Gemeenteblad van Haarlemmermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2020, 41180 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2020, 41180 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeentesecretaris in zijn hoedanigheid van heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer houdende de verlening van mandaat, machtiging en volmacht
Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeentesecretaris - in zijn hoedanigheid van heffingsambtenaar - van de gemeente Haarlemmermeer;
gelet op de wettelijke voorschriften, in het bijzonder afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 156, 165, 168, 171 en 178 van de Gemeentewet;
vast te stellen het Mandaat-, machtiging- en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2020.
Artikel 1. Mandaat, machtiging en volmacht
Aan de gemeentesecretaris en directeuren wordt mandaat verleend tot het namens en onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, nemen van besluiten en het ondertekenen van die besluiten ter uitoefening van de bevoegdheden zoals vermeld in het bij dit besluit behorende mandaatregister.
Artikel 2. Plaatsvervangingsregeling
In geval van afwezigheid geldt onderstaande plaatsvervangingsregeling, met dien verstande dat deze regeling de bestaande regels ten aanzien van de financiële bevoegdheden (budgethoudersregeling) onverlet laat:
Artikel 3. Ondertekeningsbevoegdheid
Indien het mandaat niet de bevoegdheid tot ondertekening van de besluiten namens het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester omvat, is dit in het mandaatregister uitdrukkelijk vermeld.
Het mandaat strekt niet verder dan de uitoefening van die bevoegdheden die tot het takenpakket van de gemeentesecretaris, de directeuren dan wel de niet-ondergeschikten behoren.
Artikel 6. Informatieverstrekking
Het bestuursorgaan kan zich door gemandateerden laten informeren over de krachtens mandaat genomen besluiten.
Artikel 7. Wijze van ondertekening
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de gemeentesecretaris van de gemeente Haarlemmermeer in zijn hoedanigheid van heffingsambtenaar op 28 januari 2020.
de secretaris,
drs. Carel Brugman
de burgemeester,
Marianne Schuurmans-Wijdeven
de burgemeester,
Marianne Schuurmans-Wijdeven
de secretaris,
drs. Carel Brugman
De gemeentesecretaris verleent op grond van artikel 1 lid 5 van het Mandaatbesluit 2020 ondermandaat aan de functionarissen in de organisatie die genoemd zijn in het bijbehorende mandaatregister. Het ondermandaat betreft alle mandaten die in het Mandaatbesluit 2020 door burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester aan mij als gemeentesecretaris zijn verleend alsmede de door mij in mijn hoedanigheid als heffingsambtenaar in het Mandaatbesluit 2020 toegestane ondermandaten.
De gemeentesecretaris van de gemeente Haarlemmermeer besluit op grond van artikel 1 lid 5 van het Mandaat-, machtiging- en volmachtbesluit Haarlemmermeer om:
aan alle functionarissen, genoemd in het mandaatregister bij het Mandaat-, machtiging- en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2020, ondermandaat te verlenen van de aan hem door burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester gemandateerde bevoegdheden, alsmede van de door de heffingsambtenaar in het Mandaatbesluit 2020 toegestane ondermandaten.
Aan gemeentesecretaris en directeuren verleende bevoegdheden
Communicatie en Externe Betrekkingen
Maatschappelijke Ondersteuning en Zorg
Ruimte, Economie en Duurzaamheid
Bevoegdheden van het college en de burgemeester aan wethouders verleend
Bevoegdheden van het college , de burgemeester en de gemeentesecretaris in zijn hoedanigheid van heffingsambtenaar gemandateerd aan externen (met uitzondering van de aan de Omgevingsdienst gemandateerde bevoegdheden, deze zijn in een apart register verwerkt)
Op grond van artikel 1, zevende lid, van het Mandaatbesluit geldt voor dit register dat ondermandaat is toegestaan, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven in het register
Gemeentesecretaris als heffingsambtenaar
Door gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden uit hoofde van zijn positie als heffingsambtenaar (artt. 231 lid 2 sub b en 255 lid 1 Gemeentewet, art. 8 lid 1 Invorderingswet 1990)
Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2020 Gemeente Haarlemmermeer
het college van burgemeester en wethouders en de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer houdende de verlening van mandaat , machtiging en volmacht aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Besluit mandaat, machtiging en volmacht OD NZKG 2017 gemeente Haarlemmermeer)
Het college van burgemeester en wethouders en de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer;
In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2. Mandaat, machtiging en volmacht
Artikel 3. Kaders uitoefening bevoegdheden
Het college zorgt ervoor dat de directeur dan wel diens plaatsvervanger over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur dan wel diens plaatsvervanger over uitvoeringsaspecten, indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die namens het college worden uitgevoerd.
In voorkomende gevallen informeert de directeur dan wel diens plaatsvervanger het college tijdig over: het nemen van beslissingen van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek- of bestuurlijk-gevoelige aard en tevens bij het nemen van beslissingen met risico’s van financiële aard, zoals een mogelijk kostenverhaal op basis van onrechtmatige daad of anderszins. De directeur alsmede diens plaatsvervanger neemt hierbij de algemene instructie uitoefening mandaat, volmacht en machtiging die als bijlage III is opgenomen bij dit besluit in acht.
De directeur dan wel diens plaatsvervanger en het college overleggen regelmatig over beleidsdoelstellingen en prioriteiten ten behoeve van de beheer- en beleidscyclus van de OD NZKG, in het bijzonder over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de in mandaat te nemen en reeds genomen besluiten.
Artikel 5. Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld:
Artikel 6. Ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht
Vanaf het moment van inwerkingtreding komen het Mandaatbesluit Omgevingsdienst NZKG 2013 gemeente Haarlemmermeer van 18 december 2012 (registratienummer: 2012.0072684) en aanvulling mandaatbesluit van 11 maart 2014 (registratienummer: 2014.0008967), wijziging mandaatbesluit van 24 juni 2014 (registratienummer: 2014.0024461), aanvulling mandaatbesluit van 21 april 2015 (registratienummer: 2015.0015364), aanvulling mandaatbesluit van 23 juni 2015, aanvulling mandaatbesluit van 7 juli 2015 (registratienummer: 2015.0027023) te vervallen.
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer op <datum>
de heffingsambtenaar van de Gemeente Haarlemmermeer op <datum>
Bijlage I Toelichting behorend bij besluit mandaat, machtiging en volmacht
Voor Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (hierna: Omgevingsdienst NZKG) is een gemeenschappelijke regeling getroffen, genaamd Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst NZKG 2016 (hierna: regeling). De regeling is per 1 januari 2016 gewijzigd, waarom het in de rede ligt om ook het mandaat aan te passen met als doel harmonisatie van de mandaten van de opdrachtgevers. Het mandaat dat bij de oprichting van de Omgevingsdienst NZKG is meegegeven is door de verschillende opdrachtgevers verschillend vastgesteld. De verschillen bestaan eruit dat niet elke opdrachtgever mandaat heeft verleend, meerdere opdrachtgevers zijn afgeweken van het meegegeven mandaat en dat er verschillende beperkingen en voorwaarden zijn toegevoegd. Van belang is om nu het mandaat te harmoniseren door alle opdrachtgevers het voorgelegde modelmandaat ongewijzigd te laten vaststellen. De enige verschillen komen voort uit de inbreng van een verschillend takenpakket door de opdrachtgevers.
Onder mandaat wordt in de Algemene wet bestuursrecht verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Met andere woorden de functionaris, dit is de gemandateerde, krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend (mandaatgever). Het door de gemandateerde genomen besluit geldt derhalve als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische consequenties als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Er worden evenwel geen publiekrechtelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan overgedragen aan de directeur van de Omgevingsdienst NZKG. Het betreft hier een vorm van publiekrechtelijke vertegenwoordiging. Bij de omschrijving van het begrip mandaat wordt uitgegaan van de bevoegdheid tot het nemen van een besluit. Met andere woorden de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden wordt zichtbaar in het nemen van besluiten (zie ondertekening). Mandaat wordt in dit besluit niet verleend aan een persoon, maar aan een functionaris, dus aan degene die een functie bekleedt. De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Daarnaast blijft de mandaatgever ook altijd zelf bevoegd om de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.
Aan de directeur alsmede diens plaatsvervanger wordt ook volmacht verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn in het kader van de gemandateerde bevoegdheden. Een voorbeeld van de eerste categorie is het sluiten van een overeenkomst/convenant. Voorbeelden van de tweede categorie zijn procesvertegenwoordiging, het vaststellen van brieven zonder rechtsgevolg en het feitelijk toepassen van bestuursdwang. De bepalingen in voorliggend besluit inzake ondermandaat moeten analoog worden toegepast op ondervolmacht en ondermachtiging van ondergeschikten. Dit is in lijn met de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht.
1.1.3 Relatie Gemeenschappelijke Regeling
Het besluit mandaat, machtiging en volmacht behelst de taken die in het kader van de regeling worden ingebracht en die zich richten op het in artikel 2 van de regeling genoemde belang. In artikel 31 van de regeling is aangegeven dat geen bevoegdheden worden overgedragen. In artikel 32 van de regeling is aangegeven dat de taken in mandaat worden uitgevoerd en dat de opdrachtgevers zich verplichten dat namens hun bestuur ten minste de bevoegdheden noodzakelijk voor de uitvoering van het basistakenpakket en de VTH-taken voor de BRZO en RIE 4 bedrijven in mandaat worden verleend.
De effectiviteit en slagvaardigheid wordt vergroot wanneer het bestuursorgaan aan de directeur van de Omgevingsdienst NZKG alsmede diens plaatsvervanger de bevoegdheid toekent om namens hen de benodigde besluiten te nemen en handelingen te verrichten. Dit gebeurt op basis van het vertrouwen van de mandaatgever in de gemandateerde. Door vaststelling van het onderhavige besluit mandaat, machtiging en volmacht wordt aan de directeur alsmede diens plaatsvervanger deze bevoegdheid toegekend. Het volledige mandaat geldt ook voor de plustaken. Hierbij wordt aangesloten op het landelijk beleid waarin beoogd is omgevingsdiensten in het leven te roepen als professionele uitvoeringsorganisaties die met een hoge mate van zelfstandigheid moeten kunnen werken.
1.1.5 Model besluit mandaat, machtiging en volmacht
Om de opdrachtgevers te faciliteren, is een modelbesluit opgesteld. Uitgangspunt is volledig mandaat voor alle ingebrachte taken voor alle opdrachtgevers. Dit om zoveel mogelijk uniformiteit te bereiken.
Voor de Omgevingsdienst NZKG is het immers praktisch en efficiënt als de verlening van mandaat, machtiging en volmacht zo uniform mogelijk geschiedt. Een model sluit aan bij de aanbevelingen van staatssecretaris Mansveld in het ‘Rapport evaluatie van het vernieuwde VTH-stelsel waaronder het stelsel van omgevingsdiensten’ van juli 2015.
1.1.6 Inhoud Besluit mandaat, machtiging en volmacht
In het besluit mandaat, machtiging en volmacht is bepaald dat de directeur van de Omgevingsdienst NZKG alsmede diens plaatsvervanger bij de aan hem in mandaat, volmacht en machtiging opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de gemeente Haarlemmermeer in acht neemt.
De directeur van de Omgevingsdienst NZKG alsmede diens plaatsvervanger maakt geen gebruik van het mandaat indien hij een persoonlijk belang heeft bij het uitoefenen van de bevoegdheid.
1.1.7 Instructie omgaan met mandaat, machtiging en volmacht
Omdat er behoefte was om duidelijkheid te geven over de wijze waarop de Omgevingsdienst NZKG de mandaatgevers in staat stelt hun verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden waar te maken, is er een notitie opgesteld met uitgangspunten over het omgaan met het mandaat in relatie tot bestuurlijke besluitvorming. Deze algemene instructie is als bijlage III bij dit besluit toegevoegd.
1.2 Artikelsgewijze toelichting
1.2.1 Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 van het besluit mandaat, machtiging en volmacht bevat een omschrijving van de belangrijkste begrippen die in het besluit worden gebruikt. Mandaatgevend orgaan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. En voor de leges de gemeentesecretaris als heffingsambtenaar.
1.2.2 Artikel 2 Mandaat, machtiging en volmacht
Artikel 2, eerste en tweede lid, verwijst naar het register behorende bij het besluit mandaat, machtiging en volmacht. Hierin staan de concrete bevoegdheden opgenomen. In het derde lid is bepaald dat van het mandaat is uitgesloten, de bevoegdheid om op bezwaar te besluiten. Deze bevoegdheid blijft bij de opdrachtgever.
Het laatste lid gaat over feitelijke handelingen en rechtshandelingen ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegdheden zoals genoemd in het eerste en tweede lid.
1.2.3 Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden
In artikel 3 zijn de kaders van de uitoefening van de bevoegdheden aangegeven. De Omgevingsdienst NZKG zal haar besluiten, voor zover relevant, motiveren met bestaand beleid. Gemeente Haarlemmermeer zal relevant beleid moeten bekendmaken aan de Omgevingsdienst NZKG. Als er sprake is van algemene en specifieke instructies, zal de Omgevingsdienst NZKG deze toepassen. De Omgevingsdienst NZKG treedt, indien nodig, in overleg met de gemeente Haarlemmermeer als afgeweken wordt van het beleid en indien nodig wordt er aandacht aan geschonken in de tertaalrapportages.
1.2.4 Artikel 4 Informatieplicht
De Omgevingsdienst NZKG informeert, gevraagd en ongevraagd, de gemeente Haarlemmermeer over de door haar uitgevoerde taken. Voor de politiek-bestuurlijke gevallen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde risico- en aandachts (R&A) dossiers. Regelmatig worden deze dossiers besproken met het bestuur. Daarnaast wordt de gemeente geïnformeerd in de tertaalrapportages.
1.2.5 Artikel 5 Volmacht en machtiging
In dit artikel wordt bepaald dat de privaatrechtelijke rechtshandelingen en de handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, gelijk worden gesteld met mandaat.
1.2.6 Artikel 6 Ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht
Dit artikel geeft aan dat de directeur van de Omgevingsdienst NZKG bevoegdheden in ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht kan opdragen aan ondergeschikten. Het is aan de directeur om dit te bepalen, en zo ja aan welke functionarissen. Tevens zijn de artikelen 2, 3 en 4 van toepassing voor ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht en zal de directeur zorg dragen dat de door hem ondergemandateerden, ondergemachtigden dan wel ondergevolmachtigden over de benodigde informatie zoals genoemd in artikel 4 beschikken. Een besluit tot verlening van ondermandaat, ondermachtiging en ondervolmacht wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en treedt in werking op de dag na publicatie.
In dit artikel is aangegeven hoe de ondertekening luidt bij (onder)mandaat, (onder)machtiging en (onder)volmacht.
1.2.8 Artikel 8 Slotbepalingen
In dit artikel is aangegeven dat het besluit mandaat, machtiging en volmacht in werking treedt na bekendmaking conform het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht. Tevens wordt aangegeven dat de eerdere mandaten en de daarop volgende wijzigingsbesluiten komen te vervallen. Tot slot wordt de naamsaanduiding van het besluit aangegeven.
Bijlage II Register behorend bij besluit mandaat, machtiging en volmacht
In dit register staan de taken waarvoor mandaat is verleend door het college van burgemeester en wethouders en de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer aan de directeur van de OD NKZG.
Het gaat daarbij om het basistakenpakket uit zoals genoemd in de Packagedeal en het Besluit omgevingsrecht verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving (Besluit VTH). Daarnaast gaat het ook om de vergunningverlening en toezicht en handhaving van de overige inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer die niet in de Packagedeal en het Besluit VTH genoemd zijn, met uitzondering van restaurants, cafés, buurt- en clubhuizen. Daarboven gaat het om taken in het kader van het SER energieakkoord voor de hiervoor genoemde inrichtingen, het Besluit lozen buiten inrichtingen, de genoemde artikelen in het register uit de gemeentelijke verordeningen, de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels en de VTH-taken volgend uit de Wabo voor wat betreft bouwen en het Bouwbesluit 2012 zoals hieronder gespecificeerd.
De taken rondom het taakveld bouw betreffen het volgende:
De OD NZKG voert voor wat betreft vergunningverlening alle activiteiten uit genoemd in artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo en de activiteiten geluid, brandveilig gebruik bouwwerken en sloop op grond van het Bouwbesluit 2012 als het gaat om:
Projecten met betrekking tot verbouw en nieuwbouw utiliteit.
Het gaat hier om alle bouwwerken die geen woonbestemmingen hebben. Het gaat hierbij om gebouwen om in te werken, gebouwen voor commerciële voorzieningen, gebouwen voor nutsvoorzieningen, verzorgingsinstellingen en recreatievoorzieningen. En tevens om infrastructurele werken en tunnels.
De OD NZKG voert ten aanzien van toezicht en handhaving de activiteiten uit als genoemd in artikel 2.1 onder a, b, g en h van de Wabo en genoemd in artikel 2.2 onder e, g, h en i van de Wabo en de activiteiten geluid en sloop op grond van het Bouwbesluit 2012 als het gaat om:
Tevens voert de OD NZKG ten aanzien van toezicht en handhaving de activiteit brandveilig gebruik op grond van het Bouwbesluit 2012 uit bij bovengenoemde inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer.
Bijlage III Algemene instructie uitoefening mandaat, volmacht en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Artikel 1 Bemoeienis van het bevoegd gezag
In voorkomende gevallen informeert de directeur de wethouder/ gedeputeerde tijdig over het nemen van beslissingen van:
Tevens stelt hij het bevoegd gezag in de gelegenheid hem aanwijzingen te geven. Zo nodig treedt de directeur met de wethouder/ gedeputeerde in overleg. Hieraan voorafgaand stemt de directeur ambtelijk af. Het bevoegd gezag kan in deze gevallenin lijn met artikelen 10:6 en10:7 van de Awb de aanvraag zelf afhandelen, of een bijzonder mandaat aan de directeur verlenen voor verdere behandeling van de zaak onder voorwaarde van naleving van de voor de afhandeling door de het bevoegd gezag gegeven instructies. Afhandeling van deze gevallengeschiedt bij voorkeur door de directeur, niet door het bevoegd gezag zelf.
Artikel 2 Verstrekken van inlichtingen
Gemandateerden 1 , gevolmachtigden en gemachtigden verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van het bij het mandaatsbesluit verleende mandaat, volmacht en machtiging.
Artikel 3 Bekendmaking van besluiten
Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van het mandaatsbesluit geschiedt op briefpapier van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
a. Indien de mandaatgever een voor een besluit relevante beleidsregel heeft vastgesteld, verwijst de directeur ter motivering van een besluit naar die regel.
b. Wanneer de directeur vermoedt dat er zodanig tegenstellingen (dreigen) te ontstaan in hetbeleid van een of meer van de deelnemers, dat het functioneren van de dienst als gemeenschappelijke dienst daardoor zou kunnen worden bemoeilijkt, meldt hij dit aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling en aan hetbestuur van de betreffende deelnemers.
c. De directeur kan bij tegenstellingen in hetbeleid tussen de mandaatgevers voorstellen voor uitvoeringsbeleid in het verzorgingsgebied doen ter opheffing van deze tegenstellingen.
Toelichting Algemene instructie
Uitgangspunt is een verantwoord gebruik van het mandaat binnen de grenzen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) maakt voortdurend afwegingen over een verantwoord gebruik van de gemandateerde bevoegdheden. De directeur ODNZKG dient immers de uitoefening van het mandaat te weigeren, indien hij van de mandaatgever instructies ontvangt die de grenzen vanhet mandaat te buiten gaan. Anderzijds is hij zich ervan bewust dat hij op grond van de Awb de uitvoering vanhet mandaat niet kan weigeren, indien hij met de opdrachtgever binnen de sfeer van het mandaat van mening verschilt over de toepassing van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid waarvoor mandaat is verleend. De zeggenschap over de in mandaat uitgeoefende bevoegdheden ligt immers bij het bevoegd gezag. Kern van de instructie is het benoemen van de situaties waarin de directeur het initiatief neemt om bij individuele besluiten het bevoegd gezag in de gelegenheid te stellen hem aanwijzingen te geven.
Dit artikel geeft duidelijkheid over de gevallenwaarbij bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten in beginsel aan de orde is. De ODNZKG is onder meer ingesteld om een level playing field voor bedrijven te realiseren. Dit vraagt een uniformering van optreden en zo weinig mogelijk bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten. Dat is ook in hetbelang van een doortastend optreden bij overtredingen. De bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten blijft daarom in beginsel beperkt tot kwesties van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek- of bestuurlijk- gevoelige aard. Een tweede element is het op tijd informeren van de mandaatgever. De professionaliteit, deskundigheid, integriteit en gezaghebbendheid van de ODNZKG kunnen alleen goed naar voren komen, als de
directeur in voorkomende gevallen de mandaatgever tijdig informeert. Zo vroeg mogelijk in het proces, dus niet pas op het moment dat het besluit op een aanvraag aanstaande is.
Volgens artikel 10:6 onder b vande Awb verschaft de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. In deze instructie wordt duidelijk dat dit ook betrekking heeft op houders van een ondermandaat. Daarnaast wordt hiermee tot uitdrukking gebracht dat het bevoegd gezag in overeenstemming met de Awb ook de volledige zeggenschap houdt over zaken die op grond van artikel 1 nietdoor directeur bij het bevoegd gezag zijn aangemeld.
Dit is een bevestiging van de bestaande praktijk. Hiermee wordt ook in de communicatie met de burgers en bedrijven eenheid van optreden in het verzorgingsgebied bevorderd.
Dit artikel is gericht op het uitvoeringsbeleid. Harmonisering van uitvoeringsbeleid en uniformering van optreden in het verzorgingsgebied is gewenst. Het is een voorwaarde voor een level playing fielden een doortastende handhaving. Ook moet worden voorkomen dat grote verschillen in uitvoeringsbeleid van de deelnemers het functioneren van de dienst bemoeilijken.
Toelichting op het Mandaat, machtiging en volmachtbesluit Haarlemmermeer 2020
In dit besluit verlenen de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de gemeentesecretaris – als heffingsambtenaar – mandaat, machtiging of volmacht voor de uitoefening van (een deel van) hun bevoegdheden. Het Mandaatbesluit bestaat uit twee delen: dit besluit, inclusief toelichting, en het mandaatregister. In het mandaatregister is uitgeschreven welke bevoegdheden gemandateerd worden en welke functionarissen bevoegd zijn om namens het college van burgemeester en wethouders, namens de burgemeester of namens de gemeentesecretaris als heffingsambtenaar besluiten te nemen of te ondertekenen, dan wel bepaalde rechts- of feitelijke handelingen te verrichten.
Deze toelichting bevat in de paragrafen 2 en 3 een algemene toelichting op mandaten en de bevoegdheden die zich voor mandaat lenen. In paragraaf 4 worden de interne richtlijnen beschreven die gelden bij de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden. Paragraaf 5 bevat een toelichting op het bij dit besluit behorende Mandaatregister. In paragraaf 6 ten slotte wordt nader ingegaan op enkele aspecten van mandaatverlening waarover regelmatig vragen worden gesteld aan het team Juridische Zaken.
Mandaat is geregeld in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en betekent: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Dat bestuursorgaan kan zijn het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of de gemeentesecretaris in zijn hoedanigheid van heffingsambtenaar.
Mandaat kan worden verleend aan een bestuursorgaan of aan een natuurlijk persoon. De mandaatverlening kan zowel plaatsvinden binnen de gemeentelijke organisatie - van een bestuursorgaan naar een medewerker van de gemeente - als buiten de eigen organisatie. Wordt een bevoegdheid gemandateerd aan een instantie of persoon die niet onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever werkzaam is, dan is instemming van de gemandateerde (degene die het mandaat verkrijgt) vereist.
Het bestuursorgaan dat mandaat verleent (de mandaatgever) blijft verantwoordelijk en blijft daarom zeggenschap houden. Juridisch gezien geldt een in mandaat genomen besluit als een besluit van de mandaatgever: de rechtsgevolgen zijn dezelfde als in de situatie dat het bestuursorgaan zelf het besluit tot stand had gebracht. Dit betekent bijvoorbeeld dat het mandaterende bestuursorgaan in bezwaar of beroep optreedt als het verwerende bestuursorgaan.
Bij mandaat gaat het om vertrouwen. Het mandaterende bestuursorgaan moet er van uit kunnen gaan dat een besluit wordt genomen dat het orgaan zelf ook zou hebben genomen. Bij mandaat moet een gemandateerde terugkoppelen aan het bestuur als er met een zaak iets aan de hand is dat voor het bestuur van betekenis is of kan worden. Een dergelijke houding past bij mandatering omdat het bestuur verantwoordelijk blijft voor de genomen beslissing.
De mandaatgever mag de bevoegdheid altijd zelf blijven uitoefenen en tussentijds algemene en bijzondere richtlijnen geven. De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend.
Door ondermandatering aan medewerkers wordt aansluiting gezocht bij hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
In artikel 1, eerste en tweede lid, van het Mandaatbesluit worden bevoegdheden gemandateerd aan de gemeentesecretaris/ algemeen directeur, de directeuren en bepaalde, in het Mandaatregister met name genoemde niet-ondergeschikten. De bevoegdheden die het betreft, zijn uitgeschreven in het Mandaatregister.
Op grond van artikel 1, vijfde en zesde lid, van dit besluit is ondermandaat mogelijk, tenzij dit in het Mandaatregister is uitgesloten. Wij hebben in artikel 1, lid vijf, aangegeven dat de directeuren niet langer bevoegd zijn ondermandaat te verlenen. Deze bevoegdheid komt alleen de gemeentesecretaris/algemeen directeur toe. In het Mandaatregister is aangegeven aan welke functionarissen ondermandaat is toegestaan. Ondermandaat aan niet genoemde functionarissen is op grond van artikel 1 ook mogelijk. Dat dient dan echter te gebeuren in een afzonderlijk besluit van de gemeentesecretaris.
Het uitgangspunt is dat het gemeentebestuur politiek verantwoordelijk is voor genomen besluiten. Een mandaatbesluit moet dan ook zo zijn ingericht dat principiële, politiek zware beslissingen bij het bestuursorgaan blijven waar ze thuishoren. Andere beslissingen kunnen in beginsel worden gemandateerd, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, de aard van de bevoegdheid zich tegen de verlening verzet of het tweede of derde lid van artikel 10:3 Awb hieraan in de weg staat.
Besluiten die in elk geval voor mandatering in aanmerking komen, zijn:
Het in mandaat genomen besluit hoort binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid te blijven. Daarbuiten bestaat geen bevoegdheid. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit.
Mandaat kan alleen worden verleend voor het nemen van besluiten, niet voor het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een publiekrechtelijke rechtshandeling zijn. Vaak worden echter ook bevoegdheden als het voeren van algemene correspondentie (noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling) of het bestellen van kantoorartikelen (privaatrechtelijke rechtshandeling) aan anderen overgelaten. Voor het voeren van correspondentie, het doen van mededelingen en dergelijke kan aan portefeuillehouders of ambtenaren dus geen mandaat worden verleend. Er is dan sprake van machtiging. Gaat het om het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, dan wordt volmacht verleend in plaats van mandaat. In de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat de bepalingen over mandaat van overeenkomstige toepassing zijn op machtiging en volmacht (art. 10:12 Awb).
Artikel 4 van het besluit bepaalt dat het mandaat niet verder strekt dan de uitoefening van bevoegdheden die tot het takenpakket van de gemeentesecretaris, directeuren of niet-ondergeschikten behoren. Bovendien gelden bij de uitoefening van de in mandaat, volmacht of machtiging verleende bevoegdheden de volgende richtlijnen:
Indien het college c.q. de burgemeester mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook verstaan:
Correspondentie in het kader van de voorbereiding en/of uitvoering van door het gemeentebestuur te nemen/genomen besluiten, kortom alle gewone correspondentie die geen rechtsgevolgen heeft, kan de medewerker zelf namens het college ondertekenen (zie hiervoor artikel 7 lid 4 van het Mandaatbesluit), tenzij in dit besluit anders is geregeld. Tevens is de ambtenaar bevoegd tot algemene voorbereidingshandelingen die geen besluit opleveren. Dit is inherent aan de uitoefening van de functie van de betreffende ambtenaar. Onder algemene correspondentie en algemene handelingen worden bijvoorbeeld verstaan:
Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een volmacht ontvanger wordt daarmee ook de bevoegdheid verleend tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in het register wordt het op dat gebied gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, verordeningen, regelingen, aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks-, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.
Wanneer de portefeuillehouder dit wenst, wordt het voorgenomen besluit niet in mandaat genomen maar aan het college voorgelegd. Wanneer de portefeuillehouder de burgemeester is, houdt hij in die situatie de beslissing aan zich.
Het voorgaande geldt ook voor ondermandaat. In die situatie legt de ondergemandateerde de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor aan zijn direct leidinggevende en de gemandateerde. Eventueel in overleg met de mandaatgever beslist deze of van de (onder)gemandateerde bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt.
Het mandaatregister bevat alle verleende mandaten en ondermandaten. Het betreft bevoegdheden van de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) en de gemeentesecretaris in zijn hoedanigheid van heffingsambtenaar. Het mandaatregister bestaat uit een aantal ‘deelregisters’. Het blijft op grond van artikel 1 van het Mandaatbesluit mogelijk om - buiten dit besluit om - afzonderlijke ondermandaten te verlenen. Deze ondermandaten moeten wel in het mandaatregister worden verwerkt (zie artikel 1, achtste lid).
Gewijzigde structuur en lay out
De structuur van het mandaatregister is niet gewijzigd ten opzichte van het mandaatregister uit 2016. Naast de clustermandaatregisters zijn er voor elk cluster in ieder geval nog twee mandaatregisters van belang: een register met algemene mandaten en een register met personele mandaten. Deze registers gelden voor alle clusters. Ten slotte zijn er nog afzonderlijke registers met de aan de wethouders verleende mandaten, met alle mandaten die aan externen (inclusief omgevingsdienst) zijn verleend, met aan de directeuren verleende mandaten, en met de mandaten die de gemeentesecretaris als heffingsambtenaar heeft verleend. Deze afzonderlijke registers vormen tezamen het mandaatregister.
De registers bestaan uit vijf kolommen. Deze houden in:
De personele mandaten hebben drie kolommen. De reden is dat het praktisch alleen om collegebevoegdheden gaat. Daarnaast is de wettelijke basis uniform, zodat ook die kolom niet vereist is.
Uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid
Wanneer de gemeentesecretaris ondermandaat verleent aan medewerkers, is het diens taak om hen op een juist gebruik van de gemandateerde bevoegdheden aan te spreken. De wijze waarop dit plaatsvindt, dient geregeld te worden tussen de gemeentesecretaris, de directeuren, de managers en hun medewerkers. De kaders waarbinnen van het mandaat en ondermandaat gebruik mag worden gemaakt, zijn vastgelegd in het Mandaatbesluit.
Deze paragraaf bevat een nadere toelichting op enkele aspecten van mandaatverlening waarover regelmatig vragen worden gesteld aan het team Juridische Zaken.
In het Mandaatregister is gekozen voor de omschrijving: “het beslissen op een aanvraag van…”. Onder deze bevoegdheid vallen alle handelingen die vereist zijn om tot een besluit op aanvraag te kunnen komen. Dat wil zeggen alle voorbereidingshandelingen, zoals het inwinnen van advies en het verzoeken om aanvullende informatie, maar ook bijvoorbeeld het buiten behandeling laten wegens onvolledigheid van de aanvraag. Ook valt onder dit mandaat de bevoegdheid tot het verbinden van voorschriften aan een vergunning. In het ondermandaat kunnen bepaalde bevoegdheden nader zijn uitgewerkt.
Handhaving: reikwijdte mandaat bij opleggen last onder dwangsom of bestuursdwang
Onder het mandaat “Opleggen van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang” vallen ook alle besluiten die direct verwant zijn aan de opgelegde last, zoals:
Het aangaan van overeenkomsten
Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij de gemeente partij is. Het gaat daarbij om de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om het college of de burgemeester als bestuursorganen. En ook niet om een cluster. Omdat de gemeente als bestuursorgaan niet bestaat, is het college op grond van de Gemeentewet bevoegd om te besluiten over privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 160 lid 1 onder e). Het college zal dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan.
Vervolgens is bepaald dat de burgemeester de gemeente in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 171 Gemeentewet). Dit houdt in zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De burgemeester is daarom degene die de overeenkomst namens de gemeente ondertekent.
Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van het college (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de burgemeester om de overeenkomst te ondertekenen.
Specifiek voor overeenkomsten voor aanneming van werk, leveringen en diensten is vastgelegd dat de betreffende cluster- en teammanagers gemandateerd zijn tot het aangaan van deze overeenkomsten én dat de burgemeester volmacht heeft verleend. Voor deze overeenkomsten geldt dus dat wie bevoegd is te beslissen tot het aangaan van het contract, het contract ook mag ondertekenen. Overigens is hier geen verschil gemaakt in de rol van de gemeente als opdrachtgever dan wel opdrachtnemer. Het mandaat betreft dus beide situaties.
Overeenkomsten die eenmalig worden gesloten volgen de formele weg langs het college en de burgemeester.
Mandaat wordt verleend aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de overige directeuren. Voor de overige directeuren geldt het mandaat tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst uitsluitend voor zover het zijn portefeuille betreft. Daarnaast is er een algemene volmacht opgenomen, zodat dit soort overeenkomsten door de betreffende directeur ondertekend kunnen worden namens de burgemeester. Waar in de bijlagen “directeur” staat vermeld, dient hiervoor de betreffende directeur te worden gelezen. In het algemeen geldt nog steeds voor mandaten met betrekking tot overeenkomsten, dat wie mag beslissen over de inhoud ook mag ondertekenen.
De bestaande praktijk is dat ondermandaat uitsluitend door de gemeentesecretaris wordt verleend en niet door directeuren, ook niet voor zover het hun portefeuille betreft.
Ook is een mandaat/volmacht opgenomen voor het vorderen van nakoming van de bovengenoemde overeenkomsten. Dit houdt in dat een clustermanager en de teammanager Juridische Zaken van cluster Inkoop en Juridische Zaken bevoegd zijn tot nakoming van de overeenkomst te eisen. Dit geldt voor het vorderen van nakoming buiten rechte, dus zonder gerechtelijke procedures. Deze bevoegdheid behelst het in gebreke stellen, ontbinden, vorderen van nakoming en het opzeggen van overeenkomsten, met de beperking dat het mandaat uitsluitend mag worden uitgeoefend ten aanzien van overeenkomsten, waartoe oorspronkelijk in mandaat is besloten en onder de voorwaarde dat de portefeuillehouder wordt geïnformeerd. Het besluiten om een gerechtelijke procedure te starten, valt buiten dit mandaat.
Het college is bevoegd om te besluiten namens de gemeente, het college of de raad rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten (artikel 160 lid 1 sub f Gemeentewet). De uitvoering hiervan geschiedt door de burgemeester op grond van artikel 171 Gemeentewet. De burgemeester besluit zelf over het voeren van gedingen en procedures die hem als bestuursorgaan aangaan. In artikel 160 van de Gemeentewet is bijvoorbeeld bepaald dat het college een besluit dient te nemen als namens de gemeente een procedure gevoerd moet worden bij de rechter. Dit is niet mogelijk als er geen quorum voor een collegebesluit is. Er is mandaat verleend voor deze bevoegdheid in de gevallen dat er geen quorum is. Tijdens recesperioden is de burgemeester altijd vertegenwoordigd. Wij mandateren de bevoegdheid daarom, vanwege de bestuurlijke betrokkenheid, aan de (loco)burgemeester.
Algemene wet bestuursrecht: toepassing bij de uitoefening van mandaat
Van belang zijn diverse spelregels van het bestuursrecht, zoals neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Voor de mandatering zijn met name de hoofdstukken 3 en 4 van belang, die de regels geven voor de totstandkoming van besluiten. In het Mandaatregister is een algemeen mandaat opgenomen voor het behandelen van aanvragen. In het Mandaatregister is verder meer gedetailleerd aangegeven welke bevoegdheid bij welke functionaris ligt.
Met de zin “Het ondertekenen van alle correspondentie ter zake van de uitvoering van de door het team respectievelijk cluster voorbereide raadsbesluiten en besluiten van het college” wordt uitsluitend een ondertekeningsmandaat bedoeld voor besluiten die door het college of de raad zijn genomen. Het gaat daarbij in feite alleen om de bekendmaking van een besluit dat door het bestuursorgaan zelf is genomen. Inhoudelijk heeft het bestuursorgaan het besluit zelf genomen.
Met een ondertekeningsmandaat kunnen bijvoorbeeld geen voorschriften aan een besluit worden verbonden als die niet expliciet in het besluit van het bestuursorgaan zijn vermeld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-41180.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.