Handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen regio Midden-Holland

 

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T vast te stellen het:

 

Handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen regio Midden-Holland

 

 

Productnummer

Omschrijving

Handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen regio Midden-Holland

Status

Versie 2.3

Datum

22-06-2017

Opdrachtgever

Gemeenten in de regio Midden-Holland

Opgesteld door

ODMH

 

 

Inhoudsopgave

1 Samenvatting 4

2 Aanleiding 5

3 Afbakening en doel handhavingsbeleid 6

3.1 Afbakening onderwerp en toepassingsgebied 6

3.2 Overweging invoering handhavingsbeleid 6

3.3 Doel 6

4 Wettelijk kader handhavingsbeleid 7

4.1 Evenementenvergunning 7

4.2 Juridisch kader 7

4.3 Opleggen sancties 7

4.3.1 Bestuursrechtelijk optreden 7

4.3.2 Strafrechtelijk optreden 8

5 Uitvoering van het beleid 9

5.1 Inleiding en uitgangspunten voor de uitvoering 9

5.2 De voorbereidingsfase van het evenement 9

5.2.1 Het vooroverleg 9

5.2.2 De geluidsvoorschriften van de evenementenvergunning 10

5.3 De uitvoeringsfase van het evenement 11

5.3.1 Coördinatie van het toezicht tijdens evenementen 11

5.3.2 Het meetprotocol 11

6 Sancties bij overtreding van geluidsnormen 12

6.1 Handhaving bij evenementen 12

6.2 Conclusie inzet sancties 13

7 Evaluatie van het evenement 14

BIJLAGE 1: Het meetprotocol 15

BIJLAGE 2: Interventiematrix 17

BIJLAGE 3: Voorbeeldbrief Besluit last onder dwangsom 18

 

 

1 Samenvatting

Het handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen is in nauwe samenwerking met de deelnemende gemeenten opgesteld met als doel heldere randvoorwaarden te scheppen, zodat evenementen (ook in de toekomst) op een soepele wijze georganiseerd kunnen worden. Organisatoren van evenementen weten hiermee wat er van hen wordt verwacht.

 

Dit beleid is van toepassing op evenementen waarbij sprake is van muziek in de buitenlucht, in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas (regio Midden-Holland). Deze gemeenten hebben de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) gemandateerd om dit handhavingsbeleid uit te voeren.

 

Uitgangspunt van het beleid is dat de organisator van een evenement geluidsoverlast voorkomt dan wel zo veel mogelijk beperkt. In het beleid onderscheiden we twee fasen: de voorbereidings- en de uitvoeringsfase. In de voorbereiding hebben bevoegd gezag (gemeente/ODMH) en organisator van het evenement contact met elkaar met als doel te komen tot passende geluidvoorschriften voor het evenement – passend voor het evenement en voor de omgeving. Deze geluidsvoorschriften worden opgenomen in de evenementenvergunning. Tijdens de uitvoering controleert het bevoegd gezag of de organisator zich houdt aan deze geluidsvoorschriften.

 

Voorbereidingsfase

Voorafgaand aan het evenement hebben organisator en bevoegd gezag vooroverleg. Op de agenda van dit overleg staat: 1) welke maatregelen zijn mogelijk om geluidsoverlast te voorkomen; 2) welke vorm van toezicht is passend voor het evenement; 3) welke communicatie is er richting omwonenden.

Uitvoeringsfase

In de uitvoeringsfase werkt een toezichthouder volgens de principes van de interventiematrix toe (zie bijgevoegde figuur). Dit betekent dat een toezichthouder bij de constatering van een overschrijding het gesprek aan gaat met de organisatie.

 

Een toezichthouder verricht een geluidsmeting. Als de toezichthouder vaststelt dat tijdens een evenement de geluidsnormen worden overschreden, dan neemt de toezichthouder contact op met de organisatie. De organisatie wordt gevraagd om het geluidsniveau te verlagen, zodat er geen overschrijding meer is. Als in een kort tijdsbestek na de eerste overschrijding twee keer nogmaals een overschrijding wordt gemeten, en de toezichthouder constateert dat de organisatie niet mee wil werken in het verlagen van het geluidsniveau, dan ontvangt de organisatie een last onder dwangsom. Dit houdt in dat bij een herhaalde overtreding een dwangsom wordt verbeurd van €1.000,- tot een maximum van € 5.000,-. Bij het opstellen van een last onder dwangsom kan gemotiveerd worden afgeweken van genoemd bedrag.

 

2 Aanleiding

Binnen de regio Midden-Holland vinden op jaarbasis ongeveer 200 evenementen plaats waarbij sprake is van muziek in de buitenlucht. De Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH) voert al jaren, in opdracht van de gemeenten, geluidsmetingen uit bij de grotere evenementen in de regio. Uit onze praktijkervaringen blijkt dat in een aantal gevallen bij de overschrijding van de geluidsnormen de organisatie niet meewerkt om het geluidsniveau omlaag te brengen. Tot op heden worden geen sancties opgelegd aan de vergunninghouder omdat een nadere uitwerking van de handhavingsstrategie ontbreekt. De overtreding van de voorschriften wordt in het meetrapport gerapporteerd en achteraf aan de gemeente gemeld. De gemeente kan dit resultaat (achteraf) meenemen in de evaluatie van het evenement.

Binnen de regio Midden-Holland ontbreken op dit moment uitvoeringsregels voor handhaving op geluid tijdens evenementen. In de afgelopen periode is met de betrokken gemeenten van de regio Midden-Holland het voorstel om een handhavingsbeleid op te stellen besproken. Naar aanleiding van de besprekingen met de gemeenten heeft de ODMH het concept handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen opgesteld. Eén jaar na de inwerkingtreding van het handhavingsbeleid vindt een evaluatie plaats. Aan de hand hiervan kan het beleid worden bijgesteld.

 

In de evenementenvergunning zijn de locatie, de geluidsniveaus en de (eind)tijden opgenomen. Handhaving is een middel om toe te zien op de in de evenementenvergunning beschreven locatie, geluidsniveaus en (eind)tijden. In het “handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen” wordt aangegeven hoe in geval van een overtreding gehandhaafd wordt.

 

3 Afbakening en doel handhavingsbeleid

3.1 Afbakening onderwerp en toepassingsgebied

 

Dit handhavingsbeleid is van toepassing op evenementen waarbij sprake is van muziek in de buitenlucht, welke plaatsvinden in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen en Zuidplas (regio Midden-Holland). Een evenement kan worden omschreven als een voor het publiek toegankelijke, op vermaak gerichte activiteit in de openlucht (waaronder ook feesttenten) waarbij muziekgeluid ten gehore wordt gebracht waarvan het te verwachten is dat omwonenden overlast ondervinden.

 

Dit handhavingsbeleid is niet van toepassing op geluid dat wordt geproduceerd door inrichtingen als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

 

3.2 Overweging invoering handhavingsbeleid

 

Tot op heden (2017) heeft de ODMH met de gemeenten afgesproken dat bij een geluidsoverschrijding contact wordt gezocht met de organisatie om het geluidsniveau terug te draaien tot de normen zoals opgenomen in de evenementenvergunning. Indien de organisatie hieraan geen gehoor geeft, wordt nogmaals verzocht het geluidsniveau omlaag te brengen. Indien opnieuw geconstateerd wordt dat niet aan de geluidsnormen wordt voldaan, worden zoals aangegeven geen sanctie(s) opgelegd aan de vergunninghouder. Een nadere invulling/uitvoering van het handhavingsbeleid ontbreekt op dit punt. De overschrijdingen rapporteert de ODMH via een meetrapport achteraf aan de gemeente. Tijdens de evaluatie van het evenement kunnen de geluidsoverschrijdingen dan meegenomen worden.

 

Helaas heeft de ODMH de ervaring dat niet iedere organisatie inspanningen verricht om het geluidsniveau omlaag te brengen. Het beheersen van een evenement is zonder sanctionering lastig. Daarnaast is het de vraag wat het nut is van geluidsmetingen als er geen sanctie aan een overschrijding is gekoppeld. Dit is geen wenselijke situatie.

 

3.3 Doel

 

Het doel van dit handhavingsbeleid is om de geluidsproblematiek bij evenementen in de openlucht beter te beheersen. Hierbij ligt de nadruk op het naleven van de geluidsnormen in de vergunningen. Overschrijdingen van de geluidsnormen bij evenementen veroorzaken onnodig veel geluidsoverlast bij omwonenden.

Naast een heldere aanpak bij overschrijdingen (sancties), wordt tevens ingezet op een goede communicatie (vooraf, tijdens en achteraf) met de organisatoren van evenementen om het beoogde doel te bereiken.

Belangrijk bij het opstellen van het handhavingsbeleid is om het evenwicht te vinden tussen aan de ene kant de gewenste levendigheid in de gemeente en aan de andere kant de (eveneens gewenste) leefbaarheid voor de omwonenden.

 

4 Wettelijk kader handhavingsbeleid

4.1 Evenementenvergunning

 

In de evenementenvergunning zijn de locatie, de geluidsniveaus en de (eind)tijden opgenomen. Handhaving is een middel om toe te zien op de in de evenementenvergunning beschreven locatie, geluidsniveaus en (eind)tijden. In het “handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen” wordt aangegeven hoe in geval van een overtreding wordt gehandhaafd.

 

4.2 Juridisch kader

 

In paragraaf 2.1 is reeds beschreven dat dit handhavingsbeleid buiten het kader van de Wabo valt. Op evenementen zijn enkele op geluid betrekking hebbende artikelen uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeenten van toepassing.

 

In het algemeen staat in de APV opgenomen dat het verboden is een openbaar evenement te organiseren zonder vergunning van de burgemeester. Daarnaast is het in de APV verboden om met toestellen of geluidsapparaten handelingen te verrichten zodanig dat voor een omwonende/de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt, of toe te laten dat die handelingen worden verricht. Burgemeester en wethouders kunnen hiervan ontheffing verlenen.

 

Ten behoeve van het handhavingsbeleid is de evenementenvergunning of de ontheffing van het verbod om geluidshinder te veroorzaken het wettelijk kader waarop gehandhaafd wordt.

 

4.3 Opleggen sancties

 

De basis voor het opleggen van sancties is het constateren van een overtreding van de geluidsvoorschriften welke zijn opgenomen in de evenementenvergunning. In bijlage 1 is aangegeven wat wordt verstaan onder het overtreden van het maximaal toegestane geluidsniveau.

Bij het toepassen van sancties geldt het volgende uitgangspunt:

Wanneer een overtreding door de toezichthouder wordt geconstateerd dan volgt een mondelinge waarschuwing. Wordt na de waarschuwing nogmaals een overtreding geconstateerd, dan

volgt een bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sanctie.

Welke soort sanctie wordt toegepast, hangt af van de mate van overtreding. Onderstaand worden de sanctiemogelijkheden nader bekeken.

 

4.3.1 Bestuursrechtelijk optreden

Er kunnen twee soorten bestuurlijke sancties worden opgelegd, namelijk een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom.

 

Last onder bestuursdwang

Onder bestuursdwang wordt verstaan “het feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan tegen hetgeen in strijd met de regels is gedaan, gehouden of nagelaten”. In artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verder staan de vereisten voor een bestuursdwangprocedure beschreven.

Bestuursdwang wordt toegepast, nadat de overtreder door het bevoegd gezag in de gelegenheid is gesteld om de overtreding en de gevolgen daarvan ongedaan te maken. Hiervoor wordt een last onder bestuursdwang uitgevaardigd. Indien de overtreder geen gevolg geeft aan de last, voert het bevoegd gezag de last zelf uit en verhaalt de kosten daarvan op de overtreder.

Indien de overtreder niet genegen is of (financieel) niet in staat is om de overtreding ongedaan te maken, kan bestuursdwang een adequaat instrument zijn.

Het toepassen van bestuursdwang kan ook als het opleggen van een last onder dwangsom niet het gewenste effect heeft gehad (bijvoorbeeld bij een dreigend faillissement van de overtreder).

NB: de dwangsom moet in dat geval eerst worden ingetrokken voordat bestuursdwang kan worden toegepast .

 

Last onder dwangsom

Een dwangsom is de sanctie waarbij de overtreder per tijdseenheid, per overtreding of ineens een geldbedrag verbeurt, indien herhaling van de overtreding plaatsvindt of de gevolgen daarvan niet ongedaan zijn gemaakt. De uitwerking hiervan is opgenomen in hoofdstuk 5.

Met het opleggen van een last onder dwangsom wordt, naast de plicht zich conform de voorschriften te gedragen, een voorwaardelijke plicht toegevoegd, namelijk die tot het betalen van een bedrag indien de dwangsom wordt verbeurd. De beschikking bevat een last om de overtreding te beëindigen, voortzetting en herhaling te voorkomen en zo nodig de gevolgen ervan weg te nemen. Veelal zal daartoe een zogenaamde begunstigingstermijn worden gegeven. Een begunstigingstermijn is niet noodzakelijk indien de overtreder onmiddellijk tot naleving van de voor hem geldende verplichtingen in staat is. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij gedragingen die onmiddellijk beëindigd kunnen worden zonder dat daarvoor bijvoorbeeld technische voorzieningen moeten worden getroffen. In bijlage 2 is een last onder dwangsom opgenomen zoals deze tijdens het evenement aan de vergunninghouder uitgereikt kan worden.

 

4.3.2 Strafrechtelijk optreden

Het overtreden van een voorschrift van een vergunning op basis van de APV is ook strafbaar op basis van diezelfde APV. Zowel de toezichthouders (Buitengewone Opsporingsambtenaren, BOA’s van de gemeente of van de ODMH) als de politie kan in een dergelijk geval bevel geven om bijvoorbeeld de muziek zachter te zetten of in het uiterste geval het evenement te staken. Wanneer de politie de indruk heeft dat door haar optreden de openbare orde in gevaar wordt gebracht (door bijvoorbeeld rellen), kan op een later moment alsnog door de politie een proces-verbaal worden opgemaakt. Dit middel helpt niet om op dat moment de overtreding te beëindigen, maar het werkt wel preventief voor de volgende keer. Het is dan wel noodzakelijk dat bij een dergelijk politieoptreden de politie de gemeente informeert over het voorval. De gemeente kan dit vervolgens meenemen in het vergunningverleningstraject voor een volgend evenement. Het strafrechtelijk optreden leent zich, gelet op de lage geldboetes, minder voor de handhaving van geluidsvoorschriften bij een evenementenvergunning. Het strafrechtelijke spoor zal doorgaans worden ingezet in het kader van de handhaving van de openbare orde tijdens het evenement.

 

5 Uitvoering van het beleid

 

5.1 Inleiding en uitgangspunten voor de uitvoering

 

Een belangrijk onderdeel van het beleid inzake evenementen in de regio Midden-Holland is de controle en handhaving.

 

Zonder goede handhaving maakt geen enkel beleid, dat een van tevoren vastgestelde geluidsruimte wil toestaan en tegelijkertijd de omgeving niet overmatig wil belasten, een reële kans. Afspraken dienen duidelijk te worden vastgelegd in de evenementenvergunning, hiermee wordt duidelijkheid gegeven over de rechten en plichten van de vergunninghouder. Het niet nakomen van de afspraken moet voor de vergunninghouder duidelijke en merkbare consequenties hebben.

 

Het uitgangspunt moet zijn om de overlast vanwege geluidshinder te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken. Er zijn twee fasen te onderkennen waarin actie kan worden ondernomen: de voorbereidings- en de uitvoeringsfase. Tijdens de voorbereiding is het zaak om preventieve maatregelen te integreren in de geluidsvoorschriften t.b.v. de evenementenvergunning. Tijdens de uitvoering zal moeten worden gecontroleerd of de vergunninghouder zich houdt aan de afspraken zoals die zijn vastgelegd in de vergunning.

 

5.2 De voorbereidingsfase van het evenement

 

5.2.1 Het vooroverleg

In de voorbereidingsfase van het evenement kunnen verschillende onderdelen worden onderscheiden namelijk maatregelen om geluidsoverlast te voorkomen (kortweg: maatregelen), het bespreken/aangeven van de te hanteren toezichtsinstrumenten en communicatie. Deze drie items tezamen worden in het zogenoemde vooroverleg besproken. Onderstaand wordt puntsgewijs aangegeven welke items er uit geluidsoogpunt in het vooroverleg worden behandeld.

 

Maatregelen om geluidsoverlast te voorkomen of te beperken

De volgende maatregelen kunnen worden genomen door de organisatie:

1. Een goede programmering (lees: afwisseling) van de (soorten) muziek of andere geluid producerende evenementenonderdelen;

2. De locatiekeuze van de geluidsbronnen. De organisatie geeft in het vooroverleg aan hoe ze de geluidsbronnen willen plaatsen. Indien gewenst kan de ODMH hierover adviseren. De gemeente bepaalt vervolgens welke geluidsnorm wordt opgenomen. Uiteindelijk wordt de definitieve inrichting vastgelegd op een plattegrond die hoort bij de vergunning;

3. Het toepassen van een geluidsbegrenzer;

4. Het geleidelijk terugdraaien van de bastonen aan het einde van het evenement;

5. Het beperken van de soundcheck voorafgaand aan het evenement.

 

Er zullen hierover goede afspraken met vergunningverleners, toezicht en handhaving en organisatoren worden gemaakt om naleving van de norm te borgen, met een goede vertaling naar de vergunningvoorschriften.

Om te kunnen beoordelen of er mogelijkheden zijn voor toepassing van nieuwe technieken, worden de evenementenorganisaties geadviseerd professionele ondersteuning in te huren om goede geluidskwaliteit te leveren. Als een geluidsadviseur vroegtijdig meekijkt, kan de terreininrichting optimaal worden benut om een goede balans tussen hinder en kwaliteit te verkrijgen.

 

Toezichtinstrumentarium

De volgende toezichtsinstrumenten kunnen (indien gewenst door de gemeente) bij de voorbereiding van het evenement worden besproken/betrokken:

1. De opleveringscontrole. Van belang is dat vanaf het begin van de opbouw van het evenement tot de gereed melding controle plaatsvindt. Het gaat dan met name om de plaats en het eventueel begrenzen van de geluidsbron(nen);

2. De geluidsmeting. Vooraf wordt inzicht verschaft in de plaats waar en de wijze waarop wordt gemeten;

3. De evaluatie van het evenement. Na afloop van het evenement vindt een zorgvuldige evaluatie van het verloop van het evenement met de organisatie plaats.

 

Communicatie

De meest in het oog springende elementen van communicatie bij evenementen zijn:

1. Het instellen van een telefoonnummer voor informatie en klachten tijdens het evenement (door de organisatie van het evenement);

2. Het geven van voorlichting aan omwonenden (plaats en begin – en eindtijd van evenement) door de evenementenorganisatie (bewonersbrieven/flyers).

 

Wanneer de bovengenoemde drie items worden betrokken bij het vooroverleg dat tussen de gemeente en de vergunningaanvrager wordt gehouden, worden in een later stadium problemen voorkomen. Belangrijk uitgangspunt is dat de vergunninghouder een vast aanspreekpunt aanwijst. Deze persoon moet bekend zijn met alle vergunningsvoorschriften en is tijdens het evenement aanwezig. De gemeente wijst na ontvangst van de vergunningaanvraag een aanspreekpunt (vergunningverlener) aan, het aanspreekpunt hoeft niet tijdens het evenement aanwezig te zijn.

 

5.2.2 De geluidsvoorschriften van de evenementenvergunning

 

Maatwerk blijft vereist

Uit geluidsoogpunt is het voor een evenementenorganisatie van belang om te weten welke geluidsruimte er bestaat. Dit is afhankelijk van het evenement. Het bepalen van de geluidsruimte is een zogenaamd doelvoorschrift. De wijze waarop aan het maximale geluidsniveau kan worden voldaan, verschilt per locatie en per evenement, omdat de locaties en evenementen naar omvang respectievelijk aard verschillen. De richting en de afstand van de geluidsbron ten opzichte van de woonomgeving is uit geluidsoogpunt het meest bepalend. Daar er op een locatie verschillende soorten evenementen kunnen plaatsvinden is het vooraf (beleidsmatig) vastleggen van de locatie van geluidsbronnen niet zinvol. Maatwerk blijft daarbij van belang. Hiervoor is de evenementenvergunning een geschikt instrument. Zoals in §4.2.1 is aangegeven wordt in het vooroverleg met name aandacht besteed aan de locatie van de geluidsbron. Deze is mede afhankelijk van het toegestane geluidsniveau ter plaatse. Indien kan worden voldaan aan de vooraf bepaalde geluidsruimte door een bepaalde opstelling te kiezen, dan wordt de plaats en de richting van de geluidsbron in de vergunning door middel van een tekening vastgelegd. Ook zullen daarbij de meetpunten ter controle van het geluidsniveau worden aangegeven.

 

5.3 De uitvoeringsfase van het evenement

 

De uitvoeringsfase begint feitelijk met de opleveringscontrole van de evenementenlocatie. Uit geluidsoogpunt is het bij de oplevering van belang dat de geluidsbronnen daadwerkelijk op de in de vergunning vastgelegde plaats en richting zijn opgesteld. Wanneer het evenement vervolgens van start gaat, zijn de volgende items door de gemeente gewaarborgd: het toezicht tijdens het evenement, de eventueel op te leggen sancties en de (telefonische) bereikbaarheid van de evenementenorganisatie.

 

5.3.1 Coördinatie van het toezicht tijdens evenementen

De verantwoordelijkheid voor en de coördinatie van het toezicht op evenementen ligt bij de gemeente. De gemeente kan de geluidsmetingen laten uitvoeren door de ODMH.

 

5.3.2 Het meetprotocol

Een belangrijk toezichtinstrument is het meetprotocol voor het vaststellen van de overtreding van het voorschrift inzake de maximaal toegestane geluidsbelasting. De onderdelen van het meetprotocol worden gevormd door:

• een definitie van de term ‘geluidsmeting’;

• een definitie van de term ‘overschrijding’;

• een definitie van de term ‘overtreding’;

• de ligging van de meetpunten;

• de configuratie van de geluidsmeter;

• de rapportage van de meetgegevens;

• bescherming van het meetteam.

De uitwerking hiervan is opgenomen in bijlage 1.

 

6 Sancties bij overtreding van geluidsnormen

6.1 Handhaving bij evenementen

 

Bij evenementen wordt er bij het indienen van een aanvraag om een evenement getoetst wat de impact is op de omgeving. Om overmatige geluidshinder te voorkomen worden in een evenementenvergunning geluidsnormen opgenomen voor een bepaald evenement. De ODMH maakt hierbij gebruik van jurisprudentie 1 . De ODMH en de gemeente zijn belast met toezicht, handhaving en het eventueel sanctioneren van overtredingen namens het college. Afspraken hierover zijn vastgelegd in de Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving voor gemeentelijke milieutaken 2015-2018 opgesteld door de Werkgroep Nota VTH van 6 januari 2015.

 

Voor onderhavig beleid is een interventiematrix opgesteld ten behoeve van de handhaving op geluid bij evenementen. Deze interventiematrix is opgenomen in bijlage 2. Deze interventiematrix is gebaseerd op de in bijlage 3 opgenomen interventiematrix van de Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving voor gemeentelijke milieutaken 2015-2018 opgesteld door de Werkgroep Nota VTH van 6 januari 2015.

 

De ODMH voert de geluidsmetingen uit in opdracht van de deelnemende gemeenten binnen de regio Midden-Holland en controleert of het resultaat van de meting op- of onder de gestelde norm in de vergunning is gebleven. Is dat niet zo dan treedt het handhavingsbeleid in werking zoals navolgend is beschreven. Hierbij wordt rekening gehouden met de grootte van de overschrijding van de geluidsnorm. Hieronder wordt dit nader gemotiveerd en toegelicht.

 

Ervaren geluidshinder

Om het onderscheid van sancties bij bepaalde overschrijdingen van het geluidsniveau te begrijpen, wordt in het kort iets over geluidsniveaus uitgelegd.

Bij een verdubbeling van het geluid neemt het geluidsniveau met 3 dB toe. Een toename van 3 dB is echter pas net hoorbaar voor het menselijk oor. Een toename van 10 dB wordt als 2 keer zo hard ervaren. Tabel 1 geeft globaal aan hoe een toename van geluid door de mens wordt waargenomen.

 

Tabel 1: menselijke waarneming door toename van geluid

Toename geluidsniveau

Toename bronvermogen

Menselijke waarneming

3 dB

2x

Het verschil is net hoorbaar

6 dB

4x

Verschil is goed hoorbaar

9 dB

8x

Ervaart geluid bijna 2x zo hard

10 dB

10x

Ervaart geluid 2x zo hard

 

Meetonnauwkeurigheid

Overschrijdingen tot 2 dB krijgen geen vervolg omdat de meetonzekerheid van de meetapparatuur en omstandigheden zodanig kunnen zijn dat bij de gemeten overschrijdingen niet met zekerheid gesteld kan worden dat daadwerkelijk sprake is van een overschrijding van de gestelde geluidsnorm.

 

Sancties vanaf overschrijding boven de 3 dB(A) / dB(C) of meer

Bij een eerste overschrijding vanaf 3 dB wordt de organisator (of contactpersoon tijdens het evenement) gewaarschuwd zodat er direct maatregelen genomen kunnen worden om het geluidsniveau te herstellen. Hiermee wordt de organisator in de gelegenheid gesteld te voldoen aan de geluidsnormen uit de evenementenvergunning. Mocht er tijdens het (meerdaagse) evenement na de waarschuwing in een kort tijdsbestek twee keer de overschrijding opnieuw plaatsvinden dan is er sprake van een overtreding en zal de organisator afhankelijk van de ernst van de overtreding en de medewerking een aanschrijving kunnen ontvangen. Hierin wordt aangegeven dat bij een volgende, zelfde soort, overtreding tijdens hetzelfde evenement door burgemeester of college bestuursrechtelijk wordt opgetreden door middel van het opleggen van een dwangsom. Uiteraard kan ook het strafrechtelijke traject worden gevolgd waardoor een proces-verbaal wordt opgemaakt. Verder kan tevens gekozen worden voor bestuursdwang. Het heeft de voorkeur om eerst de minst ingrijpende maatregelen te nemen; om die reden zal eerst met een last onder dwangsom worden gewerkt voordat zal worden over gegaan tot bestuursdwang.

 

De hoogte van de dwangsom is bepaald op € 1.000,- per overtreding tot een maximum van € 5.000,- (in 5 keer).

 

Sancties in de praktijk:

1. Indien wordt vastgesteld dat tijdens een evenement de geluidsnorm wordt overschreden, wordt de overschrijding in beginsel ongedaan gemaakt.

2. Ingeval van een overschrijding in het eerste lid wordt aan de organisator, of een ander die het in zijn macht heeft de overtreding ongedaan te maken, een mondelinge waarschuwing gegeven.

- Ingeval in een kort tijdsbestek na de eerste overschrijding, twee keer nogmaals een overschrijding wordt gemeten, ontvangt de overtreder, de last onder dwangsom, welke inhoudt dat bij een herhaalde overtreding een dwangsom zal worden verbeurd van € 1.000,- tot een maximum van € 5.000,-.ene

3. Bij het opstellen van een last onder dwangsom kan gemotiveerd worden afgeweken van genoemd bedrag.

 

6.2 Conclusie inzet sancties

 

Sancties hebben alleen zin wanneer deze het beoogde effect bereiken. Bij het opleggen van een proces-verbaal (lage geldboete: € 90 exclusief incassokosten CJIB) wordt het effect (geluid terugbrengen tot de norm) niet bereikt. Bij een dwangsom ter hoogte van minimaal € 1.000,- wordt verwacht dat dit eerder wordt bereikt. In het kader van het evenementenbeleid kunnen de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties ook samen worden opgelegd. Het zo nodig in beslag nemen van goederen of het beëindigen van de overtreding door de politie heeft weliswaar direct effect maar hangt zeer af van de feiten/omstandigheden rondom de overtreding en de mogelijke gevolgen voor de openbare orde. Duidelijk moet zijn dat het toepassen van deze middelen nooit zal worden uitgesloten.

Wanneer sancties zijn toegepast, wordt dit bij de evaluatie van het evenement meegenomen.

 

1de nota "Evenementen met een luidruchtig karakter" van januari 1996 opgesteld door de toenmalige Inspectie Milieuhygiene Limburg

7 Evaluatie van het evenement

Bij de evaluatie van het evenement komen niet alleen de geluidsaspecten aan de orde maar ook andere onderdelen van de vergunning. Indien er overtredingen zijn geconstateerd en sancties zijn opgelegd, dan zullen deze bij de evaluatie in verband moeten worden gebracht met onder andere:

• de locatie (=geluidsruimte) van het evenement;

• de aard en plaats van de geluidsbronnen;

• en de programmering van het evenement.

 

Bij de evaluatie is - indien geluidsaspecten aan de orde komen - de aanwezigheid van de geluidsdeskundige van de ODMH gewenst.

 

 

BIJLAGE 1: Het meetprotocol

Definitie van geluidsmeting

Het gemiddelde geluidsniveau vanwege een evenement wordt bepaald door middel van een geluidsmeting uitgevoerd met een type 1 geluidsniveaumeter (1). De effectieve meettijd van een geluidsmeting wordt zodanig gekozen dat de gemeten waarde een representatief geluidsniveau weergeeft. De toezichthouder beoordeelt de duur van de effectieve meettijd per situatie. De effectieve meettijd bedraagt minimaal 1 minuut.

Voor alle typen evenementen wordt bij de bepaling van het gemiddelde geluidsniveau de toeslag van 10 dB voor muziekgeluid, de bedrijfsduurcorrectie, de gevelcorrectie alsmede de meteocorrectie buiten beschouwing gelaten. Door deze correcties niet toe te passen, kan het afgelezen geluidsniveau direct getoetst worden aan de in de vergunning opgenomen geluidsniveaus. Hiermee kan effectief en ter plaatse meteen worden gehandhaafd.

 

Definitie overschrijding

Een overschrijding van het maximaal toegestane geluidsniveau treedt op als het gemeten gemiddelde geluidsniveau vanwege het evenement groter is dan 2 dB van de in de vergunning vastgestelde grenswaarde. Bij de meting wordt door de toezichthouder rekening gehouden met factoren zoals stoorgeluid van publiek/verkeer/omgeving en de windrichting. Het gemiddelde geluidsniveau zal worden bepaald op één of meerdere in de vergunning vastgelegde meetpunten.

 

Definitie van overtreding

Een overtreding van het voorschrift ten aanzien van het maximaal toelaatbare geluidsniveau kan optreden wanneer de toezichthouder heeft vastgesteld dat ten minste twee maal door middel van een meting is vastgesteld dat het gemeten geluidsniveau een overschrijding veroorzaakt van het maximaal toegestane geluidsniveau. Indien een eerste overschrijding is geconstateerd, dan worden twee geluidsmetingen uitgevoerd in een navolgend kort tijdsbestek, of een door de toezichthouder te bepalen langere tijdsperiode, om zeker te zijn dat het niet gaat om een incidentele verhoging van het geluidsniveau. Indien de twee aanvullende metingen binnen de bovengenoemde tijdsperiode de eerste meting (overschrijding) bevestigen, dan is er sprake van een overtreding.

 

Ligging van meetpunten

Het gemiddelde geluidsniveau zal worden gemeten op de in de vergunning vastgelegde meetpunten(1). Dit kunnen meetpunten zijn die voor de gevels van woningen liggen (immissiepunten), of in de nabijheid van woningen (op de stoep, fietspad of weg) maar ook referentiepunten. Zowel de meetpunten in de nabijheid van woningen als de referentiepunten zijn goed bereikbare meetpunten, waarop de geluidsbelasting van het evenement, kan worden gemeten zonder verstoord te worden door verkeersgeluid of gedrang van omstanders, etc. De in de vergunning vastgestelde meetpunten liggen niet persé voor de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen. De ligging van vastgestelde meetpunten is van een aantal factoren afhankelijk, o.a. de indeling van het evenemententerrein, het stoorgeluid van omgevingsbronnen, stoorgeluid van het publiek, etc.

 

Configuratie van geluidsniveaumeter

Er wordt gemeten met een type 1 geluidsniveaumeter(2) (bijvoorbeeld B&K 2250). Het gemiddelde geluidsniveau wordt bepaald met de parameters LAeq en LCeq (breedband gemeten in stand ‘Fast’). Voorafgaand aan en na afloop van een meetsessie (dit is het tijdvak waarin de geluidsniveaumeter aaneengesloten in werking blijft) wordt de geluidsniveaumeter geijkt met een ijkbron.

Het kalibreren van de geluidsniveaumeter gebeurt minimaal eens per twee jaar bij een gecertificeerd bedrijf.

 

Rapportage van meetgegevens

Met betrekking tot de inhoud van de rapportage zullen de gegevens worden geregistreerd conform de rapportagemethode van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai 1999, methode I. De meetresultaten worden digitaal geregistreerd door middel van de geluidsniveaumeter. In de rapportage worden de geregistreerde gegevens van de geluidsniveaumeter opgenomen. Afwijkingen van het meetprotocol worden gemotiveerd vermeld.

 

Bescherming tijdens metingen

De metingen worden vanuit veiligheidsoverwegingen uitgevoerd door minimaal twee personen. Het meetteam bestaat uit twee toezichthouders waarvan bij voorkeur minimaal één geluidsdeskundige. Indien er een bedreigende situatie dreigt te ontstaan, wordt versterking ingeroepen van de politie.

 

(1) Bij het toezicht mag geen discussie ontstaan over de meetpunten. Deze moeten worden opgenomen in de evenementenvergunning zodat dit van te voren bekend is bij zowel de toezichthouder als bij de evenementenorganisatie.

 

(2) Met A-filter volgens de specificaties van IEC-publicatie 651:1979 met rondom gevoelige microfoon.

 

BIJLAGE 2: Interventiematrix

 

BIJLAGE 3: Voorbeeldbrief Besluit last onder dwangsom

 

Uitgereikt aan:

………………………………….

………………………………….

………………………………….

………………………………….

 

 

Betreft: Besluit last onder dwangsom …………………………………………. ……………….……………………………………………………………………..

 

Geachte heer/mevrouw,

 

Op grond van artikel …… van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente ……….. is aan u vergunning verleend voor het houden van een evenement.

 

Gegevens vergunning

Naam evenement ……………………………………………………………………………..

Locatie evenement ……………………………………………………………………………..

Datum evenement ……………………………………………………………………………..

 

Overtreding

Door de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) is bij uw evenement een geluidsmeting uitgevoerd. Hierbij is een overtreding geconstateerd. Dit betekent dat u voorschrift … van de evenementenvergunning overtreedt.

 

 Wegens een overschrijding van de geluidsnorm is een mondelinge waarschuwing gegeven op:

- Waarschuwing 1:………………….(tijdstip, datum) aan …………................... Overschrijding:…………

- Waarschuwing 2:………………….(tijdstip, datum) aan …………................... Overschrijding:…………

- Vanwege de aard en de ernst van de overtreding bent u niet vooraf gewaarschuwd.

 

Bevindingen

Meetlocatie 

- bij de woning…………………………………………………

-  anders, nl……………………………………………………..

 

Meetresultaten overschrijding

Datum ……………………………………………………………………………….

Tijd ……………………………………………………………………………….

Gemeten geluidsniveau ……………………………dB(A) en………………………………….dB(C)

Vergunde geluidsnorm ……………………………dB(A) en………………………………….dB(C)

Overschrijding......... ……………………… …… dB(A) en………………………………….dB(C)

 

Zienswijze

Op ……………………(tijdstip, datum) bent u in de gelegenheid gesteld om uw zienswijze te geven over deze last onder dwangsom.  U heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

-Uw zienswijze is als volgt: ……………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Uw zienswijze is geen reden om van het opleggen van de last onder dwangsom af te zien. 

 

Handhaving

In het kader van “Handhavingsbeleid geluidsnormen bij evenementen Regio Midden-Holland” is op ……………(datum) besloten dat in geval van overtreding van de voor het evenement geldende geluidsnorm een waarschuwing wordt gegeven. Bij een volgende overtreding tijdens het evenement wordt een last onder dwangsom opgelegd en mededeling gedaan dat bij elke nieuwe overtreding een dwangsom wordt verbeurd. Ook de aard van het evenement, dat......dagen duurt, is voor mij aanleiding om met spoed een einde te maken aan de overtreding. Bij het verbeuren van de dwangsom kan een aanvraag voor een evenementenvergunning voor het volgende jaar worden geweigerd. Over de gevolgen van de invoering van dit sanctiebesluit bent u bij verschillende gelegenheden zowel mondeling als schriftelijk geïnformeerd.

 

Besluit

Ik/Wij leg(gen) u voor het overtreden van voorschrift …. van de evenementenvergunning een last onder dwangsom op van € 1.000,- (tot een maximum van € 5.000,- bij 5 overtredingen) voor overschrijding van de geluidsnorm met …. dB(A)/(C).

U dient te voldoen aan de geluidsnorm uit voorschrift …..van de evenementenvergunning.

 

Bezwaar

Bent u het niet eens met ons besluit? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Dat doet u schriftelijk binnen zes weken na de verzenddatum van deze brief. U stuurt uw bezwaarschrift naar: de burgemeester van de gemeente…………………, per adres: Omgevingsdienst Midden-Holland, Postbus 45, 2800 AA Gouda, o.v.v. bezwaarschrift tegen besluit last onder dwangsom ………………………..................te………………………………….(naam evenement en plaats invullen).

 

Voorlopige voorziening

Als u een bezwaarschrift heeft ingediend kan, in spoedeisende gevallen, ook een verzoek om voorlopige voorziening naar: de Voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Dit verzoekschrift kunt u ook digitaal indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op deze website voor de precieze voorwaarden. Wij verzoeken u een afschrift van het verzoek om voorlopige voorziening toe te sturen aan: de burgemeester van de gemeente………………., per adres Omgevingsdienst Midden-Holland, Postbus 45, 2800 AA Gouda.

 

Tot slot

Dit besluit wordt tevens als aangetekende brief aan u verzonden. Hierbij voegen wij een meetrapport.

 

Namens de burgemeester / het college van burgemeester en wethouders van de gemeente………........................................…,

 

Hoogachtend,

 

A. Mutter

directeur

 

Een afschrift van dit besluit sturen wij naar:

- Omgevingsdienst Midden-Hollland: Juridisch medewerker

- Omgevingsdienst Midden-Hollland: Toezichthouder

- Omgevingsdienst Midden-Hollland: Afdelingshoofd/Teamleider

- Gemeente …… : Medewerker evenementenvergunningen

 

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op 4 juli 2017,

De secretaris, de burgemeester.

Naar boven