Wijzigingsverordening WMO gemeente Sittard-Geleen 2020

 

Behorend bij raadsvoorstel (nummer, te geven door de griffie), titel Wijzigingsverordening Wmo gemeente Sittard-Geleen 2020.

 

 

De raad van de gemeente Sittard-Geleen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2019 en de Verordening Wmo gemeente Sittard-Geleen 2019,

 

gelet op artikel 147 lid 1 juncto artikel 149 Gemeentewet en artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel en 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

 

gezien het advies van de Wmo raad;

 

BESLUIT

Over te gaan tot vaststelling van de volgende wijzigingsverordening:

 

 

WIJZIGINGSVERORDENING WMO GEMEENTE SITTARD-GELEEN 2020

Artikel I Wijzigingen

De Verordening Wmo gemeente Sittard-Geleen 2019 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    In artikel 1 lid 3 wordt aan na ‘producten’ toegevoegd ‘diensten, activiteiten of andere maatregelen. Er komt dan te staan: ‘Een voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar is en niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare producten, diensten, activiteiten of andere maatregelen.‘

     

  • B.

    Artikel 1 lid 7 komt te luiden: ‘Een bijdrage als bedoeld in de artikelen 2.1.4, en 2.1.4a, van de wet.’

     

  • C.

    Artikel 11 lid 4 onder a komt te luiden: ‘een hulpmiddel: op basis van de kostprijs van de zaak die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt (huurprijs per maand), hierbij wordt rekening gehouden met een reële termijn voor de technische afschrijving en de onderhouds- en verzekeringskosten van 7 jaar’.

     

  • D.

    Aan artikel 11 lid 4 onder b wordt een onderdeel 3 toegevoegd en dit komt te luiden: ‘Het onder 1 genoemde bedrag is uitgedrukt in het prijspeil van 2019 en wordt gewijzigd aan de hand van de indexering van de cao VVT. Het berekende bedrag wordt rekenkundig afgerond op 2 decimalen na de komma.’

     

  • E.

    Artikel 11 lid 4 a, b, c en d wordt een onderdeel toegevoegd en dit komt te luiden ‘Het college draagt zorg voor kenbaarheid van deze bedragen in het vigerend Besluit Wmo.’

     

  • F.

    Artikel 11 lid 4 e wijzigt en komt te luiden:

     

    een woningaanpassing opgenomen in het Prijzenboek

    • 1.

      op het bedrag van de kosten van de woningaanpassing in natura conform de lijst van prijzen van woningaanpassingen in het vigerende Besluit Wmo; het zogenoemde Prijzenboek.

    • 2.

      Het college draagt zorg voor kenbaarheid van de verschillende categorieën in het vigerend Besluit Wmo.

  • G.

    Artikel 11 lid 4 f wijzigt en komt te luiden:

     

    een woningaanpassing niet opgenomen in het Prijzenboek

    op het bedrag van de kosten van de woningaanpassing in natura volgens de door het college opgevraagde offerte bij een gecontracteerde leverancier voor woningaanpassingen in natura.`

     

  • H.

    In artikel 11 lid 4 i onder 2 en 3: en artikel 22 wordt ‘het Besluit Wmo 2018’ vervangen door: ‘het vigerende Besluit Wmo.’

     

  • I.

    Artikel 12: de titel en lid 1 t/m 4 worden als volgt gewijzigd:

     

    De titel komt te luiden: ‘Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of persoonsgebonden budgetten en bij verordening aangewezen algemene voorzieningen.’

     

    Lid 1 komt te luiden: ‘Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.’

     

    Lid 2 komt te luiden: ‘De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of pgb, zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.’

     

    Lid 3 komt te luiden: ‘De kostprijs van een:

    • a.

      een maatwerkvoorziening in natura is gelijk aan de kosten die het college voor de desbetreffende maatwerkvoorziening zelf maakt.

    • b.

      een pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.’

  • Lid 4 komt te luiden: ‘In de gevallen, bedoeld in artikel 2.1.4b, tweede lid, van de wet, worden de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb door het CAK vastgesteld en geïnd.’

     

    Aan artikel 12 wordt lid 6 toegevoegd dat luidt: ‘ In afwijking van lid 1 t/m 4 is een cliënt een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van collectief vervoer, ter hoogte van € 0.80 per zone.’

     

    Aan artikel 12 wordt lid 7 toegevoegd dat luidt: ‘ De in lid 6 genoemde bijdrage is uitgedrukt naar het prijspeil van 2020 en worden ieder opvolgend kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de NAE index. De berekende bedragen worden naar beneden afgerond met een veelvoud van € 0.10. Het college draagt zorg voor kenbaarheid van dit bedrag in het vigerend Besluit Wmo.’

Artikel II Inwerkingtreding

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op 1-1-2020.

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Wmo gemeente Sittard-Geleen 2020

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 17 december 2019

De griffier

drs. J. Vis

De voorzitter

drs. G.J.M. Cox

Toelichting

 

  • A.

    Tekstuele aanpassing naar aanleiding van een wijziging van de Modelverordening VNG.

 

  • B.

    In dit onderdeel wordt in het begrip ‘bijdrage’ de verwijzing naar artikelen aangepast.

 

  • C.

    De wijziging betreft slechts een verduidelijking van de bestaande tekst.

 

  • D.

    In dit onderdeel wordt aangegeven hoe het bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd. Dit komt overeen met de bestaande werkwijze.

 

  • E.

    In dit onderdeel wordt aangeven hoe het college de bedragen genoemd in deze artikelen kenbaar maakt.

 

  • F.

    Dit betreft een aanpassing naar aanleiding van de inkoop van de maatwerkvoorziening woningaanpassing in natura.

 

  • G.

    Dit betreft een aanpassing naar aanleiding van de inkoop van de maatwerkvoorziening woningaanpassing in natura.

 

  • H.

    Deze wijziging spreekt voor zich.

 

  • I en J

     

    De gemeente mag van cliënten een bijdrage in de kosten vragen voor maatwerkvoorzieningen, pgb’s en algemene voorzieningen. In artikel 12 zijn de regels over deze bijdrage in de kosten opgenomen.

     

    Het college vraagt een bijdrage in de kosten aan de cliënt, zolang hij gebruik maakt van de maatwerkvoorziening of het pgb.

     

    In lid 2 is geregeld voor dat voor maatwerkvoorzieningen en pgb’s het zogenaamde abonnementstarief van € 19,- per maand geldt met als maximum de kostprijs van de voorziening (artikel 2.1.4 Wmo 2015).

     

    Uit de wet volgt dat het abonnementstarief ook verplicht is voor algemene voorzieningen waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie wordt aangegaan tussen degenen aan wie een voorziening wordt verstrekt en de betrokken hulpverlener. Op dit moment kent de gemeente Sittard-Geleen geen algemene voorzieningen waarvoor dit geldt. De gemeente kan er daarnaast voor kiezen ook andere algemene voorzieningen onder het abonnementstarief te brengen. Deze moeten worden opgenomen in de verordening. Op dit moment zijn er geen algemene voorzieningen waarvoor dit zou moeten gelden.

     

    Het abonnementstarief is verder verplicht voor alle maatwerkvoorzieningen en pgb’s, met uitzondering van beschermd wonen, de maatwerkvoorziening opvang of andere bij algemene maatregel van bestuur omschreven maatwerkvoorzieningen. Op grond van het uitvoeringsbesluit is er voor een rolstoel geen bijdrage verschuldigd.

     

    Daarnaast kan het vervoer op grond van het Uitvoeringsbesluit wmo 2015 worden uitgezonderd van het abonnementstarief. Het gaat hierbij in de meeste gevallen om collectief vervoer en in enkele gevallen individueel vervoer. Het gaat niet om (mobiliteits)hulpmiddelen zoals een aangepaste fiets of een scootmobiel. In lid 6 is daarom een afzonderlijke bepaling opgenomen over de hoogte van de bijdrage in de kosten voor het collectief vervoer.

     

    In lid 3 is uitgelegd hoe de kostprijs tot stand komt.

Naar boven