Nadere regels persoonsgebonden budget jeugdhulp gemeente Doesburg 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg,

 

overwegende dat:

het college voor jeugdhulp een persoonsgebonden budget (PGB) verstrekt in overeenstemming met artikel 8.1.1. van de Jeugdwet;

 

het college op basis van de Verordening Jeugdhulp gemeente Doesburg 2019 (artikel 5) de tarieven van het PGB voor individuele voorzieningen dient vast te stellen,

besluit:

  • I.

    Voor mensen die in 2021 een PGB aanvragen het tarief van een PGB voor professionele ondersteuning te baseren op een door de jeugdige en/of zijn ouders opgesteld plan over hoe het PGB besteed gaat worden, waarbij de hoogte van het toegekende PGB maximaal de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate zorgvoorziening in natura bedraagt. De ingekochte producten voor Zorg in Natura zijn opgenomen in de raamcontracten van het Open House systeem van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Centraal Gelderland. De hoogte van het PGB wordt afgeleid van de tarieven die in de regio zijn afgesproken en zijn vastgelegd in de regionale productendienstencatalogus van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR).

     

  • II.

    Aan zorgvoorzieningen die worden ingezet middels een PGB worden dezelfde kwaliteitseisen gesteld als aan de (door de MGR) gecontracteerde zorg in natura.

     

  • III

    De hoogte van een pgb aan een persoon die behoort tot het eigen sociale netwerk bedraagt ofwel:

    • a.

      indien er sprake is van een overeenkomst van opdracht in het kader van een arbeidsrelatie: minimaal 100% van het wettelijk minimum loon en bijbehorende vakantietoeslag en maximaal € 20,- per uur.

      ofwel:

    • b.

      indien er geen sprake is van een arbeidsrelatie en dus geen sprake van een overeenkomst van opdracht: een tegemoetkoming en/of een onkostenvergoeding. Deze tegemoetkoming bedraagt maximaal € 141,- per kalendermaand, eventueel aangevuld met een tegemoetkoming voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding of reiskosten ten behoeve van de hulp. De maximale bedragen die de budgethouder per maand aan de ondersteuning uit het eigen sociale netwerk mag vergoeden zijn:

      • -

        Schoonmaakmiddelen: € 15,-

      • -

        Eten/drinken: € 450,- (uitgaande van maximaal € 15,- per dag)

      • -

        Kleding: € 30,-

      • -

        Reiskosten: € 60,-

  • IV.

    De volgende regels vast te stellen voor de budgethouder:

    • 1.

      Het PGB wordt beheerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.

    • 2.

      Uit het PGB op basis van een overeenkomst mag betaald worden:

      • a.

        het maximale uurloon zoals dat bepaald is onder I en III;

      • b.

        reiskosten hulpverlener op basis van woon-werkverkeer (max. € 0,19 per km, met een maximum van twee maal 25 km enkele reis per werkdag);

      • c.

        vervanging hulpverlener bij ziekte/vakantie van hulpverlener;

      • d.

        feestdagenuitkering tot een maximum van € 272,- bruto (één keer per jaar).

    • 3.

      Uit het PGB op basis van een overeenkomst mag niet betaald worden:

      • a.

        bijdrage CAK;

      • b.

        fietsvergoeding;

      • c.

        bloemetje/cadeau hulpverlener bij ziekte of verjaardagen;

      • d.

        schoonmaakmiddelen;

      • e.

        loon aan mensen die gebruikelijke zorg leveren;

      • f.

        kledingvergoeding hulpverlener;

      • g.

        uurloon zorgverlener die gemaakt zijn voor/na de indicatieperiode;

      • h.

        bemiddelingskosten;

      • i.

        kosten voor belangbehartigers of tussenpersonen;

      • j.

        administratiekosten.

    • 4.

      Terug- en invordering

      • a.

        Het college stelt vast of de jeugdige of zijn ouder(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s) het PGB voor diensten aan de onder het tweede lid genoemde heeft besteed, en vordert geheel of gedeeltelijk terug indien het budget is besteed aan een ander doel dan waarvoor het bestemd is.

      • b.

        Indien de jeugdige of zijn ouder(s)/wettelijke vertegenwoordiger(s) de inlichtingenplicht heeft geschonden zoals bedoeld in artikel 8.1.2 en artikel 8.1.4., eerste lid, onderdeel a van de Jeugdwet, vordert het college geheel of gedeeltelijk het ten onrechte genoten persoonsgebonden budget terug en gaat tot invordering over zoals bedoeld in artikel 8.1.4., derde lid Jeugdwet.

Onvoorzien

Indien een PGB wordt aangevraagd voor een product waarvoor geen tarief is vastgesteld, heeft het college de bevoegdheid alsnog een tarief vast te stellen.

 

Op de dag van de inwerkingstelling van dit besluit worden de Nadere Regels Persoonsgebonden Budget Jeugdhulp Gemeente Doesburg 2020, vastgesteld op 17 december 2019 ingetrokken.

 

Doesburg, 22 december 2020

Het college van burgemeester en wethouders,

secretaris,

P. Werkman

burgemeester,

drs. L.W.C.M. van der Meijs

Naar boven