Besluit tot wijziging van de Regeling mandaat, volmacht en machtiging P&O houdende tot herstel van onvolkomenheden, gemeente Rotterdam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven en Grote Projecten van 11 februari 2020 met kenmerk: BCO 3531584;

 

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 171, tweede lid, van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I

De Regeling mandaat, volmacht en machtiging P&O wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel a, vervalt ‘als bedoeld in artikel 7:690 van het Burgerlijk Wetboek’.

  • 2.

    In het tweede lid vervalt ‘, inclusief het vaststellen van personele regelingen die onderdeel uitmaken van het personeelshandboek,’.

  • 3.

    Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 3.

      Het in het vorige lid verleende mandaat ziet mede op het nemen van besluiten tot invoering, wijziging of intrekking van personeelsbeleid of van een personele regeling, met uitzondering van regelingen die worden vastgelegd in een algemeen verbindend voorschrift.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f door een komma, wordt aan onderdeel f toegevoegd ‘met uitzondering van:

    • 1°.

      vergoeding van renteverlies;

    • 2°.

      vergoeding van kosten van rechtsbijstand;

    • 3°.

      vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 3.12 tot en met 3.25 van het Personeelshandboek 010;’

  • 2.

    Onderdeel h vervalt, onder verlettering van de onderdelen i en j tot de onderdelen h en i.

  • 3.

    Onderdeel i (nieuw) komt te luiden:

    • i.

      het nemen van besluiten tot invoering, wijziging of intrekking van personeelsbeleid of van een personele regeling.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het opschrift komt te luiden: ‘Artikel 5 Uitzonderingen ten aanzien van de algemeen directeur, andere door het college benoemde directeuren en specifieke medewerkers’.

  • 2.

    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      in onderdeel a vervalt ‘op grond van een discretionaire bevoegdheid’.

    • b.

      de onderdelen b en c komen te luiden:

      • b.

        besluiten over het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met door het college benoemde directeuren met dien verstande dat aan de algemeen directeur wel de bevoegdheid is gemandateerd te besluiten over de beloning van de door het college benoemde directeuren die geen concerndirecteur zijn;

      • c.

        besluiten die betrekking hebben op medewerkers van het bureau van de gemeentelijke ombudsman en van de Rekenkamer Rotterdam.

D

In artikel 10 wordt ‘de in dit besluit gemandateerden’ vervangen door ‘de in dit besluit gemandateerden met uitzondering van APG’.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 februari 2020.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 12 februari 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven