Verordening op de heffing en invordering van Scheepvaartrechten Oss 2020

De raad van de gemeente Oss;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2019;

gelet op het advies van de raadadviescommissie van 28 november 2019;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2020

 

 

Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit.

Onder de naam van havengeld, wordt een recht geheven voor het gebruik maken van de haven met een vaartuig.

 

Artikel 2. Begripsomschrijving.

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Haven: het ten zuiden van de hefbrug te Macharen gelegen gedeelte van het Burgemeester Delenkanaal, de burgemeester Jansenhaven en de burgemeester Van Veldhuizenhaven, alsmede de voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen in en langs het Burgemeester Delenkanaal.

  • 2.

    Vaartuig: een drijvend object dat wegens zijn vaarvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvend object één geheel uitmakende voorwerpen. Een sleepboot met duwbakken wordt gezien als een combinatie.

  • 3.

    Meetbrief: een door Scheepsmetingsdienst dan wel een andere daartoe bevoegde instantie uitgegeven in Nederland geldig document betreffende de tonnage en het laadvermogen van een vaartuig, als bedoeld in de Meetbrievenwet 1981, het Meetbrievenbesluit 1981 en de Binnenvaartregeling.

  • 4.

    Een jaar: een tijdvak van twaalf aaneengesloten kalendermaanden.

  • 5.

    Een kwartaal: een tijdvak van drie aaneengesloten kalendermaanden.

  • 6.

    Een maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen.

  • 7.

    Een dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur beginnende op 0.00 uur.

  • 8.

    Schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of zijn vervanger.

  • 9.

    Havenbeheerder: de als zodanig van gemeentewegen aangewezen ambtenaar belast met het toezicht op de haven, de kaden en de laad- en losplaatsen en zijn plaatsvervanger

  • 10.

    Laadvermogen: in het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het vaartuig bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige vaartuig, zoals aangegeven in de bij het vaartuig behorende meetbrief.

  • 11.

    een werkschip: een ponton of ander drijvend object voorzien van een kraan of graafmachine.

 

Artikel 3. Belastingplicht en wijze van heffing.

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 1 wordt geheven van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen van de haven gebruik maakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht. Daaronder verstaan de schipper, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.

  • 2.

    De rechten worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekend analoge of digitale kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur.

 

Artikel 4. Tijdstip van betaling.

  • 1.

    De rechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 3 mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving; in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving;

  • 2.

    indien de rechten niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur;

  • 3.

    in de in het tweede lid genoemde gevallen kan het college van burgemeester en wethouders vorderen, dat ter voldoening van de verschuldigde rechten een voorlopig gevorderd bedrag wordt betaald. Bedoeld bedrag wordt vastgesteld tot ten hoogste het bedrag waarop het te vorderen bedrag van de rechten vermoedelijk zal worden vastgesteld.

 

Artikel 5. Vrijstellingsbepaling.

Het recht als bedoeld in artikel 1 wordt niet geheven voor:

  • 1.

    een vaartuig in dienst van de gemeente Oss en/of ten dienste van het havenbedrijf werkzaam;

  • 2.

    een vaartuig in dienst van het Rijk, mits geen personen of goederen tegen betaling worden vervoerd;

  • 3.

    een Rode Kruis-vaartuig en een vaartuig, erkend als uitsluitend gebezigd en uitgerust voor een godsdienstige, menslievende of wetenschappelijke bestemming;

  • 4.

    een vaartuig, met een waterverplaatsing van minder dan 5 m3;

  • 5.

    een vaartuig, dat door ijsgang of andere redenen van overmacht zijn reis niet kan beginnen of vervolgen, mits het niet laadt of lost;

  • 6.

    voor een vaartuig, waarvoor reeds havengeld is geheven, wordt geen verder recht geheven indien het door ijsgang of andere redenen van overmacht, zijn reis niet kan beginnen of vervolgen;

  • 7.

    ijsgang wordt gerekend te beginnen met de dag, waarop van rijkswege de betonning wordt weggenomen en op te houden met de dag, waarop de betonning wordt herplaatst;

 

Artikel 6. Grondslag van de heffing.

  • 1.

    Grondslag van de heffing van het recht voor een vaartuig is de maximum toelaatbare waterverplaatsing van het vaartuig uitgedrukt in tonnen;

  • 2.

    de waterverplaatsing wordt, wanneer een geldige meetbrief wordt overgelegd, door deze meetbrief bepaald. Bij gebreke van een geldige meetbrief of bij de weigering om deze aan te tonen, wordt de waterverplaatsing door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

 

Artikel 7. Tarief.

  • 1.

    Het recht bedraagt voor elk vaartuig € 0,14 per ton waterverplaatsing per keer dat van de haven gebruik wordt gemaakt met dien verstande dat het recht ten minste € 10,00 bedraagt;

  • 2.

    in afwijking van het gestelde in lid 1 bedraagt het recht, wanneer sprake is van vaartuigen die containers transporteren, voor elke met materialen c.q. producten gevulde overgeslagen container € 2,40 per keer dat van de haven gebruik wordt gemaakt, met dien verstande dat het recht ten minste € 10,00 bedraagt;

  • 3.

    bij langer verblijf dan veertien dagen na de dag van aankomst in de haven is voor elk tijdvak van veertien dagen of gedeelten daarvan, het recht opnieuw verschuldigd;

  • 4.

    in afwijking van het gestelde in lid 1 bedraagt het recht, wanneer er sprake is van een werkschip, wordt voor de eerste 14 dagen in de haven € 0,14 per ton waterverplaatsing in rekening gebracht. Na 14 dagen wordt er € 10,00 per kalendermaand in rekening gebracht.

  • 5.

    voor belastingplichtigen die regelmatig van de haven gebruik maken, is heffing bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving van de in het eerste lid vermelde recht als bedoeld in artikel 3, mogelijk, mits het vaartuig waarvoor het recht verschuldigd is, is geregistreerd bij de I.V.R. (Internationale Vereniging het Rijnschepenregister).

 

Artikel 8. Omzetbelasting.

Alle in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief de wettelijk verschuldigde omzetbelasting.

 

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

 

Artikel 10. Kwijtschelding.

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De ‘Verordening Scheepvaartrechten Oss 2019' van 13 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Scheepvaartrechten Oss 2020'.

  •  

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 19 december 2019.

De griffier,

drs. P.H.A. van den Akker

Naar boven