Gemeenteblad van Koggenland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Koggenland | Gemeenteblad 2020, 43669 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Koggenland | Gemeenteblad 2020, 43669 | Beleidsregels |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent verloren en gevonden voorwerpen (Beleid Verloren of voorwerpen gemeente Koggenland 2020)
Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle door de daartoe aangewezen ambtenaar geregistreerde verloren en gevonden voorwerpen, ongeacht of deze bij de gemeente in bewaring zijn gegeven of door de vinder thuis worden bewaard. Het heeft dus geen betrekking op voorwerpen die bijvoorbeeld in het kader van een handhavingstraject als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Awb worden meegevoerd en opgeslagen.
De vinder kan aangifte van een gevonden of verloren voorwerp doen:
te allen tijde via www.verlorenofgevonden.nl; of
tijdens de openingstijden van het gemeentehuis bij de clusters Burgerzaken en DIV van de gemeente. Bij de aangifte in het gemeentehuis wordt ook gebruik gemaakt van de website www.verlorenofgevonden.nl.
Als aangifte wordt gedaan van een gevonden voorwerp dat vermoedelijk met een strafbaar feit te maken heeft, neemt de aangewezen ambtenaar direct contact op met de politie. Afhankelijk van het gevonden voorwerp en de uitkomst van het contact met de politie, registreert de aangewezen ambtenaar het gevonden voorwerp en neemt deze het voorwerp in bewaring.
Een gevonden voorwerp wordt niet aan de claimhouder, dan wel de rechthebbende teruggegeven als:
Artikel 7. Gevonden voorwerpen waarvan de bewaartermijn is verstreken
Gevonden voorwerpen die na de bezwaartermijn op grond van de artikelen 5:5 tot en met 5:12 BW ter beschikking staan van de gemeente, worden:
De Goorn, 12 februari 2020
Burgemeester en wethouders voornoemd,
A.M.T. Beuker
Gemeentesecretaris
J. Franx
Burgemeester
Bijlage 1. Aanwijzing en mandatering
Burgemeester en wethouders van Koggenland;
gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek (BW) en het Beleid Verloren en gevonden voorwerpen gemeente Koggenland 2020 (hierna: het beleid);
De burgemeester van Koggenland;
gelet op artikel 5:5 Burgerlijk Wetboek (BW) en het Beleid Verloren en gevonden voorwerpen gemeente Koggenland 2020 (hierna: het beleid);
Bijlage 3. Relevante wetsartikelen boek 5 BW (geldend per 1 januari 2020)
De in lid 1 onder a bedoelde aangifte kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De in lid 1 onder b bedoelde mededeling geschiedt bij degene die de woning bewoont of het gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt.
De vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, verkrijgt de eigendom van de zaak één jaar na de in artikel 5 lid 1 onder abedoelde aangifte of mededeling, mits de zaak zich op dat tijdstip nog bevindt in de macht van de vinder of van de gemeente.
Is de zaak anders dan op haar vordering aan de gemeente in bewaring gegeven en valt zij onder de niet-kostbare zaken, aangewezen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 12 onder b, dan is lid 1 niet van toepassing en is de burgemeester drie maanden na de inbewaringgeving bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen of haar om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
De vorige leden gelden niet, wanneer de eigenaar of een ander die tot ontvangst van de zaak bevoegd is, zich daartoe heeft aangemeld bij degene die de zaak in bewaring heeft vóórdat de toepasselijke termijn is verstreken of, in de gevallen van de leden 2 en 3, op een tijdstip na het verstrijken van de termijn, waarop de gemeente de zaak redelijkerwijs nog te zijner beschikking kan stellen.
De vinder kan, door de zaak onverwijld af te geven aan de bewoner van de woning of de gebruiker of exploitant van de ruimte waar de vondst is gedaan, dan wel aan degene die daar voor hem toezicht houdt, zijn rechtspositie met alle daaraan verbonden verplichtingen doen overgaan op die bewoner, gebruiker of exploitant met dien verstande dat geen recht op beloning bestaat.
Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.
Bestaat de aan de gemeente in bewaring gegeven zaak in geld, dan is de gemeente slechts verplicht aan degene die haar kan opeisen, een gelijk bedrag uit te keren, en vervalt deze verplichting zodra de burgemeester tot verkoop voor rekening van de gemeente bevoegd zou zijn geweest.
Hij die de zaak opeist van de gemeente of van de vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, is verplicht de kosten van bewaring en onderhoud en tot opsporing van de eigenaar of een andere tot ontvangst bevoegde te vergoeden. De gemeente of de vinder is bevoegd de afgifte op te schorten totdat deze verplichting is nagekomen. Indien degene die de zaak opeist, de verschuldigde kosten niet binnen een maand nadat ze hem zijn opgegeven, heeft voldaan, wordt hij geacht zijn recht op de zaak te hebben prijsgegeven.
Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen:
nadere regels worden gesteld omtrent de uitoefening van de uit de artikelen 5-11 voor de gemeenten voortvloeiende bevoegdheden;
groepen van niet-kostbare zaken worden aangewezen, waarvoor artikel 6 lid 2 geldt;
nadere regels worden gesteld omtrent de aanwijzing van bepaalde soorten personen en instellingen, waarbij deze, geheel of gedeeltelijk en al dan niet onder nadere voorwaarden, worden vrijgesteld van de aangifteplicht van artikel 5 lid 1 onder a of voor de afwikkeling van vondsten worden gelijkgesteld met een gemeente;
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-43669.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.