Gemeenteblad van Stede Broec
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stede Broec | Gemeenteblad 2020, 354396 | Plannen | overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stede Broec | Gemeenteblad 2020, 354396 | Plannen | overig |
Integraal Veiligheidsplan 2021-2022 Stede Broec
Veiligheid vinden we heel ‘gewoon’. Niemand gaat de straat op met het idee dat er misschien wel iets zou kunnen gebeuren. Toch is leven in veiligheid niet zo gewoon. Een aantal keren per jaar is er een naturalisatie ceremonie in onze gemeente. Daar zie ik vaak mensen die uit landen komen waar veiligheid alles behalve vanzelfsprekend is. Mensen die voor zichzelf en hun kinderen een plek zoeken waar ze wel in vrede en veiligheid kunnen leven en opgroeien.
Veiligheid is een breed begrip. Het kan gaan van veiligheid in huis, bijvoorbeeld om brand of ongelukjes te voorkomen, tot verkeersveiligheid en criminaliteit. En criminaliteit gaat weer van “kleine criminaliteit” tot georganiseerde misdaad en cybercriminaliteit. Soms ervaren mensen overlast en ook dat kan tot een gevoel van onveiligheid leiden. Als je dit zo overziet bestrijkt het eenvoudige woord “veiligheid” een wel heel breed terrein.
Landelijke en lokale prioriteiten
Dat brengt ons bij de rol van de overheid en meer specifiek de gemeente. Veel van de zaken die ik zojuist benoemde worden ook of zelfs exclusief op andere niveaus of door andere instanties geregeld. De politie is nationaal georganiseerd en dat betekent dat sommige keuzes en beleidsprioriteiten niet op het lokale niveau liggen. Veel fysieke veiligheid is het domein van de veiligheidsregio. We hebben dus te maken met landelijke, maar ook bovenregionale en regionale prioriteiten. Binnen het veiligheidsdomein is samenwerking dus essentieel. Kennis en informatie is op allerlei plaatsen voorhanden, de kunst is om de juiste informatie op het goede moment op de juiste plek te krijgen. Met in achtneming van wet en regelgeving betreffende privacy. Ook niet altijd een eenvoudige klus. Dit alles maakt dat ook een Integraal Veiligheidsplan veel elementen van beleid in zich heeft die op andere plekken zijn vastgelegd en afgesproken. Immers ook landelijke maatregelen hebben lokale impact en informatie uitwisseling vraagt iets van alle partners in het veiligheidsdomein.
Voor dit plan hebben we wel iets nieuws gedaan. We hebben via het burgerpanel een uitvraag gedaan naar de veiligheidsbeleving van onze inwoners. We hebben geprobeerd meer inzicht te krijgen in wat er binnen onze gemeenschap leeft. Want er moet ook ruimte zijn voor wat er lokaal speelt. Gelukkig zijn de lijnen in onze gemeente kort. Zo heb ik veel gesproken met mensen die allerlei vormen van overlast ervaren. Niet alles kan door overheid of door de burgemeester opgelost worden. Soms denk ik wel eens was het maar zo. Maar we blijven alert en proberen waar mogelijk datgene wat in onze gemeente als heel goed is toch nog wat beter te maken.
Een Integraal Veiligheidsplan (IVP) is een plan op hoofdlijnen waarin de gemeente en haar (veiligheids)partners hun prioriteiten op het gebied van veiligheid vaststellen en afspraken voor de komende periode vastleggen. Gemeenten zijn niet wettelijk verplicht een IVP te maken1, maar bijna elke gemeente heeft zo’n plan. Goede afspraken met politie, OM en andere partners zijn immers belangrijk om goed te kunnen sturen op veiligheid. De burgemeester heeft wettelijke bevoegdheden en het gezag over de politie om de openbare orde te handhaven. De gemeenteraad beslist over de kaders (prioriteiten en speerpunten).
Het IVP is het strategisch kader van de aanpak in de komende 2 jaar. Hiervoor zijn objectieve en subjectie gegevens gebruikt en is een beknopte veiligheidsanalyse is uitgevoerd. Op basis van deze analyse zijn prioriteiten bepaald. De gemeenteraad legt met dit plan de doelen vast voor de integrale aanpak van veilig in 2021 en 2022.
Prioritering vindt plaats op verschillende niveaus:
In samenwerking met onze inwoners, veiligheids- en maatschappelijke partners willen we de veiligheid en leefbaarheid borgen door afstemming, samenwerking en peilingen. Burgerinitiatieven in en uit de buurt worden gestimuleerd om in gezamenlijkheid veiligheidsproblemen aan te pakken. Lokale projecten versterken de aanpak. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in haar gemeente. De gemeenteraad bepaalt de kaders van het veiligheidsplan en stelt deze vast.
Veiligheid is een breed domein en het aanbrengen van focus is nodig. Deze als volgt:
Toezicht en handhaving: voortzetten prioritering (controle evenementenvergunningen, kermis en kleine festiviteiten, meldingen APV-overtredingen (hondenpoep, vuilnis, fout parkeren, loslopende honden), goede registratie en analyse meldingen (genereren stuurinformatie) een snelle (re)actie op meldingen (quick response, folluw-up en hercontrole), extra toezicht tijdens piekmomenten zodat reguliere toezicht voortgang kan vinden en verbeteren zichtbaarheid.
Om een goede visie te ontwikkelen op waar we ons werk kunnen en moeten verbeteren, is inzicht nodig in de huidige (objectieve en subjectieve) veiligheidssituatie. Dit hoofdstuk gaat in op de actuele veiligheidssituatie, de onderwerpen die uit het burgerpanel naar voren zin gekomen en de landelijke veiligheidstrends.
Visie: waar willen we eigenlijk heen?
Uit onderzoek blijkt dat het gevoel van veiligheid van inwoners toeneemt op het moment dat zij grip hebben op hun eigen veiligheidssituatie; als zij weten wat ze moeten doen bij een verdachte situatie of wie zij kunnen bellen voor hulp. Belangrijk hierbij is dat de overheid een goed beeld heeft van de problemen die er spelen en dat bewoners merken dat er aandacht voor hun problemen is. Dit vraagt om voortdurend contact met inwoners en dus weten wat er speelt. Door prioriteiten van inwoners en ondernemers te volgen en hierop flexibel te reageren, gaan we voor die samenwerking zorgen. Inwoners krijgen dan het gevoel grip te hebben op hun eigen veiligheidssituatie.
In het burgerpanel hebben 390 inwoners geparticipeerd. Uit het burgerpanel blijkt dat veel meldpunten goed te vinden zijn. Ons meldpunt op de gemeentelijke website is goed te vinden. Fixi3 wordt nog iets minder goed gevonden. Toch zijn de inwoners van Stede Broec erg actief met het melden bij de gemeente als het gaat om toezicht en handhaving. Het blijkt dat in 2020 422 meldingen zijn gemaakt via Fixi. Daarnaast komen er via het zaaksysteem ook meldingen binnen over toezicht en handhaving. De meldingen variëren van jeugdoverlast tot loslopende honden en van illegale dumpingen tot gevaarlijke parkeersituaties. De boa’s zien de meldingen van burgers echt als een prioriteit. Dit zorgt ervoor dat burgers zich betrokken voelen bij hun gemeente en het gevoel krijgen dat hun melding er toe doet.
Objectieve veiligheid Stede Broec 2
Onder de noemer geweld vallen openlijk geweld, bedreiging, mishandeling, straatroof en overval. Dit is lichtelijk afgenomen (78 naar 71), evenals de cijfers op zeden, bedreiging en mishandeling (74 naar 68). Samen met diefstal/inbraak woning zijn dit High Impact Crimes. Delicten die een flinke impact hebben op de betrokkenen. In 2019 betrof dit absoluut 134 geregistreerde feiten en in 2014 was dit nog 160 keer het geval, dit is bijna 20% minder.
Jongerenoverlast wordt niet meegerekend in de totale criminaliteit, maar wel geregistreerd. Het aantal meldingen is in 2019 (204) met 7% gedaald ten opzichte van 2014 (222). Het aantal meldingen had een onstuimig verloop met pieken en dalen; in 2018 waren er 95 meldingen.
De totale criminaliteit in Stede Broec daalde, tussen 2014 en 2019 van 930 naar 719. Het aantal woninginbraken neemt ook af: van 82 in 2014 naar 55 in 2019. Woningeninbraken fluctueren sterk; in 2017 waren het er 15. De verhouding tot het aantal pogingen tot inbraak en het feitelijk aantal woninginbraken is aanzienlijk kleiner. Dat is het resultaat van bewoners die meer op (elkaar) letten, beter hang- en sluitwerk (PKVW) hebben en de waakzame WhatsApp groepen. Het aantal overvallen in Stede Broec bleef ook in de afgelopen vier jaar beperkt: 1 in 2014 en 4 in 2019. De vier in 2019 was een uitschieter, de cijfers laten zien dat het nagenoeg 0 of 1 is geweest de afgelopen jaren.
Subjectieve veiligheid Stede Broec
Om als één overheid goed in te zetten op wat het publiek als problemen ervaart, hebben we bewoners en ondernemers door een burgerpanel gevraagd naar hun prioriteiten op het gebied vanveiligheid in de komende jaren. Hieruit blijkt dat 40% van de bewoners in Stede Broec zich onveilig voelt, ruim 80% voelt zich vertrouwd in de buurt en ruim 75% heeft (goed) contact met de buren. En vindt dat er op een prettige manier met elkaar wordt omgegaan (90%). Vuurwerkoverlast, verkeer (parkeren, en te hard rijden), geluids- en hondenpoep noemen bewoners als prioriteiten. Woninginbraak, jeugdoverlast en drugsoverlast worden ook genoemd. Navraag leert dat er snel wordt gebeld met politie en dat er een drempel wordt ervaren om jongeren zelf aan te spreken. Op dit moment is het nog niet onderdeel van de aanpak om melders te helpen het gesprek aan te gaan met de jongeren.
Deze signalen uit het burgerpanel geeft ons nuttige informatie. Als de prioriteiten die daarin naar voren komen worden gevolgd, zorgen we voor een zichtbaarder overheid. Door bewoners en ondernemers bewuster en alerter te maken, kunnen we samen een veiliger Stede Broec creëren. Ook in de uitvoering werken we samen: met de professionals in de wijk, de bewoners en de ondernemers. We kiezen niet alleen voor repressie, maar proberen ook de oorzaken van het probleem aan te pakken om herhaling te voorkomen. En meer op de voorgrond preventief onze inwoners te informeren over wat zij zelf kunnen doen.
Analyse objectief versus subjectief
De objectieve veiligheid laat een goede trend zien: de criminaliteit neemt af. De subjectieve veiligheid – het veiligheidsgevoel van mensen – is ingewikkelder. Woninginbraak, verkeersveiligheid en overlast zijn bijvoorbeeld sterk van invloed op dit veiligheidsgevoel. En subjectieve veiligheid is lastig te sturen. Een incident kan een positieve ontwikkeling in één klap weer teniet doen en incidenten hebben vaak een lang na-ijleffect op het veiligheidsgevoel. Een ander voorbeeld is vuurwerkoverlast. De frequentie van de cijfers is niet heel hoog, vuurwerk heeft wel pieken, maar beheerst wel het gevoel. Aangifte- en meldingsbereidheid zijn dus heel belangrijk. En daarbij het aanspreken op gedrag. In onze veiligheidsaanpak hebben we dan ook volop aandacht voor de subjectieve veiligheid: het veiligheidsgevoel. Met meer zichtbaarheid van de overheid en de veiligheidspartners creëren we meer bewustwording bij bewoners en ondernemers. Een eerste stap in “bewuster, alerter en veiliger”. De veiligheidsbeleving vraagt meer aandacht in wat we als professionals doen en hoe we de burgers kunnen meenemen in gedrag.. De veiligheidsbeleving onder inwoners kan worden vergroot door te laten zien wat we als professionals doen en hoe we dat doen.
Landelijk is er een Veiligheidsagenda, die ten minste eenmaal in de vier jaar de landelijke beleidsdoelstellingen vaststelt ten aanzien van de taakuitvoering van de politie. De landelijke agenda beperkt zich tot een aantal thema's die extra aandacht vergen. De afspraken zijn zodanig geformuleerd dat er substantiële ruimte blijft voor het realiseren van regionale en lokale afspraken. De vier landelijke beleidsdoelstellingen voor 2019-2022 zijn: Ondermijning, mensenhandel, cybercriminaliteit en online seksueel kindermisbruik en executie. Naast deze vier onderwerpen waar concrete landelijke beleidsdoelstellingen op worden geformuleerd is er een aantal onderwerpen benoemd in de Veiligheidsagenda waar wel de aandacht voor gevraagd wordt, maar waar geen (aanvullende) landelijke afspraken voor worden gesteld. Dit zijn: bestrijding van terrorisme en extremisme, high impact crimes en mobiel banditisme, kindermishandeling en huiselijk geweld, personen met verward gedrag en de migratietaak.
Noord-Holland Samen Veilig beschrijft de ontwikkelingen die naar verwachting de komende jaren grote impact hebben op de openbare orde en veiligheid in Noord-Holland. Criminaliteit stopt niet bij gemeentegrenzen en veiligheidsopgaven kunnen complex, divers en veranderlijk zijn. Samenwerken binnen het veiligheidsdomein in de hele regio is dan ook een effectieve manier om lokale problemen samen met politie, OM en andere partners in een regio te bekijken en aan te pakken.
Noord-Holland Samen Veilig draait vier projecten:
Onze samenleving bevat kwetsbare mensen die zowel in de zorg- als veiligheidsketen bekend (verondersteld) zijn. Om de problemen, die deze mensen hebben en/of veroorzaken, aan te pakken is het nodig dat de zorg- en veiligheidsketens constructief samenwerken. In dat samenwerken valt nog veel winst te behalen. Daarom wordt ingezet op het versterken van de ketensamenwerking tussen beide domeinen.
Cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit
Onze samenleving digitaliseert. Iedereen is steeds vaker online; we staan dag en nacht met elkaar in contact via smartphones, laptops en andere devices. In een razendsnel tempo is onze leefwereld gedigitaliseerd en maken hier gretig gebruik van. Criminelen gaan met groot gemak mee in deze digitale trends. Daarom is het lokaal aanpakken van cybercrime van belang. Noord-Holland Samen Veilig adviseert en ondersteunt gemeenten bij de lokale aanpak van cybercrime.
Onze samenleving wordt met enige regelmaat ondermijnd. De aanpak van ondermijnende criminaliteit is dan ook niet langer een exclusieve taak van politie en OM. Bij een effectieve aanpak past een georganiseerde overheid en het vergt een inzet met ‘een lange adem’. Met onze partners voorkomen en bestrijden we zichtbare en onzichtbare criminaliteit die ons gezag ondermijnt en het vertrouwen van de samenleving in de autoriteiten aantast. Deze vorm van criminaliteit moet transparant en consequent worden aangepakt waarbij criminele gelegenheidsstructuren tot een minimum worden beperkt en onze partners, ondernemers en inwoners bewust worden gemaakt om weerbaar te worden tegen deze vorm van criminaliteit. Kortom, er wordt ingezet op 3 dominante elementen: vergroten van het bewustzijn, het verbeteren van de informatiepositie en het vergroten van de weerbaarheid.
Drie doelstellingen zijn verwoordt:
het borgen van het adequaat uitvoeren van het geheel van overheidsmaatregelen ter bestrijding van extremisme en terrorisme in de eenheid Noord-Holland. CTER is een erg breed spectrum. Het project biedt dan ook een integrale impuls en intensivering op eenheidsniveau, ten behoeve van het ondersteunen, faciliteren en versterken van de lokale aanpak.
Naast de regionale trends en gezamenlijke aanpak, is er in de driehoek van basisteam Hoorn, de Westfriese driehoek, besloten om gezamenlijk te prioriteren. Het probleem van ondermijning en de kwalijke gevolgen voor de samenleving staan hoog op de politieke agenda. Daarom heeft ondermijning prioriteit. Het RIEC4 sluit 2 jaar aan als aanjager om gezamenlijk projecten uit te werken, te draaien, van elkaar te leren en dit vertalen naar een vervolg.
De gemeente is de regievoerder van het integraal veiligheidsplan. De gemeenteraad stelt de lokale speerpunten van het beleid voor de komende periode vast. Dat blijft zo. Binnen de SED werken we samen om de capaciteit zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten en om te kunnen focussen op de prioriteiten die we stellen.
Burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk
Elke burgemeester is wettelijk belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid. De burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk en ook het eerste aanspreekpunt. De gemeente voert de regie op het lokale (integrale) veiligheidsbeleid.
College van B&W is collectief verantwoordelijk
De burgemeester kan zijn regierol niet vervullen zonder een door college en raad gedragen integraal veiligheidsplan (IVP). De onderwerpen die benoemd zijn in dit IVP raken ook andere portefeuilles binnen het college waardoor veiligheid kan worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid van het gehele college. Denk aan de aanpak drugs in het lokaal volksgezondheidsbeleid (bijvoorbeeld voorlichting op scholen), de aanpak van jeugdoverlast (verbinding met onderwijs en jeugdbeleid) en de inrichting en overzichtelijkheid van de openbare ruimte.
Gemeenteraad stelt prioriteiten vast en controleert
De gemeenteraad stelt het IVP en daarmee de prioriteiten vast. Ook heeft de raad een controlerende taak. Het IVP 2021-2022 is het kader van het lokale veiligheidsbeleid voor de komende twee jaar. De raad oefent hiermee direct en indirect invloed uit op beleidsplannen van de politie. De gemeenteraad laat zich door de burgemeester en de veiligheidsprofessionals periodiek informeren over de veiligheidsontwikkelingen.
Op bestuurlijk niveau voert de burgemeester in het Regionaal Beheers Overleg Politie (RBOP) overleg met politie en het OM over de inzet van de recherche en de voortgang van de aanpak op strategisch niveau met betrekking tot veiligheid. Dit overleg vindt vier maal per jaar plaats met alle gemeenten van het district Noord-Holland. Basisteam Hoorn van de politie bedient het gebied met zes gemeenten en dus zes burgemeesters. De aansturing van de politie door het bevoegd gezag is vastgelegd in de Politiewet 2012. Artikel 172 van de Gemeentewet geeft de burgemeester de verantwoordelijkheid voor handhaving van de openbare orde en het gezag over de politie. Dit IVP biedt de burgemeester de kaders daarvoor. De Officier van Justitie heeft het gezag over de strafrechtelijke handhaving. De zes burgemeesters, de Officier van Justitie en de teamchefs politie vormen samen de Westfriese driehoek.
Het basisteam Hoorn van de politie werkt voor de Westfriese gemeenten. Het team voert de kerntaken van de politie uit: de basispolitiezorg. De (gezags)driehoek is het driehoeksoverleg tussen de zes Westfriese burgemeesters, de gebiedsofficier en de teamchefs van de politie. De driehoek zorgt voor de afstemming tussen beleid en de inzet van capaciteit. Er wordt gesproken en waar nodig afgestemd over de opdracht van het basisteam, de gemeenten en het OM. Een gezamenlijke prioritering maakt het voor de politie eenvoudiger haar taken goed uit te voeren. Onderlinge afstemming en integrale samenwerking op gedeelde prioriteiten maakt dat we landelijk, regionaal, basisteamniveau en lokaal effectiever kunnen werken.
De Westfriese driehoek bepaalt aan de hand van de uitvoerende taken in het IVP 2021-2022 de rol van de politie en welke capaciteit daaraan gekoppeld kan worden. De driehoek kan ook ingrijpen wanneer het draagvlak vermindert, afspraken niet worden nagekomen of een koerswijziging nodig is. De burgemeester heeft structureel overleg met de politie (en de beleidsadviseur veiligheid). Zij bespreken de veiligheidscijfers, monitoren ontwikkelingen en signaleren trends. Eventuele beleidswijzigingen kunnen van invloed zijn op de capaciteit van het basisteam en worden daarom in de driehoek afgestemd. Daarnaast wordt in het kader van veiligheid veel breder overlegd met allerlei partijen, zoals HALT, VRNHN, Veiligheidshuis, woningcorporaties, scholen, ONS Stede Broec, zorg en vele anderen.
Inwoners voelen zich over het algemeen veilig in Stede Broec. In het burgerpanel 2020 geven bewoners op basis van verschillende vragen aan:
Een interessant gegeven uit het burgerpanel is dat als we vragen of mensen zich veilig voelen in de buurt en er prettig wonen, de score best positief is. Bij de wedervraag of men zich wel eens onveilig voelt op bepaalde plekken, lijkt het zo dat een incidentele negatieve ervaring het onveiligheidsgevoel kan kleuren. Uit de resultaten van het burgerpanel blijkt dat van de deelnemers 35% zich veilig voelt. Andersom voelt minder dan 40% zich (wel eens) onveilig, en 25% antwoordt hier neutraal in te staan. Naast de prioriteit ondermijning die in de Westfriese driehoek centraal staat, wordt ingezet op een drietal lokale speerpunten/prioriteiten. Daarbij staat samenwerking met (interne/externe) partners centraal.
De objectieve en subjectieve veiligheid komen aardig overeen: de criminaliteitscijfers dalen en het veiligheidsgevoel stijgt licht. Niet alles wat speelt komt naar voren uit cijfers, omdat ze niet worden geregistreerd. De respons op het burgerpanel is boven verwachting, bijna 400 inwoners. Dat is erg fijn voor de representativiteit. Wat opvalt is, dat inwoners zich vooral druk maken over leefbaarheidselementen en niet zozeer gerichte veiligheidsvraagstukken. Uit het panel komt niet een echte prioritering naar voren. Samengevat kunnen we drie aandachtspunten formuleren: plekken waar (hang) jongeren komen, het station en het park (parken). Op de vraag waarop de gemeente moet ingrijpen, is de volgende top 3: alles m.b.t. drugs (productie, -handel, -afval), overlast openbare ruimte (parkeeroverlast, kliko’s en straatafval, hondenpoep) en milieu aspecten (geur, geluid en afval).
Het burgerpanel heeft de volgende speerpunten opgeleverd:
Hondenpoep en geluidsoverlast zijn ergernissen die we niet moeten onderschatten, maar die niet thuishoren in het IVP 2021-2022. Deze klachten worden elders in de organisatie opgepakt, waar nodig met veiligheid als aanjager.
Binnen het veiligheidsdomein is het nooit rustig en kleine gebeurtenissen kunnen een grote betekenis hebben op onze veiligheid. Naast de prioriteit ondermijning die in de Westfriese driehoek centraal staat, wordt ingezet op een drietal lokale speerpunten/prioriteiten.
Toezicht en handhaving: voortzetten prioritering (controle evenementen-vergunningen, kermis en kleine festiviteiten, meldingen APV overtredingen (hondenpoep, vuilnis, fout parkeren, loslopende honden), goede registratie en analyse meldingen (genereren stuurinformatie), een snelle (re)actie op meldingen (snelle respons, follow-up en hercontrole) en verbeteren zichtbaarheid.
Prioriteit: Veiligheid en zorg
De gemeente Stede Broec, als de SED-organisatie, wil een optimale verbinding tussen veiligheid en zorg. Dit is namelijk van groot belang om te voorkomen dat problematisch gedrag uitgroeit tot erger. Het takenpakket van de gemeente is in de afgelopen jaren uitgebreid: nieuwe groepen van kwetsbare inwoners, inwoners met complexe problematiek op verschillende leefgebieden komen in toenemende mate onder regie van de gemeente te vallen. Daarnaast is De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ingegaan op 1 januari 2020. Deze wet regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg in de GGZ. Een bevoegdheid die o.a. bij de burgemeester ligt. Verder heeft de gemeente te maken met nieuwe taken in het kader van ‘GGZ in de wijk’ zoals de opvang van personen met verward gedrag. Daar bovenop werden afgelopen jaren (ook landelijk) steeds meer (veiligheids-) incidenten geregistreerd, waarbij kwetsbare personen of personen met verward gedrag betrokken waren. Bij de aanpak van deze problematiek is een intensieve samenhang tussen het veiligheidsdomein en het sociaal domein nodig. Voor de komende periode is het een belangrijke opgave om deze samenwerking tussen gemeente, politie, zorg én het Zorg & Veiligheidshuis Noord Holland Noord te versterken, te verbeteren en verder uit te breiden.
Naast deze verbinding tussen veiligheid en zorg wordt vanuit veiligheid ingezet op concrete maatregelen om overlast tegen te gaan. Bijvoorbeeld invoering en toepassing van de Wet Woonoverlast en het verder uitrollen en structureel borgen van de Persoonsgerichte Aanpak. Inmiddels draait buurtbemiddeling ruim een jaar. Na een goede start en een lastige tussenfase (Corona) wordt buurtbemiddeling voortgezet.
Ondermijning is geen afgebakend onderwerp: ondermijning is een gevolg van veel verschillende vormen van criminaliteit, waarbij de grenzen tussen de bovenwereld en de onderwereld vervagen. Criminelen richten voor hun activiteiten bedrijven op, vragen vergunningen aan en huren en kopen panden. Hiervoor hebben ze in de ‘bovenwereld’ medewerking nodig van bijvoorbeeld makelaars, autoverhuurbedrijven, administratiekantoren, notarissen en ook de overheid. De onderwereld krijgt zo steeds meer invloed op de bovenwereld, wat maakt dat ondermijning een urgent probleem is dat de maatschappij verzwakt en uiteindelijk zelfs ontregeld.
Kortom, ondermijning is een sluipend gif dat langzaam maar zeker leidt tot het aantasten van de democratische rechtsstaat en ten koste gaat van economische sectoren. Criminelen weten als geen ander elkaar te vinden en samen te werken om hun doelen te bereiken. Precies zo willen wij de criminaliteit te lijf gaan: hand in hand als één overheid. De aanpak van ondermijnende criminaliteit is dan ook niet langer een exclusieve taak van politie en OM. We weten elkaar te vinden en vullen elkaar aan, overal waar dat tot meerwaarde leidt, dus ook in het strafrechtelijk en het bestuurlijk instrumentarium.
Voor een effectieve aanpak van ondermijning is het nodig dat we de keten sluiten; het vergt een inzet met ‘een lange adem’.
We zetten niet alleen in op handhaving en repressie, maar ook op preventie en het opwerpen van barrières tegen ondermijning. Het begint bij bewustwording van wat de signalen zijn van ondermijning, zowel bij politieke ambtsdragers en ambtenaren als bij inwoners, ondernemers en het maatschappelijk middenveld. Er zal hierbij specifieke aandacht zijn voor het buitengebied, door aan te sluiten bij het Keurmerk Veilig Buitengebied en voor ondernemers middels het Keurmerk Veilig Ondernemen. Ook zal er onderzoek gedaan worden welke barrières er opgeworpen kunnen worden op bedrijventerreinen.
De interne organisatie wordt onder de loep genomen door een weerbaarheidsscan: is de gemeente goed voorbereid op eventuele kwetsbaarheden in de eigen organisatie op het gebied van integriteit en is zij weerbaar tegen gerichte ondermijnende acties van buitenaf? Door middel van de Landelijk Aanpak Adreskwaliteit (LAA) wordt er door middel van interbestuurlijke en intersectorale samenwerking adres gerelateerde fraude voorkomen en bestreden. In de regio wordt er tevens samengewerkt om de illegale huisvesting van arbeidsmigranten aan te pakken. Vanuit het Convenant aanpak productielocaties drugs werken convenantpartners samen om een einde te maken aan de ongewenste ontwikkelingen ten aanzien van de productielocaties van drugs. Daarnaast zorgen we ervoor dat er aansluiting is bij de persoons-gerichte aanpak voor (potentiële) daders, dan wel slachtoffers. De ontwikkelingen binnen het sociaal domein en de Omgevingswet die hiervoor relevant zijn worden hierbij meegenomen. Aansluiten bij deze transities is dan ook onmisbaar.
In het College Uitvoeringsprogramma (CUP) is ondermijning ook als prioriteit genoemd. In dat kader is en wordt in 2021 ingezet op de volgende zaken:
Prioriteit: Toezicht en handhaving
In 2018 is de gemeente Stede Broec gestart met toezicht en handhaving. Voor 32 uur, in koppelvorm 16 uur, is er ingezet op: controles evenementenvergunningen, kermis en kleine festiviteiten, meldingen overtredingen APV zoals hondenpoep, vuilnis, fout parkeren, loslopende honden en het reageren op meldingen met betrekking tot overlastsituaties. De prioriteiten die bij de start van de inzet van de boa’s zijn benoemd, blijken in de praktijk de juiste te zijn. Hier gaan we komende jaren mee door.
Handhaving vraagt om de nodige daadkracht en de beschikbare personele capaciteit wordt vooral ingezet bij situaties die op dat moment de hoogste risico’s met zich meebrengen. Het inzetten van de beschikbare capaciteit op de prioriteiten betekent dat niet elke melding opgevolgd kan worden. Tijdens het evenementenseizoen geeft dit conflicten. Door het toezicht ‘gericht’ uit te breiden kan dit beter op elkaar worden afgestemd. Extra toezicht is er tijdens de piek van het jaar, het evenementenseizoen. Toezicht en handhaving kan dan gedurende het hele jaar doorgaan. Daardoor is het mogelijk om extra inzet te geven op locaties die dat voor een periode verlangen.
Toezicht en handhaving moet flexibel inspelen op actualiteiten die om aandacht vragen. Met de politie zijn afspraken gemaakt over wederzijdse inzet en verantwoordelijkheden. Deze samenwerking wordt geïntensiveerd: frequenter overleg leidt tot beter inzicht in de problematieken en analyse van meldingen. Ditzelfde geldt voor de samenwerking met de jongerenwerker(s). Gastheerschap zal nog steeds het uitgangspunt zijn. Juist hierdoor kan veel worden gesignaleerd, waardoor locaties, personen en/of groepen en tijden in beeld komen. Het zorgt ook voor zichtbaarheid wat indirect weer invloed heeft op het veiligheidsgevoel.
De werkzaamheden van de boa’s worden steeds veelzijdiger, dit omdat de samenleving veranderd en ze met andere situaties te maken krijgen. Ook worden de bevoegdheden beter benut waardoor we meer en sneller effect zien. Het streven is dan ook om hier op te blijven inzetten en steeds verder te professionaliseren.
Koerst toezicht en handhaving volgen
Het voortzetten van de ingezette weg blijft onze focus. De meldingen waar we opvolging aan geven komen nu nog via verschillende kanalen binnen. Dit willen we clusteren om hier goede stuurinformatie uit te kunnen halen. Omdat wij pas vrij recent zijn begonnen met toezicht is het voor ons een meerwaarde daarop het proces verder in te richten; te beginnen met een goede registratie van de meldingen en analyse daarvan. Een goede registratie en een analyse van de meldingen helpt de focus scherper te krijgen.
Ook wordt er ingezet op een snelle (re)actie op meldingen, de zogenoemde quick-respons. Het opvolgen van deze meldingen en een mogelijk hercontrole hoort hier ook bij. Tot slot willen we onze zichtbaarheid verbeteren. Dit doen we door veel buiten te zijn en mensen te spreken. Burgers geven aan blij te zijn met toezicht in de gemeente. Het draagt bij aan het veiligheidsgevoel van onze inwoners, ondernemers en bezoekers. Daar doen we het voor. En daarom willen we de zichtbaarheid in de wijken verbeteren.
Focus voor toezicht en handhaving voor de komende 2 jaar:
Welkom bij deze vragenlijst over veiligheid in Stede Broec
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-354396.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.