Wijzigingsbesluit ‘Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019’

De raad van de gemeente Woensdrecht,

 

in vergadering bijeen op 30 januari 2020,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2019,

 

gelet op artikel 2.1.3, artikel 2.1.4 lid 1, lid 2, lid 3, artikel 2.1.5 lid 1, artikel 2.3.6 lid 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

 

overwegende dat middels het vaststellen van het Wijzigingsbesluit de ‘Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019’ in lijn wordt gebracht met landelijke wet- en regelgeving.

 

b e s l u i t:

Onderstaande wijzigingen op de ‘Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019’ vast te stellen en met terugwerkende kracht in werking te laten treden per 1 januari 2020.

 

De ‘Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2019’ wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 13. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen (in natura en middels pgb )

Lid 2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

2. In afwijking van het eerste lid van dit artikel is geen eigen bijdrage verschuldigd voor rolstoelvoorzieningen, pgb (rolstoel)taxivervoer en alternatieve vervoersvoorzieningen.

Lid 3 wordt toegevoegd en komt als volgt te luiden:

3. In afwijking van artikel 2.1.4a, vierde lid, van de wet is een cliënt aan wie een maatwerkvoorziening voor (rolstoel)taxivervoer in natura (Deeltaxi) is toegekend, een instaptarief en een tarief per gereisde kilometer verschuldigd. Deze tarieven worden door de Regio West-Brabant vastgesteld.

Het huidige lid 3, 4, 5 en 6 worden doorgenummerd en worden lid 4, 5, 6 en 7.

Lid 4 (was lid 3) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

4. De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening(en), tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

Lid 6 (was lid 5) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

6. In de gevallen, bedoeld in artikel 2.1.4b, tweede lid, van de Wet, worden de eigen bijdragen voor een maatwerkvoorziening welke wordt verstrekt in natura of middels een pgb door het CAK vastgesteld en geïnd.

 

Dit wijzigingsbesluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 januari 2020.

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven