Gemeenteblad van Leiden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2020, 35675 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2020, 35675 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent Amateurkunst Subsidies (Deelverordening Amateurkunst Subsidies 2020)
In de Deelverordening Amateurkunst Subsidies wordt de subsidieverstrekking ten behoeve van de amateurkunst in Leiden geregeld. De amateurkunst subsidie is bestemd voor het in stand houden van Leidse amateurkunstorganisaties en het bevorderen van activiteiten door bij die organisaties aangesloten amateurkunstenaars. De inhoud van de deelverordening is als volgt:
Hoofdstuk I, definities en algemene bepalingen
Artikel 3, toelating en subsidiëring
Artikel 4, aanvraag en subsidieverlening
Artikel 5, verantwoording inkomsten
Artikel 6, subsidiemogelijkheden van nog niet tot de deelverordening toegelaten organisaties
Hoofdstuk II, instandhoudingssubsidie
Artikel 8, aanvraag en toekenning
Hoofdstuk III, uitvoeringssubsidie
Artikel 10, subsidiabele uitgaven
Hoofdstuk IV, aanvullende bepalingen
HOOFDSTUK I DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze deelverordening wordt verstaan onder:
een incidentele subsidie ter tegemoetkoming in de vaste lasten, dan wel in de kosten voor een uitvoering van een organisatie die nog niet tot de deelverordening is toegelaten;
het beoefenen van kunst in zijn verschillende uitingsvormen, in groepsverband en op niet professionele basis; dit impliceert dat de deelnemers uit hoofde van deze activiteit geen presentiegeld of andere vergoedingen, anders dan eventueel een onkostenvergoeding op declaratiebasis ontvangen;
burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;
Een in of buiten Leiden plaatsvindende wedstrijd op het gebied van amateurkunst waarbij deelnemers strijden om te laten zien of horen dat ze het beste zijn in hun discipline;
aan een organisatie op het gebied van de amateurkunst verbonden natuurlijk persoon, die zich door een contributiebijdrage en door deelname aan activiteiten aan de organisatie verbindt;
een openbaar toegankelijk cultureel evenement dat onder één noemer wordt gepresenteerd, waarbij diverse presentaties worden gegeven op diverse binnen- en/of buitenlocaties, die met elkaar zijn verbonden of op loopafstand van elkaar zijn gesitueerd;
aanvullende uitvoeringssubsidie voor optredens in de Pieterskerk, de Hooglandse Kerk, de Leidse Schouwburg of de Stadsgehoorzaal;
een per kunstcategorie vastgestelde algemene subsidie ter tegemoetkoming in de vaste lasten van een organisatie;
aanvullende instandhoudingssubsidie voor leden van organisaties, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;
de verschillende werkvormen van de amateurkunst;
een optreden op Leids grondgebied dat al dan niet tegen betaling voor iedereen toegankelijk is en dat als zodanig van te voren publiekelijk wordt aangekondigd;
een in Leiden gevestigde vereniging, stichting of groep personen die zich, blijkens de statuten en feitelijke werkzaamheden, de amateurkunst ten doel stelt;
een in Leiden georganiseerde activiteit passend bij de doelstelling van de betreffende organisatie;
standaard subsidiebedrag waarop op grond van dreigende overschrijding van het subsidieplafond een korting kan worden toegepast;
subsidie in (een deel van) het nader gespecificeerde tekort van de door de organisaties gehouden openbare optredens;
Werkgroep Amateur Kunst (WAK):
de Leidse koepelorganisatie ten dienste van de sector amateurkunst.
een minimaal aantal deelnemers hebben van:
10 deelnemers voor toneelgezelschappen en theatergroepen;
20 deelnemers voor harmoniekorpsen, brassbands en fanfares;
10 deelnemers voor drumbands en trommelgroepen;
7 deelnemers voor zigeunerorkesten;
18 deelnemers voor operette- en musicalgezelschappen;
25 deelnemers voor volksdansverenigingen;
13 deelnemers voor majoretteverenigingen;
10 deelnemers voor verenigingen op het gebied van audiovisuele mediakunst;
10 deelnemers voor verenigingen op het gebied van literaire kunst;
Artikel 4: Aanvraag en subsidieverlening
De aanvraag moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld formulier dat voor 1 december aan de in artikel 2 bedoelde instellingen wordt toegezonden. Als het aanvraagformulier om welke reden dan ook niet wordt ontvangen, kan bij de gemeente (Afdeling Stedelijke Ontwikkeling, Team Economie, Cultuur, Wonen en Duurzaamheid) een formulier worden aangevraagd. Ook dan dient een aanvraag uiterlijk op 1 januari voorafgaand aan het subsidiejaar bij het college te zijn ingediend, anders vervalt het recht op subsidie in het betreffende jaar. Hiervan kan in bijzondere gevallen worden afgeweken nadat men hierover voor 1 januari in overleg is getreden met de gemeente.
Artikel 6: Subsidiemogelijkheden van nog niet tot de deelverordening toegelaten organisaties
Aan een organisatie die zich heeft aangemeld voor toelating tot de deelverordening, maar die nog niet voldoet aan voorwaarden van artikel 2, derde lid, onder e of f, kan door het college, gehoord het advies van de WAK - binnen de in hoofdstuk II opgenomen richtbedragen en subsidiebepalingen voor instandhoudingssubsidies - een aanmoedigingssubsidie worden verleend.
Aan een niet tot de deelverordening toegelaten organisatie die voor een eenmalige openbare activiteit een subsidie aanvraagt kan door het college, gehoord het advies van de WAK - binnen de in hoofdstuk III opgenomen richtbedragen en subsidiebepalingen voor uitvoeringssubsidies - een aanmoedigingssubsidie in het tekort op de kosten van die activiteit worden verleend.
HOOFDSTUK II INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE
Artikel 8: Aanvraag en toekenning
De richtbedragen voor instandhoudingssubsidies voor de verschillende kunstcategorieën zijn als volgt:
Een jaarlijkse bijdrage van € 860,= voor reguliere volwassenenorkesten, met een ledenaantal van 25 of minder; dan wel € 740,= met een ledenaantal van meer dan 25, maar minder dan 50; dan wel € 490,= met een ledenaantal van 50 of meer.
Een jaarlijkse bijdrage van € 1.730,= voor jeugdorkesten, met een ledenaantal van 25 of minder; dan wel € 1.480,= met een ledenaantal van meer dan 25, maar minder dan 50; dan wel € 990,= met een ledenaantal van 50 of meer.
Voor projectorkesten een percentage van de genoemde instandhoudingssubsidie berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar.
HARMONIE, BRASSBANDS, (DRUM)FANFARES, SHOWKORPSEN EN TROMMELGROEPEN
Een jaarlijkse bijdrage van € 860,= bij een ledenaantal van 25 of minder; dan wel € 740,= met een ledenaantal van meer dan 25, maar minder dan 50; dan wel € 490,= met een ledenaantal van 50 of meer. De jaarlijkse bijdrage wordt vermeerderd met een bijdrage van € 14,= per lid.
Onder lid wordt verstaan een spelend lid en/of een lid van de bij de muziekvereniging behorende majorettegroep.
Een jaarlijkse bijdrage van € 770,= voor reguliere koren met een ledenaantal van 25 of minder; dan wel € 660,= met een ledenaantal van meer dan 25, maar minder dan 50; dan wel € 440,= met een ledenaantal van 50 of meer.
Voor projectkoren een percentage van de genoemde instandhoudingssubsidie berekend naar rato van het aantal oefenweken per jaar, met een maximum van 32 weken per jaar.
Een jaarlijkse bijdrage van € 300,= voor majorettenverenigingen met een ledenaantal van 25 of minder; dan wel € 260,= met een ledenaantal van meer dan 25, maar minder dan 50; dan wel € 170,= met een ledenaantal van 50 of meer.
De jaarlijkse bijdrage wordt vermeerderd met een bijdrage van € 14,= per lid.
VERENIGINGEN OP HET GEBIED VAN AUDIOVISUELE MEDIAKUNST
Een jaarlijkse bijdrage van € 770,= voor verenigingen op het gebied van audiovisuele mediakunst met een ledenaantal van 25 of minder; dan wel € 660,= met een ledenaantal van meer dan 25, maar minder dan 50; dan wel € 440,= met een ledenaantal van 50 of meer.
Voor jeugdleden van organisaties wordt een aanvullende instandhoudingssubsidie beschikbaar gesteld van € 27,= per actief lid, per jaar. De jeugdledensubsidie dient te worden gebruikt voor extra activiteiten ten behoeve van de jeugdleden.
Jeugdorkesten in categorie A kunnen geen gebruik maken van de aanvullende instandhoudingssubsidie.
HOOFDSTUK III UITVOERINGSSUBSIDIE
Bij gebruik van de Pieterskerk, de Hooglandse Kerk, de Leidse Schouwburg of de Stadsgehoorzaal zal het in het eerste lid van dit artikel genoemde richtbedrag, verhoogd worden met een richtbedrag van maximaal € 800,= op de dag(en) van de uitvoering alsmede maximaal € 800,= op de dag van de generale repetitie (voor zover van toepassing) tot een totaalbedrag van maximaal € 2.400,= per kalenderjaar.
Voor organisaties die aan een nationaal of internationaal concours dan wel nationaal of internationaal festival deelnemen zal het in het eerste lid van dit artikel genoemde richtbedrag, verhoogd worden met een richtbedrag van maximaal € 550,= per kalenderjaar.
Deze bepaling is niet van toepassing op concours of festivals die reeds als zodanig door de gemeente worden gesubsidieerd, waaronder het Leids Amateurkunst Festival (LAF).
Artikel 10: Subsidiabele uitgaven
HOOFDSTUK IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 11: Aanvullende bepalingen
Indien blijkt dat bij twee of meer organisaties binnen een kunstcategorie voor een belangrijk deel dezelfde deelnemers zijn betrokken en de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd in hoge mate met elkaar overeenkomen, kan het college bepalen, dat de betreffende organisaties gezamenlijk slechts éénmaal gebruik mogen maken van de in de deelverordening genoemde subsidiemogelijkheden.
Het college kan een of meer bepalingen van deze deelverordening, waarin voorwaarden en/of verplichtingen aan organisaties worden opgelegd, in incidentele gevallen, na overleg met de WAK, niet van toepassing verklaren. Indien het college van deze bevoegdheid gebruik maakt, doet zij hiervan gemotiveerd schriftelijk mededeling aan de betreffende organisatie.
Wanneer zou blijken dat een organisatie op grond van het niet of onvoldoende nakomen van de bepalingen in deze deelverordening niet in aanmerking komt voor een subsidie in het betreffende jaar, zal de organisatie gedurende het restant van de driejarige looptijd van de deelverordening toch als een toegelaten organisatie worden beschouwd, tenzij de WAK, gevraagd of ongevraagd, zou adviseren om de toelating tussentijds op te heffen.
Frits Landesbergen Big Band, Leiden Sinfonietta, Klarinet-Ensemble Lignum, Toonkunst Orkest Leiden, Blokfluitensemble Praetorius, Stichting Leids Zigeunerorkest Csárdás.
B. HARMONIE, BRASSBAND, (DRUM)FANFARES, SHOWKORPSEN EN TROMMELGROEPEN
Show- en Marchingband Amigo Leiden, Con Fuoco, Franciscusband Leiden, Chr. Muziekvereniging Kunst en Genoegen, Leidse Harmonie Kapel, Harmoniekapel Werkmans Wilskracht, Chr. Muziek- en Showband Concordia, Trommelgroep West-Nederland.
Arnold Schönberg Kamerkoor, C.O.V. Con Amore, C.O.V. Ex Animo, Algemeen Kamerkoor Akkoord, Kamerkoor Capella Vocale, Eurokoor Nederland, Leids Kamerkoor, Leiden English Choir, Het Zingend Hart, Lingua Musica, Leids Projectkoor, Klein Leids Liederen Koor, Toonkunstkoor Leiden e.o., Het Viswijvenkoor, R.C.M. Vox Humana, William Byrd Vocaal Ensemble, Stichting Wereldkoor Leiden, Klein Gemengd Koor Vocalei, Zangkoor PUIC, Sing in Tune, Leids Cantate Consort, Zeemanskoor Rumor di Mare, Vogel Vocaal, Projectkoor Projecta Musica, De Raadsvogels, Leedvermaak
D. TONEELGEZELSCHAPPEN EN THEATERGROEPEN
Theatergroep Paradox, Toneelgroep Imperium, Koninklijke Toneelvereniging Litteris Sacrum, Toneelvereniging Tot Ieders Genoegen, De Toneelfabriek, Toneelvereniging Al Dente, Stichting Toch Theater, Cuculum
E. OPERETTE- EN MUSICALGEZELSCHAPPEN
Musicalgezelschap Otis, Opera Festa
H. VERENIGINGEN OP HET GEBIED VAN AUDIOVISUELE MEDIAKUNST
Leidse Video en Smalfilm Liga, Leidse Amateurfotografen Vereniging.
Stichting VTV-ZHN, Muziek- en Showgezelschap Sempre Avanti.
J. VERENIGINGEN OP HET GEBIED VAN LITERAIRE KUNST
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-35675.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.