Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent algemene voorwaarden parkeergarages (Algemene voorwaarden Parkeergarages Weert)

Artikel 1: Definities

In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

  • 1.

    De Gemeente: de gemeente Weert

  • 2.

    De Parkeerder: de eigenaar, houder of gebruiker, als mede de passagier(s) van het voertuig dat van de Parkeergarage gebruik maakt

  • 3.

    De Parkeergarage: de door de Gemeente geëxploiteerde parkeergarages Muntgarage, Walburgpassage, Ursulinengarage, Stationspleingarage, Centrumgarage en Poort van Limburg.

  • 4.

    De Parkeerovereenkomst: elke tussen Parkeerder en Gemeente gesloten overeenkomst met betrekking tot het gebruik van de parkeergarage(s).

  • 5.

    Parkeerbewijs: parkeerkaart, parkeerbundel, abonnementskaart, kentekenregistratie of elk ander middel dat door de Gemeente is aangewezen om toegang te krijgen tot de parkeergarage

  • 6.

    Abonnementhouder: de houder van een abonnement dat recht geeft op het gebruik van een parkeergarage

  • 7.

    Parkeerbundelhouder: de houder van een parkeerbundel dat recht geeft op het gebruik van een garage

  • 8.

    Parkeergeld: de door de Parkeerder verschuldigde financiële tegenprestatie voor het gebruik van de Parkeergarage

Artikel 2: Totstandkoming van de Parkeerovereenkomst

  • 1.

    De Parkeerovereenkomst komt tot stand door het enkele feit van het gebruik van de Parkeergarage met een voertuig. De Parkeerovereenkomst komt ook tot stand door de afgifte van een Parkeerbewijs.

  • 2.

    Een persoon of een voertuig wordt uitsluitend tot de parkeergarage toegelaten op basis van een geldig Parkeerbewijs.

Artikel 3: Gebruik van de Parkeergarage

  • 1.

    Het gebruik van de Parkeergarage door Parkeerder is geheel voor eigen risico van de Parkeerder. De Parkeerder dient daarbij altijd de nodige voorzichtigheid te betrachten.

  • 2.

    De Parkeerder dient het voertuig te parkeren op de daartoe aangegeven parkeerplaatsen en volgens de door de Gemeente gegeven aanwijzingen. De in- en uitritten en de rijstroken dienen te allen tijde open en berijdbaar te worden gehouden. (Verkeers-) borden in de garage gelden als door de Gemeente gegeven aanwijzingen. Een motorvoertuig dat in strijd met genoemde voorschriften is geparkeerd kan door de Gemeente voor rekening en risico van de Parkeerder worden verwijderd en zo nodig buiten de Parkeergarage worden gebracht. Alle daarmee verband houdende kosten komen voor rekening van Parkeerder.

  • 3.

    Tot de Parkeergarage worden uitsluitend voertuigen toegelaten met een maximale lengte van 5,00 meter, een maximale breedte van 1,75 meter en een gewicht van maximaal 2.500 kg. De maximale hoogte is per garage verschillend en wordt bij de inrit van elke Parkeergarage aangegeven.

  • 4.

    De Wegenverkeerswet en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) zijn in de Parkeergarages van toepassing. De maximumsnelheid in de Parkeergarage is 5 km per uur. Voetgangers hebben daarbij voorrang op motorvoertuigen.

  • 5.

    Het is verboden om met aanhangwagens de Parkeergarage binnen te rijden.

  • 6.

    De Gemeente is gerechtigd een motorvoertuig de toegang tot de Parkeergarage te weigeren, danwel een reeds geparkeerd voertuig uit de Parkeergarage te verwijderen, indien de Gemeente dit met inachtneming van redelijkheid en billijkheid wenselijk acht. Dit zal zich met name voordoen indien de Gemeente weet of vermoedt dat een motorvoertuig ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert, daaronder niet begrepen motorbrandstoffen in het daarvoor bestemde brandstofreservoir van het motorvoertuig, alsmede in geval de Gemeente van oordeel is dat het motorvoertuig gelet op de omvang en/of zwaarte, dan wel door zaken die daarmee worden vervoerd, aan de omgeving schade in de meest ruime zin kan toebrengen.

  • 7.

    In de gevallen dat de Parkeerder handelt in strijd met de bepalingen van deze overeenkomst en dit naar het oordeel van de Gemeente noodzakelijk is, is de Gemeente gerechtigd het voertuig uit de Parkeergarage te verwijderen. De kosten die samenhangen met de verwijdering van het voertuig uit de Parkeergarage komen voor rekening van de Parkeerder.

  • 8.

    Ook in andere gevallen waarin dit naar het oordeel van Gemeente wenselijk of noodzakelijk wordt geacht uit een oogpunt van veiligheid en zonder dat de Parkeerder enig verwijt kan worden gemaakt is Gemeente gerechtigd het voertuig voor risico van de Parkeerder uit de Parkeergarage te verwijderen en elders te plaatsen.

  • 9.

    Het is verboden in de Parkeergarage voertuigen alsook zich daarin of daarop bevindende voorwerpen te verkopen, te koop aan te bieden, te verhuren of ter verhuur aan te bieden en daaraan reparatie- of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 10.

    Het is niet toegestaan in de Parkeergarage te roken of open vuur te maken.

  • 11.

    Het is niet toegestaan om in de Parkeergarage reclame te maken, te flyeren of bebording te plaatsen, tenzij door de Gemeente toestemming is verleend.

  • 12.

    Met uitzondering van het klein-afval, dat in de daarvoor bestemde bakken dient te worden gedeponeerd, is het verboden afval in de parkeergarages achter te laten. Bij overtreding zullen alle daaruit voortvloeiende kosten op de vervuiler worden verhaald.

  • 13.

    Het is voor een Parkeerder, Abonnement- of Bundelhouder niet toegestaan om een parkeerplaats in een Parkeergarage te reserveren middels (eigen) bebording, tenzij door de Gemeente toestemming is verleend.

  • 14.

    Het gebruik van skateboards, skeelers, inlineskates en vergelijkbare recreatieve apparatuur in de Parkeergarage is verboden.

  • 15.

    De Gemeente is gerechtigd personen zonder geldig Parkeerbewijs de toegang tot de Parkeergarage te ontzeggen.

  • 16.

    Een oplaadpunt voor elektrische vervoersmiddelen wordt aangeduid met verkeersbord E04 of E08 uit het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels. Het oplaadpunt mag alleen gebruikt worden door een elektrische vervoersmiddel indien het voertuig middels een laadkabel met de laadvoorziening is verbonden.

Artikel 4: Openingstijden

  • 1.

    De openingstijden van de Parkeergarage worden door de Gemeente vastgesteld.

  • 2.

    De Gemeente kan gedurende de looptijd van de Parkeerovereenkomst veranderingen in de openingstijden aanbrengen. De Parkeerder zal deze veranderingen moeten gedogen. Aan deze verandering kan de Parkeerder geen rechten ontlenen, ook niet ter vermindering van de verschuldigde Parkeergelden.

  • 3.

    Indien de Parkeergarage gedurende een korte tijd (gedeeltelijk) gesloten zal zijn en de Parkeerder daardoor voor korte tijd geen gebruik kan maken van zijn Parkeerovereenkomst , dan zal dit de Parkeerder geen recht geven tot vermindering van het door hem verschuldigde Parkeergeld. Ook zal dit aan Parkeerder anderszins geen rechten, bij voorbeeld tot schadevergoeding, geven.

  • 4.

    De Gemeente is niet gehouden om buiten de openingstijden van de Parkeergarage aan Parkeerder diensten te verlenen. Verleent de Gemeente op verzoek van Parkeerder buiten de openingstijden toch onverplicht diensten aan de Parkeerder, dan zal de Parkeerder de kosten van deze dienstverlening aan de Gemeente moeten vergoeden.

Artikel 5: Parkeergeld

  • 1.

    Het Parkeergeld wordt berekend volgens de door de Gemeente vastgestelde tarieven.

  • 2.

    De Gemeente is te allen tijde gerechtigd de tarieven te wijzigen.

  • 3.

    Het verschuldigde Parkeergeld voor kortparkeerders wordt berekend aan de hand van het Parkeerbewijs op basis van de door de Gemeente vastgestelde tarieven en op basis van het tijdsbestek dat het voertuig van de Parkeerder in de Parkeergarage is geweest.

  • 4.

    Indien de Parkeerder geen Parkeerbewijs kan tonen, is de informatie uit het parkeersysteem bepalend voor de berekening van het Parkeergeld. Is het tijdstip van inrijden niet te achterhalen, dan wordt Parkeerder geacht met het parkeren een aanvang te hebben gemaakt om 07.00 uur op de dag dat de Parkeerder het voertuig de Parkeergarage is binnengereden. In dat geval is ook vanaf dat tijdstip gerekend Parkeergeld verschuldigd. Dit Parkeergeld moet terstond worden voldaan. Indien Parkeerder bewijst dat hij op een later tijdstip het voertuig in de Parkeergarage heeft geplaatst, zal gemeente het eventueel teveel betaalde Parkeergeld aan Parkeerder restitueren.

  • 5.

    Het verschuldigde Parkeergeld dient te zijn voldaan voordat de Parkeerder met zijn voertuig de Parkeergarage verlaat.

  • 6.

    Het zogenaamde "treintje rijden" d.w.z. direct achter een voorgaand voertuig onder de slagboom door de Parkeergarage verlaten zonder het verschuldigde Parkeergeld te betalen, is niet toegestaan. De Parkeerder is alsdan een direct opeisbare boete verschuldigd van € 60, -. Deze boete wordt samen met het verschuldigde Parkeergeld middels een factuur achteraf gevorderd bij de kentekenhouder van het betreffende voertuig.

  • 7.

    Indien de Parkeerder voornemens is het voertuig langer dan een aaneengesloten periode van 14 dagen in de Parkeergarage te parkeren, dan dient de Parkeerder dit vooraf aan de Gemeente te melden. De Gemeente is dan gerechtigd het Parkeergeld bij vooruitbetaling te verlangen. Indien een voertuig langer dan 14 dagen in de Parkeergarage heeft gestaan zonder dat daarvan vooraf melding is gemaakt, is de Gemeente gerechtigd het voertuig uit de Parkeergarage te verwijderen. Dit artikel geldt niet voor houders van een doorlopend abonnement.

  • 8.

    Indien het verschuldigde Parkeergeld niet wordt voldaan is de Parkeerder automatisch in gebreke, zonder dat een ingebrekestelling is vereist. Over de onbetaald gebleven bedragen is de Parkeerder, onverminderd zijn overige verplichtingen en onverminderd de overige rechten aan de Gemeente, een rente verschuldigd van 1,0% per maand; een gedeelte van een maand wordt als een volle maand aangemerkt

Artikel 6: Bepalingen voor abonnementhouders

  • 1.

    Een abonnement wordt aangegaan voor de periode tot het einde van het kalenderjaar en wordt per 1 januari van het volgende jaar stilzwijgend verlengd.

  • 2.

    Beide partijen zijn gerechtigd het abonnement schriftelijk op te zeggen. Opzegging geschiedt per aangetekend schrijven en minimaal één kalendermaand voor het einde van de overeengekomen periode.

  • 3.

    Bij het aangaan van een abonnement wordt aan de abonnementhouder eenmalig een parkeerpasje als Parkeerbewijs verstrekt. Het parkeerpasje is eigendom van de abonnementhouder, tenzij anders is overeengekomen, en is niet overdraagbaar.

  • 4.

    Na melding door de abonnementhouder van verlies of diefstal van het parkeerpasje wordt dit parkeerpasje door de Gemeente tegen verder gebruik geblokkeerd. De Gemeente verstrekt vervolgens aan de abonnementhouder tegen vergoeding een vervangend pasje.

  • 5.

    De vergoeding als in het voorgaande lid bedoeld wordt niet gerestitueerd wanneer het verloren pasje weer wordt teruggevonden.

  • 6.

    Na afloop van het abonnement wordt het parkeerpasje niet aan de Gemeente geretourneerd; de Gemeente zal het parkeerpasje tegen verder gebruik blokkeren.

  • 7.

    De vergoeding voor het abonnement dient te worden voldaan op de datum zoals die op de factuur is vermeld. De Gemeente is te allen tijde gerechtigd het tarief te wijzigen. Indien door de Gemeente het tarief wordt verhoogd gedurende de looptijd van een abonnement, is de Gemeente gerechtigd deze verhoging naar tijdsevenredigheid door te berekenen aan de abonnementhouder.

  • 8.

    Indien het tarief wordt verhoogd is Parkeerder gerechtigd de overeenkomst te ontbinden mits de Parkeerder binnen 14 dagen nadat hem de verhoging is medegedeeld op deze ontbinding schriftelijk een beroep doet. Aan de Parkeerder zal dan worden gerestitueerd het Parkeergeld dat is toe te rekenen aan de termijn over welke de parkeerovereenkomst alsdan niet meer voortduurt.

  • 9.

    Indien de verschuldigde vergoeding voor het abonnement niet tijdig is voldaan, is abonnementhouder automatisch in gebreke, zonder dat een ingebrekestelling is vereist. Over de onbetaald gebleven bedragen is abonnementhouder, onverminderd zijn overige verplichtingen en onverminderd de overige rechten aan de Gemeente, een rente verschuldigd van 1,0% per maand; een gedeelte van een maand wordt als een volle maand aangemerkt.

  • 10.

    Tussentijdse opzegging met restitutie van een gedeelte van de Parkeergelden is slechts mogelijk met betrekking tot overeenkomsten die zijn aangegaan voor ten minste een kwartaal, op voorwaarde dat deze opzegging schriftelijk wordt gedaan en een opzeggingstermijn van ten minste een maand in acht wordt genomen.

  • 11.

    Ingeval van tussentijdse beëindiging zal het abonnementsgeld over de na de beëindiging nog niet verstreken abonnementsperiode aan de Parkeerder worden gerestitueerd, met dien verstande dat gedurende de wel reeds verstreken periode de Parkeerovereenkomst geacht moet worden te hebben bestaan steeds op grond van maandabonnementen. Als maandabonnement wordt in dat geval een derde deel van het kwartaal abonnement gerekend. Berekend zal worden hoeveel de Parkeergelden over die reeds verstreken periode op basis van maandabonnement hebben bedragen. Deze Parkeergelden zullen in mindering worden gebracht op het voor het abonnement betaalde Parkeergeld. Het alsdan resterende bedrag zal aan Parkeerder worden gerestitueerd, na aftrek voorts van al hetgeen de Parkeerder overigens nog aan de Gemeente verschuldigd is.

Artikel 7: Bepalingen voor parkeerbundelhouders

  • 1.

    Een parkeerbundel is een prepaid-urenbundel waarmee een bundelhouder vooraf parkeeruren koopt.

  • 2.

    Een parkeerbundel is één jaar geldig.

  • 3.

    Om de bundel te continueren dient een bundelhouder jaarlijks een werkgeversverklaring voor te leggen dat hij of zij nog werkzaam is in de binnenstad van Weert.

  • 4.

    Aan een bundelhouder wordt eenmalig een parkeerpasje als Parkeerbewijs verstrekt. Het parkeerpasje is eigendom van de abonnementhouder, tenzij anders is overeengekomen, en is niet overdraagbaar.

  • 5.

    Na melding door de bundelhouder van verlies of diefstal van het parkeerpasje wordt dit parkeerpasje door de Gemeente tegen verder gebruik geblokkeerd. De Gemeente verstrekt vervolgens aan de bundelhouder tegen vergoeding een vervangend pasje.

  • 6.

    De vergoeding als in het voorgaande lid bedoeld wordt niet gerestitueerd wanneer het verloren pasje weer wordt teruggevonden.

  • 7.

    Na beëindiging van de parkeerbundel wordt het parkeerpasje niet aan de Gemeente geretourneerd; de Gemeente zal het parkeerpasje tegen verder gebruik blokkeren.

  • 8.

    Ingeval van beëindiging van de parkeerbundel zal het mogelijke resterende prepaid parkeertegoed aan de bundelhouder worden gerestitueerd.

  • 9.

    Medewerkers van de gemeente Weert met een parkeerbundel voor de Centrumgarage zijn verplicht om te parkeren op -2. Alleen wanneer -2 vol staat mogen bundelhouders gebruik maken van de parkeervoorzieningen op -1. Wanneer de medewerker niet handelt conform de voorwaarden heeft het college van B&W de bevoegdheid om de parkeerbundel terstond stop te zetten.

Artikel 8: recht van retentie

  • 1.

    De Gemeente is te allen tijde gerechtigd op het in de Parkeergarage geparkeerde voertuig het retentierecht uit te oefenen zolang niet al hetgeen de Parkeerder aan de Gemeente krachtens of in verband met deze overeenkomst verschuldigd is heeft voldaan. Indien Parkeerder, na daartoe in gebreke te zijn gesteld, langer dan tien dagen in gebreke blijft het aan de Gemeente verschuldigde te voldoen is de Gemeente gerechtigd het voertuig overeenkomstig de wettelijke bepalingen te verkopen. Op de opbrengst kan de Gemeente verhalen al hetgeen de Parkeerder aan de Gemeente verschuldigd is, met inbegrip van rente en kosten tot en met de dag van verhaal, waaronder ook begrepen de kosten ter zake de verkoop. Tijdens de periode van retentie kan de Gemeente het voertuig bewaren in de Parkeergarage; alsdan is Parkeerder over die periode Parkeergeld verschuldigd. De Gemeente kan, naar keuze, gedurende deze periode het voertuig ook voor rekening en risico van Parkeerder buiten de Parkeergarage brengen.

  • 2.

    Een ingebrekestelling als in het vorige lid bedoeld alsmede ook elke andere kennisgeving op grond van de Parkeerovereenkomst kan geschieden en hoeft ook slecht te geschieden aan het adres van degene die bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer staat ingeschreven als houder van het kenteken van het geparkeerde voertuig.

Artikel 9: uitsluiting aansprakelijkheid

  • 1.

    De tussen partijen tot stand gekomen Parkeerovereenkomst omvat geen bewaking of voortdurend toezicht. De Gemeente is op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade ten gevolge van diefstal, teniet gaan, verloren gaan of beschadiging, van welke aard en door welke oorzaak ook, aan een voertuig en/of voorwerpen daaruit en voor schade ten gevolgen van enig ongeval, lichamelijk letsel of anderszins van de Parkeerder en diens mede-inzittenden, in of buiten het voertuig. De Gemeente is evenmin aansprakelijk voor schade, van welke aard of omvang ook, die, op welke wijze ook, mocht voortvloeien uit het niet gebruik kunnen maken door Parkeerder van de Parkeergarage en/of het niet of niet tijdig kunnen verlaten van de Parkeergarage. De aansprakelijkheid van Gemeente is ook uitgesloten voor schade die mocht ontstaan als direct of indirect gevolg van daden of nalatigheden van haar ondergeschikten danwel andere personen die door of vanwege Gemeente tewerk zijn gesteld.

  • 2.

    De Gemeente is niet gehouden schade te vergoeden indien sprake is van overmacht. Onder overmacht wordt in ieder geval gerekend een van de wil van de Gemeente onafhankelijke omstandigheid als gevolg waarvan de nakoming van de verplichtingen van de Parkeerovereenkomst redelijkerwijs door de Parkeerder niet meer van de Gemeente kan worden verlangd. Hieronder worden in ieder geval begrepen werkstaking, brand, overheidsmaatregelen, bedrijfs- storingen alsmede een tekortkoming in de nakoming door betrokken derden.

  • 3.

    Parkeerder is gehouden Gemeente schadeloos te stellen voor alle schade die Gemeente lijdt ten gevolge van enig handelen of nalaten van Parkeerder en hij zal Gemeente vrijwaren voor schadevorderingen van derden die door handelen of nalaten van Parkeerder zijn ontstaan.

Artikel 10: Privacy

  • 1.

    In de Parkeergarage, bijvoorbeeld bij de in- en uitrit, bij de betaalautomaten en parkeer-apparatuur, is sprake van camera-registratie.

  • 2.

    Bij het in- en uitrijden van de Parkeergarage wordt gebruik gemaakt van kenteken-herkenning. Het kenteken wordt bij het inrijden geregistreerd in het parkeersysteem en wordt op het Parkeerbewijs afgedrukt. Het kenteken wordt geregistreerd en afgedrukt op het Parkeerbewijs ter bestrijding van fraude en om het uitrijden te versnellen. De slagboom wordt bij de uitrit automatisch geopend wanneer het verschuldigde Parkeergeld is voldaan.

  • 3.

    Het privacyreglement van de Gemeente Weert is van toepassing.

Artikel 11: Algemene Voorwaarden

  • 1.

    Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle met Gemeente gesloten Parkeerovereenkomsten en maken van die Parkeerovereenkomsten een integraal deel uit. De Gemeente is te allen tijde gerechtigd deze Algemene Voorwaarden te wijzigen. De wijzigingen zullen van kracht worden op de dag volgende op die, waarop deze ter plaatse kenbaar zijn gemaakt. Ten aanzien van houders van abonnementen zullen de wijzigingen geen gelding hebben zolang de duur van het abonnement nog niet is verstreken. Indien de Parkeerovereenkomst met toepassing van artikel 6 zal worden verlengd zullen, te rekenen vanaf de aanvang van de nieuwe duur, op de Parkeer-overeenkomst de gewijzigde Algemene Voorwaarden van toepassing zijn.

Artikel 12: toepasselijk recht

Op de Parkeerovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Geschillen uit deze Parkeerovereenkomst voortvloeiend of daarmee verband houdend zullen worden berecht door de voor Weert bevoegde rechter.

Artikel 13: Citeertitel

Deze Algemene voorwaarden worden aangehaald als “Algemene voorwaarden Parkeergarages Weert”.

Artikel 14: Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze voorwaarden gaan in met ingang van de dag nadat deze in het Gemeenteblad bekend zijn gemaakt.

 

 

Naar boven