Wijziging Nadere regels Verbranding Afvalstoffen en Stoken op grond van artikel 5.34 Algemene Plaatselijke Verordening

Burgemeester en Wethouders van Enschede, gelezen het voorstel van DF/O&R op 11-2-2020,

 

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 5.34 van de Algemene Plaatselijke Verordening,

 

Besluit:

 

Vast te stellen de wijzigingen in navolgende Nadere regels Verbranding Afvalstoffen en Stoken gemeente Enschede

 

Artikel I

Artikel 4. komt als volgt te luiden:

4 . Verbod tot verbranding

  • 1.

    Er mag geen verbranding plaatsvinden:

    • indien het regent of mistig is, tenzij sprake is van een paasvuur;

    • bij windkracht 5 Beaufort of meer (de windsnelheid bedraagt dan meer dan 8 m/s);

    • bij droogte (na afkondiging fase 2; “extra alert” kenbaar gemaakt op www.natuurbrandrisico.nl).

  • 2.

    Er mag geen verbranding plaatsvinden indien de windrichting zodanig is dat verkeer en de directe woonomgeving er hinder van kunnen ondervinden.

  • 3.

    Er mag geen verbranding plaatsvinden als er in de brandstapel wordt gehuisd door dieren of wordt genesteld door vogels.

  • 4.

    Er mag geen verbranding van een paasvuur plaatsvinden als er voorafgaand geen melding is gedaan op de wijze als aangegeven in artikel 6.

  •  

Artikel II

Na artikel 5 wordt artikel 6 toegevoegd:

  • 6.

    Meldingsplicht en aanvullende regels paasvuren

  • 1.

    Degene die een paasvuur wil branden op een aangegeven locatie moet dit minimaal 28 kalenderdagen vooraf melden bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Alleen een persoon van achttien jaar of ouder kan een melding doen.

  • 3.

    De melding kan worden ingediend middels een formulier op de reguliere website van gemeente Enschede (onder Milieu, Stoken van vuur).

  • 4.

    Een paasvuur mag maximaal 28 kalenderdagen voor het branden opgebouwd worden.

  • 5.

    Paasvuren, die niet gebrand kunnen worden (bijvoorbeeld vanwege droogte als bedoeld in artikel 4.1), dienen binnen 14 kalenderdagen na de geplande datum van branden te zijn opgeruimd. De melder draagt op eigen kosten zorg voor de afvoer van niet verbrand stookmateriaal.

  • 6.

    De verbrandingsresten moeten binnen vijf werkdagen na de verbranding worden verwijderd en afgevoerd op een milieuverantwoorde wijze.

  • 7.

    De stookplaats dient zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat te worden hersteld.

 

Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Enschede op 11-2-2020

Naar boven