Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke houdende nadere regels omtrent instructies gemeentelijke begraafplaatsen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke;

 

Gelezen het voorstel van de afdeling Bedrijfsvoering dd. 17 december 2019;

 

Gezien de Verordening gemeentelijke begraafplaatsen Waadhoeke 2020 en met name de artikelen 1, 3, 4, 7, 9, 11 en 14;

 

Gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet op de Lijkbezorging;

 

B E S L U I T

 

Vast te stellen de navolgende nadere regels en instructies m.b.t. het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 1 Begripsbepalingen.

  • a.

    administrateur: de ambtenaar die verantwoordelijk is voor de begraafplaatsadministratie of degene die hem vervangt;

  • b.

    afsluitplaat: plaat om een urnennis mee af te sluiten;

  • c.

    begraafplaats: (een van) de gemeentelijke begraafplaatsen te Franeker, te St-Annaparochie, te St.-Jacobiparochie en te Vrouwenparochie;

  • d.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke;

  • f.

    duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, kunststof, metaal of glas, welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is;

  • g.

    gebruiker: een natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend

  • h.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • j.

    grafgiften: voorwerpen die met een stoffelijk overschot en omhulsel (zoals een kist) mee begraven worden of in urnenbewaarplaatsen met de asbus en urn bijgezet worden.

  • k.

    grafrecht: het recht op het begraven en het begraven houden van stoffelijke overschotten in een particulier graf, of het recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een particuliere urnengraf of particuliere urnennis.

  • l.

    keldergraf: regulier graf geconstrueerd met behulp van een betonnen omhulsel dat permanent in de grond blijft zitten.

  • m.

    kindergraf: particulier graf uitsluitend bestemd voor personen jonger dan 12 jaar.

  • n.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a)

      het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten;

    • b)

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • o.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • p.

    urnennis: een ruimte in een urnenmuur, columbarium waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • q.

    regulier graf: particulier graf bestemd voor stoffelijke overschotten van personen van alle leeftijden.

  • r.

    verordening: verordening gemeentelijke begraafplaatsen Waadhoeke 2020;

  • s.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • t.

    verzamelgraf: een graf waarin stoffelijke resten na ruiming van een graf worden verzameld;

  • u.

    voorzetplaat: grafbedekking voor een urnennis.

Artikel 2 Openstelling van de begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is toegankelijk tussen zonsop- en zonsondergang; daarbuiten slechts met toestemming van de beheerder.

  • 2.

    Het plaatsen van de grafbedekkingen dient plaats te vinden van maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur, met uitzondering van erkende feestdagen.

  • 3.

    De beheerder kan in verband met werkzaamheden bezoekers tijdelijk de toegang tot een bepaald gedeelte van de begraafplaats ontzeggen.

Artikel 3 Tijden van plechtigheden

  • 1.

    Het begraven, bijzetten en verstrooien van as vindt plaats op maandag t/m zaterdag van 10:00 uur tot 15:00 uur.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan de beheerder in overleg met de administrateur van de in lid 1 vermelde tijden afwijken.

Artikel 4 Ordebepalingen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Tijdens uitvaartplechtigheden mogen op de begraafplaats geen werkzaamheden plaatsvinden.

  • 3.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste en tweede lid bedoelde aanwijzing en verbod houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 4.

    Het is verboden om met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden, behalve met toestemming van de beheerder. Motorvoertuigen waarvoor toestemming is verleend mogen niet harder dan 10 km per uur.

  • 5.

    Het is niet toegestaan om op de begraafplaats te fietsen en te skeeleren, tenzij ter plekke anders bepaald.

  • 6.

    Personen met een beperking hebben toestemming voor het bezoeken van de begraafplaats met een fiets, rolstoel of een ander aan hun beperking aangepast voertuig.

  • 7.

    Hondenbezitters kunnen uitsluitend met een aangelijnde hond de begraafplaats bezoeken en dienen uitwerpselen onmiddellijk te verwijderen.

  • 8.

    Asverstrooiing op de begraafplaats is alleen mogelijk in overleg met, na toestemming van en in het bijzijn van de beheerder.

  • 9.

    Het verontreinigen van de begraafplaats en het plaatsen van gebruiksvoorwerpen buiten de grafafmetingen, zoals afval, vazen, potten, gieters, gereedschap en bankjes, is niet toegestaan.

  • 10.

    Lopen op graven is niet toegestaan in verband met respect voor doden en nabestaanden, het voorkomen van schade aan de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf, tenzij de bereikbaarheid voor uitvoering van werkzaamheden belemmerd wordt.

  • 11.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers, vrijwilligersgroepen en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 12.

    Het vermelden van een firmanaam of enige andere reclame op een gedenkteken of onderdeel daarvan is niet toegestaan, uitgezonderd een kleine aanduiding van maximaal 10 x 10 cm. op de achterzijde van het object.

Artikel 5 Bijzondere plechtigheden

Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten minimaal vijf dagen van tevoren worden gemeld aan beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

Artikel 6 Verstrooiingsplaats

De beheerder wijst een of meer gedeelten op de begraafplaats aan voor het verstrooien van as.

Artikel 7 Aantal overledenen en asbussen

  • 1.

    In een particulier graf kan één stoffelijk overschot worden begraven, behoudens voor een aangewezen deel van de begraafplaats te Franeker, waar in een graf twee stoffelijke overschotten begraven kunnen worden.

  • 2.

    In een particulier graf kunnen asbussen bijgezet worden voor zover er daarvoor voldoende ruimte is, ter beoordeling van de beheer.

  • 3.

    In een particulier urnengraf en in een urnennis kunnen maximaal twee asbussen worden bijgezet.

Artikel 8 Openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Het openen van een graf, keldergraf, urnengraf of urnennis en het daarna sluiten, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door of onder toezicht van de beheerder van de begraafplaats.

  • 2.

    De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, indien zij hun wens daartoe uiterlijk twee werkdagen tevoren mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt.

Artikel 9 Begraving

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt door de beheerder.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt pas overgegaan, als de beheerder heeft geconstateerd dat aan de vereisten uit de wet, de verordening en deze regels is voldaan.

  • 3.

    De beheerder staat in voor de identiteit van het stoffelijk overschot. Hij controleert de identiteit van het stoffelijk overschot door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene, dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.

Artikel 10 Samenvoegen van overledenen in een graf

Het samenvoegen van de stoffelijke resten op een laag in een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd, de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt, begraven op meer dan één laag mogelijk is en het samenvoegen technisch uitvoerbaar is.

Artikel 11 Ruiming graven

  • 1.

    Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is slechts toegestaan, indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van stoffelijke overschotten en/of asbussen worden respectievelijk begraven en verstrooid op daartoe aangewezen gedeelten van de begraafplaats.

  • 3.

    De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrechttermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving elders of te cremeren. Hiervoor dient de burgemeester verlof te verstrekken.

Artikel 12 Melding en ontwerptekening

  • 1.

    De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een grafbedekking op een (urnen-)graf, urnenplaats en gedenkplaats moet schriftelijk worden gedaan bij het college, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens van de rechthebbende van het graf, de urnenplaats of de gedenkplaats;

    • b.

      de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de rechthebbende en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      de naam van de begraafplaats, de ligging (grafveld) en nummer van het graf;

    • d.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • e.

      een werktekening, schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • o

        een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • o

        de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • o

        de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • o

        de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • o

        de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • o

        de soort vaste planten indien het een levende grafbedekking betreft.

  • 2.

    Voor gewenste grafbedekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 13, 14 en 15 van deze nadere regels - ornamenten voor op het (urnen-)graf, een bovengrondse urnenplaats of een gedenkplaats inbegrepen - is een vergunning vereist.

  • 3.

    De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

Artikel 13 Constructie.

De grafbedekking (staand of liggend) dient voldoende dikte te hebben en duurzaam met de grond verbonden te worden middels een fundering, funderingsplaat of betonnen kelder.

Artikel 14 Afmetingen grafbedekking particuliere graven

  • 1.

    Op een regulier graf of keldergraf kan een staand, een liggend of zowel een staand als een liggend gedenkteken worden geplaatst.

  • De maximale afmetingen van de grafbedekking zijn:

    • o

      lengte 2.00 m

    • o

      breedte 0.80 m

    • o

      hoogte 1.30 m

  • 2.

    Op een kindergraf kan een staand, een liggend of zowel een staand als een liggend gedenkteken worden geplaatst.

  • De maximale afmetingen van de grafbedekking zijn:

    • o

      lengte 1.40 m

    • o

      breedte 0.80 m

    • o

      hoogte 1.00 m

Artikel 15 Afmetingen grafbedekking particulier urnengraf

De maximale afmetingen van een grafbedekking op een particulier urnengraf bedragen:

  • o

    lengte 1.00 m

  • o

    breedte 0.60 m

  • o

    hoogte 0.65 m

Artikel 16 Verwijderen te grote en/of afgestorven beplanting

Gewassen die buiten de afmetingen in artikelen 14 en 15 zijn geplant of buiten die afmetingen zijn gegroeid, kunnen van gemeentewege worden verwijderd of gesnoeid, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor het verwijderen van afgestorven beplanting.

Artikel 17 Voorwerpen buiten de afmetingen van de grafbedekking

Buiten de maximale afmetingen van een grafbedekking mag de gebruiker van een graf geen permanente inrichting van voorwerpen maken. De tussenliggende ruimte van graven wordt ingericht door de beheerder en hoort bij het algemeen onderhoud van de begraafplaats.

Artikel 18 Gedenkplaat urnennis

  • 1.

    De minimale dikte van de gedenkplaat is 2 cm.

  • 2.

    De gedenkplaten worden door of namens de rechthebbende van de nis gehaald en na belettering weer passend teruggeplaatst. Er dient tijdens de belettering in een tijdelijke afdekking van de nis te worden voorzien.

Artikel 19 Grafbedekking algemeen graf

Op een algemeen graf wordt van gemeentewege een betonnen raster als grafbedekking geplaatst die het oppervlak van het graf in tweeën deelt. Gebruikers kunnen op een aangewezen helft van het oppervlak voorwerpen plaatsen.

Artikel 20 Eisen te stellen aan keldergraven

  • 1.

    Alleen uit gewapend beton vervaardigde grafruimten waarin twee stoffelijke overschotten boven elkaar kunnen worden geplaatst, zijn toegestaan.

  • 2.

    Er kan voor het plaatsen van een geprefabriceerde grafkelder slechts gebruik worden gemaakt van de door het college aangewezen rijen.

Artikel 21 Eisen te stellen aan urnenbewaarplaatsen

  • 1.

    De asbussen die bewaard worden in de urnennissen van in de urnenmuur dienen achter gesloten afsluitplaten te worden bewaard. De bevestigingsconstructie dient ruimschoots de grafrechttermijn te kunnen doorstaan.

  • 2.

    De asbussen in particuliere urnengraven dienen te worden bijgezet in prefab keldertjes. De keldertjes dienen van een natuurstenen afsluitplaat te worden voorzien.

  • 3.

    Het is niet toegestaan op de grafbedekking van een particulier graf asbussen te bewaren, tenzij deze vast aan de grafbedekking zijn verbonden.

Artikel 22 Losse voorwerpen

Losse bloemen, kransen en andere voorwerpen kunnen, wanneer zij verwelkt zijn of in slechte of detonerende staat verkeren, door de beheerder worden verwijderd. De potten, siervazen en overige voorwerpen worden na verwijdering gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of de gebruiker.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze regeling treden in werking op de dag na haar bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 7 januari 2020.

de burgemeester,

M. Waanders

de secretaris,

A. Doesburg

Naar boven