Beleidsregels van de burgemeester van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent voldoende toezicht in  raamprostitutiebedrijven

De burgemeester van Amsterdam

Besluit de volgende regeling vast te stellen:

Beleidsregels van de burgemeester van Amsterdam in verband met voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven

Op 29 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2856) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over de toelaatbaarheid van enkele aan de exploitatievergunningen voor raambordelen verbonden voorschriften. Deze uitspraak is reden om het memo van 29 september 2014 in te trekken en te vervangen door de hiernavolgende tekst.

In artikel 3.30 van de APV is voorgeschreven dat er sprake moet zijn van voldoende toezicht gedurende de uren dat het prostitutiebedrijf daadwerkelijk wordt uitgeoefend. Het houden van voldoende toezicht valt onder de verplichtingen van de exploitant en de leidinggevenden.

Voldoende toezicht dient drie verschillende, in de APV neergelegde, doelen te weten:

• a. zorg dragen voor een goede gang van zaken in het prostitutiebedrijf (artikel 3.30, zesde lid);

• b. zorg dragen dat er geen prostituees werkzaam zijn die slachtoffer zijn van mensenhandel (dwang en/of uitbuiting (artikel 3.30 eerste lid onder a) en

• c. zorg dragen dat prostituees en klanten niet het slachtoffer kunnen worden van strafbare feiten (artikel 3.30, derde lid).

Om hier op een goede manier invulling aan te geven dient een exploitant/leidinggevende enkele malen, gelijkmatig verdeeld over die shift, een toezichtronde te lopen en daarvan (geanonimiseerd) verslag te doen in een journaal. In het bedrijfsplan dient de exploitant aan te geven hoeveel rondes er worden gelopen en waarom hij meent dat daarmee voldoende toezicht wordt gegarandeerd, in acht genomen de specifieke omstandigheden van zijn bedrijf.

Daarnaast dient er altijd een leidinggevende in een zodanige nabijheid van de bedrijfsruimten aanwezig te zijn dat deze zicht heeft op wat er in en rond de bedrijfsruimten gebeurt en, indien nodig, direct en adequaat kan optreden. De leidinggevende moet zichtbaar en nagenoeg direct bereikbaar zijn, niet enkel voor de prostituees, maar ook voor omwonenden en voor toezichthouders. Ook met betrekking tot deze verplichting dient de exploitant in zijn bedrijfsplan aan te geven hoe hij deze in gaat vullen.

Het is in beginsel toegestaan dat exploitanten gebruik maken van dezelfde leidinggevenden, mits die leidinggevenden op de vergunningen worden vermeld. Hierbij moet wel worden aangetekend dat gedrag van een leidinggevende bij één exploitant consequenties kan hebben voor alle bedrijven waarvoor de leidinggevende werkzaam is (b.v. als wordt geconstateerd dat een leidinggevende onder invloed van alcohol of drugs toezicht houdt).

Door deze combinatie van het lopen van toezichtrondes en de aanwezigheid in de onmiddellijke nabijheid van de bedrijfsruimten kan de leidinggevende zich een goed beeld vormen van het welbevinden van de in het bedrijf werkende prostituees, van signalen misstanden op en rond de werkkamers en van de veiligheid op straat bij de werkkamers evenals van mogelijke signalen van dwang of uitbuiting, b.v. doordat hij signaleert dat personen in de buurt van de ramen rondhangen wanneer bepaalde prostituees aan het werk zijn of dat er personen in en uit de werkkamer van een prostituee lopen die geen klant zijn. Ook kunnen er aanwijzingen zijn dat een prostituee onder invloed van drugs of alcohol werkt of onder druk wordt gezet die middelen te gebruiken.

Het toezichtinstrument is dan niet alleen een geschikt middel om misstanden te signaleren maar ook om deze te voorkomen. Van de zichtbare aanwezigheid van een leidinggevende rond de bedrijven zal immers ook een preventieve werking uitgaan. Op dezelfde wijze kunnen inbreuken op de openbare orde worden voorkomen en maakt de aanwezigheid van de leidinggevende dat, ingeval van een openbare orde verstoring snel kan worden ingegrepen.

Aanwezigheid van de leidinggevende is ook nodig om te voorkomen dat prostituees en klanten het slachtoffer worden van strafbare feiten

In aanvulling op de toezichtrondes en de fysieke aanwezigheid kan gebruik worden gemaakt van cameratoezicht. Cameratoezicht kan niet als vervanging van de toezichtrondes en de fysieke aanwezigheid worden ingezet.

Amsterdam, 31 januari 2020

De burgemeester

Femke Halsema