Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam in verband met het mandateren van bevoegdheden inzake de vergunningverlening voor deelvoertuigen aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte (Wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam deelvoertuigen 2019)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht

gelet op artikel 2.50A van de Algemene Plaatselijke Verordening

gelet op de Nadere regels voor deelvoertuigen Amsterdam 2019

 

besluit:

Artikel 1  

Het bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    In Bijlage 4, onderdeel II, nummer 4, onderdeel E worden, waarbij de onderdelen c, d, worden verletterd tot d en e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

     

    • c.

      Het beslissen op aanvragen voor ontheffingen als bedoeld in artikel 2.50A, negende lid van de APV, conform een door het college vastgesteld experiment als beschreven in hoofdstuk 4 van de Nadere regels voor deelvoertuigen Amsterdam 2019.

Artikel 2  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 3  

Dit besluit wordt aangehaald als Wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam deelvoertuigen 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 februari.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

De bevoegdheid om op grond van artikel 2.50A negende lid van de Algemene Plaatselijke Verordening ontheffingen voor deelvoertuigen te verlenen wordt gemandateerd voor ontheffingen in het kader van experimenten. Het college zal, conform hoofdstuk 4 van de Nadere regels voor deelfietsen Amsterdam 2019, per experiment de voorwaarden, voorschriften en andere kaders voor de verlening van deze ontheffingen vaststellen. Bij verlening van een mandaat behoudt het besluit zelf te nemen of aanwijzingen te geven aan degene aan wie de bevoegdheid is gemandateerd.

 

Naar boven