Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent de rechtspositie van burgemeester en wethouders (Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019 gemeente Sittard-Geleen)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

 

Gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.10] 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende regeling: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019 gemeente Sittard-Geleen:

Artikel 1. Definitiebepalingen:

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Ter beschikking gestelde auto

  • 1.

    Het college stelt ten laste van de gemeente een auto ter beschikking bedoeld in artikel 3.2.10 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een ter beschikking gestelde auto en een auto op afroep als bedoeld in het eerste lid, kan door de burgemeester worden gebruikt voor zowel zakelijke als bestuurlijke doeleinden.

  • 3.

    Het gebruik van de ter beschikking gestelde auto onderscheidenlijk de op afroep beschikbare auto wordt door de overige leden van het college uitsluitend gebruikt voor zakelijke doeleinden.

  • 4.

    Onder gebruik voor zakelijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik dat voor de toepassing van artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 en de daarop berustende bepalingen niet als gebruik voor privédoeleinden wordt aangemerkt.

  • 5.

    Onder gebruik voor bestuurlijke doeleinden wordt in dit artikel verstaan gebruik in het kader van de uitoefening van nevenfuncties, waarvan de uitoefening door de burgemeester naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in het belang van de gemeente is.

  • 6.

    Indien en voor zover de burgemeester loon- of inkomstenbelasting verschuldigd is voor het gebruik van de ter beschikking staande auto, wordt deze belastingheffing ten laste van de gemeente aan hem vergoed.

  • 7.

    Indien de burgemeester of de wethouder van derden een vergoeding ontvangt voor het zakelijk of bestuurlijk gebruik van de hem ter beschikking gestelde auto, wordt die vergoeding in de gemeentekas gestort.

  • 8.

    Indien de burgemeester of de wethouder gebruik maakt van een beschikbaar gestelde auto of van een auto op afroep als bedoeld in het eerste lid, heeft hij geen aanspraak op vergoedingen, bedoeld in artikel 3.2.7, tweede lid, onder b, en artikel 3.2.9, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 9.

    Voor woon-werkverkeer en reizen voor de uitoefening van het ambt worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed.

  • 10.

    Voor reizen voor de uitoefening van het ambt worden aan de burgemeester of wethouder bij gebruik van een ter beschikking gestelde auto de kosten voor parkeer-, veer- en tolkosten ten laste van de gemeente vergoed, mits deze kosten niet uit anderen hoofde worden vergoed.

  • 11.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

Artikel 3. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken en mede met inachtneming van de door het college nader vast te stellen financiële kaders.

Artikel 4. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen te beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 5. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 6. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • -

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • -

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden ingediend bij de secretaris. Dit gebeurt binnen dertig dagen na afloop van de maand waarin de voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn gemaakt

  • 4.

    Voor zover van toepassing zorgt de gemeente ervoor dat de vergoeding van de gemaakte kosten plaatsvindt in de maand volgende op die waarin de betreffende declaratie door de burgemeester of de wethouder is ingediend.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van [de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze regeling wordt geplaatst. Zij werkt terug tot en met] 1 januari 2019.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders 2019 gemeente Sittard-Geleen.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen d.d. 17 december 2019

De burgemeester,

Drs. G.J.M. Cox

De secretaris,

mr. G.J.C. Kusters

Naar boven