukkelijk alleen betrekking op de met name ge- noemde aspecten en onderdelen in het onderschrift bij de foto’s.
Meest voorkomende type vaartuigen
Toegestaan bij historische vaartuigen
Dit salonvaartuig is aantoonbaar historisch, past bij de uitstraling van historisch Amsterdam en heeft een zorgvuldige scheepsbouwkundige afwerking.
Deze rondvaartboot is aantoonbaar historisch, past bij de uitstraling van historisch Amsterdam en heeft een zorgvuldige scheepsbouwkundige afwerking.
Dit bedrijfsvaartuig is aantoonbaar historisch en heeft de traditionele scheepsbouwkundige eigenschappen en onderdelen behouden. De beeldkwaliteit is voldoende hoog.
Deze geklonken sloep is aantoonbaar historisch en heeft de traditionele scheeps- bouwkundige eigenschappen en onderdelen behouden. De beeldkwaliteit is vol- doende hoog.
Niet toegestaan bij historische vaartuigen
Deze praam is aantoonbaar historisch maar de aanpassingen ten behoeve van passagiersvaart passen niet bij de uitstraling van historisch Amsterdam. De beeldkwaliteit is onvoldoende hoog.
Deze praam is aantoonbaar historisch maar de aanpassingen ten behoeve van passagiersvaart passen niet bij de uitstraling van historisch Amsterdam. De beeldkwaliteit is onvoldoende hoog.
Toegestaan bij beeldbepalende vaartuigen
Deze nieuwbouw salonboot is een modern vormgegeven vaartuig met een zorgvuldige scheepsbouwkundige uitwerking, straalt luxe en comfort uit en maakt gebruik van echte materialen.
Deze nieuwbouw sleepboot is een modern vormgegeven vaartuig met een zorgvuldige scheepsbouwkundige uitwerking, heeft zeeg en sierlijke lijnen en rondingen en maakt gebruik van echte materialen.
Niet toegestaan bij beeldbepalende vaartuigen
Deze nieuwbouw rondvaartboot heeft geen zorgvuldige vormgeving en scheeps- bouwkundige uitwerking, heeft een platte voor- en achtersteven en mist sierlijke lijnen en rondingen.
Deze nieuwbouw salonboot is plomp en mist sierlijke lijnen. Het vaartuig straalt geen luxe en comfort uit, is niet esthetisch vormgegeven en is niet visueel aantrekkelijk.
Toegestaan bij historische vaartuigen
Deze salonboot heeft een duidelijke zeeg, sierlijke lijnen en rondingen, is overnaads gebouwd en is symmetrisch over de lengteas.
De romp van dit voormalige en tot passagiersvaartuig verbouwde vrachtschip heeft een bijzondere rompvorm met een duidelijke zeeg, sierlijke lijnen en rondingen.
Toegestaan bij historische vaartuigen
De opbouw van dit vaartuig heeft een zorgvuldig vormgegeven strakgespannen dakbedekking.
De opbouw van dit vaartuig is zorgvuldig vormgegeven met ramen als afscherming van het ruim.
Dit tot passagiersvaartuig omgebouwde vrachtschip heeft de roef behouden en sub- tiel een passagiersaccommodatie toegevoegd. Voor-en achterdek zijn voldoende vrij.
De opbouw van dit directievaartuig is passend bij dit type vaartuig en in voldoende mate smaller dan de romp. Voor- en achterdek zijn in voldoende mate vrij.
Niet toegestaan bij historische vaartuigen
Deze salonboot is aantoonbaar historisch, zie linkerfoto, maar heeft niet de oorspronkelijke kenmerken en detaillering behouden, waaronder de traditionele scheeps- bouwkundige eigenschappen en onderdelen van de opbouw als directievaartuig.
Toegestaan: Gehele of gedeeltelijke overkapping van zeildoek, mits zorgvuldig ontworpen en strakgespannen uitgevoerd
De raampartijen van de wegneembare overkapping hebben geen stijlen en doorzichtige delen in een passende verhouding en het geheel onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd.
De overkapping van dit salonvaartuig heeft wegneembare raampartijen van hard kunststof.
Toegestaan bij historische vaartuigen en beeldbepalende vaartuigen
Deze nieuwgebouwde salonvaartuigen hebben de zonnepanelen mooi symmetrisch geplaatst en geïntegreerd in het dak en het schuifdak.
Dit klassieke vaartuig heeft de zonnepanelen goed en symmetrisch geïntegreerd in het vaste dak en het voordek en zorgvuldig afgewerkt.
Dit vaartuig heeft de zonnepanelen niet zorgvuldig geïntegreerd in het ontwerp.
Het zonnepaneel van dit vaartuig heeft een raster en het is niet zorgvuldig geïntegreerd in het ontwerp.
Toegestaan voor historische vaartuigen en beeldbepalende vaartuigen
Dit vaartuig heeft een uitstraling van luxe en comfort door het gebruik van echte en authentiek ogende materialen en details die passend zijn bij het type vaartuig.
Dit vaartuig heeft een uitstraling van luxe en comfort door het gebruik van echte en authentiek ogende materialen en details die passend zijn bij het type vaartuig.
Niet toegestaan voor historische en beeldbepalende vaartuigen
Dit vaartuig heeft groen getint glas.
Dit vaartuig gebruikt zeildoek wat qua kleur en strepen onvoldoende terughoudend is
Kleurgebruik moet terughoudend zijn en passend bij het type vaartuig. Sa- menhang tussen kleur, vorm en afwerking: Lichte kleuren vragen meer aan- dacht en zijn meer uitgesproken in vorm, afwerking en detail. Donkere kleuren zijn meer terughoudend en zijn meer verhullend in vorm, afwerking en detail. De keuze voor een lichte of donkere kleur heeft daarom betekenis voor de beoordeling van het geheel. Een opvallend licht vaartuig stelt extra hoge eisen aan een zorgvuldige afwerking.
Verschil in kleur tussen romp en opbouw, waardoor het vaartuig slanker oogt.
Voor de hoofdkleur(en) geldt: gedekte en terughoudende kleuren, zoals de RAL-kleuren (of zeer gelijkende kleuren uit andere verfsystemen):
Groen: 6003 t/m 6009, 6012 t/m 6015, 6019 t/m 6022, 6028
Blauw: 5003 t/m 5004, 5008 t/m 5009, 5011, 5013, 5020, 5022
Rood: 3004 t/m 3005, 3007, 3009
Grijs: 7002 t/m 7003, 7015 t/m 7016, 7022, 7026
Bruin: 8007 t/m 8008, 8011 t/m 8022, 8028
Dit vaartuig heeft de houten romp en de houten opbouw geheel transparant afge- werkt.
Dit vaartuig heeft de houten opbouw in kleur geverfd in plaats van transparant afge- werkt.
Niet toegestaan voor historische en beeldbepalende vaartuigen
Dit vaartuig heeft verlichting anders dan navigatie en/of binnenverlichting.
Dit vaartuig heeft verlichting anders dan navigatie en/of binnenverlichting.
I. Hoogwaardige toevoegingen en/ of nautische onderdelen
Hoogwaardige toevoegingen en/of nautische onderdelen, passend bij het type vaartuig, verhogen de aantrekkelijkheid van het vaartuig.
Houten onderdelen als dekken, vloerdelen, potdeksel, luiken, deksels, kis- ten, stuurwiel, helmhout, roerklik, roer, vlaggenstok, kikkers en naambor- den, boordverlichtingsbakken, luikenstoeltjes.
Kabelaring, al dan niet met leguaan, liefst touwkleurig, touwfenders, kur- kenzak.
Fenders in bijpassende kleur of met bijpassende fenderhoes.
Nautische onderdelen als navigatieverlichting, messing/ rvs-scheepstoe- ter, rvs-kikkers, scheepsbel, ankerlicht.
Nautische en nagelvast aan de romp bevestigde delen zoals berghout, schuurlijst, zwaardklamp, stevenbalk, opsteker, boegspriet, roerblad, hak e.d.
Toegestaan voor historische vaartuigen en beeldbepalende vaartuigen
De klassieke rondvaartboot heeft vaak veel aantrekkelijke nautische details; houten mast, vlaggenstok, navigatieverlichtingsbakken, rvs scheepstoeter, kikkers en zoek- licht.
Dit historische salonvaartuig heeft vele mooie nautische onderdelen en aantrekkelijke details; de messing hoorn, de messing kikkers en de van henneptouw gevlochten fenders.
Dit vaartuig heeft een zorgvuldig vormgegeven houten opbouw met een gebogen dak. Verder nog een houten stuurwiel en fenderhoezen. Het melkglas is incidenteel en functioneel toegepast.
Deze historische praam heeft vele mooie nautische onderdelen en aantrekkelijke details en de aanpassing ten behoeve van de passagiersvaart heeft een hoge beeldkwaliteit.
Deze geklonken reddingssloep is aantoonbaar historisch maar heeft nog onvoldoende hoogwaardige toevoegingen om als aantrekkelijk passagiersvaartuig in historisch Amsterdam te varen.
Deze houten reddingssloep is aantoonbaar historisch maar heeft nog onvoldoende hoogwaardige toevoegingen om als aantrekkelijk passagiersvaartuig in historisch Am- sterdam te varen.
De belettering moet passend bij het type vaartuig zijn. Belettering en logo’s moeten beperkt in aantal en omvang zijn om terughoudend te zijn. Het let- tertype, maar ook de hoogte, dikte, stijl en kleur van de gebruikte letters (al dan niet in contrast met de rompkleur), zijn in samenhang bepalend of het voldoende terughoudend is.
Naam vaartuig bescheiden op de boeg.
Naam vaartuig, naam/logo rederij, thuishaven bescheiden op de achterkant.
Naam van vaartuig of rederij zeer bescheiden op het dak.
Naam/logo rederij bescheiden midden op de zijkant.
Toegestaan voor historische vaartuigen en beeldbepalende vaartuigen
Dit vaartuig heeft een sierlijke en passende belettering op de boeg.
Deze praam heeft een sierlijke en passende belettering op de zetboorden.
Niet toegestaan voor historische en beeldbepalende vaartuigen
Dit vaartuig is voorzien van grote opvallende belettering en motieven
Dit vaartuig is voorzien van grote, opvallende en kleurige belettering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-50868.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.