Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hellendoorn 2020

Nijverdal, 4 februari 2020 Nr. 2019-030326

 

De raad van de gemeente Hellendoorn;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet;

 

Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 december 2019 met kenmerk 2019-030326;

 

Gezien het advies van de commissie algemene bestuurlijke zaken en middelen van 23 januari 2020;

 

B e s l u i t:

 

I. vast te stellen de

 

Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hellendoorn 2020 (eerste wijziging)

 

Artikel 1

Aan artikel 2:27 APV wordt een derde lid toegevoegd dat als volgt luidt:

In deze afdeling wordt verstaan onder risicovol type inrichting de uit onderzoek gebleken criminogene branches en type ondernemingen, te weten nagelstudio's, zonnestudio's, massagesalons, kapperszaken, bel- en internetcafés, telefoonaccessoireswinkels, sportscholen, fitnesscentra, autowasstraten en autoverhuurbedrijven.

Artikel 2

Aan de APV wordt artikel 2:28 Exploitatievergunning toegevoegd dat als volgt luidt:

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester te exploiteren:

    • a.

      een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid;

    • b.

      een risicovol type inrichting als bedoeld in artikel 2:27, derde lid.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de in het eerste lid genoemde inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit of indien de aanvrager geen Verklaring Omtrent Gedrag overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum, waarop de vergunningaanvraag is ingediend, is afgegeven.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning slechts geheel of gedeeltelijk weigeren als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting, te weten:

    • a.

      een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit;

    • b.

      een zorginstelling;

    • c.

      een museum;

    • d.

      een bedrijfskantine of -restaurant;

    • e.

      een paracommerciële instelling zoals bedoeld in artikel 1 of 4 van de Drank- en Horecawet;

    • f.

      een ijssalon;

    • g.

      een rouwcentrum;

    • h.

      een kerk;

    • i.

      een koffiehoekje in een winkel met een oppervlakte van maximaal 10 m².

  • 5.

    De burgemeester verleent op verzoek of ambtshalve vrijstelling van het verbod genoemd in het eerste lid, aan openbare inrichtingen die een horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, als zich in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek geen incidenten met betrekking tot openbare orde en veiligheid, geweld, overlast op straat of drugsgebruik en/of -handel, hebben voorgedaan in of bij de inrichting.

  • 6.

    De vrijstelling wordt ingetrokken wanneer zich een incident heeft voorgedaan als bedoeld in het vijfde lid.

  • 7.

    De ambtshalve verleende vrijstelling vervalt indien het horecabedrijf niet beschikt over een geldige drank- en horecavergunning.

  • 8.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid beslist de burgemeester binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

  • 9.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid, geldt dat, indien een aanvraag voor een vergunning voor het exploiteren van een inrichting wordt ingediend minder dan acht weken voor de beoogde datum van de exploitatie en daardoor behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is, de burgemeester kan besluiten de vergunning te weigeren.

 

II. te bepalen dat deze verordening in werking treedt op de dag volgende op die van haar bekendmaking.

 

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven